148InleidingStiltefunctie
Druk op PHONE (als het telefoonpor‐
taal beschikbaar is: enkele seconden
indrukken) om het geluid van audio‐
bronnen te onderdrukken.
Mutefunctie annuleren: draai aan m of
druk op PHONE (indien telefoonpor‐
taal beschikbaar: enkele seconden indrukken).
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen de verschillende frequentiebereiken.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de frequentiebereikmenu's met
opties voor zenderselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 153.Audiospelers
Druk één of meerdere keren op CD of
AUX om naar het hoofdmenu USB,
iPod of AUX (indien beschikbaar) te
gaan of om tussen deze menu's te
wisselen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de betreffende menu's met op‐ ties voor trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van CD-spelerfuncties 3 162, AUX-
functies 3 165, USB-poortfuncties
3 166 en functies voor streaming au‐
dio via Bluetooth 3 169.
Telefoon
Druk kort op PHONE om het telefoon‐
menu te openen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar het telefoonmenu met opties
voor het invoeren en selecteren van
nummers te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de telefoonportal 3 171.Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐ baar in diverse talen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Talen (Languages) in het
menu Instellingen om het betreffende
menu weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐
teksten.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de menubediening 3 148.
Tijd- en datuminstellingen
Raadpleeg het Instructieboekje voor
een gedetailleerde beschrijving.
BasisbedieningMultifunctionele toets
De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.
156RadioAlle ontvangbare FM-, AM- of DAB-
zenders in het actuele ontvangstge‐
bied worden getoond.
Let op
Als er van tevoren geen zenderlijst
is aangemaakt, zoekt het Infotain‐
mentsysteem automatisch naar zen‐
ders.
Selecteer de gewenste zender. Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
Zenderlijsten bijwerken
Druk in een radiohoofdmenu op de
multifunctionele knop om het betref‐
fende frequentiebereikmenu te ope‐
nen.
Als de zenders in de frequentiebe‐
reikspecifieke zenderlijst niet meer
kunnen worden ontvangen:
Selecteer de menuoptie Zenderlijst bijwerken in het betreffende frequen‐tiebereikmenu, bijv. Lijst met FM-
zenders bijwerken .
Het zoeken naar zenders wordt ge‐
start. Als het zoeken is voltooid, klinkt de laatst ontvangen zender.
Druk op de multifunctionele knop om
het zoeken naar zenders te stoppen.
Let op
Als het Infotainmentsysteem met
een dubbele tuner uitgevoerd is,
worden de zenderlijsten voortdu‐
rend op de achtergrond bijgewerkt.
U hoeft het systeem niet handmatig
bij te werken.Let op
Bij het bijwerken van een lijst van
een zender op een specifiek fre‐
quentiebereik wordt de overeen‐
komstige categorielijst ook bijge‐
werkt.
Favorietenlijst
Druk terwijl u in een radiohoofdmenu
bent op de multifunctionele knop om
het betreffende frequentiebereik‐ menu te openen.
Selecteer Favorietenlijst . Alle zen‐
ders die in de favorietenlijst zijn op‐
geslagen, worden weergegeven.
Selecteer de gewenste zender.
Radio157Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
Categorielijsten Talloze RDS 3 158 en DAB 3 160
zenders zenden een PTY-code uit,
die het uitgezonden programmatype
aangeeft (bijv. nieuws). Sommige
zenders wijzigen ook de PTY-code
afhankelijk van de inhoud die op dat
moment wordt uitgezonden.
Het Infotainmentsysteem slaat deze
zenders, gesorteerd op programma‐
type, in de desbetreffende categorie‐
lijst op.
Zoeken op een programmatype dat
door de zender wordt opgegeven: se‐
lecteer de specifieke categorielijstop‐
tie van het frequentiebereik.
Er verschijnt een lijst met momenteel beschikbare programmatypen.
Selecteer het gewenste programma‐
type.
Er verschijnt een lijst met zenders die een programma van het geselec‐
teerde type uitzenden.
Selecteer de gewenste zender.
De categorielijst wordt tijdens de up‐
date van de zenderlijst die bij het des‐
betreffende frequentiebereik hoort
eveneens bijgewerkt.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
DAB-berichten
Naast muziekprogramma's zenden
tal van DAB-zenders 3 160 diverse
berichtcategorieën uit.
De momenteel ontvangen DAB-ser‐
vice (programma) wordt onderbroken wanneer er een bericht van voorheen
geactiveerde categorieën in de wacht staat.
Het activeren van berichtcategorieën
Selecteer in DAB-menu de optie
DAB-berichten om het betreffende
menu weer te geven.
158Radio
Activeer de gewenste berichtcatego‐
rieën.
