106RadioDruk terwijl het radiohoofdmenu ac‐
tief is op de multifunctionele knop om
het gewenste frequentiebereikmenu
te openen.
Let op
De volgende FM-specifieke displays worden als voorbeeld getoond.
Favorietenlijst
Selecteer Favorietenlijst . Alle zen‐
ders die in de favorietenlijst zijn op‐
geslagen, worden weergegeven.
Selecteer de gewenste zender.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
Zenderlijsten
Frequentiebereik AM/FM
Selecteer Lijst met AM-zenders of
Lijst met FM-zenders .
Alle ontvangbare AM/FM-zenders in
het actuele ontvangstgebied worden
getoond.
Frequentiebereik DAB
Draai aan de multifunctionele knop.
Alle ontvangbare DAB-zenders
3 110 in het actuele ontvangstgebied
worden getoond.
Let op
Als er van tevoren geen zenderlijst
is aangemaakt, zoekt het Infotain‐
mentsysteem automatisch naar zen‐
ders.
Selecteer de gewenste zender.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
108RadioDAB-berichten
Naast muziekprogramma's zenden
tal van DAB-zenders 3 110 diverse
berichtcategorieën uit.
De momenteel ontvangen DAB-
service (programma) wordt onderbro‐
ken wanneer berichten van voorheen geactiveerde categorieën in de wacht staan.
Het activeren van berichtcategorieën Selecteer DAB-berichten in het DAB-
menu.
Activeer de gewenste berichtcatego‐
rieën.
Er kunnen diverse categorieën aan‐
kondigingen tegelijk worden geselec‐
teerd.
Let op
DAB-berichten kunnen alleen ont‐
vangen worden als de DAB-
golfband geactiveerd is.
Radio Data System (RDS)
Is een dienst voor FM-zenders die er‐
voor zorgt dat de gewenste zender
aanzienlijk sneller wordt gevonden en zonder problemen wordt ontvangen.Voordelen van RDS
● Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de ingestelde
zender in plaats van de frequen‐
tie.
● Bij het zoeken naar zenders stemt het Infotainmentsysteemalleen af op RDS-zenders.
● Het infotainmentsysteem stelt met behulp van AF (Alternative
Frequency) altijd automatisch af
op de zendfrequentie met de
beste ontvangst van de geselec‐
teerde zender.
● Afhankelijk van de ontvangen zender geeft het Infotainment‐
systeem radiotekst weer die bijv.
informatie over het actuele pro‐
gramma kan bevatten.
Configureren van RDS
Om het menu voor de RDS-
configuratie op te roepen:
Druk op CONFIG .
CD 400 /CD 400plus: selecteer Radio-
instellingen en vervolgens RDS-
opties .
Radio109CD 300: selecteer Audio-instellingen
en vervolgens RDS-opties.
TA-volume
Het volume van verkeersberichten
(TA) kan vooraf worden ingesteld
3 101.
In- en uitschakelen van RDS
Zet RDS op Aan of Uit.
Let op
Na het uitschakelen van RDS wordt
deze functie automatisch weer inge‐ schakeld bij het afstemmen op een
andere zender (via de zoekfunctie of een voorkeuzeknop).
Verkeersmelding (TA)
Om de TA-functie permanent in of uit
te schakelen:
Zet Verkeersmelding (TA) op Aan of
Uit .
Regionalisatie in- en uitschakelen
(RDS moet voor regionalisatie zijn in‐ geschakeld)
Soms zenden RDS-zenders op ver‐
schillende frequenties programma's
uit die regionaal van elkaar verschil‐ len.
Zet Regionaal (REG) op Aan of Uit.
Als regionalisatie is ingeschakeld,
worden er uitsluitend alternatieve fre‐
quenties (AF) met dezelfde regionale
programma's geselecteerd.
Als regionalisatie is uitgeschakeld,
worden alternatieve frequenties van
de desbetreffende zenders geselec‐
teerd onafhankelijk van regionale pro‐ gramma's.
Lopende RDS-tekst
Sommige RDS-zenders verbergen
de naam van het actuele programma
om aanvullende informatie te kunnen
tonen.Voorkomen dat aanvullende informa‐ tie wordt weergegeven:
Geen rollende displaytekst op Aan
zetten.
Radio-tekst:
Als RDS is ingeschakeld en er een
RDS-zender wordt weergegeven,
verschijnt er onder de programma‐
naam informatie over het actuele pro‐ gramma en over de actuele muziek‐
track.
Om de informatie te tonen of te ver‐
bergen:
Zet Radio-tekst: op Aan of Uit.
Radioverkeerinformatieservice (TP = Traffic Programme)
Zenders met radioverkeerinformatie‐
service zijn RDS-zenders die ver‐
keerinformatie uitzenden.
