2
InhoudSleutel 18
Alarmsysteem
20
Portieren
21
Achterklep
23
Dakklep
26
Centrale vergrendeling
27
Instrumentenpaneel
28
Datum en tijd
29
V
erklikkerlampjes 32
Brandstofniveaumeter
40
Koelvloeistof
40
Bandenspanningscontrolesysteem 41Bandenspanningscontrolesysteem 43
Onderhoudsindicator
47
Dimmer
dashboardverlichting
48
Stuurwiel verstellen
49
Handgeschakelde
versnellingsbak
49
Schakelindicator
50
Elektronisch gestuurde 6-versnellingsbak
51
Stop & Start-systeem
53
Starten en afzetten
55
W
egrijden op
een helling
56
Rijadviezen
57 Verlichting
58
Ruitenwissers 61
Boordcomputer 63
Snelheidsregelaar 64
Snelheidsbegrenzer 67
Verwarming / handbediende
airconditioning 70
automatisch
72
Ontdooien en
ontwasemen 75
Voorstoelen 77
Achterbank 79
Achterstoelen (5
zitplaatsen)
82
Achterstoelen (7
zitplaatsen)
85
Flexibel interieur
92
Indeling
94
Zénith dak
98
Dakrails
103
Plafonniers
104
Bagagescherm (5
zitplaatsen)
105
Bagagescherm (7
zitplaatsen)
109
Spiegels
1
11
Elektrisch bedienbare ruiten
1
13
3.
18-57
VOORDAT u GAAT
RIJDEN
5.
1
14-147
VEILIGHEID
Exterieur 5
Interieur
auto met linkse
besturing
6
auto met rechtse
besturing
7
Cockpit
auto met linkse
besturing
8
auto met rechtse
besturing
10
Technische gegevens - Onderhoud
12
OVERZICHT
1.
4-14
Alarmknipperlichten 1 14
Claxon 114
Handrem
114
Parkeerhulp
115
Achteruitrijcamera
117
ABS
118
Noodremassistentie
118
ASR en ESP
1
19
Grip control
120
Active City Brake
122
V
eiligheidsgordels 126
Airbags
129
Vervoer van kinderen
133
Uitschakelen van de frontairbag aan
passagierszijde
136
Aanbevolen kinderzitjes
139
Plaats
141
ISOFIX-bevestigingen
143
Aanbevolen ISOFIX-zitje
144
Zitplaatsen met ISOFIX- bevestigingen
145
Kinderbeveilig
ing 147
4.
58-113
ERGONOMIE en
COMFORT
2.
15-17
ECO-RIJDEN
Milieu 15
Eco-rijden 16
Het gedeelte "Wegwijzer"
(visuele index) biedt u
de mogelijkheid om de
schakelaars, functies
en desbetreffende
paginanummers terug te
vinden op de schematische
afbeeldingen van de auto.
Cockpit
auto met linkse
besturing
13
auto met rechtse
besturing
14
5
Lokalisatie
ExTERIEUR
Afstandsbediening 18-19
Batterij vervangen,
synchroniseren
19
Sleutel
18
Starten
55
Hill
Start Assist
56
Centrale vergrendeling
18, 27
Brandstoftankdop,
brandstoftank
161-162
Onderbreking brandstoftoevoer, handopvoerpomp diesel
162
Additief AdBlue,
bijvullen
38-39, 163-168
Ruitenwisserbladen
190
Buitenspiegels
1
11
Zijknipperlicht
183
Active City Brake
122-125
Koplampen, mistlampen, richtingaanwijzers 58-60, 180-183Koplampverstelling 60
Lampen vóór vervangen 180-183
Koplampsproeiers
62, 158
Sneeuwscherm
178
V
oorportieren 21
Schuifdeuren
22-23
Sleutel
18
Motorkapontgrendeling
154
Kinderbeveiliging
147
Slepen, takelen
191
T
rekken van een aanhanger, zwanehalstrekhaak
148-151
Parkeerhulp
115-116
Achteruitrijcamera
1
17
Dakklep
26
Noodbediening
23
Reservewiel, krik, wiel verwisselen,
gereedschap
172-177
Bandenreparatieset
171
Bandenspanning
200
Zénith-dak
98-99, 102
Dakstangen
103
Achterlichten,
richtingaanwijzers
58-59
Derde remlicht
185
Lampen achter
vervangen
180-181, 184-185
Achterdeuren, achterklep
23-25
Accessoires
152
Afmetingen
192-195
Remmen,
remblokken
1
14, 157, 159
Noodstop
118
ABS, EBD
1
18
ASR, ESC
1
19
"Grip control"
120-121
Active City Brake
122-125
Banden, spanning
200
Sneeuwkettingen
179
Bandenspanningscontrolesysteem 41-42Bandenspanningscontrolesysteem
met reinitialisatie 43-46
Kentekenplaatverlichting
185
1
OVERZICHT
Cockpit
32
Partner-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2015
VERkLIkkERLAMPJES
Verklikkerlampje status signaleertOplossing - actie
STOP
brandt, in
combinatie
met een ander
verklikkerlampje
en een melding
op het display.
