163
PARTNER-2-VP_NL_CHAP07_VERIFICATION_ED02-2015
BLUEHDI
EN ADDITIEF A D B LUE
®
Technologie
AdBlue® is de merknaam van een
oplossing die noodzakelijk is voor de
goede werking van het SCR-systeem. Auto's met een BlueHDi-motor zijn
voorzien van een specifiek reservoir
voor de AdBlue
® met een inhoud van
17
liter.
De vulpijp van het reservoir bevindt zich
links van de brandstofvuldop. Deze pijp
wordt afgesloten met een blauwe dop.
Het AdBlue
®-reservoir kan worden
bijgevuld met bidons van 5 of 10 liter
of flacons van 1,89
l. Ook kunt u het
reservoir bijvullen bij tankstations
met een speciale AdBlue
®-pomp
voor personenauto's en lichte
bedrijfswagens.
De BlueHDi-technologie verlaagt
de uitstoot van NOx (stikstofoxide)
met wel 90% dankzij een systeem
dat de NOx omzet in waterdamp en
stikstof met behulp van een specifieke
SCR-katalysator (Selective Catalytic
Reduction).
Hiermee voldoet de auto aan de
nieuwste Euro-emissienormen van
de Europese Unie. Deze normen zijn
bedoeld om de uitstoot van schadelijke
stoffen door verbrandingsmotoren te
beperken.
De BlueHDi-dieselmotoren voldoen
aan de Europese Euro 6-norm door
gebruik te maken van een reservoir
met AdBlue
®-vloeistof voor de
nabehandeling van uitlaatgassen.
U kunt het reservoir natuurlijk
ook laten bijvullen door het
PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Let op: sommige tankstations
beschikken over pompen met hoge
opbrengst voor vrachtwagens en
bussen. Deze pompen zijn niet
geschikt voor personenauto's en lichte
bedrijfswagens.
Gebruik deze pompen daarom niet.
ONDERHOUD
7
Additief AdBlue®
164
PARTNER-2-VP_NL_CHAP07_VERIFICATION_ED02-2015
Gebruikadviezen
Als er voldoende AdBlue®-vloeistof
in het reservoir aanwezig is, wordt er
geen informatie weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Als echter een resterende actieradius
van 2400
km (1500
mijl) wordt bereikt,
wordt u op verschillende manieren
gewaarschuwd (verklikkerlampje,
melding, geluidssignaal). Deze
waarschuwingen worden steeds vaker
herhaald, naar gelang de actieradius
afneemt, tot ze permanent worden
weergegeven.
Naar gelang het aantal afgelegde
kilometers, neemt de hoeveelheid
vloeistof af en worden de
waarschuwingen steeds vaker
herhaald tot ze permanent worden
weergegeven.
Als het AdBlue
®-reservoir leeg is, kan
de motor niet meer worden gestart.
Wacht niet tot de waarschuwingen
steeds vaker worden herhaald, maar
vul het AdBlue
®-reservoir zo snel
mogelijk bij.
Vullen van het additiefreservoir
Bij het PEUGEOT-netwerk zijn
bidons van 5
of 10
liter en flacons
van 1,89
liter (1/2
gallon) verkrijgbaar
voor het bijvullen van reservoirs
van personenauto's en lichte
bedrijfswagens. In de toekomst zal het
netwerk beschikken over
AdBlue
®-pompen.
Als u zelf het AdBlue®-reservoir wilt
bijvullen, zorg er dan voor dat u over
de juiste vulslang beschikt (al dan niet
meegeleverd met de bidon).
Additief AdBlue®
165
PARTNER-2-VP_NL_CHAP07_VERIFICATION_ED02-2015
Actieradiusindicatoren
Regels en weergave van de
waarschuwingen
Zie voor meer informatie over de
weergegeven informatie en de
verklikkerlampjes het gedeelte
"Cockpit" van rubriek 3. Actieradius groter dan 2400
km
(1500 mijl)
Er wordt niets weergegeven op het
instrumentenpaneel.
Zodra de grenswaarde van 2400
km
is bereikt, gaat het verklikkerlampje
UREA branden en wordt tijdelijk de
actieradius weergegeven.
Na elke 300
km (200 mijl) wordt
de waarschuwing herhaald, tot de
volgende grenswaarde wordt bereikt.
Elke keer dat het contact wordt
aangezet, wordt de waarschuwing
weergegeven en klinkt een
geluidssignaal. Actieradius tussen 2400 km
(1500 mijl) en 600 km (350 mijl)
Actieradius
Met touchscreen:
Bij een actieradius van meer dan
5000
km (3100 mijl) wordt geen getal
weergegeven. Druk op deze knop om de
actieradius tijdelijk weer te
geven.
-
selecteer het menu
"Rijhulpsysteem",
-
selecteer "Diagnose",
-
selecteer CHECK.
Afhankelijk van de resterende
actieradius worden verschille
nde
waarschuwingsniveaus geactiveerd.
Elke keer dat een nieuwe grenswaarde van
de actieradius wordt bereikt, wordt u opnieuw
gewaarschuwd. Deze waarschuwingen
worden steeds vaker herhaald tot ze
permanent worden weergegeven.
