Page 629 of 805

Motorolie
OPMERKING
Het verversen van de motorolie dient door een deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur te worden gedaan.
qAanbevolen olie
Voor het behouden van de onderhoudsinterval (pagina 6-4) en ter bescherming van de
motor tegen beschadiging door slechte smering, is het van vitaal belang gebruik te maken
van motorolie met de juiste specificatie.
Gebruik geen olie die niet voldoet aan de hieronder vermelde specificaties of vereisten.
Gebruik van ongeschikte olie kan motorschade veroorzaken welke niet door de Mazda
garantie wordt gedekt.
Temperatuurbereik voor SAE-viscositeitgetallen
Originele Mazda Olie Ultra 5W-30
API SL/SM/SN of ACEA A3/A5 Originele Mazda Olie Supra 0W-20
Alternatieve oliekwaliteitAanbevolen olies(Europa)
(Behalve Europa)
–30 –20 –10 0
10 20 30
40
–20 0
20 40
60
80 100
–40
–40
Soort Soort
Temperatuurbereik voor SAE-viscositeitgetallen
API SG/SH/SJ/SL/SM/SN of ILSAC
GF-II/GF-III/GF-IV/GF-V
–30 –20 –10 0
10 20 30
40
–20 0
20 40
60
80 100
–40
–40
SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G 2.5
5W-30 0W-20
*1 Gebruik API SM/SN in Kazachstan.
*1
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-29
Page 630 of 805

(Europa)
(Behalve Europa)
Soort Temperatuurbereik voor SAE-viscositeitgetallen
ACEA C3
–30 –20 –10 0
10 20 30
40
–20 0
20 40
60
80 100
–40
–40
SKYACTIV-D 2.2
Temperatuurbereik voor SAE-viscositeitgetallen
Soort
Originele Mazda Olie Ultra DPF 5W-30 Originele Mazda Olie Supra DPF 0W-30
Alternatieve oliekwaliteitAanbevolen olies
–30 –20 –10 0
10 20 30
40
–20 0
20 40
60
80 100
–40
–40
ACEA C3
5W-30 0W-30
De viscositeit van de motorolie, of dikte, is van invloed op het brandstofverbruik en op de
werking van de motor (starten en oliecirculatie) bij lage buitentemperaturen.
Motoroliesoorten met een lage viscositeit verlagen het brandstofverbruik en verbeteren de
prestaties bij lage buitentemperaturen.
Neem bij het kiezen van olie het bereik van de buitentemperaturen in acht waarbij u uw
auto tot aan de volgende olieverversingsbeurt gaat gebruiken.
Kies vervolgens aan de hand van de bovenstaande tabel de aanbevolen olieviscositeit.
6-30
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Page 631 of 805

OPGELET
lHet gebruik van oliesoorten met een andere viscositeit dan welke is aanbevolen voor
de betreffende buitentemperatuur, kan beschadiging van de motor tot gevolg hebben.
l(SKYACTIV-D 2.2)
SKYACTIV-D 2.2 gebruikt voorgeschreven olie. Controleer de specificatie in het
instruktieboekje.Als andere motorolie dan de voorgeschreven olie wordt
gebruikt, zal de effectieve periode van gebruik van het dieseldeeltjesfilter verkort
worden of bestaat de kans dat het dieseldeeltjesfilter beschadigd wordt.
OPMERKING
(SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G 2.5)
lHet is bij alle motoren normaal dat onder normale rijomstandigheden olie wordt
verbruikt.
Het is mogelijk dat het motorolieverbruik oploopt tot 0,8 liter/1000 km. Dit kan het
gevolg zijn van verdamping, interne ventilatie of verbranding van de smerende olie in
de werkende motor. Het is mogelijk dat het olieverbruik hoger is wanneer de motor
nog nieuw is als gevolg van het inrijdingsproces. Het olieverbruik is ook afhankelijk
van het motortoerental en de motorbelasting. Onder extreme rijomstandigheden is het
mogelijk dat het olieverbruik hoger is.
(SKYACTIV-D 2.2)
lTelkens wanneer de motorolie ververst wordt, dient de motorstuureenheid van de auto
zo spoedig mogelijk teruggesteld te worden. Anders bestaat de kans dat het
moersleutelindikatielampje of motoroliewaarschuwingslampje gaat branden. Neem
voor het terugstellen van de motorstuureenheid contact op met een deskundige
reparateur of een officiële Mazda reparateur of zie de procedure voor het terugstellen
van de motorstuureenheid (pagina 6-32).
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-31
Page 632 of 805

