87Bluetooth-muziek..........................40
Bluetooth-verbinding ....................72
C Categorielijst ................................. 32
CD-speler ..................................... 37
CD-speler activeren ......................38
Contacten ............................... 23, 53
Aanpassen ................................ 23
Opslaan ..................................... 23
Opvragen .................................. 23
D DAB .............................................. 35
DAB-koppeling.............................. 35
Datum ........................................... 28
Diakritische tekens .......................17
Digital Audio Broadcasting ...........35
Displaymodus ............................... 28
E
EQ ................................................ 26
Equaliser....................................... 26
F
Fabrieksinstellingen terugzetten ...28
Fader ............................................ 26
Favorieten..................................... 18 Clusterdisplay............................ 18
Naam wijzigen ........................... 18
Opslaan ..................................... 18Opvragen.................................. 18
Weergave .................................. 18
Wissen ...................................... 18
Favorieten opslaan .......................18
Favorieten opvragen ....................18
Favorieten weergeven ..................18
Filmbestanden .............................. 40
Films ............................................. 43
Films afspelen .............................. 43
Frequentielijst ............................... 32
G
Gebruik ................. 12, 32, 38, 46, 67
Aanraakscherm ......................... 14
AUX ........................................... 42
Bluetooth-muziek ......................42
CD ............................................. 38
Infotainment-systeem ................12
Navigatiesysteem ......................46
Telefoon .................................... 75
USB ..................................... 42, 43
Geluidsinstellingen .......................26
H
Het Infotainmentsysteem activeren.................................... 12
Het navigatiesysteem activeren ...46
Home-toets ................................... 16I
Infotainmentsysteem inschakelen 12
Intellitext ....................................... 35
Interactieve selectiebalk ...............16
Invoer van de bestemming ..........53
K Kaarten ......................................... 46
Kalibratie van het aanraakscherm 28
Klokdisplay ................................... 28
Koppelen ...................................... 72
L
L-Band .......................................... 35
Lettertekenherkenningsveld .........17
Lijst met afslagen.......................... 59
M
Maximaal inschakelvolume........... 27
Meldingen ..................................... 16
Middenbereik ................................ 26
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ...................81
Mute.............................................. 12
N Navigatie....................................... 59 Bestemmingsinvoer................... 53
Contacten ............................ 23, 53
Favorieten ................................. 18
Gesproken instructies ...............59
92InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............92
Antidiefstalfunctie ......................... 93
Overzicht bedieningselementen ..94
Gebruik ........................................ 97Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de FM-, AM-, of DAB-radiofunc‐
ties kunt u op diverse favorietenpagi‐
na's een groot aantal zenders op‐
slaan.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als alternatieve audiobron op
het infotainmentsysteem aansluiten,
bijv. een iPod, USB-apparaten of an‐ dere externe apparaten; via een ka‐
bel of via Bluetooth.
Het digitale geluidssysteem heeft di‐
verse vooraf ingestelde equaliser-
modi, waarmee u het geluid kunt op‐
timaliseren.
Ook is het Infotainmentsysteem uit‐ gevoerd met een Telefoonportaal
waarmee u uw mobiele telefoon com‐
fortabel in de auto kunt gebruiken.
Daarnaast kan het Infotainmentsys‐
teem worden bediend met behulp van
het bedieningspaneel of de knoppen op het stuur.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het in‐
fotainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u het infotainment-systeem bedient.
9 Waarschuwing
In sommige gebieden zijn eenrich‐
tingsstraten en andere wegen en
inritten (bijv. voetgangerszones) waar u niet mag inrijden niet op de
Inleiding976k / l
Radio: volgende/vorige
favoriet selecteren op het
Driver Information Center .... 105
Media: volgende/vorige
track selecteren op het
Driver Information Center .... 112Bestuurdersinformatiecentrum:
Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een knop MENU en menu's op het
display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het In‐ fotainmentsysteem 3 94
● audioknoppen op het stuurwiel 3 94
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde
Infotainmentbron actief.
Druk op X en houd deze ingedrukt
om het systeem uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem wordt in‐ geschakeld met X terwijl het contact
is uitgeschakeld, schakelt het na 10 minuten automatisch weer uit.
Volume instellen
Draai aan m. De actuele instelling
wordt weergegeven op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 101.