- De eerste grenswaarde wordt
bereikt bij een resterende
actieradius van 2400
km (1500 mijl).
-
De tweede wordt bereikt bij een
resterende actieradius van 600
km
(350
mijl).
-
Bij een resterende actieradius van
0
km kan de motor na het afzetten
niet meer worden gestart.
ONDERHOUD
7
Additief AdBlue®
166
PARTNER-2-VP_NL_CHAP07_VERIFICATION_ED02-2015
Zodra de grenswaarde van 600 km is
bereikt, knippert het verklikkerlampje
UREA, brandt het verklikkerlampje
Service en wordt de actieradius
weergegeven.
De waarschuwing wordt elke
30
seconden herhaald, waarbij de
resterende actieradius elke 50
km
(30
mijl) wordt bijgewerkt.
Elke keer dat het contact wordt
aangezet, wordt de waarschuwing
weergegeven en klinkt een
geluidssignaal.
Bij 0
km blokkeert een wettelijk
verplicht systeem het starten van de
motor. Het niveau 0
van het additief AdBlue
®
is bereikt.
De uitstoot van schadelijke stoffen van
uw auto voldoet niet meer aan de
Euro 6-normen. De motor kan niet
worden gestart.
Vul minimaal 4
liter AdBlue
® bij om de
motor te kunnen starten.
-
Leeg de bidon of de flacons in het
reservoir (via de vulpijp met de
blauwe dop).
-
Zet het contact aan zonder de
motor te starten.
-
W
acht 10
seconden alvorens de
motor te starten.
Actieradius tussen 600
km
(350
mijl) en 0
km
Starten geblokkeerd, storing
vanwege een te laag
AdBlue
® -niveau in het reservoir
Laat de actieradius niet dalen
tot 0
km!
Tijdens het rijden wordt de
waarschuwing herhaald tot er
voldoende additief is bijgevuld.
Als er geen vloeistof wordt bijgevuld
in het specifieke reservoir, bestaat
het risico dat de motor niet meer kan
worden gestart. Vul het reservoir, met een inhoud
van 17
liter, vervolgens volledig
bij.
Storing in het SCR-systeem
De verklikkerlampjes UREA, Service en
Zelfdiagnose motor gaan branden.
Elke keer dat het contact wordt aangezet,
klinkt een geluidssignaal en wordt een
melding weergegeven om aan te geven
dat er sprake is van een storing in het
emissieregelsysteem.
Als het een tijdelijke storing betreft,
verdwijnt de waarschuwing zodra de
uitstoot van schadelijke stoffen weer aan
de normen voldoet. Detectie
Als echter 50 km (30 mijl)
zijn afgelegd met permanent
brandende verklikkerlampjes,
wordt de storing bevestigd.
Als na deze bevestiging meer dan
1100
km (700 mijl) zijn afgelegd, wordt
automatisch de startblokkering van de
motor geactiveerd.
Neem zo snel mogelijk contact op
met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Of neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Additief AdBlue®
167
PARTNER-2-VP_NL_CHAP07_VERIFICATION_ED02-2015
Bevestigde storing
Naast de hierboven vermelde
waarschuwingen, knippert het
verklikkerlampje UREA en wordt de
toegestane actieradius in kilometers
(mijlen) weergegeven.
De waarschuwing wordt elke
30
seconden herhaald. De actieradius
wordt elke 50
km bijgewerkt.
Neem zo snel mogelijk contact op
met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
De kans bestaat dat de motor niet
meer kan worden gestart.
Starten geblokkeerd, na het
afleggen van 1100
km (700 mijl)
Bij elke startpoging wordt de
waarschuwing geactiveerd en wordt
de melding "Storing emissieregeling:
Starten geblokkeerd" weergegeven.Vullen/bijvullen van het additief
AdBlue®
Voorschriften
Gebruik uitsluitend additief AdBlue® dat
aan de norm ISO 22241
voldoet.
Het additief AdBlue
® is een oplossing
op ureumbasis.
Deze vloeistof is onontvlambaar,
kleurloos en geurloos.
Bewaar de vloeistof op een koele
plaats.
Bidon (5
of 10
l), flacon (1,89 l)
AdBlue
®
Controleer de houdbaarheidsdatum.
Lees de aanwijzingen op het etiket.
Zorg voor een geschikte vulslang (al
dan niet meegeleverd met de bidon). Als vloeistof is gemorst, veeg dan
de omtrek van de opening van de
vulpijp met een vochtige doek af.
Als spatten van de vloeistof AdBlue
op u terecht zijn gekomen, spoel deze
dan onmiddellijk met koud water weg
of veeg ze af met een schone, vochtige
doek.
Als het additief is gekristalliseerd,
verwijder het dan met een spons en
warm water.
ONDERHOUD
7
Additief AdBlue®
168
PARTNER-2-VP_NL_CHAP07_VERIFICATION_ED02-2015
Vullen
Controleer of de auto op een vlakke en
horizontale ondergrond staat.
Leeg de inhoud van de bidon/flacon in
het desbetreffende reservoir.
