Inleiding35Sommige toepassingen kunnen gra‐
tis worden gebruikt tijdens de proef‐
periode. Ga naar de webwinkel om
abonnementen te vernieuwen.
Favorieten (NAVI 80)
Druk in de startpagina op f om fa‐
vorieten van de onderstaande func‐
ties te bekijken, toe te voegen of te
verwijderen:
● ⇑ Navigatie 3 80.
● t Multimedia - zie "Radio"
3 48.
● g Telefoon 3 133.
● @ Services 3 85.Favorieten voor navigatie
Selecteer een vrije plaats op het dis‐
play of druk op < (om een pop-up‐
menu te openen) en selecteer vervol‐
gens Favoriet toevoegen .
Maak een keuze uit de lijst om een
opgeslagen bestemming toe te voe‐
gen aan de favorieten.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80) "Invoer van de bestem‐
ming" in het hoofdstuk "Navigatie"
3 105.Favorieten voor multimedia
Selecteer een vrije plaats op het dis‐
play of druk op < (om een pop-up‐
menu te openen) en selecteer vervol‐
gens Favoriet toevoegen .
Maak een keuze uit de lijst om een
FM-voorkeurszender toe te voegen
aan de favorieten.Favorieten voor telefoon
Selecteer een vrije plaats op het dis‐
play of druk op < (om een pop-up‐
menu te openen) en selecteer vervol‐
gens Favoriet toevoegen .
Maak een keuze uit de lijst om een
contactpersoon voor de telefoon toe
te voegen aan de favorieten.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80) "Telefoonboek" in het
hoofdstuk "Telefoon" 3 143.Favorieten voor services
Selecteer een vrije plaats op het dis‐
play of druk op < (om een pop-up‐
menu te openen) en selecteer vervol‐
gens Favoriet toevoegen .
Maak een keuze uit de lijst om een
geïnstalleerde toepassing toe te voe‐ gen aan de favorieten.Favorieten verwijderen
Druk op < en selecteer Alle favorieten
verwijderen of selecteer een favoriet
uit de lijst en druk vervolgens op
Favoriet verwijderen . Er verschijnt
een bevestiging. Druk op
Verwijderen om te bevestigen.
Extra functies NAVI 50
Afhankelijk van de versie zijn de vol‐
gende extra functies beschikbaar:
● Motor op afstand starten
● Instellingen achteruitrijcamera
● De functie Driving Eco2 (zuinig rijden)
● AhaⓇ-toepassing (voor smart‐ phones)Motor op afstand starten9Gevaar
Laat een kind of dier nooit in de
auto, zelfs niet voor korte tijd, ter‐
wijl de functie Motor op afstand
38InleidingRitgegevens geeft gegevens weer
van de laatste reis, waaronder "Ge‐
middeld verbruik", "Totaal verbruik",
"Gemiddelde snelheid" en "Afstand
zonder verbruik". Gegevens kunnen
gereset worden door op Û te druk‐
ken.
Eco-score geeft een totaal score van
maximaal 100 voor zuinig rijden. Ho‐
gere getallen geven zuiniger rijden
aan. Sterren worden ook gegeven voor gemiddelde milieu-/rijprestaties
(accelereren), schakelefficiëntie (ver‐ snellingsbak) en remregeling (antici‐
perend).
Eco-coaching verschaft een beoorde‐
ling van uw rijstijl en geeft advies weer
voor optimaal brandstofverbruik.Aha Ⓡ-toepassing
De app AhaⓇ stelt u in staat om fa‐
voriete internetinhoud op de smart‐
phone te organiseren (bijv. podcasts,
audioboeken, internetradio, sociale
netwerksites enz.) en favorieten on‐
middellijk op te roepen. AhaⓇ kan
ook tijdens navigatie worden gebruikt om bijv. hotels en restaurants in debuurt te suggereren en weerberichten
en de huidige GPS-positie te geven.AhaⓇ moet eerst op uw smartphone
worden gedownload. Start de app op uw smartphone en maak een gebrui‐
kersaccount aan om gebruik via het
Infotainmentsysteem te activeren.