OPMERKING
lInspecteer het motoroliepeil regelmatig. Als bij het inspecteren van de motorolie het
motoroliepeil hoger is dan het“X”merkteken op de peilstok, de motorolie verversen.
Wij bevelen een deskundige reparateur aan, bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur. Inspecteer bij het verversen van de motorolie het motoroliepeil met behulp
van de oliepeilstok en vul zodanig bij dat het motoroliepeil binnen het bereik is van
MIN en MAX zoals getoond in de afbeelding.
X merkteken MAX MIN
qTerugstellen van de motorstuureenheid
OPMERKING
Deze procedure is bedoeld voor voertuigen met SKYACTIV-D 2.2 en voertuigen met
SKYACTIV-G 2.0 of SKYACTIV-G 2.5 waarbij de flexibele instelling voor het tijdstip
van het verversen van de motorolie is geselecteerd.
Laat na het verversen van de motorolie een reparateur zoals bijvoorbeeld een officiële
Mazda reparateur het initialiseren (terugstellen van de motoroliegegevens) van de
geregistreerde waarde uitvoeren. Als de waarde die door de computer is geregistreerd niet
wordt geïnitialiseerd, bestaat de kans dat het moersleutelindikatielampje niet uitgaat of
eerder dan normaal gaat branden.
6-32
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Page 633 of 805
OPMERKING
Het initialiseren (terugstellen van de motoroliegegevens) van de geregistreerde waarde
kan als volgt worden uitgevoerd:
1. Zet het contact op OFF.
2. Zet het contact op ON terwijl u de keuzeschakelaar ingedrukt houdt en blijf de
keuzeschakelaar gedurende ongeveer 5 seconden ingedrukt houden totdat het
hoofdwaarschuwingslampje
gaat knipperen.
Keuzeschakelaar
3. Nadat het hoofdwaarschuwingslampjeenkele seconden heeft geknipperd, is de
initialisatie voltooid
qControle van het motoroliepeil
1. Controleer of de auto op een vlakke
ondergrond staat.
2. Laat de motor warmdraaien totdat deze
de normale bedrijfstemperatuur bereikt
heeft.
3. Zet de motor stop en wacht tenminste 5
minuten om de olie naar het carter te
laten terugvloeien.
4. Trek de peilstok naar buiten, veeg deze
schoon en steek deze weer volledig in.SKYACTIV-G 2.0 en SKYACTIV-G 2.5
MAX
In orde
MIN
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-33
Page 634 of 805
SKYACTIV-D 2.2
MIN In ordeMAX
X merkteken
OPMERKING
(SKYACTIV-D 2.2)
Bij het inspecteren van het
motoroliepeil de oliepeilstok recht naar
buiten trekken, zonder deze te draaien.
Bij het weer insteken van de
oliepeilstok deze steeds insteken zonder
te draaien, zodat het“X”merkteken in
de richting van de voorzijde van de auto
wijst.
5. Trek de peilstok weer naar buiten en
controleer het oliepeil.
Het oliepeil is normaal als dit tussen de
MIN en MAX markeringen staat.
Indien het peil in de nabijheid van of
onder MIN is, voldoende olie bijvullen
om het peil op MAX te brengen.
OPGELET
Vul niet teveel motorolie bij. Dit kan
beschadiging van de motor
veroorzaken.
6. Let er op of de O-ring op de peilstok
goed op zijn plaats zit alvorens de
peilstok opnieuw in te steken.7. Steek de peilstok volledig in.
6-34
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
Page 639 of 805
Indien er geen ruitensproeiervloeistof
voorhanden is, kan er gewoon water
worden gebruikt.
Gebruik echter in een koud klimaat een
sproeiervloeistofoplossing om bevriezing
te voorkomen.
OPMERKING
Voor de levering van sproeiervloeistof
naar de voorste en achterste
ruitensproeier wordt gebruik gemaakt
van hetzelfde reservoir.
Smering van de carrosserie
Alle bewegende punten van de carrosserie
zoals de portier-, motorkap-en
kofferdekselscharnieren en sloten moeten
gesmeerd worden telkens wanneer de
motorolie wordt ververst. Gebruik bij
koud weer een niet-bevriezend
smeermiddel op de sloten.
Let er bij het openen van de primaire
vergrendeling van de motorkap op, dat de
secundaire vergrendeling (de
“veiligheidshaak”) de motorkap belet om
vanzelf te openen.
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
6-39
Page 727 of 805

qAls de
motoroliewaarschuwingsindikatie/
waarschuwingslampje wordt
aangegeven
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat de
druk van de motorolie laag is.
Bij SKYACTIV-D 2.2 gaat ook het
motoroliewaarschuwingslampje branden
als de motorolie ernstig vervuild is.
OPGELET
De motor niet laten draaien wanneer de
oliedruk laag is. Anders kan dit
uitgebreide motorschade tot gevolg
hebben.
Indien het lampje tijdens het rijden gaat
branden:
1. Rijd naar de kant van de weg en breng
de auto op een veilige en vlakke plaats
tot stilstand.
2. Zet de motor stop en wacht 5 minuten
om de olie naar het carter te laten
terugvloeien.
3. Inspecteer het motoroliepeil (pagina
6-33). Als het peil laag is, de juiste
hoeveelheid motorolie bijvullen en er
daarbij op letten niet teveel bij te
vullen.
OPGELET
De motor niet laten draaien als het
oliepeil laag is. Anders kan dit
uitgebreide motorschade tot gevolg
hebben.
4. Start de motor en controleer het
waarschuwingslampje.
Indien het lampje blijft branden ook als
het oliepeil normaal is of nadat u olie
heeft bijgevuld, de motor onmiddellijk
stopzetten en uw auto naar een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur laten slepen.
qAls het motorwaarschuwingslampje
gaat branden of knipperen
Als dit indikatielampje tijdens het rijden
gaat branden, bestaat de kans dat er een
probleem met de auto is. Noteer de
rijomstandigheden waarbij het lampje
begon te branden en raadpleeg een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur.
Het motorwaarschuwingslampje kan in de
volgende gevallen gaan branden:
l(SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-G
2.5)
Wanneer het niveau van de brandstof in
de tank bijzonder laag is of wanneer de
tank nagenoeg leeg is.
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
7-39