42Externe apparaten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de betreffende applicatie verwij‐
zen wij u naar de website van de be‐ treffende softwarefabrikant.
Een applicatie starten
Verbind de smartphone als deze nog
niet met het Infotainmentsysteem ver‐ bonden is:
● iPod/iPhone: verbind het appa‐
raat met de USB-poort 3 31
● Android phone: breng een Blue‐
tooth-verbinding tot stand
3 45
Download indien niet geïnstalleerd de
betreffende applicatie naar uw smart‐ phone.
Druk op de toets ; en selecteer de
knop op het scherm Apps om het be‐
treffende menu te openen.
Raak de knop op het scherm van de gewenste applicatie aan. Er komt een verbinding met de betreffende appli‐
catie op de verbonden smartphone
tot stand.
Het hoofdmenu van de applicatie ver‐
schijnt op het display van het Infotain‐
mentsysteem.
Let op
Controleer bij het gebruik van een
navigatie-applicatie of de GPS-ont‐
vangst van de smartphone goed is.
Applicatiepictogrammen
weergeven of verbergen
U kunt definiëren welke van de door
het Infotainmentsysteem onder‐
steunde goedgekeurde applicaties in
het menu Apps zichtbaar en selec‐
teerbaar zijn.Selecteer 5 Instellingen op de onder‐
ste regel van het hoofdmenu Apps om
het menu App instellingen te openen.
Selecteer of deselecteer de gewenste
applicaties en selecteer vervolgens
de knop OK op het scherm.
Spraakherkenning43SpraakherkenningAlgemene informatie....................43
Gebruik ........................................ 43Algemene informatie
Via de spraakdoorschakel-toepas‐ sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone. Zie de gebruikershandleiding
van uw smartphone om te controleren of uw smartphone deze functie on‐
dersteunt.
Om de spraakdoorschakel-toepas‐
sing te kunnen gebruiken, moet de
smartphone op het infotainmentsys‐
teem zijn aangesloten via een USB-
kabel 3 31 of via Bluetooth 3 45.
Gebruik
Spraakherkenning activeren Houd 7w op het stuurwiel ingedrukt
om een spraakherkenningssessie te
starten. Er verschijnt een spraakbe‐
sturingsbericht op het scherm.
Zodra er een pieptoon heeft geklon‐
ken kunt u een commando uitspre‐
ken. Raadpleeg voor informatie over
ondersteunde commando's de ge‐
bruiksaanwijzing van uw smartphone.Volume van gesproken commando's
aanpassen
Druk op ∧ / ∨ op het bedieningspaneel
of op + / - rechts op het stuurwiel om
het volume van de gesproken instruc‐ ties hoger of lager te zetten.
Spraakherkenning deactiveren
Druk op xn op het stuurwiel. Het
spraakbesturingsbericht verdwijnt, de
spraakherkenningssessie wordt be‐
eindigd.
Telefoon45telefoneren verboden is, als demobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerddoor de Bluetooth Special InterestGroup (SIG).
Meer informatie over de specificatie
kunt u op internet op http://www.blue‐
tooth.com vinden.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. mobiele telefoons, iPod/iPhone-
modellen of andere apparaten.
Voor het instellen van een Bluetooth- verbinding met het Infotainmentsys‐
teem moet de Bluetooth-functie van
het Bluetooth-apparaat worden geac‐
tiveerd. Voor nadere informatie ver‐
wijzen wij u naar de gebruiksaanwij‐
zing van het Bluetooth-apparaat.
Via het menu Bluetooth instelling wor‐
den Bluetooth-apparaten met het In‐
fotainmentsysteem gekoppeld (uit‐
wisselen van pincode tussen Blue‐
tooth-apparaat en Infotainmentsys‐
teem) en verbonden.
Menu Bluetooth instelling Druk op de toets ; en selecteer ver‐
volgens de knop Instellingen op het
scherm.