Om AhaⓇ via het Infotainmentsys‐
teem te verbinden moet een blue‐
tooth-verbinding worden opgesteld
tussen de smartphone en het Info‐
tainmentsysteem, d.w.z. het apparaat moet aan de auto worden gekoppeld
voordat het wordt gebruikt. Raad‐
pleeg "Bluetooth-verbinding" in het
hoofdstuk "Telefoon" 3 138 voor
meer informatie.
Let op
Het delen van gegevens en locatie‐
services moeten ingeschakeld zijn
op de smartphone om de app
AhaⓇ te kunnen gebruiken. Tijdens
gebruik kan gegevensoverdracht
extra kosten met zich meebrengen
die niet in het contract met uw net‐
werkprovider zijn opgenomen.
Wanneer een bluetooth-verbinding
actief is, kan AhaⓇ via het Infotain‐
mentsysteem worden opgeroepen.
Druk op de startpagina op üMedia
op het displayscherm. Druk op S inde linkerbovenhoek om de lijst met
externe bronnen weer te geven en
selecteer dan aha.
De volgende menu's zullen dan ver‐
schijnen:
● Speler
● Lijst
● Voorkeuren
● In de buurt
Selecteer Voorkeuren om naar uw
AhaⓇ-favorieten te gaan.
Als u een nuttige plaats (NP) in de
buurt wilt vinden met AhaⓇ terwijl u
het navigatiesysteem gebruikt
3 80, drukt u op In de buurt en se‐
lecteert u een groep (bijv. hotel, res‐
taurant). Een serie NP's in de buurt
wordt weergegeven; druk op de ge‐
wenste NP. De NP kan worden inge‐
steld als een bestemming of een way‐
point door op y te drukken.
Afhankelijk van het type NP kunnen
contactgegevens en verdere informa‐
tie worden weergegeven. Wanneer
telefoonnummers voor NP's worden
gegeven, kunnen ze ook worden ge‐
kozen met het handsfree-telefoon‐
systeem door op y te drukken.
Inleiding45Let op
Navigatiekaarten voor het huidige
land moeten op het systeem geïn‐
stalleerd zijn om er zeker van te zijn
dat de lokale tijd correct is.
● Fabrieksinstellingen
U kunt de onderstaande instellin‐ gen terugzetten naar de stan‐
daard fabrieksinstellingen:
● Alle
● Telefoon
● Navigatie
● Audio-Media-Radio-
Systeem
● Navigatie (Aan/Uit)
● Systeemversie (het softwarever‐
sienummer van het Infotainment‐
systeem verschijnt)
Wanneer u systeeminstellingen hebt
gewijzigd, druk dan op 7 (en selec‐
teer een ander menu op het display)
om het instellingenmenu te verlaten
en de wijzigingen op te slaan. Na een vertraging slaat het systeem ook au‐
tomatisch op en sluit af.NAVI 80 - Systeeminstellingen
Om vanuit de startpagina naar het
menu Systeeminstellingen te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Systeem op het displayscherm.
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Taal
● Beeldscherm
● Geluid
● Klok
● Veiligheidsaanwijzingen
● Startscherm
● Toetsenborden
● Eenheden instellen
● Status en informatie
● SD-kaart verwijderen
● Fabrieksinstellingen terugzetten
Druk op Gereed om te bevestigen dat
de systeeminstellingen zijn gewijzigd.Taal
Om de taal en het stemtype van het Infotainmentsysteem te wijzigen.Beeldscherm
De volgende instellingen verschijnen:
● Helderheid overdag : Helderheid
van het scherm aanpassen aan
het lichtniveau buiten (daglicht).
Als er weinig licht is, is het dis‐
playscherm eenvoudiger af te le‐ zen als het display niet te helder
is.