Basisbediening101Let op
Staat EQ ingesteld op Aangepast,
dan kunnen Laag, Mid. en Hoog
handmatig worden ingesteld.
Volume-instellingen
Maximaal opstartvolume
Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Blader door de lijst en selecteer
Radio en vervolgens
Maximumvolume bij starten .
Draai aan MENU om het volume te
regelen.
Automatische volumeaanpassing Het volume kan automatisch wordenafgestemd op de snelheid van de
auto.
Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. . Blader door de lijst en se‐
lecteer Radio en vervolgens Volume
autom. .
Druk op MENU, blader door de lijst en
selecteer Volume autom. om de in‐
stelling vanuit een audio-hoofdmenu te benaderen.Stel Volume autom. in op een van de
beschikbare opties om de mate van
volumeaanpassing in te stellen.
Uit : geen harder volume bij een toe‐
nemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Systeeminstellingen
Er kunnen diverse instellingen en
aanpassingen voor het Infotainment‐
systeem via INSTELL. worden ge‐
configureerd.Tijd
Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Selecteer Tijd.
Tijd instellen
Selecteer Tijd instellen om naar het
betreffende submenu te gaan.
Selecteer AUTOSET onderin het
scherm. Activeer Aan - RDS of Uit -
handmatig .
Selecteer Uit - handmatig en stel de
uren en minuten in.
Selecteer herhaaldelijk 12-24 u. on‐
derin het scherm om een tijdmodus te kiezen.
Is de 12-uursmodus geselecteerd,
dan verschijnt er een derde kolom
voor AM- en PM-keuze. Selecteer de
gewenste optie.
Klokdisplay
Selecteer Klokweergave om naar het
betreffende submenu te gaan.
Selecteer Uit om het digitale klokdis‐
play in de menu's uit te schakelen.
102BasisbedieningTaalDruk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Selecteer Taal.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste taal.
Valetmodus
Is de valetmodus geactiveerd, dan zijn alle voertuigdisplays vergrendeld
en kunnen er in het systeem geen
veranderingen worden doorgevoerd.
Let op
Voertuigmeldingen blijven geacti‐
veerd.
Het systeem vergrendelen
Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Blader door de lijst en selecteer
Personeelsmodus . Er verschijnt een
toetsenblok.
Voer een viercijferige code in en se‐ lecteer INVOEREN . Het toetsenblok
wordt opnieuw weergegeven.
Voer de viercijferige code opnieuw in
om de invoer te bevestigen en selec‐
teer VERGREND. . Het systeem is
vergrendeld.
Het systeem ontgrendelen
Schakel het Infotainmentsysteem in.
Er verschijnt een toetsenblok.Voer de betreffende viercijferige code
in en selecteer ONTGREND.. Het
systeem is ontgrendeld.
Pincode vergeten
Neem contact op met uw garage om
de pincode naar de standaardwaarde terug te zetten.
Beeldscherm Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Blader door de lijst en selecteer
Display .
Selecteer Display uitschakelen om
het display uit te schakelen.
Basisbediening103Druk op een knop in het instrumen‐
tenpaneel om het display weer te ac‐
tiveren.
Fabrieksinstellingen terugzetten Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. .
Blader door de lijst en selecteer Terug
naar fabrieksinstell. .
Instellingen van de auto herstellen
Selecteer Voertuiginstellingen
herstellen om alle persoonlijke instel‐
lingen te herstellen. Er verschijnt een
waarschuwing.
Selecteer Hervatt.. De instellingen
zijn teruggezet.
Alle persoonlijke gegevens wissen
Selecteer Alle privégegevens wissen
om gekoppelde Bluetooth-apparaten, telefoonlijsten of favorieten te verwij‐
deren.
Er verschijnt een waarschuwing.
Selecteer WISSEN. De gegevens zijn
gewist.Radio-instellingen herstellen
Selecteer Radio-instellingen
herstellen om Infotainmentinstellin‐
gen (bv. geluidsinstellingen) te reset‐
ten.
Er verschijnt een waarschuwing.
Selecteer Hervatt.. De instellingen
zijn teruggezet.
Software-informatie Druk op ; en selecteer INSTELL..
Blader door de lijst en selecteer
Software-informatie .