Houd u na het vullen van het
additiefreservoir aan de volgende
regels:
-
Zet het contact aan zonder de
motor te starten.
-
W
acht 10 seconden alvorens de
motor te starten.
Voer de lege AdBlue
®-bidons/
flacons niet als huisvuil af.
Deponeer ze in de daartoe bestemde
containers of breng ze naar uw
verkooppunt. Bewaar AdBlue
® buiten het bereik
van kinderen, in de originele
flacon.
Als het AdBlue
® niet in de originele
flacon wordt bewaard, verliest het zijn
zuiverheid.
Verdun het additief nooit met water.
Giet nooit additief in de brandstoftank.
Voorschriften voor opslag
Bewaar de bidons/flacons AdBlue® niet
in uw auto.
Bevriezen van het additief AdBlue
®
AdBlue® bevriest bij temperaturen
lager dan ongeveer -11°C (12,2°F) en
verliest zijn kwaliteit bij temperaturen
vanaf 25°C (77°F).
Het is raadzaam de bidons/flacons koel
en buiten direct zonlicht te bewaren.
Onder deze omstandigheden is het
additief ten minste één jaar houdbaar.
Additief dat bevroren is geweest, kan
weer worden gebruikt nadat het bij
kamertemperatuur is ontdooid. Het SCR-systeem is voorzien van
een verwarmingssysteem voor het
AdBlue
®-reservoir zodat uw auto
onder normale omstandigheden
kan functioneren.
In uitzonderlijke omstandigheden,
als de omgevingstemperatuur van de
auto bijvoorbeeld lange tijd lager is
geweest dan -15°C (5°F), kan door
bevriezing van het additief AdBlue
® een
storing in de emissieregeling worden
weergegeven.
Stal uw auto gedurende enkele
uren in een ruimte met een hogere
temperatuur tot het additief weer
vloeibaar is.
De waarschuwing van de storing in
het emissieregelsysteem verdwijnt niet
direct, maar pas na enkele kilometers
rijden.
Additief AdBlue®
Audio en telematica
201
Partner-2-VP_nl_Chap10a_SMEGplus_ed02-2015
7 inch touchscreen
GPS-navigatie - Multimedia-autoradio - Bluetooth®-telefoon
Inhoud
Basisfuncties 202
Stuurkolomschakelaars
204
Menu's
205
Navigatie
20
6
Navigatie - Routebegeleiding
2
14
Verkeer
218
Radio Media
2
20
Radio
226
Digitale radio (DAB, Digital Audio
Broadcasting)
228
Media
230
Instellingen
234
Internetdiensten
2
42
Internetbrowser
2
43
MirrorLink™
246
CarPlay
® 250
T
elefoon
254
Veelgestelde vragen
26
2
Dit systeem is zodanig gecodeerd dat het uitsluitend in uw auto
functioneert. Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen die zijn
volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren bij stilstaande
auto.
Als de melding "eco-mode" wordt weergegeven, wordt het
systeem spoedig uitgeschakeld. Zie de rubriek over de eco-
mode.
TOEGEPASTE TECHNOLOGIE
10
Audio en telematica
203
Partner-2-VP_nl_Chap10a_SMEGplus_ed02-2015
Volumeregeling (voor elke bron afzonderlijk,
ook voor verkeersinformatie (TA-berichten) en
navigatieaanwijzingen).Druk op Menu
om het menu weer te
geven.
Volume verhogen.
Volume verlagen.
Selecteren van de geluidsbron (volgens
uitvoering):
-
R
adio FM//DAB/AM* .
-
USB-stick.
-
S
martphone via MirrorLink™ of CarPlay
®.
-
T
elefoon aangesloten via Bluetooth* en
streaming-verzending Bluetooth*.
-
M
ediaspeler aangesloten via de AUX-
aansluiting (Jack, kabel niet meegeleverd).
-
J
ukebox*, na audiobestanden te hebben
gekopieerd op het interne geheugen van
het systeem.
* Volgens uitrusting.
Sneltoetsen: met behulp van de toetsen in
de bovenste balk van het touchscreen, is
het mogelijk direct de geluidsbron of de lijst
met zenders (of titels, afhankelijk van de
geluidsbron) te kiezen.
Het is een "resistief " scherm dat
voelbaar aangeraakt moet worden, met
name bij bewegingen (door een lijst
bladeren, scrollen over de kaart, enz.).
Lichtjes aanraken is niet voldoende.
Als het scherm met meerdere
vingers wordt aangeraakt, worden de
commando's niet opgevolgd.
Het scherm kan ook worden bediend
als u handschoenen draagt. Dankzij
deze technologie kan het scherm bij
elke temperatuur worden gebruikt.
Bij hoge temperaturen kan het
geluidsvolume worden beperkt om
het systeem te beschermen. Zodra de
temperatuur in het interieur is gezakt,
zal de oorspronkelijke instelling weer
worden gebruikt. Gebruik voor het schoonmaken van
het display een zacht, niet-schurend
doekje (bijvoorbeeld een brillendoekje)
zonder schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet met een puntig
voor werp aan.
Raak het scherm niet met vochtige
handen aan.
TOEGEPASTE TECHNOLOGIE
10