88InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............88
Antidiefstalfunctie ......................... 89
Overzicht bedieningselementen ..90
Gebruik ........................................ 96
Basisbediening ............................ 97
Geluidsinstellingen ....................101
Volume-instellingen ...................103Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
De radio is voor de frequentieberei‐
ken AM, FM en DAB voorzien van
twaalf automatisch in te stellen voor‐ keurzenders. Bovendien kunnen er
nog diverse voorkeurzenders hand‐
matig worden ingesteld (ongeacht
frequentiebereik).
Met de ingebouwde audiospeler kunt
u genieten van audio- en mp3/
wma-cd's.
U kunt ook externe gegevensopslag‐ apparaten, zoals een iPod, MP3-spe‐
ler of USB-stick of een draagbare cd-
speler als externe audiobron op het
Infotainmentsysteem aansluiten.
De digitale soundprocessor biedt u di‐ verse vooraf ingestelde klankinstellin‐
gen, waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
Als optie kan het Infotainmentsys‐
teem worden gebruikt met de bedie‐ ningselementen op het stuurwiel of
via het spraakherkenningssysteem.Het Infotainmentsysteem kan ook
worden uitgerust met een mobielete‐
lefoonportal.
Door het goeddoordachte design van de bedieningselementen, de heldere
displays en de grote multifunctionele
knop kunt u het systeem gemakkelijk
en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Beeldscherm
De CD 400plus is leverbaar in twee
uitvoeringen; uiterlijk verschil is het
display. De eerste uitvoering heeft het
volgende display.
Inleiding89
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid
9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstal
beveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Inleiding911RADIO (BAND) ...................105
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen ...105
2 CD....................................... 119
Cd/mp3/wma-weergave
starten ................................. 119
3 s ..................................... 105
Radio: achteruit zoeken ......105
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan .............116
4 Radiozendertoetsen 1...6 ....106
Lang indrukken: zender
opslaan ............................... 106
Kort indrukken: zender
selecteren ........................... 106
5 m........................................... 96
Indrukken: uit- en
inschakelen .......................... 96
Infotainmentsysteem ............96
Draaien: volume
aanpassen ............................ 966u ..................................... 105
Radio: vooruit zoeken .........105
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................116
7 AS (1/2) ............................... 106
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ............106
Kort indrukken: autostore-
lijst selecteren .....................106
Lang indrukken: zenders
automatisch opslaan ...........106
8 FAV (1/2/3) .......................... 107
Favorietenlijst
(voorkeuzezenders) ............107
9 TP....................................... 110
Verkeersinformatie in- of
uitschakelen ........................ 110
Als het infotainment‐
systeem uitgeschakeld is:
weergave van tijd en datum 110
10 Cd uitwerpen ....................... 11611CONFIG .............................. 103
Instellingenmenu openen ....103
12 INFO ..................................... 90
Radio: informatie over de
momenteel afspelende
zender ................................. 105
CD/MP3/WMA: informatie
over de momenteel
geplaatste cd ...................... 116
13 Multifunctionele knop ............97
Draaien: menu-opties
markeren of numerieke
waarden instellen .................97
Indrukken: de
gemarkeerde optie
selecteren/inschakelen;
ingestelde waarde
bevestigen; functie uit-/
inschakelen ........................... 97
14 Cd-sleuf ............................... 116
15 BACK .................................... 97
Menu: een niveau terug ........97
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 97
94Inleiding1RADIO (BAND) ...................105
Radio inschakelen of van
frequentiebereik wisselen ...105
2 CD....................................... 119
Cd/mp3/wma-weergave
starten ................................. 119
3 s ..................................... 105
Radio: achteruit zoeken ......105
Cd/mp3/wma: informatie
achteruit overslaan .............116
4 Radiozendertoetsen 1...6 ....106
Lang indrukken: zender
