5–127
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Telefoonnummer invoeren
OPMERKING
Oefen dit terwijl u geparkeerd staat
totdat u het vertrouwen heeft dit te
kunnen doen tijdens het rijden in een
niet veeleisende rijsituatie. Als u nog
niet volledig vertrouwd bent, alle
telefoongesprekken voeren vanuit een
plaats waar u veilig geparkeerd staat en
pas beginnen te rijden wanneer u uw
volledige aandacht bij het rijden kunt
houden.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Nummer
keuze”
3. Prompt: “Het nummer alstublieft”
4. Zeg: [Geluidssignaal]
“XXXXXXXXXXX
(telefoonnummer)”
5. Prompt: “XXXXXXXXXXX.
(Telefoonnummer) Voeg na de pieptoon
meer nummers toe, of zeg 'Terug,'
om het laatst toegevoegde nummer
nogmaals toe te voegen, of druk op de
knop 'Opnemen' om te bellen.”
6. (Belt)
Druk de opnementoets in of zeg
“Nummer keuze” en ga dan verder naar
stap 7.
(Telefoonnummer toevoegen/
invoeren)
Zeg “XXXX” (gewenste
telefoonnummer) en ga dan verder naar
stap 5.
(Telefoonnummercorrectie)
Zeg, “Terug”. De prompt antwoordt,
“Terug. De laatst toegevoegde
nummers zijn verwijderd.”. Ga dan
terug naar stap 3.
7. Prompt: “Bellen”
OPMERKING
De “Nummer keuze” opdracht en een
telefoonnummer kunnen gecombineerd
worden.
Bijv. Spreek in stap 2 “Nummer keuze
123-4567” in, dan kunnen stappen 3 en
4 overgeslagen worden.
Alarmnummers bellen
Met behulp van de spraakinvoeropdracht
kan het alarmnummer (112) gebeld
worden.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Alarmnummer”
3. Prompt: “Bellen “112”, is dit nummer
correct?”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
5. Prompt: “Bellen”
Ontvangen van een inkomend
gesprek
1 . Prompt: “Binnenkomend gesprek...
druk op de knop Opnemen om te
antwoorden”
2. Druk voor het accepteren van het
gesprek op de opnementoets.
Druk voor het weigeren van het
gesprek op de ophangentoets.
Gesprek beëindigen
Druk tijdens het gesprek op de
ophangentoets. Een geluidssignaal
bevestigt dat het gesprek is beëindigd.
5–128
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Geluid uitschakelen
Het microfoongeluid kan tijdens het bellen
uitgeschakeld worden.
1. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Mute”
3. Prompt: “Microfoon staat uit”
Annuleren van geluid uit
1. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Mute-uit”
3. Prompt: “Microfoon staat aan”
Overbrengen van een gesprek van
handsfree naar een apparaat
(mobiele telefoon)
Communicatie tussen de handsfree-
eenheid en apparatuur (mobiele telefoon)
wordt geannuleerd en de lijn kan
overgeschakeld worden naar een standaard
gesprek met gebruik van apparatuur
(mobiele telefoon).
1. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Gesprek door
schakelen”
3. Prompt: “Het gesprek is
doorverbonden naar de telefoon”
Overbrengen van een gesprek van
een apparaat (mobiele telefoon)
naar handsfree
Communicatie tussen de apparatuur
(mobiele telefoon) kan overgeschakeld
worden naar het Bluetooth
® handsfree
systeem.
1. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Gesprek door
schakelen”
3. Prompt: “Het gesprek is
doorverbonden naar het handenvrije
systeem”
Gesprek onderbreken
Een gesprek kan worden onderbroken voor
het ontvangen van een inkomend gesprek
van een derde partij.
Schakel over naar een inkomend gesprek
met gebruik van onderstaande methoden.
Methode 1
1. Druk op de opnementoets.
2. Prompt: “Gesprekken wisselen.”
Methode 2
1. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Wissel
gesprekken”
3. Prompt: “Gesprekken wisselen.”