● Helderheid in het donker : Helder‐
heid van het scherm aanpassen
aan het lichtniveau buiten (licht‐
niveau 's avonds en 's nachts).
Als er weinig licht is, is het dis‐
playscherm eenvoudiger af te le‐ zen als het display niet te helder
is.
● In het donker omschakelen naar
nachtmodus : Automatische om‐
schakeling tussen helderheid bij daglicht/in het donker activeren.
De nachtmodus wordt geacti‐
veerd als het buiten donker is of als de koplampen worden inge‐
schakeld.
● Nachtmodus gebruiken : Nacht‐
modus activeren.
46InleidingGeluid
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Geluidsniveaus : Volume en ge‐
luiden aanpassen voor verkeers‐
informatie, handsfree-telefoon‐
systeem, beltoon, toepassings‐
waarschuwingen, systeemstem
en navigatieaanwijzingen.
● Waarschuwingen : Waarschu‐
wingsvolume instellen en waar‐
schuwingen in- en uitschakelen
wanneer het displayscherm is uit‐ geschakeld.
● Snelheidsgevoeligheid : Snel‐
heidsafhankelijke volumeaan‐
passing instellen.
● Computerstem : Bepalen welk
type informatie door het Infotain‐
mentsysteem wordt uitgespro‐
ken.
● Stem : Wijzig de stem die door het
Infotainmentsysteem wordt ge‐ bruikt.Klok
Systeemklok en notatie van de tijd‐
weergave instellen.Aanbevolen wordt om de automati‐
sche tijdinstelling ingeschakeld te
houden.Veiligheidsaanwijzingen
Verschillende waarschuwingen van
het Infotainmentsysteem in- en uit‐
schakelen. Selecteer de desbetref‐
fende vakjes om ze in te schakelen.Startscherm
Configuratie van de startpagina wijzi‐ gen.
Maak een selectie uit de lijst met op‐ ties om een voorbeeld met de lay-out
van de afzonderlijke startpagina's te
bekijken.Toetsenborden
Wijzig eerst het alfabettype (bijv.
Grieks) en vervolgens het toetsen‐
bordtype (bijv. Qwerty).Eenheden instellen
Wijzigen van de eenheden voor bijv.
afstand, coördinaten, temperatuur en luchtdruk.Status en informatie
Weergave van systeeminformatie, zoals versie, gps-status, netwerksta‐
tus, licenties en copyright-informatie.SD-kaart verwijderen
SD-kaart veilig verwijderen.Fabrieksinstellingen terugzetten
Alle informatie van het Infotainment‐ systeem verwijderen. Volg de aanwij‐
zingen op het display.
Let op
Het infotainmentsysteem zal daarna standaard in Engels opstarten. Se‐
lecteer zo nodig Taal in het menu
Systeem om de taal te wijzigen.
Multimedia-instellingen
Om vanuit de startpagina naar het in‐
stellingenmenu Multimedia te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Multimedia en Instellingen op het dis‐
playscherm.
De volgende submenu's voor de in‐
stellingen verschijnen:
● Geluid
● Radio
● Media
● Afbeeldingen
● Video
Druk op Gereed om te bevestigen dat
de instellingen zijn gewijzigd.
Inleiding47Geluid
U kunt de volgende geluidsinstellin‐
gen aanpassen:
● Geluidsverdeling: Stel de geluidsverdeling in de
auto in.
● Klankkleur: Stel de geluidsoptie in, bijv. "Pop/rock", "Klassiek", "Jazz" of "Neu‐
traal". Selecteer "Handmatig" om
de hoge en lage tonen met de
hand in te stellen.
Druk op Bevestigen om de wijzi‐
gingen te bevestigen.
● 'Demo Arkamys': Selecteer deze optie om de Ar‐
kamys-modus te proberen.
