1423-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)■
Bereik (gebieden waarin de elekt ronische sleutel wordt gesignaleerd)
■ Alarmsignalen en waarschuwingen
Auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters: Een combinatie van in en
buiten de auto hoorbare zoemers en waarschuwingslampjes zorgt ervoor dat
diefstal van de auto en ongevallen door een onjuiste bediening worden voor-
komen. Neem afhankelijk van het waarschuwingslampje dat gaat branden de
juiste maatregelen. ( Blz. 525)
Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters: Een combinatie van in en
buiten de auto hoorbare zoemers en waarschuwingsmeldingen op het multi-
informatiedisplay zorgen ervoor dat diefstal van de auto en ongevallen door
een onjuiste bediening worden voorkomen. Neem de juiste maatregelen op
basis van de weergegeven melding. ( Blz. 531)
In onderstaande tabel worden de omstandigheden en de correctieprocedures
beschreven in die gevallen waarin alleen een alarm klinkt. Bij het vergrendelen of ontgrende-
len van de portieren
Het systeem kan worden bediend
als de elektronische sleutel zich
binnen ongeveer 0,7 m van een
van de buitenportiergrepen voor of
de achterklep bevindt. (Alleen de
portieren die de sleutel signaleren,
kunnen worden geopend of geslo-
ten.)
Bij het starten van de motor of het in een andere stand zetten van
het contact
Het systeem werkt als de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page
142 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
1443-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)■
Wanneer het controlelampje van he t Smart entry-systeem met startknop
geel knippert (auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters) of
“Check Entry & Start System” (controleer Smart entry-systeem met
startknop) op het multi-informatiedisplay wordt weergegeven (auto's
met een instrumentenpaneel met 2 meters)
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat uw auto direct con-
troleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geactiveerd om te voorkomen dat de
batterij van de elektronische sleutel en de accu leeg raken wanneer de auto
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
●In de volgende situaties kan het enige tijd duren voordat de portieren met
het Smart entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden.
• De elektronische sleutel bevindt zich gedurende 10 minuten of langer
binnen een afstand van 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer niet gebruikt.
● Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 14 dagen of langer
niet is gebruikt, kunnen de portieren alleen via het bestuurdersportier \
wor-
den ontgrendeld. Houd in dat geval de greep van het bestuurdersportier
vast of gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel om de por-
tieren te ontgrendelen.
■ Energiebesparende functie voor de ba tterij van de elektronische sleutel
Wanneer de energiebesparende functie is
ingeschakeld, loopt de batterij veel min-
der snel leeg omdat de ontvangst van
radiogolven door de elektronische sleutel
wordt gestopt.
Druk twee keer in terwijl u
ingedrukt houdt. Ga na of het controle-
lampje van de elektronische sleutel 4 keer
knippert.
Het Smart entry-systeem met startknop
kan niet worden gebruikt als de energie-
besparende functie voor de batterij is
ingeschakeld. Druk op een van de toetsen
van de elektronische sleutel om de functie
te annuleren.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 144 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
1473-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
3
Bediening van elk onderdeel
●Auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters: Als de elektronische
sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep tijdens het wassen van
de auto nat wordt, klinkt er buiten de auto een zoemer. Vergrendel alle por-
tieren om het alarm uit te schakelen.
● Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters: Als de elektronische
sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep nat wordt tijdens het was-
sen van de auto, wordt er mogelijk een melding weergegeven op het multi-
informatiedisplay en klinkt er een zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
● De vergrendelsensor werkt mogelijk niet goed wanneer deze in contact
komt met ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de vergrendelsensor schoon en
probeer deze nogmaals te bedienen.
● Het plotseling bedienen van de handgreep of het bedienen van de hand-
greep direct nadat u het effectieve bereik bent binnengestapt, kan ontgren-
deling van de portieren belemmeren. Raak de ontgrendelsensor van het
portier aan en controleer of de por tieren worden ontgrendeld voordat u
opnieuw aan de portiergreep trekt.
● Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detectiegebied
bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portieren nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
■ Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel niet
binnen een afstand van 2 meter van de auto.
● Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgeschakeld.
(Blz. 608)
■ Voor een juiste bediening van het systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem
bedient. Houd de elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronische sleutel
wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesig-
naleerd, waardoor het systeem wellicht ni et juist functioneert. (Het alarm kan
per ongeluk afgaan of de functie die voorkomt dat de portieren per ongeluk
worden vergrendeld, werkt wellicht niet.)
■ Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt
● Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren: gebruik de mechanische
sleutel. ( Blz. 569)
● Starten van de motor: Blz. 570
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (van bijvoorbeeld het Smart entry-systeem met startknop)
kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz.
608)
■ Als het Smart entry-systeem met star tknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
● Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren:
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel. ( Blz. 130, 569)
● Starten van de motor en wijzigen van de standen van het contact: Blz. 570
● Uitzetten van de motor: Blz. 205
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 147 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
2044-2. Rijprocedures
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters
Multidrive CVT: Trap het rempedaal helemaal in.
Handgeschakelde transmissie: Trap het koppelingspedaal hele-
maal in.
wordt op het multi-informatiedisplay weergegeven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan de motor niet worden gestart.
Druk op de startknop.