Selecteer Verbindingsinstelllingen en
dan Bluetooth instelling om het be‐
treffende menu weer te geven.Een apparaat koppelen
Opmerkingen ● Aan het systeem kunnen maxi‐ maal vijf apparaten worden ge‐
koppeld.
● Er kan slechts één gekoppeld ap‐
paraat tegelijk met het infotain‐
mentsysteem worden verbon‐
den.
● Koppelen is in de regel slechts één keer noodzakelijk, tenzij het
apparaat van de lijst met gekop‐
pelde apparaten wordt gewist.
Als het apparaat eerder verbon‐
den was, brengt het Infotain‐ mentsysteem de verbinding au‐
tomatisch tot stand.
● Door de bediening van Bluetooth
wordt de accu van het apparaat
aanzienlijk belast. Sluit het appa‐ raat daarom aan op de elektri‐
sche aansluiting om het op te la‐
den.
56TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ..............37
Afbeeldingsbestanden ..................31
Afbeelding via USB activeren .......37
Algemene aanwijzingen ...........6, 44
Apps .......................................... 31
AUX ........................................... 31
Bluetooth ................................... 31
Smartphone-applicaties ............31
USB ........................................... 31
Algemene informatie ..............31, 43
DAB ........................................... 27
Infotainment-systeem ..................6
Telefoon .................................... 44
Antidiefstalfunctie ..........................7
Apps ....................................... 31, 41
Audio afspelen .............................. 34
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel ...................................... 8
Audiobestanden ........................... 31
Audio via AUX activeren ...............34
Audio via iPod activeren ...............34
Audio via USB activeren ...............34
Automatisch volume .....................17
Autostore-lijsten ............................ 22
Zenders ophalen .......................22
Zenders opslaan .......................22
AUX Algemene aanwijzingen ............31
Apparaat aansluiten ..................31Audiomenu AUX........................ 34
Filmmenu AUX .......................... 39
B Basisbediening ............................. 13
Bediening...................................... 49 Externe apparaten ....................31
Menu ......................................... 13
Radio ......................................... 21
Telefoon .................................... 49
Bedieningselementen Infotainment-systeem ..................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Beginmenu ................................... 13
Bel Beltoon ...................................... 49
Functies tijdens het gesprek .....49
Inkomend gesprek ....................49
Telefoongesprek initiëren ..........49
Beltoon Beltoon wijzigen ........................49
Beltoonvolume .......................... 17
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ..............31
Audiobestanden ........................31
Filmbestanden........................... 31
Bluetooth Algemene aanwijzingen ............31
Apparaat aansluiten ..................31
58Verkeersberichten.....................25
Volume TP ................................ 25
Zender zoeken .......................... 21
Zenderlijsten.............................. 23
Zenderlijsten bijwerken .............23
Zenders ophalen .................22, 23
Zenders opslaan .................22, 23
Radio activeren............................. 21
Radio Data System (RDS) ........... 25
RDS .............................................. 25
Regio-instelling ............................. 25
Regionaal ..................................... 25
S Selectie van frequentiebereik .......21
Smartphone ............................ 31, 41
Smartphone-applicaties gebruiken .................................. 41
Snelkiesnummers .........................49
Spraakherkenning ........................43
Stemherkenning ........................... 43
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................... 34
Systeeminstellingen...................... 19 Fabrieksinstellingen radio .........10
Taal ........................................... 10
Tekstbladerfunctie .....................10
Tijd- en datuminstellingen .........10
Voertuiginstellingen ...................10T
Taal............................................... 10