Dit menu bevat specifieke informatie
over de software.
Radio107Favorieten verplaatsen
Selecteer de favoriet die u wilt ver‐
plaatsen en selecteer vervolgens
VERPL. .
Selecteer de locatie waarnaar u de
betreffende favoriet wilt verplaatsen
en selecteer Ophangen.
De favoriet wordt naar de nieuwe lo‐ catie verplaatst.
Bepalen hoeveel favorieten er
worden getoond
Druk op ; en selecteer dan
INSTELL. . Selecteer Radio en vervol‐
gens Aant. weergeg. fav. .
Selecteer de gewenste optie.
Let op
Overschrijdt het aantal opgeslagen
favorieten het aantal favorieten dat
in het instellingenmenu is ingesteld,
dan worden extra opgeslagen favor‐
ieten niet gewist, maar worden deze niet weergegeven. U kunt ze herac‐
tiveren door het aantal weer te ge‐
ven favorieten te verhogen.Radio Data System (RDS)
RDS is een dienst van FM-zenders
die het vinden van de gewenste zen‐
der en een storingsvrije ontvangst
aanzienlijk verbetert.
Voordelen van RDS ● Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de zender in
plaats van de frequentie.
● Bij het zoeken naar zenders stemt het Infotainmentsysteemalleen af op RDS-zenders.
● Het Infotainmentsysteem stemt altijd af op de zendfrequentie van
de ingestelde zender met de
beste ontvangst via AF (alterna‐
tieve frequentie).
● Afhankelijk van de ontvangen zender geeft het Infotainment‐
systeem radioteksten weer met
bv. informatie over het actuele
programma.FM menu
Activeer de radiofunctie en selecteer
vervolgens de FM-golfband om de
RDS-instellingsopties te configure‐
ren. Druk op MENU om het FM-menu
weer te geven.
RDS
Zet RDS op Aan of Uit.
Verkeersinformatie (TP)
Verkeersinformatiezenders zijn RDS-
zenders die verkeersinformatie uit‐
zenden. Als verkeersinformatie is in‐ geschakeld, wordt de momenteel ac‐
tieve functie voor de duur van het ver‐
keersbericht onderbroken.
127Favoriete lijstenZenders ophalen .....................105
Zenders opslaan .....................105
Favorietenlijst ............................. 105
Frequentielijst ............................. 104
G
Gebruik ......................... 97, 104, 112
AUX ......................................... 115
Bluetooth-muziek ....................115
CD ........................................... 112
Infotainment-systeem ................97
Menu ......................................... 99
Telefoon .................................. 121
USB ......................................... 115
Geluidsinstellingen .....................100
H
Het Infotainmentsysteem activeren.................................... 97
Home-toets ................................... 99
I
Infotainmentsysteem inschakelen 97
Intellitext ..................................... 108
K Klokdisplay ................................. 101
Koppelen .................................... 118
L
L-Band ........................................ 108M
Maximaal inschakelvolume......... 101
Menubediening ............................. 99
MENU-knop .................................. 99
Middenbereik .............................. 100
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................124
Mute.............................................. 97
N Noodoproep ................................ 120
O Overzicht bedieningselementen ...94
P PIN vergeten............................... 101
R Radio Categorielijst ........................... 104
DAB ......................................... 108
DAB-berichten ......................... 108
DAB-menu............................... 108
Digital Audio Broadcasting ......108
Favoriete lijsten .......................105
FM menu ................................. 107
Frequentielijst .......................... 104
Golfband.................................. 104
Intellitext .................................. 108
L-Band..................................... 108Radio Data System .................107
RDS......................................... 107
Regio ....................................... 107
Regio-instelling........................ 107
TP............................................ 107
Verkeersinformatie ..................107
Zender zoeken ........................ 104
Zenderlijst................................ 104
Zenders ophalen .....................105
Zenders opslaan .....................105
Radio activeren........................... 104
Radio Data System (RDS) ......... 107
Regio .......................................... 107
Regio-instelling ........................... 107
S Selectie van frequentiebereik .....104
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 115
Systeeminstellingen.................... 101 Beeldscherm ........................... 101
Fabrieksinstellingen
terugzetten .............................. 101
Taal ......................................... 101
Tijd en datum .......................... 101
Valetmodus ............................. 101