
85
Traveller-VP_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Storing afstandsbediening
om de alarmsystemen uit te schakelen:
F on tgrendel de auto met de sleutel (in de
afstandsbediening bij uitvoeringen met
Keyless entry and start) in het slot van het
bestuurdersportier.
F
o
p
en het portier; het alarm gaat af.
F
Z
et het contact aan, het alarm stopt. Het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto zonder
het alarm in te schakelen
F Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling in met de sleutel (in
de afstandsbediening bij uitvoeringen met
Keyless entry and start) in het slot van het
bestuurdersportier.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact
het verklikkerlampje van de knop blijft
branden, duidt dit op een storing in
het systeem.
Laat het systeem controleren door
het P
e
ugeo
T
-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Automatisch inschakelen
Deze functie is niet beschikbaar, optioneel of
standaard.
Het systeem wordt 2 minuten nadat het
laatste te openen carrosseriedeel is gesloten,
automatisch ingeschakeld.
F
o
m h
et afgaan van het alarm bij het
openen van een portier of de achterklep
te voorkomen, moet eerst op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening
worden gedrukt of moet de auto
ontgrendeld worden met het "Keyless entry
and start"-systeem.
2
Toegang tot de auto

158
Traveller-VP_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Automatisch inschakelen
van de alarmknipperlichten
Alarmknipperlichten
Bij een noodstop - afhankelijk van de mate
van remvertraging, als het ABS ingrijpt, maar
ook als er een aanrijding wordt gesignaleerd,
worden de alarmknipperlichten automatisch
ingeschakeld.
Zodra er weer gas wordt gegeven gaan de
alarmknipperlichten uit.
F u kunt de alarmknipperlichten echter ook
uitschakelen door de knop in te drukken.
Lichtsignaal van de richtingaanwijzers om het
overige verkeer te waarschuwen in het geval
van file, pech, slepen of een ongeval.
urgence-oproep of
A ssistance-oproep
Hiermee kunt u een noodoproep of
hulpoproep doen naar de hulpdiensten of de
desbetreffende P
e
ugeo
T
-helpdesk.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de Audio en
telematica en in het bijzonder over het
gebruik van deze voorziening.
F
D
ruk deze knop in: de richtingaanwijzers
knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het
contact is afgezet.
Veiligheid

251
Traveller-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Storing
Raadpleeg het PeugeoT -netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. Bij slechte weersomstandigheden
(zware regen, hagel enz.) kan het
systeem tijdelijk minder nauwkeurig
werken.
Vooral het rijden op een nat wegdek
of van een droog wegdek op een nat
wegdek terechtkomen kan tot een
vals alarm leiden (zo kan een wolk
waterdruppels in de dode hoek worden
aangezien voor een voertuig).
Let er bij slecht weer en in de winter
altijd op dat de sensoren niet met
modder, sneeuw of ijs bedekt zijn.
Plak geen stickers of andere zaken op
het gedeelte onder de buitenspiegels
waar de waarschuwingslampjes zitten,
omdat de de dodehoekbewaking dan
mogelijk niet goed werkt. Dit geldt ook
voor de detectiezones op de voor- en
achterbumper.
Afhankelijk van de uitrusting van uw auto:
Met touchscreen
open het menu Rijden
en activeer/deactiveer
" Dodehoekbewaking ".
ee
n storing wordt aangegeven door het
knipperen van dit (deze) verklikkerlampje(s).
Het lampje van deze toets knippert
en er verschijnt een melding in
combinatie met een geluidssignaal.
Bij het afzetten van het contact wordt de
status van het systeem opgeslagen.
De dodehoekbewaking wordt automatisch
uitgeschakeld als u een aanhanger trekt
met een door het P
e
ugeo
T
-netwerk
gehomologeeerde trekhaak.
Wassen met hogedrukspuit
Houd tijdens het wassen van de auto het
uiteinde van de hogedrukspuit op minimaal
30 centimeter van de sensoren, omdat ze
anders beschadigd kunnen raken.
of
6
Rijden

