Radio109Het in- en uitschakelen van de radio‐
verkeerinformatieservice
Het in- en uitschakelen van de stand-
by verkeersberichtenfunctie van het
infotainmentsysteem:
Druk op TP.
● Is de radioverkeerinformatieser‐ vice ingeschakeld, wordt [ ] weer‐
gegeven in het radiohoofdmenu.
● Alleen zenders met radioverkeer‐
informatieservice worden ont‐
vangen.
● Is het huidige station geen zen‐ der met radioverkeerinformatie‐
service, wordt een zoekopdracht
gestart naar de volgende zender
met radioverkeerinformatieser‐
vice.
● Wordt een zender met radiover‐ keerinformatieservice gevonden,
wordt [TP] weergegeven in het
radiohoofdmenu.● Verkeersberichten worden afge‐ speeld op het ingestelde TA-vo‐
lume 3 101.
● Als verkeersinformatie is inge‐ schakeld, wordt het afspelen van
de cd-/mp3 voor de duur van het
verkeersbericht onderbroken.
Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Schakel de radioverkeerinformatie‐
service in en draai het volume van het
infotainmentsysteem helemaal terug.
Blokkeren van verkeersberichten
Ga als volgt te werk om een verkeers‐ bericht, bijv. tijdens het afspelen van
cd/mp3, te blokkeren:
Druk op TP of de multifunctionele
knop om het annuleringsbericht op
het display te bevestigen.
Het verkeersbericht wordt afgebro‐
ken, maar de radioverkeerinformatie‐
service blijft ingeschakeld.
EON (Enhanced Other Networks)
Met EON kunt u naar verkeersberich‐ ten luisteren ook als de zender die u
beluistert zelf geen verkeersinforma‐ tie uitzendt. Als een dergelijke zenderis ingeschakeld, wordt net als bij ver‐
keersinformatiezenders TP op het
display in het zwart weergegeven.
Digital Audio Broadcasting
Digital Audio Broadcasting (DAB) is
een innovatief en universeel uitzend‐
systeem.
DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam in plaats van de
zendfrequentie.
110RadioAlgemene informatie● Met DAB kunnen verschillende programma’s (diensten) op de‐
zelfde frequentie worden uitge‐
zonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veel‐ voud aan andere dataservices uit
te zenden, inclusief reis- en ver‐
keersinformatie.
● Zolang een bepaalde DAB-ont‐ vanger een signaal van een zen‐der kan opvangen (ook al is het
signaal erg zwak), is de geluids‐
weergave gewaarborgd.
● Er is geen sprake van fading (zwakker worden van het geluid),
hetgeen bij AM- en FM-ontvangst
regelmatig voorkomt. Het DAB-
signaal wordt met een constant
volume weergegeven.
● Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden op‐
gevangen, wordt de weergave
geheel onderbroken. Dit pro‐
bleem kan worden vermedendoor in het menu DAB-instellin‐
gen Automatische groeplinks en/
of Automatische links DAB-FM te
activeren.
● Interferentie door zenders op na‐
burige frequenties (een ver‐
schijnsel dat typisch is voor AM-
en FM-ontvangst) doet zich bij
DAB niet voor.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de ontvangstkwaliteit van DAB, ter‐
wijl AM- en FM-ontvangst in die
gevallen juist aanmerkelijk ver‐
slechtert.
● Na het inschakelen van DAB-ont‐
vangst blijft de FM-tuner van het
Infotainmentsysteem op de ach‐
tergrond actief en zoekt voortdu‐
rend naar de best ontvangbare
FM-zenders. Als TP 3 107 geac‐
tiveerd is, worden er verkeersbe‐
richten van de momenteel best ontvangbare FM-zender doorge‐
geven. Deactiveer TP als u niet
wilt dat de DAB-ontvangst door
FM-verkeersmeldingen wordt
onderbroken.Configureren DAB
Druk op CONFIG .
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens DAB-instellingen .
De volgende opties zijn beschikbaar
in het configuratiemenu:
● Automatische groeplinks : is deze
functie geactiveerd, schakelt het
systeem over op dezelfde service
van een ander DAB-ensemble
(frequentie indien beschikbaar)
als het DAB-signaal te zwak is
om door de radio te worden ge‐
interpreteerd.
Radio111●Automatische links DAB-FM : is
deze functie geactiveerd, scha‐
kelt het systeem over naar de be‐ treffende FM-zender de actieve
DAB-service (indien beschik‐
baar) als het DAB-signaal te
zwak is om door de radio te wor‐
den geïnterpreteerd.
● Dynamische geluidsaanpas. : is
deze functie geactiveerd, wordt
het dynamische bereik van het
DAB-signaal gereduceerd. Dat
betekent dat het volume van hard
geluid wel, maar dat van zacht
geluid niet wordt gereduceerd.
Daardoor kan het volume van het infotainmentsysteem zo wordenafgesteld dat zacht geluid goed
hoorbaar is zonder dat hard ge‐
luid te hard klinkt.
● Frequentieband : na het selecte‐
ren van deze optie kan worden
bepaald welke DAB-frequentie‐
bereiken door het infotainment‐
systeem dienen te worden ont‐ vangen.