Verkeersinformatie in- of
uitschakelen
Om de stand-by verkeersberichten‐
functie van het Infotainmentsysteem in- en uit te schakelen:
Druk op TP.
110Radio● Als verkeersinformatie is inge‐schakeld, verschijnt [ ] in het ra‐
diohoofdmenu.
● Er worden alleen verkeersinfor‐ matiezenders weergegeven.
● Als de actuele zender geen ver‐ keersinformatiezender is, wordt
er automatisch naar de volgende verkeersinformatiezender ge‐
zocht.
● Wanneer een verkeersinforma‐ tiezender is gevonden, wordt
[TP] in het hoofdmenu van de ra‐
dio weergegeven.
● Verkeersberichten worden op het
van tevoren ingestelde TA-vo‐
lume 3 101 weergegeven.
● Als verkeersinformatie is inge‐ schakeld, wordt het afspelen vande cd-/mp3 voor de duur van het
verkeersbericht onderbroken.
Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Schakel verkeersinformatie in en
draai het volume van het infotain‐
mentsysteem helemaal omlaag.Blokkeren van verkeersberichten
Ga als volgt te werk om een verkeers‐ bericht, bijv. tijdens het afspelen van
cd/mp3, te blokkeren:
Druk op TP of de multifunctionele
knop om het annuleringsbericht op
het display te bevestigen.
Het verkeersbericht wordt afgebro‐
ken, maar de radioverkeerinformatie‐
service blijft ingeschakeld.
EON (Enhanced Other Networks) Met EON kunt u naar verkeersberich‐
ten luisteren ook als de zender waar‐
naar u luistert zelf geen verkeersin‐
formatie uitzendt. Als een dergelijke
zender is ingeschakeld, wordt net als
bij verkeersinformatiezenders TP op
het display in zwart weergegeven.
Digital Audio Broadcasting
Digital Audio Broadcasting (DAB) is
een innovatief en universeel uitzend‐
systeem.
DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam i.p.v. met de
zendfrequentie.
Algemene aanwijzingen
● Met DAB kunnen verschillende programma’s (diensten) op de‐
zelfde frequentie worden uitge‐
zonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veelheid
aan andere dataservices uit te
zenden, inclusief reis - en ver‐
keersinformatie.
114Cd-speler● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw'sworden mogelijk niet correct of
zelfs helemaal niet afgespeeld. In
dergelijke gevallen is er dus niets mis met de apparatuur.
● Bij Mixed-Mode-CD’s (waarop audiotracks en gecomprimeerde
bestanden, bijv. MP3 zijn opge‐
slagen) kunnen audiotrackge‐ deelte en de gecomprimeerde
bestanden separaat worden af‐
gespeeld.
● Zorg dat er bij het wisselen van cd's geen vingerafdrukken op de
cd's komen.
● Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler
om ze tegen beschadiging en vuil
te beschermen.
● Vuil en vloeistof op de cd's kun‐ nen de lens van de cd-speler bin‐nen in het apparaat vies maken
en storingen veroorzaken.
● Bescherm cd's tegen warmte en direct zonlicht.
● De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens dieop een mp3/wma-cd zijn opge‐
slagen:
Aantal tracks: max. 999.
Aantal mappen: max. 255.
Mapstructuurdiepte: max.
64 niveaus (aanbevolen: max. 8 niveaus).
Aantal afspeellijsten: max. 15.
Aantal songs per afspeellijst:
max. 255.
Toepasbare afspeellijstexten‐
sies: .m3u, .pls, .asx, .wpl.
● In dit hoofdstuk wordt alleen het afspelen van mp3-bestanden be‐handeld, omdat de werking voor
mp3- en wma-bestanden het‐
zelfde is. Wanneer een cd met
wma-bestanden wordt geplaatst,
worden mp3-gerelateerde me‐
nu's weergegeven.Gebruik
Cd afspelen starten
Druk op CD om het CD- of MP3-menu
te openen.
Als er zich een cd in de cd-speler be‐ vindt, wordt deze automatisch afge‐
speeld.
Afhankelijk van de data die op de au‐
dio- of mp3-cd is opgeslagen, ver‐
schijnt er op het display dienovereen‐
komstig informatie over de cd en de
actuele track.
Cd-speler115Cd plaatsen
Plaats de CD met de bedrukte kant
naar boven in de CD-sleuf totdat de
CD naar binnen wordt getrokken.
Let op
Bij het aanbrengen van een cd ver‐
schijnt er een cd-symbool op de bo‐
venste regel van het display.