● 'Bass Boost Arkamys': Schakel de bass-versterking
aan/uit.Radio
U kunt de volgende radio-instellingen
aanpassen:
● schakel het zoeken naar alterna‐
tieve frequenties (AF) in/uit
● schakel i-traffic in/uit● schakel programmatype in/uit
● werk lijst met opgeslagen radio‐ zenders bij
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80) "Radio" 3 48.Media
U kunt de volgende media-instellin‐
gen aanpassen:
● nummer herhalen: In-/uitschake‐ len
● willekeurige volgorde: In-/uit‐ schakelen
● weergave albumafbeelding: In-/ uitschakelen
● bluetooth-verbinding: Configure‐ ren
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80) "Streaming audio via Blue‐
tooth" 3 70.Afbeeldingen
U kunt de volgende foto-instellingen
aanpassen:
● de weergavetijd voor foto's tij‐ dens een diavoorstelling instellen
● de overgangseffecten tussen fo‐ to's van een diavoorstelling in‐
stellen
● omschakelen tussen normale weergave en weergave op volle‐
dig scherm
Raadpleeg voor meer informatie "Af‐
beeldingen weergeven" 3 78.Video
U kunt de volgende video-instellingen
aanpassen:
● het weergavetype voor video's instellen
● omschakelen tussen normale weergave en weergave op volle‐
dig scherm
Raadpleeg voor meer informatie "Vi‐
deo's afspelen" 3 78.
48RadioRadioGebruik........................................ 48
Zender zoeken ............................. 50
Autostore-lijsten ........................... 53
Radio Data System (RDS) ...........55
Digital Audio Broadcasting ..........57Gebruik
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Bedieningselementen
De belangrijkste toetsen voor het be‐
dienen van de radio zijn:
● RADIO : Radio activeren, fre‐
quentiebereik wijzigen
● 2 3 : Zender zoeken
● OK: Frequentie wijzigen
● Zendertoetsen 1...6: Voorkeur‐ zendertoetsen● SETUP : Systeeminstellingen,
automatische zenderopslag
● TEXT : Radiotekstinformatie
weergeven
Radio activeren
Druk op RADIO om de audiobron op
radio over te schakelen.
De voorheen geselecteerde zender
wordt nu ontvangen.
Frequentiebereik selecteren
Druk herhaalde malen op RADIO om
tussen de beschikbare frequentiebe‐
reiken te schakelen (bijv. FM1, FM2,
AM).
De voorheen geselecteerde zender in dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.
CD35 BT USB -
Bedieningselementen
De belangrijkste toetsen voor het be‐
dienen van de radio zijn:
● RADIO : Radio activeren, fre‐
quentiebereik wijzigen
● 2 3 : Frequentie wijzigen, zen‐
der zoeken
Radio49● Draaiknop in het midden: De op‐geslagen lijst met radiozenders
oproepen
● Zendertoetsen 1...6: Voorkeur‐ zendertoetsen
● SETUP / TEXT : Systeeminstel‐
lingen
Radio activeren
Druk op RADIO om de audiobron op
radio over te schakelen.
De voorheen geselecteerde zender
wordt nu ontvangen.
Frequentiebereik selecteren
Druk herhaalde malen op RADIO om
tussen de beschikbare frequentiebe‐
reiken te schakelen (bijv. FM1, FM2,
MW, LW).
De voorheen geselecteerde zender in
dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.
NAVI 50 - BedieningselementenGebruik het aanraakscherm om de
radio te bedienen.De belangrijkste bedieningselemen‐
ten zijn:
● FM/AM /DAB (afhankelijk van de
versie): Druk op S en wissel tus‐
sen FM- en AM-frequentieberei‐
ken.
● l/m : Druk hierop om automa‐
tisch de volgende/vorige radio‐ zender te zoeken.
● k/l : Druk hierop om de fre‐
quentie in stappen van 0,5 te ver‐ lagen of te verhogen.
