OPMERKING
lDe instelling kan zodanig veranderd
worden dat de portieren en de
achterklep automatisch vergrendeld
worden zonder de verzoekschakelaar
in te drukken.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14.
(Automatische vergrendelfunctie)
Er wordt een zoemtoon gegeven
wanneer alle portieren en de
achterklep gesloten worden en u de
geavanceerde sleutel bij u hebt. Alle
portieren en de achterklep worden na
ongeveer drie seconden automatisch
vergrendeld wanneer de
geavanceerde sleutel buiten het
werkingsbereik is. Ook zullen de
waarschuwingsknipperlichteneenmaal
knipperen. (Ook als de bestuurder
zich binnen het werkingsbereik
bevindt, zullen alle portieren en de
achterklep automatisch na ongeveer
30 seconden vergrendeld worden.)
Als u zich buiten het werkingsbereik
bevindt alvorens de portieren en de
achterklep volledig gesloten zijn of
een andere sleutel in de auto is
achtergelaten, zal de automatische
vergrendelfunctie niet functioneren.
Zorg er altijd voor dat alle portieren
en de achterklep gesloten en
vergrendeld zijn alvorens de auto
achter te laten. De elektrisch
bediende ruiten worden niet door de
automatische vergrendelfunctie
gesloten.
OPMERKING
l(Automatische
hervergrendelfunctie)
Na het ontgrendelen door het
indrukken van de verzoekschakelaar,
zullen alle portieren en de achterklep
automatisch vergrendeld worden als
een van de volgende handelingen
niet binnen ongeveer 30 seconden
wordt uitgevoerd. Als uw auto
uitgerust is met een anti-diefstal
beveiligingssysteem, zullen de
waarschuwingsknipperlichtenknipperen
bij wijze van bevestiging.
De tijd die nodig is om de portieren
automatisch te vergrendelen kan
gewijzigd worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-14.
lEen portier of de achterklep wordt
geopend.
lHet contact in een andere stand
dan uit wordt gezet.
qVergrendelen, ontgrendelen met
de zender
Alle portieren en de achterklep kunnen
vergrendeld/ontgrendeld worden door
bediening van de zender van de
Afstandbediende portiervergrendeling. Zie
de Afstandbediende portiervergrendeling
(pagina 3-4).
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
3-19
OPMERKING
De rode indikatie wordt zichtbaar
wanneer de portiervergrendelknop
ontgrendeld wordt.
Rode indikatie
Bediening vanaf de buitenzijde
Voor het vanaf de buitenzijde
vergrendelen van de achter- en
voorpassagiersportieren met behulp van
de portiervergrendelknop, de
portiervergrendelknop in de
vergrendelstand duwen en het portier
sluiten (vasthouden van de portierkruk is
niet nodig).
Portiervergrendelknop
OPMERKING
Wanneer u de portieren op deze manier
vergrendelt:
lLet erop de sleutel niet in de auto
achter te laten.
lDe portiervergrendelknop van het
bestuurdersportier kan niet worden
gebruikt terwijl het
bestuurdersportier open is.
qKindersloten van achterportieren
Deze sloten zijn bestemd om te helpen
voorkomen dat kinderen per ongeluk de
achterportieren openen. Gebruik beide
sloten wanneer er zich kinderen in de auto
bevinden.
Indien u het kinderslot naar de
vergrendelstand schuift alvorens het
betreffende portier te sluiten, kan dat
portier niet vanuit de binnenzijde geopend
worden. Het portier kan enkel geopend
worden door het oplichten van de
buitenportierkruk.
Vergrendelen
Ontgrendelen
3-24
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Verminderen van verblinding door
koplampen
Handbediende dag/nacht spiegel
Duw bij het rijden overdag de dag/nacht
hendel naar voren. Trek de hendel naar
achteren om verblinding door de
koplampen van achteropkomende
voertuigen te verminderen.
Nacht DagDag/nacht hendel
Automatische dimspiegel
De automatische dimspiegel vermindert
automatisch verblinding door de
koplampen van achteropkomende
voertuigen wanneer het contact op ON
staat.Druk op de ON/OFF toets
om de
automatische dimfunctie uit te schakelen.
Het indikatielampje gaat uit.
Druk voor het opnieuw inschakelen van
de automatische dimfunctie op de ON/
OFF toets
. Het indikatielampje gaat
branden.
ON/OFF toets Indikatielampje
OPMERKING
Gebruik geen glasreiniger en hang geen
voorwerpen op of rondom de
lichtsensor. Anders wordt de
gevoeligheid van de lichtsensor
verminderd en kan deze niet normaal
functioneren.
Lichtsensor
De automatische dimfunctie wordt
geannuleerd wanneer het contact op ON
staat en de keuzehendel de achteruit (R)
staat.
3-42
Alvorens te gaan rijden
Spiegels
Normaal openen/sluiten
Duw voor het openen van de ruit tot in de
gewenste positie de schakelaar licht
omlaag.