De motor wordt gestart totdat hij
aanslaat, waarbij elke startpoging
maximaal 30 seconden duurt.
Houd het rempedaal (Multidrive
CVT) of koppelingspedaal (hand-
geschakelde transmissie) inge-
trapt tot de motor goed draait.
Dieseluitvoering: gaat bran-
den. De motor wordt gestart zodra uitgaat.
De motor kan in elke stand van het
contact worden gestart.
3
4
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 204 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
2054-2. Rijprocedures
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
4
Rijden
Multidrive CVT: Breng de auto tot stilstand.
Handgeschakelde transmissie: Breng de auto tot stilstand terwijl u
het koppelingspedaal intrapt.
Multidrive CVT: Zet de selectiehendel in stand P.
Handgeschakelde transmissie: Ze t de selectiehendel in stand N.
Activeer de parkeerrem. ( Blz. 222)
Druk op de startknop.
Auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters: Laat het rempe-
daal (Multidrive CVT) of koppe lingspedaal (handgeschakelde trans-
missie) los en controleer of het controlelampje van het Smart entry-
systeem met startknop (groen) uit is.
Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters: Laat het rempe-
daal (Multidrive CVT) of koppe lingspedaal (handgeschakelde trans-
missie) los en controleer of de melding POWER ON (contact AAN)
op het multi-informatiedisplay verdwijnt.
Uitzetten van de motor
1
2
3
4
5
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 205 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
2074-2. Rijprocedures
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
4
Rijden
Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters
UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen
worden gebruikt.
Het multi-informatiedisplay wordt
niet weergegeven.
Stand ACC
Sommige elektrische componen-
ten zoals het audiosysteem kun-
nen worden gebruikt.
“Power ON.” (contact AAN) wordt
op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
AAN
Alle elektrische componenten kun-
nen worden gebruikt.
“Power ON.” (contact AAN) wordt
op het multi-informatiedisplay
weergegeven.
*: Auto's met Multidrive CVT: Als de selectiehendel in een andere stand
dan stand P staat als de motor uit
gezet wordt, gaat het contact naar
stand ACC en niet UIT.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 207 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
2084-2. Rijprocedures
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
Als de motor wordt uitgezet terwijl de selectiehendel in een andere
stand dan P staat, wordt de stand van het contact ACC, niet UIT. Voer
de volgende procedure uit om het contact UIT te zetten:Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Zet de selectiehendel in stand P.
Auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters
Controleer of het controlelampje van het Smart entry-systeem met
startknop (groen) langzaam knippert en druk de startknop vervol-
gens eenmaal in.
Controleer of het controlelampje van het Smart entry-systeem met
startknop (groen) uit is.
Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters
Controleer of afwisselend “Power ON.” (contact AAN) en “Turn
Power OFF.” (zet contact UIT) op het multi-informatiedisplay wor-
den weergegeven en druk de startknop eenmaal in.
Controleer of “Power ON.” (contact AAN) en “Turn Power OFF.” (zet
contact UIT) op het multi- informatiedisplay uit zijn.
Uitschakelen van de motor als de selectiehendel in een andere
stand dan P staat (auto's met Multidrive CVT)
1
2
3
4
3
4
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 208 Monday, March 16, 2015 12:05 PM
2094-2. Rijprocedures
UK AURIS_HB_EE (OM12J21E)
4
Rijden
■Auto power off-functie
Auto's met Multidrive CVT: Als het contact gedurende meer dan 20 minuten in
stand ACC staat of gedurende meer dan een uur AAN staat (zonder dat de
motor draait) met de selectiehendel in stand P, schakelt het systeem het con-
tact automatisch UIT.
Auto's met handgeschakelde transmissie: Als het contact gedurende meer
dan 20 minuten in stand ACC staat of gedurende meer dan een uur AAN
staat (zonder dat de motor draait), schakelt het systeem het contact automa-
tisch UIT.
Deze functie kan echter niet geheel uitsluiten dat de accu ontladen kan
raken. Laat het contact niet gedurende langere tijd in stand ACC of AAN
staan zonder dat de motor draait.
■ Levensduur sleutelbatterij
Blz. 122
■ Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
Blz. 145
■ Aanwijzingen voor de instapfunctie
Blz. 146
■ Als de motor niet aanslaat
●De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. ( Blz. 75)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Auto's met Multidrive CVT: Controleer of de selectiehendel goed in stand P
staat. Mogelijk kan de motor niet worden gestart als de selectiehendel niet
goed in stand P staat.
Auto's met een instrumentenpaneel met 3 meters
Het controlelampje van het Smart entry-systeem met startknop (groen)
gaat snel knipperen.
Auto's met een instrumentenpaneel met 2 meters
Op het multi-informatiedisplay wordt “Shift to P position to start.” (zet de
selectiehendel in stand P om te starten) weergegeven.
■ Stuurslot
Nadat het contact UIT is gezet en de portieren zijn geopend en gesloten,
wordt het stuurwiel geblokkeerd door de stuurslotfunctie. Als u nogmaals op
de startknop drukt, wordt het stuurslot automatisch weer uitgeschakeld.
UK AURIS_HB_OM_EE_OM12J21E.book Page 209 Monday, March 16, 2015 12:05 PM