Radio activeren
U kunt op ieder gewenst de radio ac‐
tiveren door op 7 te drukken, gevolgd
door è/ñ Radio op het display‐
scherm. De voorheen geselecteerde zender wordt nu ontvangen.
De volgende submenu's zullen dan
verschijnen:
● Hoofdmenu : De radiozender/-
frequentie verschijnt.
● Lijst : Er verschijnt een alfabeti‐
sche lijst met beschikbare radio‐
zenders (maximaal 50 zenders).Let op
Radiozenders zonder RDS: alleen
de frequentie wordt weergegeven.
Deze zenders verschijnen onderaan in de lijst.
● Voorkeur : De opgeslagen favo‐
riete radiozenders verschijnen.
● Opties :
De volgende instellingen kunnen
worden gewijzigd, afhankelijk
van het geselecteerde frequen‐
tiebereik.
● RDS (Aan/Uit)
● TA (Aan/Uit)
● Regio (Aan/Uit)
● Nieuws (Aan/Uit)
● AM (Aan/Uit)
● Lijst bijwerken (Aan/Uit)
Voor meer informatie kunt u
(NAVI 50) "Radio Data System
(RDS)" raadplegen 3 55.
Frequentiebereik selecteren
Druk op S naast FM/AM /DAB (indien
beschikbaar) in de linkerbovenhoek
van het display en selecteer het FM-, AM- of DAB-frequentiebereik.
50RadioDe voorheen geselecteerde zender in
dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.
Let op
U kunt de AM-frequentieband uit‐
schakelen met behulp van het menu
Opties .
Raadpleeg "Digital Audio Broadcas‐
ting" 3 57.
NAVI 80 - Bedieningselementen
Gebruik het aanraakscherm om de
radio te bedienen.
De belangrijkste bedieningselemen‐
ten zijn:
● FM/AM : Druk op het tabblad in de
linkerbovenhoek van het display en wissel tussen de FM- en AM-
frequentiebereiken.
● Y/Z : Druk hierop om automa‐
tisch naar de volgende/vorige ra‐ diozender te zoeken.
● > : Druk hierop om de frequen‐
tie in stappen van 0,1 MHz te ver‐
lagen of te verhogen.
● 4/1 : Druk hierop om door de zen‐
derlijst te bladeren.Radio activeren
Om vanuit de startpagina naar de ra‐
dio te gaan, drukt u op MENU, ge‐
volgd door Multimedia en Radio op
het displayscherm.
De volgende modi zijn beschikbaar: ● Voorkeur :
De opgeslagen favoriete radio‐ zenders verschijnen.
● Lijst :
Er verschijnt een alfabetische lijst
met beschikbare radiozenders
(maximaal 50 zenders).
Let op
Radiozenders zonder RDS: alleen
de frequentie wordt weergegeven.
Deze zenders verschijnen onderaan in de lijst.
● Frequentie :
Zoek handmatig of automatisch
door het geselecteerde frequen‐ tiebereik te scannen.
Frequentiebereik selecteren
Druk op het tabblad FM/AM in de lin‐
kerbovenhoek van het display en wis‐ sel tussen de frequentiebereiken.De voorheen geselecteerde zender in
dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
R15 BT USB, R16 BT USB,
CD16 BT USB, CD18 BT USB -
Automatisch zender zoeken
Druk kort op 2 of 3 om naar de
volgende te ontvangen zender in het huidige frequentiebereik te zoeken.
Als geen zender wordt gevonden,
gaat het automatisch zoeken door tot
2 of 3 nogmaals wordt ingedrukt.
CD35 BT USB - Automatisch zender
zoeken
Druk gedurende ongeveer
2 seconden op 2 of 3 om naar de
volgende te ontvangen zender in het huidige frequentiebereik te zoeken.
Als geen zender wordt gevonden,
gaat het automatisch zoeken door tot
2 of 3 nogmaals wordt ingedrukt.