ernstige storingen
in combinatie met
de verklikkerlampjes
"Remvloeistofniveau",
"Motoroliedruk
en -temperatuur",
"Koelvloeistoftemperatuur",
"Elektronische
remdrukregelaar",
"Stuurbekrachtiging". Stop onmiddellijk. Zet het contact af. Laat de
auto controleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Handrem /
Remvloeistofniveau /
EBD
brandt. een aangetrokken of niet
goed vrijgezette handrem. Zet de handrem vrij, het verklikkerlampje zal
uitgaan.
brandt. een te laag vloeistofniveau. Vul de door PEUGEOT voorgeschreven
remvloeistof bij.
blijft branden,
ondanks correct
niveau, in
combinatie met het
verklikkerlampje
ABS.een storing in
de elektronische
remdrukregelaar (EBD). Stop onmiddellijk. Zet het contact af.
Laat de auto controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Motoroliedruk en
motorolietemperatuur
gaat branden
tijdens het
rijden.
een te lage druk of een te
hoge temperatuur. Zet de auto stil, zet het contact af en laat de
motor afkoelen.
Controleer het niveau met de peilstok.
Zie in rubriek 7
het gedeelte "Niveaus".
blijft branden,
ondanks
correct niveau. een ernstige storing.
Laat de auto controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Bij elke start gaat een aantal verklikkerlampjes branden ter controle. D\
eze lampjes gaan meteen weer uit.
Als een verklikkerlampje bij draaiende motor blijft branden of gaat knip\
peren, wordt het een waarschuwing.
Dit kan gebeuren in combinatie met een geluidssignaal en een melding op \
het display.
Negeer deze waarschuwingen niet.
+
ABS
Cockpit
35
Partner-2-VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2015
Verklikkerlampje statussignaleertOplossing - actie
Stuurbekrachtigingbrandt.een storing in het
systeem.De conventionele werking van de stuurinrichting,
zonder bekrachtiging, blijft behouden.
Laat de auto controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Geopend
portier brandt in combinatie
met melding op het
display. een niet goed
gesloten portier.
Controleer of alle portieren goed zijn gesloten.
ABS blijft branden. een storing in het
antiblokkeersysteem.De conventionele werking van het remsysteem
blijft behouden.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
ESP knippert.
een ingreep van de
ASR of de ESP.
Het systeem verdeelt de aandrijfkracht optimaal over de
wielen en verbetert zo de koersvastheid van de auto.
Zie in rubriek 5
het gedeelte "Veilig rijden".
blijft branden. een storing in het
systeem.
Bijv.: een te lage
bandenspanning.Bijv.: controleer de bandenspanning.
Laat de auto controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
(wielsensor, hydraulisch regelorgaan, ...).
Bandenspanning
te laag
brandt.
een te lage spanning
van een of meerdere
banden.Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden
te worden uitgevoerd.
knippert en brandt
vervolgens permanent,
in combinatie met het
verklikkerlampje
Service
en, afhankelijk van de
uitrusting, de weergave
van een melding.
een storing in het
bandenspanningscontrolesysteem
of het niet-detecteren van de
sensor van een van de wielen.De bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Roetfilter brandt. een storing in het
roetfilter (niveau
brandstofadditief,
kans op
verstopping, ...).Laat het filter controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Zie in rubriek 7
het gedeelte "Niveaus".
VOORDAT U GAAT RIJDEN
3
ABS
ABS
11 8
Partner-2-VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2015
ANTIBLOkkEERSySTEEM
(ABS)
Het ABS zorgt samen met de
elektronische remdrukregelaar tijdens
het remmen voor een betere stabiliteit
en bestuurbaarheid van uw auto,
vooral op een slecht of glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van
de wielen, terwijl de remdrukregelaar
de remdruk over de vier wielen
verdeelt. Als dit verklikkerlampje
gaat branden in combinatie
met een geluidssignaal en
een melding op het display,
duidt dit op een storing in
het antiblokkeersysteem. Door deze
storing zou u tijdens het remmen
de controle over uw auto kunnen
verliezen.
