4–57
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Pagina
Waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje voor laag brandstofpeil 7-50
* 120 km/h waarschuwingslampje *1 7-50
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje (Voorzitting) 7-50
(Rood) * Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje (Achterzitting) 7-50
* Waarschuwingsindicatie/waarschuwingslampje voor laag
sproeiervloeistofniveau 7-50
* Open-portier waarschuwingsindicatie 7-50
* Open-kofferdeksel waarschuwingsindicatie 7-50
* Open-achterklep waarschuwingsindicatie 7-50
* Open-portier waarschuwingslampje 7-50
*1 Het lampje gaat branden wanneer het contact wordt ingeschakeld voor een werkingscontrole en gaat enkele
seconden later uit of wanneer de motor gestart wordt. Als het lampje niet gaat branden of blijft branden, de auto
door een deskundige reparateur laten inspecteren, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur.
4–61
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
*Bepaalde modellen.
Signaal Indicatie Pagina
* Smart Brake Support remhulpsysteem/stadsverkeer-remassistent (SBS/
SCBS) OFF indicatielampje *1 Geavanceerde
stadsverkeer-
remassistent
(Advanced
SCBS)
4-215 ,
Stadsverkeer-
remassistent
[Vooruit]
(SCBS F)
4-220 ,
Stadsverkeer-
remassistent
[Achteruit]
(SCBS R)
4-226 ,
Smart Brake
Support
remhulpsysteem
(SBS)
4-230
(Wit) * Indicatie vermoeidheid bestuurder (DAA) 4-170
(Groen) * i-ELOOP Indicatielampje 4-116
(Wit) * Hoofdindicatie van kruissnelheidsregelaar 4-244
(Groen) * Instelindicatie van kruissnelheidsregelaar 4-244
(Wit) * Hoofdindicatie van afstelbare snelheidsbegrenzer 4-206
(Groen) * Instelindicatie van instelfunctie van afstelbare snelheidsbegrenzer 4-206
*1 Het lampje gaat branden wanneer het contact wordt ingeschakeld voor een werkingscontrole en gaat enkele
seconden later uit of wanneer de motor gestart wordt. Als het lampje niet gaat branden of blijft branden, de auto
door een deskundige reparateur laten inspecteren, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur.
*2 Wanneer de elektrische handrem wordt aangetrokken blijft het lampje continu branden.
4–82
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
*Bepaalde modellen.
Zonder automatische verlichtingsregeling
Schakelaarstand
Contactstand ON ACC of
OFF O N ACC of
OFF O N ACC of
OFF
Koplampen Uit Uit Uit Uit Aan Uit
Dagverlichting
* A a n *1 Uit Uit Uit Uit Uit
Achterlichten
Positielampen
Kentekenplaatlampen Uit Uit Aan Aan Aan Aan
*2
*1 Tijdens het rijden wordt de verlichting ingeschakeld.
*2 Wanneer de verlichting is ingeschakeld blijft deze branden als het contact vanuit ON in een andere stand
wordt gezet. De verlichting wordt uitgeschakeld wanneer het bestuurdersportier wordt geopend of als na het
inschakelen van de verlichting 30 seconden zijn verstreken.
4–83
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
*Bepaalde modellen.
Met automatische verlichtingsregeling
Schakelaarstand
Contactstand ON ACC of
OFF O N ACC of
OFF O N ACC of
OFF O N ACC of
OFF
Koplampen Uit Uit
Automatisch *2 Uit Uit Uit Aan Uit
Dagverlichting * A a n *1 Uit Aan *3 Uit Uit Uit Uit Uit
Achterlichten
Positielampen
Kentekenplaatlampen Uit Uit
Automatisch *2 Automatisch *4 Aan Aan Aan Aan *4
*1 Tijdens het rijden wordt de verlichting ingeschakeld.
*2 De verlichting wordt ingeschakeld door de automatische verlichtingsfunctie.
*3 De verlichting wordt ingeschakeld wanneer de auto rijdt en gaat uit wanneer de koplampen door de
automatische verlichtingsfunctie worden ingeschakeld.