opslaan ............................... 106
Kort indrukken: zender
selecteren ........................... 106
5 m........................................... 96
Indrukken: het infotain‐
mentsysteem in-/
uitschakelen .......................... 96
Draaien: volume
aanpassen ............................ 966u ..................................... 105
Radio: vooruit zoeken .........105
Cd/mp3/wma: nummer
vooruit overslaan ................116
7 AS (1/2) ............................... 106
Automatische
geheugenniveaus
(voorkeuzezenders) ............106
Kort indrukken: autostore-
lijst selecteren .....................106
Lang indrukken: zenders
automatisch opslaan ...........106
8 FAV (1/2/3) .......................... 107
Favorietenlijst
(voorkeuzezenders) ............107
9 TP....................................... 110
Verkeersinformatie in- of
uitschakelen ........................ 110
Als het infotainment‐
systeem uitgeschakeld is:
weergave van tijd en datum 110
10 Cd uitwerpen ....................... 11611CONFIG .............................. 103
Instellingenmenu openen ....103
12 MP3: mapniveau lager ........116
13 INFO ..................................... 90
Radio: informatie over de
momenteel afspelende
zender ................................. 105
CD/MP3/WMA: informatie
over de momenteel
geplaatste cd ...................... 116
14 Multifunctionele knop ............97
Draaien: menu-opties
markeren of numerieke
waarden instellen .................97
Indrukken: de
gemarkeerde optie
selecteren/inschakelen;
ingestelde waarde
bevestigen; functie uit-/
inschakelen ........................... 97
15 Cd-sleuf ............................... 116
96Inleiding3w
Volume verhogen ..................96
4 ─
Volume verlagen ...................96
5 xn
Kort indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren ...........134
of gesprekslijst sluiten .........134
of mute in-/uitschakelen ........96
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 122Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
multifunctieknoppen en op het display weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● de centrale bedieningseenheid op het instrumentenpaneel 3 90
● bedieningsknoppen op het stuur 3 90
● het spraakherkenningssysteem 3 122
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen is de laatst geselecteerde Info‐
tainmentbron actief.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem is inge‐
schakeld met X terwijl het contact is
uitgeschakeld, schakelt het na 10 minuten automatisch weer uit.Volume instellen
Draai aan X. De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit volume het maximale
inschakelvolume niet overschrijdt.
Het volgende kan afzonderlijk worden ingesteld:
● het maximale inschakelvolume 3 103
● het volume voor verkeersberich‐ ten 3 103
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 103
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat u geen geluid van
het wegdek of van de rijwind hoort.
Mute
Druk op PHONE (wanneer de tele‐
foonportal beschikbaar is: enkele se‐ conden indrukken) om het geluid van audiobronnen te onderdrukken.
Inleiding97Om de onderdrukking van het geluid
weer te annuleren: draai aan X of
druk opnieuw op PHONE (indien te‐
lefoonportaal beschikbaar is: enkele
seconden indrukken).
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij zeer hoge interieurtemperaturen
begrenst het Infotainmentsysteem
het maximaal instelbare volume. In‐
dien nodig wordt het maximale vo‐
lume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen de verschillende frequentiebereiken.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met zenderkeuzeop‐
ties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van de
radiofuncties 3 105.Audiospelers
Druk op CD / AUX om naar de menu's
CD, USB, iPod of AUX te gaan of om
tussen deze menu's over te schake‐
len.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met trackkeuzeopties te openen.
Gedetailleerde beschrijving van: ● CD-spelerfuncties 3 116
● AUX-ingangsfuncties 3 119
● USB-poortfuncties 3 120
Telefoon
Druk op PHONE om het telefoon‐
menu te openen.
Druk op de multifunctionele knop om
een submenu met opties voor het in‐ voeren of selecteren van telefoon‐
nummers te openen.
Gedetailleerde beschrijving van de
functies van het mobieletelefoonpor‐
taal 3 128.Basisbediening
Multifunctionele knop De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.