126Telefoontelefoneren verboden is, als demobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
De spraakherkenning gebruiken
Gebruik de spraakherkenning niet in
noodsituaties, omdat uw stem onder
stress zodanig kan veranderen dat hij
mogelijk niet meer herkend wordt en
de gewenste verbinding daardoor
wellicht niet snel genoeg tot stand kan worden gebracht.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur. Informatie zoals een telefoon‐
boek, gesprekkenlijsten, de naam
van de netwerkoperator en de sterkte
van de verbinding kan worden over‐
gedragen. Welke functies er beschik‐ baar zijn hangt af van het type tele‐
foon.
Om een Bluetooth-verbinding met de telefoonportal tot stand te kunnenbrengen, moet de Bluetooth-functie
van de mobiele telefoon zijn inge‐
schakeld en moet de mobiele tele‐
foon in de stand "zichtbaar" worden
gezet. U vindt nadere informatie in de gebruiksaanwijzing van de mobiele
telefoon.
Bluetooth-menu
Druk op CONFIG .
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth.Bluetooth inschakelen
Wanneer de Bluetooth-functie van
het telefoonportaal uitgeschakeld is:
Activering instellen op Aan en het
daaropvolgende bericht bevestigen.Apparatenlijst
Wordt een mobiele telefoon voor het
eerst via Bluetooth met het telefoon‐
portaal verbonden, dan wordt de te‐
lefoon in de apparatenlijst opgesla‐
gen.
U kunt maximaal 5 mobiele telefoons
in de apparatenlijst opslaan.
Telefoon135Voor veiligheidsredenen mag u geen
telefoon gebruiken terwijl u rijdt. Zelfs
het gebruik van een handsfree-tele‐
foon vormt een afleiding tijdens het
rijden.9 Waarschuwing
Gebruik van zendapparatuur en
mobiele telefoons die niet aan de
bovenstaande normen voor mo‐
biele telefoons voldoen en radio's
is alleen toegestaan met een bui‐ tenantenne op de auto.
Voorzichtig
Mobiele telefoons en zendappara‐ tuur kunnen als de voornoemde
aanwijzingen niet in acht worden
genomen bij gebruik in het interi‐
eur zonder buitenantenne aanlei‐
ding geven tot functiestoringen in
de autoelektronica.
136TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen....... 86, 112, 116, 117, 125
Algemene informatie................... 119
Antidiefstalfunctie ........................87
Automatische detectie van verkeersinformatie................... 107
Autostore-lijsten .......................... 103
B
BACK-knop ................................... 95
Basisbediening ............................. 95
Bediening.................................... 131
Bluetooth .................................... 125
Bluetooth-verbinding ..................126
Bijwerken zenderlijst ...................104
C Cd afspelen starten ....................113
CD-speler activeren.................................. 113
belangrijke informatie ..............112
gebruik .................................... 113
CD-speler activeren ....................113
CD-speler gebruiken................... 113
Configureren DAB ......................109
Configureren van RDS ...............107
D
DAB ............................................ 109
De AUX-ingang gebruiken ..........116De radio gebruiken .....................102
De radio inschakelen ..................102
De USB-poort gebruiken ............117
Digital Audio Broadcasting .........109
E EON ............................................ 107
F
Favorietenlijst ............................. 104
Frequentiebereikmenu's .............104
Frequentiebereik selecteren .......102
G
Gebruik ................. 94, 102, 113, 116
Geluidsinstellingen .......................99
H
Handsfree-modus .......................126
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 94
I
Infotainment-systeem automatische aanpassing vanhet volume............................... 101
maximaal opstartvolume .........101
tooninstellingen ......................... 99
volume voor verkeersberichten 101
volume: instellingen ................101
Infotainmentsysteem gebruiken ...94
137MMenubediening ............................. 95
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................134
Multifunctionele toets ....................95
Mute.............................................. 94
N
Noodoproep ................................ 130
O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 117
Overzicht bedieningselementen ...88
R Radio Radio Data System (RDS) ......107
activeren.................................. 102
autostorelijsten ........................ 103
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 109
favorietenlijst ........................... 104
frequentiebereik selecteren .....102
frequentiebereikmenu's ...........104
gebruik .................................... 102
zender zoeken ........................ 102
zenderlijsten ............................ 104
Radio activeren........................... 102 Radio Data System (RDS) ......... 107RDS ............................................ 107
Regionalisatie ............................. 107
S
SAP-modus ................................ 126
SIM-toegangsprofiel (SAP) .........126
Spraakherkenning ..............119, 120
activeren.................................. 120
gebruik .................................... 120
telefoonregeling ......................120
volume voor stemoutput ..........120
Spraakherkenning activeren .......120
Stemherkenning ......................... 119
T
Telefoon bedieningselementen ..............125
belangrijke informatie ..............125
belsignalen instellen ................126
berichtfuncties ......................... 131
Bluetooth ................................. 125
Bluetooth-verbinding ...............126
een telefoonnummer vormen ..131
functies tijdens een gesprek ...131
gesprekkenlijsten ....................131
handsfree-modus ....................126
het volume instellen ................131
noodoproepen ......................... 130
SIM-toegangsprofiel (SAP) .....126
telefoonbatterij opladen ...........125
telefoonboek ........................... 131Telefoonbatterij opladen .............125
Telefoonregeling .........................120
V Verkeersberichten ......................101
Volume instellen ........................... 94
Volume-instellingen ....................101
Volume voor stemuitvoer ............120
Voor snelheid gecompenseerd volume....................................... 94
Z
Zenders oproepen ..............103, 104
Zenders opslaan .................103, 104
Zender zoeken............................ 102