Er kunnen diverse categorieën aan‐
kondigingen tegelijk worden geselec‐
teerd.
Let op
De volgende opties zijn alleen be‐
schikbaar als RDS op Aan wordt ge‐
zet.
Radio Data System (RDS) Is een dienst voor FM-zenders die er‐
voor zorgt dat de gewenste zender
aanzienlijk sneller wordt gevonden en
zonder problemen wordt ontvangen.
Voordelen van RDS
● Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de geselec‐
teerde zender i.p.v. de frequen‐
tie.
● Tijdens het zoeken naar zenders
stemt het Infotainmentsysteem alleen af op RDS-zenders.
● Het infotainmentsysteem stelt met behulp van AF (Alternative
Frequency) altijd automatisch af
op de zendfrequentie met de
beste ontvangst van de geselec‐
teerde zender.
● Afhankelijk van de ontvangen zender geeft het Infotainment‐
systeem radiotekst weer die bijv.
informatie over het actuele pro‐
gramma kan bevatten.
Configureren van RDS Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens RDS-opties .
Zet RDS op Aan of Uit.
Let op
Na het uitschakelen van RDS wordt
deze functie automatisch weer inge‐ schakeld bij het afstemmen op een
andere zender (via de zoekfunctie of een voorkeuzeknop).
Let op
De volgende opties zijn alleen be‐
schikbaar als RDS op Aan wordt ge‐
zet.
Radio159RDS-opties
In- en uitschakelen van regio-
instelling
Soms zenden RDS-zenders op ver‐
schillende frequenties programma's
uit die regionaal van elkaar verschil‐
len.
Zet Regionaal op Aan of Uit.
Als de regio-instelling is ingescha‐ keld, worden er uitsluitend alterna‐
tieve frequenties (AF) met dezelfde
regionale programma's geselecteerd.
Is de regio-instelling uitgeschakeld,
worden alternatieve frequenties voor
de zenders geselecteerd zonder re‐
kening te houden met regionale pro‐
gramma's.
Lopende RDS-tekst
Sommige RDS-zenders verbergen
de naam van het actuele programma
om aanvullende informatie te kunnen
tonen.
Voorkomen dat aanvullende informa‐ tie wordt weergegeven:
Geen rollende displaytekst op Aan
zetten.Radiotekst
Als de RDS-functie wordt geactiveerd en er momenteel een RDS-zender
wordt ontvangen, verschijnt er infor‐
matie over het huidige programma en
de momenteel beluisterde muzeik‐
track onder de naam van het pro‐
gramma.
Toon of verberg deze informatie door Radio-tekst op Aan of Uit te zetten.
TA-volume
Het volume van verkeersberichten
(TA) kan vooraf worden ingesteld.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 152.
Radioverkeerinformatieservice (TP = Traffic Programme)
Zenders met radioverkeerinformatie‐
service zijn RDS-zenders die ver‐
keerinformatie uitzenden.
Verkeersinformatie in- of
uitschakelen
Om de stand-by verkeersberichten‐
functie van het Infotainmentsysteem
in- en uit te schakelen:
Druk op TP.● Als verkeersinformatie is inge‐
schakeld, verschijnt [ ] in het ra‐
diohoofdmenu.
● Er worden alleen verkeersinfor‐ matiezenders weergegeven.
● Als de actuele zender geen ver‐ keersinformatiezender is, wordt
er automatisch naar de volgende verkeersinformatiezender ge‐
zocht.
● Wanneer een verkeersinforma‐ tiezender is gevonden, wordt
[TP] in het hoofdmenu van de ra‐
dio weergegeven.
● Verkeersberichten worden op het
van tevoren ingestelde TA-vo‐
lume 3 152 weergegeven.
● Als verkeersinformatie is inge‐ schakeld, wordt het afspelen vande cd-/mp3 voor de duur van het
verkeersbericht onderbroken.
Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Schakel verkeersinformatie in en
draai het volume van het infotain‐
mentsysteem helemaal omlaag.
Radio161ontvangstkwaliteit van DAB, ter‐
wijl AM- en FM-ontvangst in die
gevallen juist aanmerkelijk ver‐
zwakt.
● Na het inschakelen van DAB-ont‐
vangst blijft de FM-tuner van het
Infotainmentsysteem op de ach‐
tergrond actief en zoekt voortdu‐
rend naar de best ontvangbare
FM-zenders. Als TP 3 158 geac‐
tiveerd is, worden er verkeersbe‐
richten van de momenteel best
ontvangbare FM-zender doorge‐
geven. Deactiveer TP, als DAB-
ontvangst niet door FM-verkeers‐ berichten moet worden onder‐
broken.