267
Traveller-VP_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Accessoires
een ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het PeugeoT -netwerk.Deze accessoires en onderdelen zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een
artikelnummer en beschikken over de garantie van Pe
ugeoT .
"Comfort"
Windgeleiders, aansteker, bagagestoppers,
kledinghanger voor bevestiging aan de
hoofdsteun, parkeerhulp voor en achter,
gestileerde spatlappen, indelingssysteem
bagageruimte,
...
"Transportoplossingen"
Kunststof bak bagageruimte, bagagenet, allesdragers,
fietsendrager voor bevestiging op de trekhaak,
fietsendrager voor bevestiging op de allesdragers,
skidrager, dakkoffer, trekhaakkabelset...
De trekhaak moet door het P
e
ugeo
T
-netwerk of door
een gekwalificeerde werkplaats worden gemonteerd.
"Styling"
Wieldoppen, sierdoppen voor velgen,
dorpellijsten, pookknoppen, ...
"Veiligheid"
Inbraakalarm, graveren van ruiten,
wielbouten met slot, kinderzitjes, alcolholtest,
verbandtrommel, gevarendriehoek,
veiligheidsvest, lokalisatiesysteem
gestolen auto, wagenparkbeheermodule,
sneeuwkettingen, sneeuwsokken, mistlampen
vóór,
...
"Bescherming"
Matten*, stoelhoezen geschikt voor stoelen
met zij-airbags, spatlappen, zijstootlijsten,
bumperbeschermers, beschermingsset voor
de laadruimte (hout of kunststof), dorpellijsten
achter, matten achter,
...
Het monteren van elektrische apparatuur of
accessoires die niet onder een artikelnummer in het
assortiment van P
e
ugeo
T v
oorkomen, kan leiden
tot storingen in het elektronisch systeem van uw
auto en een verhoogd stroomverbruik veroorzaken.
Neem contact op met een vertegenwoordiger van het
merk Pe ugeoT o m u te laten informeren over het
assortiment uitrustingen en accessoires voorzien van
een artikelnummer.
Installeren van
radiocommunicatiezenders
Voordat u radiozenders met
buitenantenne als uitrusting
achteraf monteert, kunt u bij het
P
e
ugeo
T
-netwerk de technische
gegevens (frequentieband, maximaal
uitgangsvermogen, positie antenne,
specifieke installatievoorschriften) van
de voor montage geschikte zenders
opvragen, conform de Richtlijn
el
ektromagnetische Compatibiliteit
(2004/104/
e
g
)
.
Afhankelijk van de lokale wetgeving
kan de aanwezigheid van bepaalde
veiligheidsuitrusting verplicht zijn:
veiligheidsvesten, gevarendriehoeken,
alcoholtests, een set reservelampen,
reservezekeringen, een brandblusser,
een verbandtrommel, spatlappen aan
de achterzijde van de auto. *
o
m t
e voorkomen dat de pedalen blijven
hangen:
-
c
ontroleer of de mat goed op zijn plaats
ligt en goed is bevestigd,
-
leg nooit meerdere matten boven op elkaar.
7
Praktische informatie

282
Traveller-VP_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
gevarendriehoek (opbergen)
Voordat u uit de auto stapt om de
gevarendriehoek uit te vouwen en te
plaatsen moet u de alarmknipperlichten
inschakelen en uw reflecterende
veiligheidsvest aantrekken.
Deze veiligheidsuitrusting vormt een aanvulling
op de alarmknipperlichten.
el
ke auto moet zijn voorzien van een
gevarendriehoek.
Op de weg plaatsen van de
gevarendriehoek
Raadpleeg voor het uit- en invouwen van de
gevarendriehoek de gebruiksaanwijzing van de
fabrikant. F
P
laats de gevarendriehoek achter de auto,
houd u daarbij aan de ter plaatse geldende
regels.
De gevarendriehoek is als accessoire
leverbaar. Neem hiervoor contact op
met het P
e
ugeo
T
-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
gereedschapskist
To e g a n g
De gereedschapskist bevindt zich onder de
linker voorstoel.
De stangen 1 en 2 zorgen ervoor
dat de gereedschapskist niet uit zijn
behuizing kan komen als hij niet goed is
vastgezet.
Storingen verhelpen