*4 Wanneer de verlichting is ingeschakeld blijft deze branden als het contact vanuit ON in een andere stand
wordt gezet. De verlichting wordt uitgeschakeld wanneer het bestuurdersportier wordt geopend of als na het
inschakelen van de verlichting 30 seconden zijn verstreken.
5–33
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
*Bepaalde modellen.
Aanduiding Instelwaarde
Linksom
draaien Rechtsom
draaien
BT SETUP
*2 Selecteer modus
12Hr
24Hr
(12-uur/24-uur
tijdsinstelling) 12Hr
(Knippert) 24Hr
(Knippert)
*1 Type B
*2 Afhankelijk van het model is het mogelijk dat deze
functie niet beschikbaar is.
OPMERKING
Als de display gedurende enkele
seconden niet wordt bediend, keert deze
terug naar de vorige display. Voor het
terugstellen van de lage tonen, hoge
tonen, fade en balans, de menutoets
(
) gedurende 2 seconden
ingedrukt houden. Het apparaat geeft
een pieptoon en “ CLEAR ” wordt
getoond.
AF (Instellen van de alternatieve
frequentie (AF)) (Type B)
De AF functie van het Radio Data Systeem
(RDS) kan op aan of uit worden ingesteld.
Zie Bediening van de radio (Type B) op
pagina 5-38 .
REG (Instellen van het regionaal
programma (REG)) (Type B)
De REG functie van het Radio Data
Systeem (RDS) kan op aan of uit worden
ingesteld.
Zie Bediening van de radio (Type B) op
pagina 5-38 .
ALC (Automatische afstelling van het
volume)
De automatische niveauregeling (ALC)
regelt automatisch het audiovolume
overeenkomstig de rijsnelheid. Naarmate
de rijsnelheid hoger wordt, neemt het
volume toe. ALC heeft ALC OFF en modi
ALC LEVEL 1 tot 7. ALC LEVEL 7 is het
maximale niveau tot waarbij het volume
kan toenemen. Selecteer de modus al
naargelang de rijomstandigheden.
BEEP (Audiobedieningsgeluid)
De instelling voor het werkingsgeluid
bij het indrukken en vasthouden van
een toets kan gewijzigd worden. De
begininstelling is ON. Stel in op OFF om
het werkingsgeluid uit te schakelen.
BT SETUP modus
*
Muziek en andere audio zoals spraakdata
die zijn opgenomen op draagbare
audioapparatuur en mobiele telefoons die
op de markt verkrijgbaar zijn en uitgerust
zijn met de Bluetooth
® verzendfunctie
kunnen beluisterd worden door middel
van draadloze signaaloverdracht via de
luidsprekers van de auto. Deze apparatuur
kan met behulp van de BT SETUP modus
geprogrammeerd worden in de Bluetooth
®
eenheid of gewijzigd worden (pagina
5-97 ).
1 2 H r
24Hr
(12-uur/24-uur tijdsinstelling)
Door het draaien van de audioregelknop
wordt de display overgeschakeld tussen 12
en 24-uur kloktijd (pagina 5-34 ).
5–60
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
*Bepaalde modellen.
Bediening van de Digital Audio Broadcasting (DAB) radio (Type D) *
Wat is DAB radio?
DAB radio is een digitaal radiouitzendsysteem.
DAB radio biedt radiogeluid van hoge kwaliteit en maakt gebruik van een automatische
frequentieoverschakelfunctie in grensgebieden.
Door het tonen van de radiotekst, kan informatie zoals de naam van het muziekstuk en de
naam van de artiest getoond worden.
OPMERKING
Deze installatie is ook compatibel met DAB radio.
Radio AAN
1. Selecteer
op het thuisscherm voor het tonen van het Amusementscherm.
2. Selecteer
, de volgende pictogrammen worden aan de onderzijde van het scherm
getoond.
Pictogram Functie
Toont het Amusementmenu. Gebruik dit voor het overschakelen naar een andere audiobron.
Toont de zenderlijst (ensemble en zender).
Selecteer voor het updaten van de zenderlijst.
