174Rijden en bedieningWaarschuwingen m.b.t. hoge
uitstoot
Als de uitstoot van uitlaatgassen tot
boven een bepaalde waarde stijgt,
worden waarschuwingen zoals de
hierboven beschreven bereikwaar‐
schuwingen weergegeven op het Dri‐ ver Information Center.
Er worden verzoeken om het uitlaat‐
systeem te laten nakijken en ten
slotte de aankondiging om opnieuw
starten van de motor te voorkomen
weergegeven. Deze beperkingen zijn
wettelijk vereist.
Neem contact op met uw werkplaats
voor assistentie.
AdBlue bijvullenVoorzichtig
Gebruik alleen AdBlue die aan de
Europese normen DIN 70 070 en
ISO 22241-1 voldoet.
Gebruik geen additieven.
Verdun AdBlue niet.
Anders kan het systeem voor se‐
lectieve katalysatorreductie be‐
schadigd raken.
Let op
Tank AdBlue alleen bij vanuit de
daarvoor bedoelde jerrycans om te
voorkomen dat er teveel AdBlue
wordt bijgetankt. Bovendien stro‐
men de dampen vanuit de tank dan
in de jerrycan en komen deze niet
vrij.
Controleer vóór het bijtanken van
AdBlue de houdbaarheidsdatum er‐
van, omdat het maar beperkt mee‐
gaat.
Let op
Er moet spoedig ten minste 5 liter AdBlue worden bijgetankt. Anders
detecteert het systeem de bijge‐ tankte AdBlue wellicht niet.
Als het systeem het bijtanken van
AdBlue niet detecteert:
1. Rijd gelijkmatig gedurende 10 minuten en zorg daarbij dat
de rijsnelheid altijd meer dan
20 km/u is.
2. Als het systeem detecteert dat AdBlue bijgetankt is, verdwijnen
de actieradiusbeperkingen i.v.m. AdBlue.
Roep de hulp van een werkplaats in
als het systeem nog steeds niet de‐ tecteert dat AdBlue bijgetankt is.
Bij het bijtanken van AdBlue bij tem‐ peraturen van minder dan -11 °C
wordt dit wellicht niet door het sys‐
teem gedetecteerd. Parkeer de auto in dat geval op een locatie met een
hogere buitentemperatuur totdat de
AdBlue weer vloeibaar wordt.
Let op
Bij het losschroeven van de tankdop
van de vulpijp kunnen er ammoniak‐
dampen vrijkomen. Adem deze
dampen niet in, omdat ze scherp
geuren. Eventueel ingeademde
dampen zijn onschadelijk.
Zet de auto op een vlakke onder‐
grond.
Rijden en bediening175De vulpijp voor AdBlue zit achter de
tankklep.
De tankklep zit achteraan aan de
rechterzijde van de auto.
De tankklep kan alleen bij een ont‐
grendelde auto worden geopend.
1. Sleutel uit contactslot trekken.
2. Sluit alle portieren om ammonia‐ dampen in het interieur te voorko‐men.
3. Trek bij de uitsparing aan de tank‐
klep en open deze 3 220.
4. Schroef de tankdop van de vul‐
pijp.
5. Open de AdBlue-jerrycan.
6. Sluit een uiteinde van de slang aan op de jerrycan en schroef het
andere uiteinde op de vulpijp.
7. Til de jerrycan op totdat deze leeg
is.
8. Schroef de slang van de vulpijp.
9. Breng de tankdop aan en schroef deze rechtsom vast.
Let op
Voer de AdBlue-jerrycan en -slang
volgens de lokale milieuregels af.
AdBlue verversen
Als er gedurende de laatste 2 jaar
minder dan 5 liter AdBlue is bijgevuld,
moet de resterende vloeistof worden
ververst, aangezien AdBlue een be‐
perkte levensduur heeft. De hulp van
een werkplaats inroepen.Voorzichtig
Bij niet opvolgen ervan kan het se‐ lectieve katalysatorreductiesys‐
teem beschadigd raken.
Automatische
versnellingsbak
Met de automatische versnellingsbak kunt u zowel automatisch (automati‐
sche modus) als handmatig schake‐
len (handmatige modus).
Versnellingsbakdisplay
De modus of ingeschakelde versnel‐
ling verschijnt op het versnellingsbak‐
display.
280Service en onderhoudExtra motorolieadditieven
Het gebruik van extra motorolieaddi‐
tieven kan schade tot gevolg hebben
en de garantie ongeldig maken.
Viscositeitswaarden motorolie
De SAE-viscositeitswaarde geeft in‐
formatie over de dikte van de olie.
Multigrade-olie wordt aangeduid met
twee getallen, bijv. SAE 5W-30. Het
eerste getal, gevolgd door een W,
duidt de lage temperatuurviscositeit
aan en het tweede getal de hoge tem‐ peratuurviscositeit.
Selecteer de juiste viscositeitswaarde
op basis van de minimale omgevings‐ temperatuur 3 283.
Alle aanbevolen viscositeitswaarden
zijn geschikt voor hogere omgevings‐
temperaturen.
Koelvloeistof en antivries Gebruik uitsluitend Long Life koel‐
vloeistof/antivries (LLC) op basis van
organisch zuur, die voor de auto is
goedgekeurd. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.Het systeem is af fabriek afgevuld
met koelvloeistof voor optimale cor‐
rosiebescherming en vorstbescher‐
ming tot een temperatuur van ca.