Draai aan de multifunctionele knop: ● CD 400/CD 400plus: een menu‐ optie markeren
● CD 300: een menuoptie weerge‐ ven
● een numerieke waarde instellen
Druk op de multifunctionele knop: ● CD 400/CD 400plus: gemar‐ keerde optie selecteren of active‐ren
● CD 300: om de getoonde optie te
selecteren of te activeren
● een ingestelde waarde bevesti‐ gen
● een systeemfunctie in- of uit‐ schakelen
Radio109Bijwerken zenderlijsten
Als de zenders in de frequentiebe‐ reikspecifieke zenderlijst niet meer
kunnen worden ontvangen:
Selecteer het bijbehorende com‐ mando om een zenderlijst bij te wer‐
ken.
CD 400plus: de dubbele tuner van het
Infotainmentsysteem werkt de FM-
zenderlijst op de achtergrond continu
bij. Handmatig updaten is niet nodig.
Het zoeken naar zenders wordt ge‐
start. Als het zoeken is voltooid, wordt de laatst ontvangen zender weerge‐
geven.
Druk op de multifunctionele knop om
het zenderzoeken te af te breken.
Let op
Bij het bijwerken van een lijst van een zender op een specifiek fre‐quentiebereik wordt de overeen‐
komstige categorielijst ook bijge‐
werkt.
Categorielijsten
Tal van RDS-zenders zenden een
PTY-code 3 110 uit die het uitgezon‐
den programmatype aangeeft (bijv.nieuws). Sommige zenders wijzigen
ook de PTY-code afhankelijk van de inhoud die op dat moment wordt uit‐
gezonden.
Het Infotainmentsysteem slaat deze
zenders, gesorteerd op programma‐
type, in de desbetreffende categorie‐
lijst op.
Zoeken op een programmatype dat
door de zender wordt opgegeven: se‐
lecteer de specifieke categorielijstop‐ tie van het frequentiebereik.
Er verschijnt een lijst met momenteel
beschikbare programmatypen.
Selecteer het gewenste programma‐ type.
CD 400/CD 400plus: Er verschijnt
een lijst met zenders die een pro‐
gramma van het geselecteerde type
uitzenden.
Selecteer de gewenste zender.
CD 300: de volgende te ontvangen
zender van het geselecteerde type
wordt gezocht en afgespeeld.
De categorielijst wordt tijdens de up‐
date van de zenderlijst die bij het des‐
betreffende frequentiebereik hoort
eveneens bijgewerkt.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
110RadioDAB-berichten
Naast muziekprogramma's zenden
tal van DAB-zenders 3 112 diverse
berichtcategorieën uit.
De momenteel ontvangen DAB-
service (programma) wordt onderbro‐
ken wanneer berichten van voorheen geactiveerde categorieën in de wacht staan.
Het activeren van berichtcategorieën Selecteer DAB-berichten in het DAB-
menu.
Activeer de gewenste berichtcatego‐
rieën.
Er kunnen diverse categorieën aan‐
kondigingen tegelijk worden geselec‐
teerd.
Let op
DAB-berichten kunnen alleen ont‐
vangen worden als de DAB-
golfband geactiveerd is.
Radio Data System (RDS)
Is een dienst voor FM-zenders die er‐
voor zorgt dat de gewenste zender
aanzienlijk sneller wordt gevonden en zonder problemen wordt ontvangen.Voordelen van RDS
● Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de geselec‐
teerde zender i.p.v. de frequen‐
tie.
● Tijdens het zoeken naar zenders
stemt het Infotainmentsysteem
alleen af op RDS-zenders.
● Het infotainmentsysteem stelt met behulp van AF (Alternative
Frequency) altijd automatisch af
op de zendfrequentie met de
beste ontvangst van de geselec‐
teerde zender.
● Afhankelijk van de ontvangen zender geeft het Infotainment‐
systeem radiotekst op het display
die bijvoorbeeld informatie over
het huidige programma kan be‐
vatten.
RDS configureren
Om het menu voor de RDS-
configuratie op te roepen:
Druk op CONFIG .
CD 400/CD 400plus: selecteer Radio-
instellingen en vervolgens RDS-
opties .