Page 131 of 139

Telefoon1319Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Inleiding
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens
de gegevensoverdracht is het bedie‐
nen van de mobiele telefoon via het
Infotainmentsysteem slechts beperkt mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van het telefoonportaal. Zo‐
doende is het mogelijk dat de functi‐ onaliteit die bij deze specifieke tele‐
foons staat beschreven, afwijkt.
Volume van de handsfree-
installatie instellen
Draai m op het Infotainmentsysteem
of druk op + of - op het stuurwiel.
Page 133 of 139

Telefoon133
Let op
Telefoonboekvermeldingen worden
bij de overdracht vanuit de mobiele
telefoon overgezet. De presentatie en volgorde van de telefoonboekver‐
meldingen kunnen op het display
van het Infotainmentsysteem en op
het display van de mobiele telefoon
verschillend zijn.
Na het maken van de voorselectie:
selecteer het gewenste item in het te‐ lefoonboek om de nummers te tonen
die hieronder zijn opgeslagen.
Selecteer het gewenste nummer om
het bellen te starten.
Gesprekkenlijsten
Via het menu Gesprekslijsten kan de
gebruiker binnenkomende, uitgaande
en gemiste gesprekken bekijken en
de relevante nummers draaien. Om
het bellen te starten: selecteer de ge‐ wenste gesprekkenlijst, een item in
de desbetreffende gesprekkenlijst en
ten slotte het gewenste telefoonnum‐
mer.
Berichtfuncties
Wanneer de mobiele telefoon is ge‐
koppeld met behulp van de SAP-
methode, kan de gebruiker berichten
bekijken, opstellen en verzenden via
het telefoonportaal. In dit menu kun‐
nen de berichten ook worden verwij‐
derd.
De ontvangen berichten bekijken: se‐
lecteer Inbox.
De verzonden berichten bekijken: se‐ lecteer Outbox.
Een bericht opstellen: selecteer
Nieuw bericht schrijven .
Page 136 of 139

136TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen....... 86, 112, 116, 117, 125
Algemene informatie................... 119
Antidiefstalfunctie ........................87
Automatische detectie van verkeersinformatie................... 107
Autostore-lijsten .......................... 103
B
BACK-knop ................................... 95
Basisbediening ............................. 95
Bediening.................................... 131
Bluetooth .................................... 125
Bluetooth-verbinding ..................126
Bijwerken zenderlijst ...................104
C Cd afspelen starten ....................113
CD-speler activeren.................................. 113
belangrijke informatie ..............112
gebruik .................................... 113
CD-speler activeren ....................113
CD-speler gebruiken................... 113
Configureren DAB ......................109
Configureren van RDS ...............107
D
DAB ............................................ 109
De AUX-ingang gebruiken ..........116De radio gebruiken .....................102
De radio inschakelen ..................102
De USB-poort gebruiken ............117
Digital Audio Broadcasting .........109
E EON ............................................ 107
F
Favorietenlijst ............................. 104
Frequentiebereikmenu's .............104
Frequentiebereik selecteren .......102
G
Gebruik ................. 94, 102, 113, 116
Geluidsinstellingen .......................99
H
Handsfree-modus .......................126
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 94
I
Infotainment-systeem automatische aanpassing vanhet volume............................... 101
maximaal opstartvolume .........101
tooninstellingen ......................... 99
volume voor verkeersberichten 101
volume: instellingen ................101
Infotainmentsysteem gebruiken ...94