Als dit verklikkerlampje
gaat branden in combinatie
met de verklikkerlampjes
remsysteem en STOP,
een geluidssignaal en een
melding op het display, duidt dit
op een storing in de elektronische
remdrukregelaar. Door deze storing
zou u tijdens het remmen de controle
over uw auto kunnen verliezen.
NOODREMASSISTENTIE
Dit systeem zorgt ervoor dat in
noodgevallen de optimale remdruk
sneller wordt bereikt: trap het
rempedaal volledig in zonder het los te
laten.
Het systeem wordt ingeschakeld als
de snelheid waarmee het rempedaal
wordt ingetrapt groot is en zorgt ervoor
dat de benodigde bedieningskracht
verandert.
Houd het rempedaal ingetrapt om de
werking van de noodremassistentie
voort te zetten.
Gebruiksvoorschrift
Het ABS treedt automatisch in werking
als één van de wielen dreigt te
blokkeren. Het systeem zorgt niet voor
een kortere remweg.
Op een erg glad wegdek (sneeuw, olie,
enz.) kan de remweg door de werking
van het ABS langer zijn. Trap het
rempedaal bij een noodstop krachtig
en volledig in en laat het niet los, ook
niet op een glad wegdek. Het ABS
zorgt er dan voor dat u om het obstakel
heen kunt sturen.
De normale werking van het
antiblokkeersysteem kan merkbaar zijn
door het trillen van het rempedaal.
Zorg er bij vervanging van de wielen
(banden en velgen) voor dat er wielen
worden gemonteerd die zijn voorzien
van een artikelnummer van PEUGEOT. Stop onmiddellijk op een veilige
plaats.
Raadpleeg in beide gevallen
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Veiligheid tijdens het rijden
11 9
Partner-2-VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2015
ANTISPINREGELING
(ASR) EN ELE k TRONISCH
ST
ABILITEITSPROGRAMMA
(ESP)
Deze systemen staan in verbinding met
het ABS en zijn hier een aanvulling op.
De ASR zorgt voor een optimale
overbrenging van de aandrijfkracht op
de weg, zodat wordt voorkomen dat
u tijdens het accelereren de controle
over de auto verliest.
Het systeem past de aandrijfkracht
aan om het doorspinnen van de wielen
te voorkomen via de remmen van
de aangedreven wielen en de motor.
Het systeem zorgt ook voor meer
koersstabiliteit bij het accelereren.
Houd als het ESP is ingeschakeld in
een bocht het stuurwiel altijd in de
gewenste richting en stuur niet tegen.
Het ESP-systeem grijpt automatisch in
via het remsysteem en de motor als de
koers van de auto afwijkt van de door
de bestuurder gewenste richting.
Uitschakelen
In bijzondere omstandigheden (als de
auto vastzit in modder, sneeuw, mul
zand, ...) kan het nuttig zijn de ASR/
ESP uit te schakelen, zodat de wielen
kunnen slippen en weer grip kunnen
krijgen.
Storing
Gebruiksvoorschriften
Het ASR-/ESP-systeem zorgt voor
meer veiligheid tijdens het rijden. De
bestuurder mag zich echter nooit laten
verleiden tot het nemen van meer
risico's en het te hard rijden.
De goede werking van het systeem
wordt verzekerd onder voorwaarde
dat de voorschriften van de fabrikant
op het gebied van wielen (banden
en velgen), onderdelen van het
remsysteem en elektronische
onderdelen worden nageleefd en dat
de procedures voor montage en het
uitvoeren van werkzaamheden worden
opgevolgd.
Laat deze systemen na een aanrijding
controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Werking
Het lampje knippert tijdens
een ingreep van de ASR of
het ESP.
De systemen worden opnieuw:
-
automatisch ingeschakeld als de
snelheid hoger wordt dan 50
km/h,Bij een storing in de
systemen zullen het
verklikkerlampje en de LED
gaan branden in combinatie
met een geluidssignaal en
een melding op het display.
-
Druk op de knop of draai
het knopje in de stand
ESP
OFF (afhankelijk van
de uitvoering).
-
De LED gaat branden: de systemen
ASR en ESP
zijn uitgeschakeld.