Tekstbladerfunctie ........................10
Telefoon Algemene informatie .................44
Beltoon selecteren ....................49
Bluetooth ................................... 44
Bluetooth-verbinding .................45
Een nummer invoeren ...............49
Functies tijdens het gesprek .....49
Hoofdmenu Telefoon ................49
Inkomend gesprek ....................49
Noodoproepen .......................... 48
Oproepenhistorie ......................49
Snelkiesnummer .......................49
Telefoonboek ............................ 49
Telefoon activeren ........................49
Telefoonboek ................................ 49
Tijdinstellingen .............................. 10
U USB Afbeeldingenmenu USB ............37
Algemene aanwijzingen ............31
Apparaat aansluiten ..................31
Audiomenu USB........................ 34
Filmmenu USB .......................... 39V
Verkeersberichten Inschakelen ............................... 25
Volume TP ................................ 25
Voertuiginstellingen ......................10
Volume Automatisch volume ..................17
Beltoonvolume .......................... 17
Maximaal opstartvolume ...........17
Stiltefunctie................................ 10
Volume aanraakpiep .................17
Volume instellen ........................10
Volume TP ................................ 17
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen ............................. 10
Voor snelheid
gecompenseerd volume ............17
Volume aanraakpiep ....................17
Volume-instellingen ......................17
Volume TP .................................... 17
Z
Zenderlijsten ................................. 23
Zenderlijsten bijwerken .................23
Zenders ophalen ....................22, 23
Zenders opslaan .....................22, 23
Zender zoeken.............................. 21
104FlexDockFlexDockAlgemene informatie..................104
Gebruik ...................................... 105Algemene informatie
FlexDock bestaat uit een ingebouwde basisplaat en verschillende typen
cradles die aan de basisplaat kunnen
worden bevestigd. Door een iPhone
of een andere smartphone op de
slede zetten kunt u de smartphone via het Infotainmentsysteem, de stuurbe‐dieningsknoppen of het aanraak‐
scherm bedienen.
Voor nadere informatie over het ge‐
bruik van de cradle verwijzen wij u
naar de bij elke cradle meegeleverde
handleiding van de cradle.9 Waarschuwing
Met het FlexDock verbonden toe‐
stellen moeten zodanig worden
gebruikt dat de bestuurder niet
wordt afgeleid en dat de verkeers‐ veiligheid op geen enkel moment
in het geding komt. Houd u altijd
aan de betreffende wet- en regel‐
geving van het land waarin u rijdt.
Deze wetgeving kan verschillen
van de informatie in deze handlei‐
ding. Zet bij twijfel uw auto aan de kant en bedien de apparatuur ter‐
wijl u stilstaat.
Let op
Gebruik via de USB-aansluiting niet
tegelijkertijd een andere audiobron
om superposities van beide audio‐
bronnen te voorkomen.
Voorzichtig
Laat de mobiele telefoon ter voor‐
koming van diefstal bij het verlaten van de auto niet in het FlexDockachter.
FlexDock105GebruikCradle op de basisplaat
bevestigen
1. Haal de kap van de basisplaat.
2. Druk de cradle in de basisplaat en
klap deze neer.
Smartphone aansluiten op het Infotainmentsysteem
Universele smartphone
Sluit de smartphone met de aansluit‐
kabel aan op de slede.
iPhone
De iPhone wordt bij het plaatsen in de
cradle automatisch verbonden.
Afhankelijk van de aanwezige soft‐
ware en hardware kan de functionali‐ teit van de iPhone beperkt zijn.
De smartphone bedienen Bij het verbinden van de smartphone
via FlexDock heeft deze dezelfde
functionaliteit als wanneer deze via
de USB-aansluiting wordt aangeslo‐
ten. Zie de betreffende instructies in
deze handleiding voor gedetailleerde
informatie.
Voor het gebruik van de telefoonfunc‐ tie of de functie Streaming audio via
Bluetooth moet er een Bluetooth-ver‐
binding tot stand worden gebracht.
Zie de betreffende instructies in deze handleiding en de gebruiksaanwijzing
bij de smartphone voor gedetailleerde informatie.
Cradle van de basisplaat
verwijderen
1. Druk op de ontgrendelingsknop en verwijder de cradle.
2. Bevestig de cradle op de basis‐plaat.