Page 249 of 528

247
Traveller-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Detectie verslapping aandacht
Het systeem wordt gereset als aan een van de
volgende woorwaarden is voldaan:
-
d
e auto staat gedurende meer dan
15
minuten stil met draaiende motor,
-
s
inds het afzetten van het contact zijn
enkele minuten verstreken,
-
d
e veiligheidsgordel van de bestuurder is
losgemaakt en het portier is geopend.
Zodra de snelheid lager is dan 65 km/h,
gaat het systeem over in de wachtstand.
De rijtijd wordt opnieuw berekend zodra
de snelheid hoger is dan 65 km/h.
Deze systemen zijn hulpmiddelen
voor de bestuurder die desondanks
waakzaam moet blijven.
ga n
iet rijden als u moe bent.
Het systeem geeft een waarschuwing
zodra het detecteert dat de bestuurder
langer dan twee uur heeft gereden met
een snelheid van meer dan 65 km/h
zonder dat hij een pauze heeft genomen.
Het is raadzaam om een pauze te nemen
wanneer u zich moe voelt. Pauzeer in elk geval
elke twee uur.
Afhankelijk van de uitvoering bevat de
functie alleen het systeem " Waarschuwing
overschrijding rijtijd" of daarnaast ook het
systeem "Waarschuwing verslapping aandacht
bestuurder".
Waarschuwing
overschrijding rijtijd
Met autoradio
open het menu "
Persoonlijke instelling -
configuratie " en activeer/deactiveer " Detectie
verslapping aandacht ".
Inschakelen/uitschakelen
Deze functie kan worden in- en uitgeschakeld
via het configuratiemenu van de auto.
Deze waarschuwing bestaat uit een melding
die de bestuurder adviseert een pauze te
nemen, en een geluidssignaal.
Als de bestuurder dit advies niet opvolgt, wordt
de waarschuwing elk uur herhaald tot de motor
wordt afgezet.
op
en het configuratiemenu van de auto en
activeer/deactiveer " Detectie verslapping
aandacht ".
Met touchscreen
6
Rijden
Page 260 of 528

258
Traveller-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Bandenspanningscontrolesysteem
Het systeem bewaakt de spanning van de vier
banden zodra de auto begint te rijden.
Het systeem vergelijkt de signalen van de
snelheidssensoren van de wielen met de
referentiewaarden die elke keer nadat de
banden op spanning zijn gebracht of na het
ver wisselen van een wiel moeten worden
gereset.
Het systeem geeft een waarschuwing zodra
wordt gesignaleerd dat de spanning van een of
meer banden te laag is.Het bandenspanningscontrolesysteem is niet
meer dan een hulpmiddel, hetgeen inhoudt
dat de waakzaamheid van de bestuurder niet
door het systeem kan worden vervangen.
Het systeem onthoudt u niet van de
verantwoordelijkheid om elke maand de
bandenspanning te controleren (ook die van
het reservewiel). Doe dit ook voordat u een
lange rit gaat maken.
Het rijden met een te lage bandenspanning
heeft een nadelige invloed op het weggedrag
en de remweg van de auto en veroorzaakt
vroegtijdige bandenslijtage, vooral onder
zware omstandigheden (zware belading,
hoge snelheden, een lange rit).
Dit systeem controleert automatisch de bandenspanning tijdens het rijden.
De voor uw auto voorgeschreven
bandenspanning vindt u op de sticker met
de bandenspanningen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de identificatie van
de auto.
De bandenspanning moet worden
gecontroleerd als de banden "koud" zijn
(de auto staat langer dan een uur stil of
er is minder dan 10 km gereden met een
beperkte snelheid).
on
der andere omstandigheden (bij warme
banden) moet de bandenspanning ten
opzichte van de op de sticker vermelde
spanning met 0,3 bar worden verhoogd.
Het rijden met een te lage
bandenspanning veroorzaakt
bovendien een hoger brandstofverbruik.
Sneeuwkettingen
Het systeem hoeft niet gereset
te worden na het aanbrengen of
verwijderen van sneeuwkettingen.
Reservewiel
Het stalen reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor.
Rijden
Page 261 of 528

259
Traveller-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Waarschuwing te lage
bandenspanningResetten
Controleer voordat u het systeem
gaat resetten of de spanning van
de vier banden overeenkomstig de
gebruiksomstandigheden van de auto
en de voorschriften op de sticker met
de bandenspanningen is.
Het waarschuwingssysteem voor
te lage bandenspanning is alleen
betrouwbaar als de vier banden tijdens
het resetten de juiste spanning hebben.
Het bandenspanningscontrolesysteem
geeft geen meldingen als de
bandenspanning bij het resetten
onjuist
is.
u
krijgt deze waarschuwing als dit
lampje blijft branden in combinatie
met een geluidssignaal en, volgens
uitvoering, een melding.
el
ke keer nadat u een of meer banden op
spanning hebt gebracht en na het verwisselen
van een of meer wielen, moet u het systeem
resetten.
F
V
erminder onmiddellijk uw snelheid en
vermijd plotselinge stuurbewegingen en
krachtig remmen.
F
S
top zodra dit mogelijk is op een veilige
plaats. F
g
e
bruik in het geval van een lekke band
de bandenreparatieset of het reservewiel
(volgens uitvoering),
of
F
c
ontroleer als u een compressor in de
auto hebt, bijvoorbeeld die van de set voor
tijdelijke bandenreparatie, de spanning van
de vier banden als deze zijn afgekoeld,
of
F
r
ijd voorzichtig verder als het niet mogelijk
is om deze controle onmiddellijk uit te
voeren.
ee
n te lage bandenspanning is niet
altijd aan de band te zien.
e
e
n visuele
controle is dus niet voldoende. De waarschuwing blijft actief tot het
systeem is gereset.
Het resetten van het systeem moet gebeuren
bij aangezet contact en stilstaande auto.De nieuw opgeslagen waarden
van de bandenspanning worden
door het systeem beschouwd als
referentiewaarden.
6
Rijden
Page 262 of 528
260
Traveller-VP_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Selecteer in het menu Rijden de optie
" Initialisatie bandenspanningscontrole ".
Met autoradio
Selecteer in het menu "Persoonlijke
instelling - configuratie " de optie
" Initialisatie bandenspanningscontrole ".
Storing
Als het waarschuwingslampje te lage
bandenspanning gaat knipperen en vervolgens
blijft branden in combinatie met het lampje
Service, wijst dit op een storing in het systeem.
In dat geval werkt de bandenspanningscontrole
mogelijk niet goed.
Laat het systeem controleren door
het P
e
ugeo
T
-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Controleer na werkzaamheden aan
het systeem altijd de spanning van
de vier banden en reset het systeem
vervolgens.
Met touchscreen
Druk op " Ja" om het resetten te bevestigen .
Als het resetten is voltooid, klinkt een
geluidssignaal en wordt een melding
weergegeven.
Rijden
Page 292 of 528