Duw voor het sluiten van de ruit tot in de
gewenste positie de schakelaar licht
omhoog.
Bestuurdersruit
Openen Sluiten
Hoofdbedieningsschakelaars
Sluiten
Openen
Automatisch openen/sluiten
Voor het automatisch volledig openen van
de ruit, de schakelaar volledig omlaag
duwen.
Voor het automatisch volledig sluiten van
de ruit, de schakelaar volledig omhoog
duwen.
Om de ruit tussentijds te laten stoppen, de
schakelaar in de tegenovergestelde
richting trekken of drukken en vervolgens
loslaten.Procedure voor het initialiseren van het
systeem van de elektrische
ruitbediening
Als de accu bij onderhoud van de auto
werd losgekoppeld of om een andere
reden (wanneer een schakelaar in werking
blijft nadat de ruit volledig geopend/
gesloten is), zal de ruit niet automatisch
volledig openen en sluiten.
Terugstellen van de automatische functie
kan uitgevoerd worden met behulp van de
hoofdbedieningsschakelaars of de
passagiersportierschakelaars.
De terugstelprocedure voor de
automatische ruitbedieningsfunctie kan op
alle portierschakelaars worden uitgevoerd.
De automatische ruitbedieningsfunctie
wordt enkel hervat voor de elektrisch
bediende ruit die is teruggesteld.
1 Zet het contact op ON.
2 Let er op dat de vergrendelschakelaar
van de elektrische ruitbediening op het
bestuurdersportier niet is ingedrukt.
3 Druk op de schakelaar en open de ruit
volledig.
4 Trek de schakelaar omhoog om de ruit
volledig te sluiten en blijf de schakelaar
nadat de ruit volledig gesloten is
gedurende ongeveer 2 seconden
vasthouden.
5 Herhaal de stappen 3-4 voor de
elektrische bediende ruit van het
voorpassagiersportier door op de
voorpassagierszitting plaats te nemen.
6 Herhaal de stappen 3-4 voor zowel de
linker als de rechter elektrisch bediende
achterportierruit door op de
achterzitting plaats te nemen.
7 Let er op dat de elektrisch bediende
ruiten correct functioneren met behulp
van de portierschakelaars.
3-44
Alvorens te gaan rijden
Ruiten
qGebruik van de elektrische
ruitbediening van het
bestuurdersportier (Type B)
Normaal openen/sluiten
Duw voor het openen van de ruit tot in de
gewenste positie de schakelaar licht
omlaag.
Duw voor het sluiten van de ruit tot in de
gewenste positie de schakelaar licht
omhoog.
Bestuurdersruit
OpenenSluiten Hoofdbedieningsschakelaars
Automatisch openen/sluiten
Voor het automatisch volledig openen van
de ruit, de schakelaar volledig omlaag
duwen en vervolgens loslaten. De ruit
wordt automatisch volledig geopend.
Voor het automatisch volledig sluiten van
de ruit, de schakelaar volledig omhoog
duwen en vervolgens loslaten. De ruit
wordt automatisch volledig gesloten.
Om de ruit tussentijds te laten stoppen, de
schakelaar in de tegenovergestelde
richting trekken of drukken en vervolgens
loslaten.Procedure voor het initialiseren van het
systeem van de elektrische
ruitbediening
Als de accu bij onderhoud van de auto
werd losgekoppeld of om een andere
reden (wanneer een schakelaar in werking
blijft nadat de ruit volledig geopend/
gesloten is), zal de ruit niet automatisch
volledig openen en sluiten.
De automatische ruitbedieningsfunctie
wordt enkel hervat voor de elektrisch
bediende ruit die is teruggesteld.
1 Zet het contact op ON.
2 Let er op dat de vergrendelschakelaar
van de elektrische ruitbediening op het
bestuurdersportier niet is ingedrukt.
3 Druk op de schakelaar en open de ruit
volledig.
4 Trek de schakelaar omhoog om de ruit
volledig te sluiten en blijf de schakelaar
nadat de ruit volledig gesloten is
gedurende ongeveer 2 seconden
vasthouden.
Blokkeerbeveiliging
Als de ruit tijdens het automatisch sluiten
door iemands handen, hoofd of een
voorwerp geblokkeerd wordt, zal de ruit
stoppen en tot halverwege open schuiven.
3-46
Alvorens te gaan rijden
Ruiten
OPMERKING
lDe elektrische ruitbediening kan
worden gebruikt wanneer de
vergrendelschakelaar van de
elektrische ruitbediening op het
bestuurdersportier in de
ontgrendelstand staat.
lDe ruiten van de passagiersportieren
kunnen geopend of gesloten worden
via het gebruik van de
hoofdschakelaars van de elektrische
ruitbediening op het
bestuurdersportier.