DAB configureren
Druk op CONFIG .
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens DAB-instellingen .
In het configuratiemenu zijn de vol‐ gende opties beschikbaar:
Automatisch ensemble koppelen Als deze functie ingeschakeld is,
schakelt het systeem over op de‐
zelfde service van een ander DAB-ensemble (frequentie) als het DAB-
signaal te zwak is om door de radio te
worden opgevangen.
Zet de functie op Aan of Uit.
Automatisch koppelen DAB-FM
Als deze functie ingeschakeld is, schakelt het systeem over naar een
overeenkomstige FM-zender van de
actieve DAB-service als het DAB-sig‐ naal te zwak is om door de radio te
worden opgevangen.
Zet de functie op Aan of Uit.
Dynamisch audioaanpassing
Als deze functie geactiveerd is, wordt
het dynamische bereik van het DAB-
signaal gereduceerd. Dat houdt in dat
het volume van hard geluid wordt ge‐ reduceerd en dat van zacht geluid
wordt verhoogd. Daardoor kan het
volume van het Infotainmentsysteem
zo worden afgesteld dat zacht geluid
goed hoorbaar is zonder dat hard ge‐
luid te hard klinkt.
Zet de functie op Aan of Uit.
Bereik selecteren
Selecteer Bandkeuze om het betref‐
fende menu weer te geven.Om te definiëren welke DAB-golfbe‐
reiken door het Infotainmentsysteem
moeten worden ontvangen, activeert
u één van de opties:
L-band : 1452 - 1492 MHz, grond- en
satellietradio
Band III : 174 - 240 MHz, grondradio
Beide
162Cd-spelerCd-spelerAlgemene aanwijzingen.............162
Gebruik ...................................... 163Algemene aanwijzingen
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma-cd's afspelen.
OpmerkingenVoorzichtig
Plaats in geen geval single-cd's
met een diameter van 8 cm of spe‐ ciaal vormgegeven cd's in de au‐
diospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐
digen. Een vervanging van uw toe‐ stel is dan noodzakelijk.
● De volgende CD-formaten kun‐ nen worden gebruikt:
CD-ROM Mode 1 en Mode 2
CD-ROM XA CD-ROM XA
Mode 2, Form 1 en Form 2
● De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO 9660 niveau 1, niveau 2 (Ro‐
meo, Joliet)
Het is mogelijk dat MP3- en
WMA-bestanden die in een an‐
der formaat zijn geschreven dan
hierboven vermeld niet correct
worden afgespeeld en dat hun
bestands- en mapnamen niet
correct worden weergegeven.
● Audio-cd's met kopieerbeveili‐ ging die niet voldoen aan de au‐
dio-cd-standaard, worden moge‐
lijk niet correct of zelfs helemaal
niet afgespeeld.
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbe‐
speelde cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt
vooral voor zelfgebrande cd-r's
en cd-rw's (zie hieronder).
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's worden mogelijk niet correct of
zelfs helemaal niet afgespeeld. In
dergelijke gevallen is er dus niets mis met de apparatuur.
166USB-poortUSB-poortAlgemene aanwijzingen.............166
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 167Algemene aanwijzingen
In de middenconsole onder de knop‐
pen voor de klimaatregeling bevindt
zich een USB-aansluiting voor het
aansluiten van externe audiogege‐
vensbronnen.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Op de USB-poort kunt u een mp3-
speler, USB-drive, SD Card (via USB-
aansluiting/adapter) of iPod aanslui‐
ten.
Na het aansluiten op de USB-poort
kunnen diverse functies van de bo‐
venstaande apparaten worden be‐
diend via de bedieningsorganen en
menu's van het infotainmentsysteem.
Let op
Niet alle modellen mp3-spelers, USB-drives, SD Cards of iPods wor‐ den ondersteund door het infotain‐
mentsysteem.Opmerkingen
● De op de USB-poort aangesloten
externe apparaten moeten vol‐
doen aan de USB Mass Storage
Class-specificatie (USB MSC).
● Via USB aangesloten apparaten worden ondersteund volgens
USB-specificatie V 2.0. Maxi‐
male ondersteunde snelheid:
12 Mbit/s.
● Alleen apparaten met een FAT16/FAT32-bestandssysteem
worden ondersteund.
● Vaste-schijfstations (HDD) wor‐ den niet ondersteund.
● USB-hubs worden niet onder‐ steund.
● De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO9660 Level 1, Level 2 (Ro‐
meo, Joliet).
Het is mogelijk dat MP3- en
WMA-bestanden die in een an‐
der formaat zijn geschreven dan
hierboven vermeld niet correct
worden afgespeeld en dat hun