Page 219 of 243

Service en onderhoud217Extra motorolieadditieven
Het gebruik van extra motorolieaddi‐
tieven kan schade tot gevolg hebben
en de garantie ongeldig maken.
Motorolieviscositeitswaarden
De SAE-viscositeitswaarde geeft in‐
formatie over de dikte van de olie.
Multigrade-olie wordt geklasseerd
door twee cijfers, bijv. SAE 5W-30.
Het eerste cijfer, gevolgd door een W,
geeft de viscositeit bij lage tempera‐
turen, het tweede cijfer de viscositeit
bij hoge temperaturen aan.
Selecteer de betreffende viscositeits‐
index afhankelijk van de minimumom‐ gevingstemperatuur 3 220.
Alle aanbevolen viscositeitswaarden
zijn geschikt voor hoge omgevings‐
temperaturen.
Koelvloeistof en antivries Alleen silicaatvrije antivries voor long‐
life-koelvloeistof (LLC) gebruiken. De hulp van een werkplaats inroepen.
Het systeem is af fabriek afgevuld
met koelvloeistof voor optimale cor‐
rosiebescherming en vorstbescher‐
ming tot een temperatuur van ca.–28 °C . In noordelijke landen met ex‐
treem lage temperaturen biedt de af
fabriek bijgevulde koelvloeistof vor‐
stbescherming tot ca. –37 °C. Deze
concentratie dient het gehele jaar in
stand te worden gehouden. Extra
koelvloeistofadditieven die bedoeld zijn om extra corrosiebestendigheid
te bieden of om kleine lekken te dich‐ ten kunnen functiestoringen veroor‐zaken. Aansprakelijkheid voor even‐
tuele gevolgen van het gebruik van
extra koelvloeistofadditieven wordt
niet aanvaard.
Rem- en koppelingsvloeistof
Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven interval worden ververst.
Page 222 of 243
220Technische gegevensAutogegevensAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Europees serviceschema Vereiste motoroliekwaliteitAlle Europese landen met Europees onderhoudsinterval 3 215MotoroliekwaliteitBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)dexos 1–dexos 2✔
Wanneer er geen dexos-kwaliteit beschikbaar is, kunt u één keer tussen olieverversingen max. één liter motorolie van de
kwaliteit ACEA C3 bijvullen.
Motorolieviscositeitswaarden
Alle Europese landen met Europees onderhoudsinterval 3 215OmgevingstemperatuurBenzine- en dieselmotorentot –25 °CSAE 5W-30 of SAE 5W-40onder –25 °CSAE 0W-30 of SAE 0W-40
Page 223 of 243
Technische gegevens221Internationaal serviceschema
Vereiste motoroliekwaliteitAlle landen met internationaal onderhoudsinterval 3 215MotoroliekwaliteitBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)dexos 1✔dexos 2✔
Wanneer er geen dexos-kwaliteit beschikbaar is, kunt u de onderstaande oliekwaliteiten gebruiken:
Alle landen met internationaal onderhoudsinterval 3 215MotoroliekwaliteitBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)GM-LL-A-025✔GM-LL-B-025–Alle landen met internationaal onderhoudsinterval 3 215MotoroliekwaliteitBenzinemotoren
(met inbegrip van CNG, LPG, E85)ACEA A3/B3✔ACEA A3/B4✔ACEA-C3✔
Page 237 of 243