-
ingeschakeld als u
de knop indrukt of het
knopje in deze stand
draait (afhankelijk van de
uitvoering). Raadpleeg het PEUGEOT
-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het
systeem na te laten kijken.
Het verklikkerlampje kan ook gaan
branden in het geval van een te lage
bandenspanning. Controleer van alle
banden de bandenspanning.
Veiligheid tijdens het rijden
VEILIGHEID
5
122
Partner-2-VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2015
ACTIVE CITy BRAkE
Active City Brake is een rijhulpfunctie
die beoogt een frontale aanrijding te
voorkomen of de snelheid van een
frontale aanrijding te verminderen
wanneer de bestuurder niet of
onvoldoende ingrijpt (onvoldoende
intrappen van het rempedaal).Dit systeem is ontwikkeld om de
veiligheid te verbeteren.
De bestuurder moet zelf altijd het
verkeer in de gaten blijven houden
en de afstand tot en de snelheid
van andere weggebruikers blijven
inschatten.
Active City Brake is slechts een
hulpsysteem; de bestuurder moet altijd
attent blijven. Bekijk de lasersensor nooit
met een optisch instrument
(vergrootglas, microscoop enz.)
op een afstand van minder dan
10
cm: kans op oogletsel.Werkingsprincipe
Dit systeem detecteert met een
lasersensor boven aan de voorruit
voertuigen die in dezelfde richting
rijden of die vóór de auto stilstaan.
Indien noodzakelijk remt de auto
automatisch af om een aanrijding met
de voorligger te voorkomen.Dit automatische noodremsysteem
remt later af dan de bestuurder
normaal gesproken zou doen. Het
systeem grijpt dus alleen in als de
kans op een aanrijding groot is.
Voorwaarden voor activering
Active City Brake werkt als aan de
volgende voorwaarden wordt voldaan:
●
het contact is aangezet,
●
de auto rijdt vooruit,
●
de snelheid ligt tussen ongeveer
5
en 30 km/h,
●
de remhulpsystemen (ABS, EBD,
BAS) zijn niet defect,
●
de stabiliteitscontrolesystemen
(ASR, ESP) zijn niet uitgeschakeld
of defect,
●
de auto maakt geen scherpe bocht,
●
het systeem is de laatste
10
seconden niet in werking
getreden.
Veiligheid tijdens het rijden
149
Partner-2-VP_nl_Chap06_Accessoire_ed02-2015
Gebruiksvoorschrift
Onder zeer zware
gebruiksomstandigheden (het trekken
van het maximale aanhangergewicht
op een steile helling bij hoge
temperatuur) wordt de airconditioning
automatisch uitgeschakeld, zodat de
prestaties van de motor weer kunnen
worden verhoogd.
Banden
Controleer de bandenspanning van de
auto en de aanhanger en breng deze
indien nodig op de juiste waarde.Zie in rubriek 7
het gedeelte
"Niveaus". Als het verklikkerlampje van
de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden, stop dan zo snel
mogelijk en zet de motor af. Remmen
Het trekken van een aanhanger
vergroot de remweg. Rijd met matige
snelheid, schakel tijdig terug, rem
geleidelijk.
Trekhaak
Wij raden u aan gebruik te maken van
originele PEUGEOT-trekhaken met
bijbehorende kabelset, die tijdens de
ontwikkeling van uw auto zijn getest
en gehomologeerd, en de montage
hiervan toe te vertrouwen aan het
PEUGEOT-netwerk.
In geval van montage buiten het
PEUGEOT-netwerk, moet deze
montage worden uitgevoerd met
gebruikmaking van de voorbereide
geïntegreerde elektrische
voorzieningen aan de achterzijde van
de auto en de voorschriften van de
fabrikant.
Conform de algemene voorschriften
die hierboven zijn vermeld, attenderen
wij u op het risico dat het monteren van
een trekhaak of elektrisch accessoire
zonder artikelnummer van PEUGEOT
met zich meebrengt. Hierdoor kunnen
storingen in het elektrisch systeem van
uw auto ontstaan. Raadpleeg eerst de
fabrikant.
Zijwind
De zijwindgevoeligheid van de auto
is groter. Rijd daarom soepel en met
matige snelheid.
ABS/ESP
Het ABS of de ESP werkt uitsluitend op
de auto en niet op de aanhanger.
Parkeerhulp
Bij het trekken van een aanhanger is
de parkeerhulp achter uitgeschakeld.
Zie in rubriek 9
het gedeelte
"Identificatie".
Trekken van een aanhanger
ACCESSOIRES
6