Ruit
linksachter
Ruit rechtsachter
Voorpassagiersruit
Bestuurdersruit Hoofdbedieningsschakelaars
qVergrendelschakelaar van
elektrische ruitbediening
Met deze voorziening worden alle
elektrisch bediende ruiten buiten werking
gesteld, behalve de elektrisch bediende
bestuurdersruit. Houd deze schakelaar in
de vergrendelstand wanneer er zich
kinderen in de auto bevinden.
Vergrendelde stand (knop ingedrukt):
Enkel de elektrisch bediende
bestuurdersruit kan bediend worden.
Ontgrendelde stand (knop niet
ingedrukt):
Alle elektrische bediende ruiten van alle
portieren kunnen bediend worden.(Met portiervergrendelschakelaar)
Vergrendelstand
Ontgrendelstand
(Zonder portiervergrendelschakelaar)
Vergrendelstand
Ontgrendelstand
OPMERKING
Wanneer de vergrendelschakelaar van
de elektrische ruitbediening in de
vergrendelstand staat, wordt de
verlichting van alle
ruitbedieningsschakelaars, behalve die
van de ruitbedieningsschakelaar aan de
bestuurderszijde, uitgeschakeld. De
verlichting kan soms moeilijk
waarneembaar zijn, afhankelijk van de
helderheid van de omgeving.
3-48
Alvorens te gaan rijden
Ruiten
OPGELET
lVeranderingen of modificaties die
niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd
door de partij die verantwoordelijk is
voor de compliantie kunnen de
garantie op de apparatuur ongeldig
maken.
lVolg onderstaande instrukties om
beschadiging van de sleutel te
voorkomen:
lLaat de sleutel niet vallen.lLaat de sleutel niet nat worden.lStel de sleutel niet bloot aan
magnetische velden van enigerlei
aard.
lStel de sleutel niet bloot aan hoge
temperaturen op plaatsen zoals
het dashboard of de motorkap,
onder direct zonlicht.
lAls de motor niet met de correcte
sleutel gestart kan worden en het
beveiligingssysteemindikatielampje
blijft branden of knipperen, is er
mogelijk een defect in het systeem.
Raadpleeg een officiële Mazda
reparateur.
OPMERKING
lDe sleutels bevatten een unieke
elektronische code. In verband
hiermee en om veiligheidsredenen is
er een wachttijd voor het verkrijgen
van een reservesleutel. Deze sleutels
zijn uitsluitend verkrijgbaar via een
officiële Mazda reparateur.
lHoud steeds een reservesleutel bij de
hand voor het geval er een sleutel
verloren raakt. Raadpleeg in het
geval van verlies van een sleutel zo
spoedig mogelijk een officiële
Mazda reparateur.
lAls u een sleutel verliest, zal een
officiële Mazda reparateur de
elektronische codes van uw
resterende sleutels en het start-
blokkeersysteem opnieuw instellen.
Breng alle resterende sleutels naar
een officiële Mazda reparateur om
deze opnieuw te laten instellen.
Starten van uw auto met een sleutel
waarvan de code niet opnieuw is
ingesteld zal niet mogelijk zijn.
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
3-53
OPMERKING
lIndien het
beveiligingssysteemindikatielampje
tijdens het rijden voortdurend blijft
knipperen, de motor niet stopzetten.
Ga naar een officiële Mazda
reparateur en laat het lampje daar
controleren. Als u de motor stop zet
terwijl het indikatielampje knippert,
zult u de motor niet opnieuw kunnen
starten.
lAangezien bij reparatie van het start-
blokkeersysteem de elektronische
codes opnieuw ingesteld worden,
zijn de sleutels nodig. Breng alle
sleutels naar een officiële Mazda
reparateur zodat deze
geprogrammeerd kunnen worden.
Anti-diefstal
beveiligingssysteem
(Europese modellen)
í
Als het anti-diefstal beveiligingssysteem
bespeurt dat iemand op een onjuiste wijze
toegang probeert te krijgen tot de auto of
als de inbraaksensor beweging binnen in
de auto bespeurt, hetgeen tot gevolg kan
hebben dat de auto of de inhoud er van
wordt gestolen, waarschuwt een alarm de
omgeving voor een abnormale situatie
door het laten klinken van de sirene en het
laten knipperen van de
waarschuwingsknipperlichten.
Het systeem zal niet functioneren als dit
niet op de juiste wijze in staat van
paraatheid is gebracht. Wanneer u de auto
verlaat, dient u de procedure van het in
staat van paraatheid brengen dus correct te
volgen.
Inbraaksensor
De inbraaksensor maakt gebruik van
ultrasonische golven voor het bespeuren
van beweging binnen in de auto en laat in
het geval van inbraak in de auto een
waarschuwingsalarm afgaan.
De inbraaksensor bespeurt bepaalde
vormen van beweging binnen in de auto,
echter deze kan ook reageren op
gebeurtenissen buiten de auto, zoals
bijvoorbeeld trillingen, harde geluiden,
wind en luchtstromen.
Alvorens te gaan rijden
Beveiligingssysteem
3-55íBepaalde modellen.