Klantinformatie235● reacties van de auto in bepaalderijsituaties (bijv. afgaan van air‐
bag, activering van stabiliteitsre‐
geling)
● omgevingsomstandigheden (bijv. temperatuur)
Deze gegevens zijn uitsluitend tech‐ nisch en helpen fouten identificeren
en corrigeren alsook de functies van
de auto optimaliseren.
Bewegingsprofielen die afgelegde
routes aangeven, kunnen niet met
deze gegevens worden gemaakt.
Als diensten worden gebruikt ( bijv. re‐
paraties, serviceprocessen, garantie‐
gevallen, kwaliteitsborging) kunnen
medewerkers van het servicenetwerk (met inbegrip van de fabrikant) deze
technische informatie lezen in de ge‐
beurtenis- en foutgegevensopslag‐
modules waarbij speciale diagnosti‐
sche apparaten worden gebruikt. Zo
nodig ontvangt u verdere informatie
bij deze werkplaatsen. Nadat een fout gecorrigeerd is, worden de gegevens
uit de foutopslagmodule verwijderd of worden ze constant overschreven.Bij gebruik van de auto kunnen zich
situaties voordoen waarin deze tech‐
nische gegevens die samenhangen
met andere informatie (rapport over
aanrijding, schade aan de auto, ver‐
klaring van getuigen enz.) in verband
kunnen worden gebracht met een
specifieke persoon - mogelijk met de
hulp van een expert.
Extra functies die contractueel zijn
overeengekomen met de klant (bijv.
locatie van auto in noodgevallen) ma‐ ken de overdracht van bepaalde au‐
togegevens uit de auto mogelijk.Radiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en beveiliging van het ont‐
stekingssysteem. Het wordt ook sa‐
men gebruikt met apparaten zoals ra‐
diogestuurde afstandsbedieningen
voor het vergrendelen/ontgrendelen
van de deuren en starten en zenders in de auto voor het openen van gara‐ gedeuren. RFID-technologie in Opel-
voertuigen gebruikt geen persoonlijke
informatie, houdt ze niet bij of koppelt deze niet aan andere Opel-systemen
die persoonlijke informatie bevatten.
Page 241 of 243

239Rijregelsystemen........................141
Rijverlichting .......................... 12, 90
S
Service ....................................... 127
Service-display ............................ 81
Service-indicatie .......................... 87
Service-informatie ...................... 215
Sjorogen ...................................... 67
Sleutel, opgeslagen instellingen ...22
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................195
Snelheidsbegrenzer ...................147
Snelheidsmeter ............................ 79
Spiegelverstelling ..........................8
Sproeiervloeistof ........................170
Stadsmodus................................ 144
Startbeveiliging ......................27, 90
Starten en bedienen ...................129
Starthulp gebruiken ...................206
Stoelpositie .................................. 34
Stoelverstelling ........................7, 35
Stoelverwarming ........................... 38
Stop/Start-systeem .....................131
Storing ....................................... 139
Storingsindicatielamp ..................87
Sturen ......................................... 129
Stuurbedieningsknoppen .............72
Stuurbekrachtiging........................ 88Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 72
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 161
Te laag brandstofpeil ...................89
Toerenteller ................................. 80
Top-Tether-bevestigingsogen ......51
Traction Control .........................141
Trekken....................................... 208
Typeplaatje ................................ 219
U Uitlaatgassen ............................. 134
Uitrol-brandstofafsluiter .............131
Uitstapverlichting .......................116
Ultrasoonparkeerhulp ..................88
Uw autogegevens ..........................3
V Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 194
Vaste luchtroosters ....................126
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................38
Velgen en banden .....................188
Ventilatie ..................................... 118
Ventilatieopeningen ....................126
Verbanddoos ............................... 68
Vergrendelingssysteem ...............26Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ..............136
Verstelbare luchtroosters ........... 126
Vertraagde uitschakeling stroom 129
Verwarmde spiegels ....................28
Verwarmd stuurwiel .....................72
Verwarming ................................. 38
Verwarmings- en ventilatiesysteem .................... 118
Verwerking van sloopauto .........167
Verzorging .................................. 210
Verzorging exterieur ..................210
Verzorging interieur ...................213
Vloerafdekking bagageruimte ......66
Voertuiggewicht .........................226
Voertuigidentificatienummer ......218
Voordat u wegrijdt ........................ 17
Voorruit ......................................... 29
Voorstoelen .................................. 34
W
Waarschuwingslichten ..................79
Werkzaamheden uitvoeren .......168
Wieldoppen ................................ 194
Wiel verwisselen ........................199
Winterbanden ............................ 188
Wis-/wasinstallatie .......................14
Wis-/wasinstallatie achterruit .......75
Wis-/wasinstallatie voorruit ..........73
Wisserblad vervangen ...............173
Page:
< prev 1-8 9-16 17-24