Page 115 of 181
Cd-speler115Let op
Als een cd zowel audio- als
mp3-data bevat, kan de audiodata
worden geselecteerd via Playlists/
Mappen .
Voor het openen van een menu met
de extra opties voor het zoeken en
selecteren van tracks: selecteer
Zoeken . Welke opties beschikbaar
zijn, is afhankelijk van de op de MP3-
CD opgeslagen gegevens.
Het zoekproces op het MP3-CD kan
enkele minuten duren. Tijdens dit pro‐ ces wordt de laatst ontvangen zender
afgespeeld.
Een cd verwijderen Druk op d.
De cd wordt uit de cd-sleuf geworpen.
Als de cd na het uitwerpen niet wordt verwijderd, wordt hij na enkele secon‐
den automatisch weer naar binnen
getrokken.
Page 116 of 181
116AUX-ingangAUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............116
Gebruik ...................................... 116Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
AUX-poort voor het aansluiten van
externe audiobronnen.
Het is mogelijk om bijvoorbeeld een
draagbare cd-speler met een
3,5 mm-stekker aan te sluiten op de
AUX-ingang.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en drooghouden.
Gebruik
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus AUX te activeren.Een op de AUX-ingang aangesloten
audiobron kan alleen via de bedie‐
ningselementen van de betreffende
audiobron worden bediend.
Page 117 of 181

USB-poort117USB-poortAlgemene aanwijzingen.............117
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 117Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
USB-poort voor het aansluiten van
externe audiodatabronnen.
Apparaten die zijn aangesloten op de USB-poort worden bediend via de be‐ dieningselementen en menu’s van
het Infotainmentsysteem.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Opmerkingen
De volgende apparaten kunnen wor‐
den aangesloten op de USB-poort:
● iPod
● Zune
● PlaysForSure apparaten (PFD)
● USB-opslagstation
Let op
Niet alle modellen iPod, Zune, PFD
of USB-drive worden door het info‐
tainment-systeem ondersteund.Opgeslagen
audiobestanden afspelen
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus USB te activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-apparaat zijn opgesla‐
gen, wordt gestart.
De bediening van de via USB aange‐
sloten gegevensbronnen is in het al‐
gemeen hetzelfde als bij een audio
MP3 CD 3 113.
Op de volgende pagina's worden al‐
leen de afwijkende/aanvullende be‐
dieningsaspecten beschreven.
Page 120 of 181

120SpraakherkenningTelefoonregelingSpraakherkenning activeren
Druk op w op het stuurwiel om de
spraakherkenning van het telefoon‐
portaal in te schakelen. Voor de duur
van de dialoog wordt het geluid van
alle actieve audiobronnen onderdrukt
en worden er geen verkeersmeldin‐ gen weergegeven.
Het volume van de stemoutput
instellen
Draai de volumeknop op het Infotain‐
mentsysteem of druk op + of ― op het
stuurwiel.
Een dialoog annuleren
Er zijn diverse manieren om de
spraakherkenning uit te schakelen en de dialoog te annuleren:
● Druk op x op het stuurwiel.
● Zeg " Annuleren ".● Gedurende een bepaalde tijd
geen commando's invoeren
(zeggen).
● Na het derde niet herkende com‐
mando.
Bediening
Met behulp van de spraakherkenning kunt u de mobiele telefoon handig
met uw stem bedienen. Het is vol‐
doende om de spraakherkenning te
activeren en het gewenste com‐
mando in te voeren (te zeggen). Na
het geven van het commando leidt het Infotainmentsysteem u door de
dialoog door de voor het uitvoeren
van de gewenste handeling beno‐
digde vragen te stellen en feedback
te geven.
Hoofdcommando's Na het inschakelen van de spraak‐
herkenning geeft een korte toon aan
dat de spraakherkenning een com‐
mando verwacht.
Beschikbare hoofdcommando's ● " Kiezen "
● " Bellen "● "Opnieuw kiezen "
● " Opslaan "
● " Verwijderen "
● " Lijst"
● " Koppelen "
● " Selecteer apparaat "
● " Gesproken feedback "
Veelal beschikbare commando's ● " Help ": de dialoog wordt afgeslo‐
ten en alle in de actuele functie beschikbare commando's wor‐
den opgesomd.
● " Annuleren ": de spraakherken‐
ning is uitgeschakeld.
● " Ja": afhankelijk van de context
wordt een geschikte actie onder‐
nomen.
● " Nee": afhankelijk van de context
wordt een geschikte actie onder‐
nomen.
Een telefoonnummer invoeren
Na het commando " Kiezen" vraagt de
spraakherkenning om het invoeren
van een nummer.
Page 136 of 181

136TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen....... 86, 112, 116, 117, 125
Algemene informatie................... 119
Antidiefstalfunctie ........................87
Automatische detectie van verkeersinformatie................... 107
Autostore-lijsten .......................... 103
B
BACK-knop ................................... 95
Basisbediening ............................. 95
Bediening.................................... 131
Bluetooth .................................... 125
Bluetooth-verbinding ..................126
Bijwerken zenderlijst ...................104
C Cd afspelen starten ....................113
CD-speler activeren.................................. 113
belangrijke informatie ..............112
gebruik .................................... 113
CD-speler activeren ....................113
CD-speler gebruiken................... 113
Configureren DAB ......................109
Configureren van RDS ...............107
D
DAB ............................................ 109
De AUX-ingang gebruiken ..........116De radio gebruiken .....................102
De radio inschakelen ..................102
De USB-poort gebruiken ............117
Digital Audio Broadcasting .........109
E EON ............................................ 107
F
Favorietenlijst ............................. 104
Frequentiebereikmenu's .............104
Frequentiebereik selecteren .......102
G
Gebruik ................. 94, 102, 113, 116
Geluidsinstellingen .......................99
H
Handsfree-modus .......................126
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 94
I
Infotainmentsysteem audiobedieningsknoppen aan
stuur .......................................... 88
automatische aanpassing van
het volume............................... 101
bedieningselementen ................88
instrumentenpaneel ..................88
maximaal opstartvolume .........101
Multifuncionele eenheid ............88
Page 137 of 181

137tooninstellingen......................... 99
volume voor verkeersberichten 101
volume: instellingen ................101
Infotainmentsysteem gebruiken ...94
M
Menubediening ............................. 95
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................134
Multifunctionele toets ....................95
Mute.............................................. 94
N Noodoproep ................................ 130
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 117
Overzicht bedieningselementen ...88
R
Radio Radio Data System (RDS) ......107
activeren.................................. 102
autostorelijsten ........................ 103
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 109
Favorietenlijst .......................... 104
frequentiebereik selecteren .....102
frequentiebereikmenu's ...........104
gebruik .................................... 102zender zoeken........................ 102
zenderlijsten ............................ 104
Radio activeren........................... 102
Radio Data System (RDS) ......... 107
RDS ............................................ 107
Regionalisatie ............................. 107
S SAP-modus ................................ 126
SIM-toegangsprofiel (SAP) .........126
Spraakherkenning ..............119, 120
activeren.................................. 120
gebruik .................................... 120
telefoonregeling ......................120
volume voor stemoutput ..........120
Spraakherkenning activeren .......120
Stemherkenning ......................... 119
T
Telefoon bedieningselementen ..............125
belangrijke informatie ..............125
belsignalen instellen ................126
berichtfuncties ......................... 131
Bluetooth ................................. 125
Bluetooth-verbinding ...............126
Een telefoonnummer vormen ..131
functies tijdens een gesprek ...131
gesprekkenlijsten ....................131
handsfree-modus ....................126
Het volume instellen ................131noodoproepen ......................... 130
SIM-toegangsprofiel (SAP) .....126
telefoonbatterij opladen ...........125
telefoonboek ........................... 131
Telefoonbatterij opladen .............125
Telefoonregeling .........................120
V Verkeersberichten ......................101
Volume instellen ........................... 94
Volume-instellingen ....................101
Volume voor stemuitvoer ............120
Voor snelheid gecompenseerd volume....................................... 94
Z Zenders oproepen ..............103, 104
Zenders opslaan .................103, 104
Zender zoeken............................ 102
Page 139 of 181
Inleiding..................................... 140
Radio ......................................... 151
Cd-speler ................................... 160
AUX-ingang ............................... 163
USB-poort .................................. 164
Streaming audio via Bluetooth ...167
Telefoon ..................................... 169
Trefwoordenlijst ......................... 178CD 400plus (2)
Page 140 of 181

140InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............140
Antidiefstalfunctie ......................141
Overzicht bedieningselementen 142
Gebruik ...................................... 145
Basisbediening .......................... 146
Geluidsinstellingen ....................149
Volume-instellingen ...................150Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas Infotainment voor in uw auto.
Met de FM-, AM- of DAB-radiofunc‐
ties kunt u maximaal 36 zenders op
zes favorietenpagina's opslaan.
De geïntegreerde cd-speler onder‐
houdt u met audio- en MP3/WMA-
CD’s.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op het
Infotainmentsysteem aansluiten,
bijv. iPod, mp3-speler, USB-stick of
een draagbare cd-speler; via een ka‐
bel of via Bluetooth.
Ook is het Infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een telefoonportaal
waarmee u uw mobiele telefoon com‐ fortabel en veilig in de auto kunt ge‐
bruiken.
Eventueel kunt u het Infotainmentsys‐
teem met de knoppen op het stuur‐
wiel bedienen.
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen en de hel‐
dere displays kunt u het systeem ge‐
makkelijk en intuïtief bedienen.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Beeldscherm
De CD 400plus is leverbaar in twee
uitvoeringen; uiterlijk verschil is het
display. De tweede uitvoering heeft
het volgende display.