Standaard paginaoverzicht
wijzigen
(alleen bij CD 300)
Tijdens het afspelen van een audio-
of mp3-cd: druk op de multifunctio‐
nele knop en selecteer Standaard‐
weergave cd-pagina of Standaard‐
weergave pagina mp3 .
Selecteer de gewenste optie.
Mapniveau wijzigen Druk op g of e om naar een hoger
of lager mapniveau te gaan.
Naar de volgende of vorige track
gaan
Druk kort op s of u .Snel vooruit of achteruit
Houd s of u ingedrukt voor snel
vooruit of snel achteruit van de hui‐
dige track.
Nummers selecteren met behulp
van het audio-cd- of mp3-menu
Tijdens het afspelen van een audio-
cd
Druk op de multifunctionele knop om
het audio-cd-gerelateerde menu te
openen.
Alle nummers willekeurig afspelen:
stel Tracks shuffelen in op Aan.
Een nummer op een audio-cd selec‐
teren: selecteer Trackslijst en selec‐
teer vervolgens het gewenste num‐
mer.
Tijdens het afspelen van mp3
Druk op de multifunctionele knop om
het mp3-gerelateerde menu te ope‐ nen.
Alle nummers willekeurig afspelen:
stel Tracks shuffelen in op Aan.
Een track uit een map of afspeellijst
selecteren: selecteer Playlists/
Mappen .
120SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie..................120
Telefoonregeling ........................121Algemene informatie
De spraakherkenning van het Info‐
tainmentsysteem stelt u in staat om
het telefoonportaal met uw stem te
besturen. De spraakbesturing her‐
kent commando's en cijferreeksen,
ongeacht wie de spreker is. De in‐
structies en cijferreeksen kunnen
zonder pauze tussen de afzonderlijke woorden worden uitgesproken.
U kunt telefoonnummers onder een
toegewezen naam opslaan (spraak‐
label). Met deze namen kunt u later
een telefoonverbinding tot stand
brengen.
Bij onjuist gebruik of onjuiste com‐
mando's geeft de spraakherkenning u
visuele en/of akoestische feedback
en wordt u gevraagd het gewenste
commando te herhalen. Bovendien
bevestigt de spraakherkenning be‐
langrijke instructies en stelt zo nodig
een vraag hierover.
Om te voorkomen dat gesprekken in
de auto onbedoeld de systeemfunc‐
ties beïnvloeden, moet u de spraak‐
herkenning pas starten nadat deze is geactiveerd.Belangrijke opmerkingen over
taalondersteuning
● Niet alle talen die voor het display
van het Infotainmentsysteem be‐ schikbaar zijn, zijn ook beschik‐
baar voor de spraakherkenning.
● Als de momenteel geselecteerde
taal voor het display niet door de
spraakherkenning wordt onder‐
steund, moet u de spraakcom‐
mando's in het Engels invoeren.
Om spraakcommando's in het
Engels te kunnen invoeren moet
u eerst het telefoonhoofdmenu
activeren door op PHONE op het
Infotainmentsysteem te drukken
en dan de spraakherkenning van
het telefoonportaal te activeren
door op w op het stuurwiel te
drukken.
Telefoon129De mobiele telefoon wordt in de ap‐
paratenlijst opgenomen en kan via de
telefoonportal worden bediend.
De Bluetooth-code wijzigen
(alleen relevant voor handsfree-
modus)
De eerste keer dat een Bluetooth-
verbinding met de telefoonportal
wordt ingesteld, wordt een standaard‐
code weergegeven. Deze standaard‐ code kan op elk gewenst moment
worden gewijzigd. Om veiligheidsre‐
denen moet u voor het koppelen van
apparaten een viercijferige, willekeu‐
rig gekozen code gebruiken.Selecteer Bluetooth-code wijzigen .
Bewerk in het weergegeven menu de
huidige Bluetooth-code en bevestig
de veranderde code met OK.
Een mobiele telefoon via SIM Access Profile (SAP) verbinden
Selecteer Apparaat simtoegang
toevoegen .
De telefoonportal scant of er beschik‐
bare apparaten zijn en toont een lijst
met de gevonden apparaten.
Let op
De mobiele telefoon moet geacti‐ veerd zijn voor Bluetooth en op
zichtbaar ingesteld staan.Selecteer de gewenste mobiele tele‐
foon in de lijst. De prompt met de
SAP-wachtwoordcode wordt in het In‐ fotainmentdisplay getoond met een
16-cijferige code.
Voer de weergegeven SAP-
wachtwoordcode in de mobiele tele‐
foon in (zonder spaties). De pincode
van de mobiele telefoon wordt in het infotainmentdisplay getoond.
Wanneer de Pinbeveiliging -functie
actief is, moet de gebruiker de pin‐
code van de simkaart in de mobiele
telefoon invoeren.