313
Traveller-VP_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
Zekering
n r. Ampère
(A) Functies
F1 10
el
ektrische stuurbekrachtiging, koppelingspedaalschakelaar.
F4 15Claxon.
F5 20Ruitensproeierpomp voor/achter.
F6 20Ruitensproeierpomp voor/achter.
F7 1012V-aansluiting achter.
F8 20Ruitenwisser(s) achter.
F10/F11 30Sloten binnen- en buitenzijde, voor en achter.
F13 10Bediening airconditioning vóór, bediening autoradio,
selectiehendel, head-up display.
F14 5Inbraakalarm,
u
r
gence- en Assistance-oproep.
F17 5Instrumentenpaneel.
F19 3Stuurkolomschakelaars.
F21 3"Keyless entry and start"-systeem of contactslot.
F22 3Regen-/lichtsensor, multifunctionele detectiecamera.
F23 5
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels losgemaakt/niet vastgemaakt.
F24 5Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeerhulp.
F25 5Airbags.
F29 20Autoradio, touchscreen, CD-speler, navigatiesysteem.
F31 15Autoradio (+ accu).
F32 1512V-aansluiting vóór.
F34 5Dodehoekbewaking, elektrische functies buitenspiegels.
F35 5Ruitensproeierverwarming, hoogteverstelling koplampen.
F36 5
op
laden uitneembare lamp, plafonnier achter.
Versie 1 (Eco)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven
zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
8
Storingen verhelpen

314
Traveller-VP_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
Zekering
n r. Ampère
(A) Functies
F1 3"Keyless entry and start"-systeem of contactslot.
F5 5Touchscreen, achteruitrijcamera en parkeerhulp.
F7 10Bediening airconditioning achter, hifi-versterker.
F8 20Ruitenwisser(s) achter.
F10/F11 30Sloten binnen- en buitenzijde, voor en achter.
F12 3Inbraakalarm.
F17 1012V-aansluiting achter.
F18 5
ur
gence- en Assistance-oproep.
F21 3
op
laden uitneembare lamp, plafonnier achter.
F22 3Verlichting dashboardkastje, plafonniers achter.
F23 5Dodehoekbewaking, elektrische functies buitenspiegels.
F24 5Stuurkolomschakelaars.
F25 5Hoogteverstelling koplampen.
F26 3
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels losgemaakt/niet vastgemaakt.
F273Regen-/lichtsensor, multifunctionele detectiecamera.
F28 10Bediening airconditioning vóór, bediening autoradio,
selectiehendel, head-up display.
F30A of B 15Autoradio (+ accu).
F31 5Airbags.
F33 1512V-aansluiting vóór.
F35 5Instrumentenpaneel.
F36 20Autoradio, touchscreen, CDs-speler, navigatiesysteem.
Versie 2 (Full)
De aanwezigheid van de hieronder beschreven
zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
Storingen verhelpen

321
Traveller-VP_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
F Druk op het klepje in de voorbumper (zoals
hierboven aangegeven) om het los te
maken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van uw
auto in.
F
R
ijd voorzichtig weg, rijd met lage snelheid
en houd de afstand waarover de auto wordt
gesleept beperkt.
Slepen van uw auto
F Druk op het klepje in de achterbumper (zoals hierboven aangegeven) om het los
te maken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van de te
slepen auto in.
F
R
ijd voorzichtig weg, rijd met lage snelheid
en houd de afstand waarover de auto wordt
gesleept beperkt.
Slepen van een andere auto Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de
trekkende auto hoger is dan van de auto
die wordt gesleept.
er m
oet iemand achter het stuur van
de gesleepte auto blijven zitten. Deze
persoon moet beschikken over een
geldig rijbewijs.
ge
bruik bij het slepen met 4 wielen
op de grond altijd een goedgekeurde
sleepstang; touwen en riemen zijn
verboden.
De bestuurder van de slepende auto
moet voorzichtig wegrijden.
Bij het slepen van de auto met
stilstaande motor zijn de rem- en
stuurbekrachtiging uitgeschakeld.
Laat uw auto in de volgende gevallen
slepen door een professioneel
bergingsbedrijf:
-
a
ls de auto is gestrand op de
autosnelweg,
-
b
ij auto's met vier wielaandrijving,
-
a
ls het niet mogelijk is de
versnellingsbak in de neutraalstand te
zetten, het stuurslot te ontgrendelen
of de handrem los te zetten,
-
b
ij takelen met slechts twee wielen
op de grond,
-
b
ij het ontbreken van een
goedgekeurde sleepstang...
8
Storingen verhelpen