290
Traveller-VP_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
Controle / aanpassen
bandenspanning
u kunt de compressor, zonder inspuiting
v an het afdichtmiddel, ook gebruiken om uw
bandenspanning te controleren of uw banden
op spanning te brengen.
F
D
raai de schakelaar A in de
stand
"
op
spanning brengen". F
S
luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F
S
tart de auto en laat de motor draaien.
F
B
reng de band op spanning met behulp
van de compressor (op spanning brengen:
schakelaar B in stand "I" ; leeg laten lopen:
schakelaar B in stand "O" en druk op de
knop C ), zoals staat aangegeven op de
bandenspanningssticker van de auto.
F
V
er wijder de set en berg deze op.Als de spanning van een of meer
banden is aangepast, moet het
bandenspanningscontrolesysteem
worden gereset.
Zie de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem
.
F
R
ol de zwarte slang H volledig uit.
F
S
luit de zwarte slang aan op het ventiel van
de band.
Storingen verhelpen
Page 299 of 528

297
Traveller-VP_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
F Draai met de wielsleutel 1 en de dop 4 de
slotbout (indien aanwezig) vast.
F
D
raai met alleen de wielsleutel 1 de
overige wielbouten vast .
F
B
erg het gereedschap op in de
gereedschapskist.op d eze sticker staat de bandenspanning
aangegeven.
Na het verwisselen van het wiel
Berg het wiel met de lekke band correct op in
de reservewielhouder.
Laat zo snel mogelijk het aanhaalmoment
van de wielbouten en de bandenspanning
van het reservewiel controleren door het
P
e
ugeo
T
-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Laat de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren en verwissel hem met het
reservewiel.
Controleer als uw auto is uitgerust met
een bandenspanningscontrolesysteem
de bandenspanning en reset het
systeem.
Detectie te lage
bandenspanning
Het stalen reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor.
Wiel met full-cover
wieldop
Bij het monteren van het wiel:
bevestig de wieldop door de opening
ervan ter hoogte van het ventiel te
houden en druk vervolgens met de
handpalm tegen de gehele omtrek van
de wieldop.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem
.
8
Storingen verhelpen
Page 407 of 528
405
1
8
9
1
1
13
14
15
16
11
10
12
Traveller-VP_nl_Chap10b_NAC-1_ed01-2016
Niveau 1Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen
Instellingen
Secundaire pagina
Schermconfiguratie Animatie
De instellingen activeren of deactiveren.
Lichtsterkte De lichtsterkte instellen.
Bevestigen De instellingen opslaan.
Instellingen
Secundaire pagina
Systeemparameters Eenheden
Afstand en verbruik
De eenheden voor de afstand, het
brandstofverbruik en de temperatuur instellen.
Temperatuur
Fabrieksparameters ResettenTerugkeren naar de fabrieksinstellingen.
Systeeminfo RaadplegenDe versie van de in het systeem geïnstalleerde
modules controleren (versie van het systeem, de
kaartgegevens, de risicozones) en controleren of
er updates beschikbaar zijn.
Bevestigen De instellingen opslaan.
Instellingen
Secundaire pagina Ta l e n Alle
De taal selecteren en vervolgens bevestigen.
Europa
Azië
Amerika
Bevestigen
Na het selecteren van de taal de instelling
opslaan.
.
Audio en telematica
Page 411 of 528
409
3
2
4
5
6
7
Traveller-VP_nl_Chap10b_NAC-1_ed01-2016
Selecteer een "Profiel" (1, 2 of 3)
om dit te koppelen aan de " Audio-
instellingen ".
Selecteer " Audio-instellingen ".
Selecteer " Thema's".
of
"V
erdeling ".
of
"G
eluid ".
of
"S
praak ".
of
"B
eltonen ".
Het kader voor de profielfoto heeft een
vierkante vorm, het systeem vervormt
de oorspronkelijke foto als deze een
andere vorm heeft. Bij het resetten van een profiel wordt
en
gels als taal ingesteld.
Druk op "Bevestigen " om de
instellingen op te slaan.
Druk op "
Bevestigen " om
toestemming te geven voor de
overdracht van de foto.
Druk nogmaals op " Bevestigen" om
de instellingen op te slaan. Druk op deze toets om een profielfoto
toe te voegen.
Plaats de
u
S
B-stick waar de foto op
staat in de
u
S
B -aansluiting.
Selecteer de foto. Druk op deze toets om het
geselecteerde profiel te resetten.
.
Audio en telematica