-28 °C. In noordelijke landen met ex‐
treem lage temperaturen biedt de af
fabriek bijgevulde koelvloeistof vor‐
stbescherming tot ca. -37 °C. Deze
concentratie dient het gehele jaar in
stand te worden gehouden. Extra
koelvloeistofadditieven die bedoeld zijn om extra corrosiebestendigheid
te bieden of om kleine lekken te dich‐ ten kunnen functiestoringen veroor‐zaken. Aansprakelijkheid voor even‐
tuele gevolgen van het gebruik van
extra koelvloeistofadditieven wordt
niet aanvaard.
Rem- en koppelingsvloeistof
Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven interval worden ververst.AdBlue
Gebruik AdBlue alleen voor het terug‐
brengen van het aandeel stikstof‐
oxide in de uitstoot van uitlaatgassen 3 172.
296Technische gegevensAdBlue-tankAdBlue, tankinhoud [I]7,5
306TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............279, 283
Aanduidingen op banden ..........255
Aanhangerstabilisatie ................230
Aanhanger trekken ....................227
Aansteker .................................. 105
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 232
Accu ........................................... 237
Achterlichten .............................. 244
Achterruitverwarming ................... 34
Achteruitkijkcamera ...................210
Achteruitrijlichten .......................151
Actieve hoofdsteunen ...................37
Actieve noodrem......................... 200 Adaptief rijlicht (AFL) .........146, 242
Adaptieve cruise control .....118, 189
Adaptive Forward Lighting .........117
AdBlue ........................ 116, 172, 279
Afmetingen auto ........................293
Afslagverlichting ......................... 146
Airbag deactiveren ....................... 60
Airbag-deactivering .................... 113
Airbag en gordelspanners .........112
Airbaglabel.................................... 55
Airbagsysteem ............................. 55
Airconditioning ........................... 156
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 163Alarmknipperlichten ...................149
Algemene informatie .................. 226
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 165
Andere auto slepen ...................272
Antiblokkeersysteem .................179
Antiblokkeersysteem (ABS) .......114
Armsteun ...................................... 43
Armsteun met opbergruimte ........71
Asbakken ................................... 105
Autogegevens ............................ 283
Automatische dimfunctie .............31
Automatische verlichting ............ 143
Automatische versnellingsbak ...175
Automatisch vergrendelen ...........24
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 271
Auto stallen ................................. 232
B Bagageruimte ........................ 25, 80
Bagageruimte-afdekking .............84
Bandenreparatieset ...................261
Bandenspanning .......................255
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 116, 256
Bandenspanningswaarden ........297
Batterijspanning .........................128
Bedieningsorganen ......................99
Bekerhouders .............................. 68
307Bekleding.................................... 276
Beladingsinformatie .....................96
Beslagen lampglazen ................151
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 186
Beveiliging van de auto ................26
Binnenspiegels ............................. 30
Binnenverlichting ...............152, 247
Blindehoeksysteem ....................209
BlueInjection ............................... 172
Bolle vorm .................................... 29
Boordgereedschap .....................254
Boordinformatie .........................125
Brandstof .................................... 217
Brandstofkeuzeschakelaar ........107
Brandstofmeter .......................... 107
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 225
Brandstof voor benzinemotoren 217
Brandstof voor dieselmotoren ...217
Brandstof voor het rijden op aardgas .................................. 217
Brandstof voor rijden op LPG .....218
Buitenspiegels .............................. 29
Buitentemperatuur .....................102
Buitenverlichting .........................142
C Car Pass ...................................... 21
Centrale vergrendeling ................22
Claxon ................................. 14, 100Code........................................... 125
Conformiteitsverklaring ...............300
Contactslotstanden ....................166
Controlelampen ..................106, 109
Controle over de auto ................165
Controles .................................... 233
Cruise control ....................118, 186
D
Dagrijlicht ................................... 146
Dagteller .................................... 106
Dak ............................................... 34
Dakbelasting ................................. 96
Dakconsole .................................. 70
Dakdrager .................................... 95
DEF ............................................ 172
Diefstalalarmsysteem ..................27
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 239
Dieseluitlaatvloeistof ...................172
Dimlicht of grootlicht ...................142
Draagsysteem achterzijde ............72
Driepuntsgordel ........................... 52
Driver Information Center ...........119
E Elektrisch bediende ruiten ...........32
Elektrische aansluitingen ...........104
Elektrische handrem ...........114, 180
Elektrische stoelverstelling ..........41
Elektrische verstelling ..................29Elektrisch systeem...................... 248
Elektronische rijprogramma's ....177
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ...115
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 183
Elektronische stabiliteitsregeling UIT .............115
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............157
Erkenning van software ..............302
Event Data Recorders (EDR) .....304
F
Fietsendrager ............................... 72
Flex-Fix-systeem .......................... 72
FlexOrganizer .............................. 90
Frontaal airbagsysteem ...............58
Frontaanrijdingswaarschuwing ...196
G Gebruik van deze handleiding .......3
Geluidssignalen .........................127
Gereedschap ............................. 254
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................94
Gloeilamp vervangen ................240
Gordelverklikker ......................... 112
Gordijnairbagsysteem .................. 60