Selecteer voor het selecteren van het ensemble dat u wilt tonen.
Toont de favorietenlijst. Houd ingedrukt om de huidige afgestemde zender in de
favorietenlijst op te slaan.
Zie Bediening van de radio (Type D) op pagina 5-57 .
Zoekt uw gewenste zender op in de zenderlijst.
Stemt gedurende 10 seconden af op elk van de zenders in de zenderlijst.
Selecteer opnieuw wanneer op uw gewenste zender is afgestemd. OPMERKING
Als de zenderlijst niet beschikbaar is, wordt overgeschakeld naar het zenderlijst updaten
scherm. Voer het updaten van de zenderlijst uit.
Schakelt de TA modus in en uit.
Zie Bediening van de radio (Type D) op pagina 5-57 .
Keert terug naar de vorige zender.
Houd dit vast om terug te keren naar de bovenste zender in het vorige ensemble.
5–73
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
*Bepaalde modellen.
USB Audio/Bluetooth ® Audio/CD
Druk op de zoektoets (
) om vooruit te
springen naar het begin van het volgende
spoor.
Druk op de zoektoets (
) binnen enkele
seconden na het begin van de weergave
om het begin van het vorige spoor op te
zoeken.
Druk op de zoektoets (
) nadat enkele
seconden zijn verstreken om de weergave
vanaf het begin van het huidige spoor te
starten.
Houd de zoektoets (
, ) ingedrukt om
de sporen continu omhoog of omlaag af te
zoeken.
DVD (Type C)
*
Druk op de zoektoets (
) om vooruit te
springen naar het begin van het volgende
hoofdstuk.
Druk op de zoektoets (
) om terug te
gaan naar het begin van het vorige
hoofdstuk.
Aha
™/Stitcher™ Radio (Type C/Type D)
Druk op de zoektoets (
) om vooruit te
springen naar het begin van het volgende
spoor.
Houd de zoektoets ingedrukt (
) om de
weergave van het huidige muziekstuk met
“Leuk” te evalueren.
Houd de zoektoets ingedrukt (
) om de
weergave van het huidige muziekstuk met
“Niet leuk” te evalueren.
Audio-uit toets *
Druk eenmaal op de audio-uit toets ( ) om
het audiogeluid uit te schakelen, druk
nogmaals op de toets om het audiogeluid
weer in te schakelen.
OPMERKING
Als het contact op uit wordt gezet
wanneer het audiogeluid is
uitgeschakeld, zal de uitschakeling van
het geluid geannuleerd worden. Dus
wanneer de motor opnieuw gestart
wordt, is het audiogeluid niet
uitgeschakeld. Druk voor het opnieuw
uitschakelen van het audiogeluid op de
audio-uit toets (
).
5–122
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
*Bepaalde modellen.
Bluetooth ® handsfree
(Type A)
*
Bellen van een telefoonnummer
Gebruik van het telefoonboek
Telefoongesprekken kunnen tot stand
gebracht worden door het zeggen van de
naam van een persoon (gesproken naam)
waarvan het telefoonnummer tevoren in
Bluetooth
® handsfree is vastgelegd. Zie
Telefoonboekregistratie.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Bel”
3. Prompt: “Naam alstublieft.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “XXXXX...
(Bijv. “John's telefoon”)” (Zeg een
gesproken naam die geregistreerd is in
het telefoonboek.)
5. Prompt: “Belt XXXXX... (Bijv.
“John's telefoon”) XXXX (Bijv.
“thuis”). is dit nummer correct?”
(Gesproken naam en telefoonnummer
locatie geregistreerd in telefoonboek).
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
7. Prompt: “Bellen”
OPMERKING
De “Bel” opdracht en de gesproken
naam kunnen gecombineerd worden.
Bijv. Spreek in stap 2 “Bel John's
Telefoon” in, dan kunnen stappen 3 en 4
overgeslagen worden. Telefoonboekregistratie
In het Bluetooth
® handsfree telefoonboek
kunnen telefoonnummers worden
geregistreerd.
OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te a À eidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Telefoonboek”
3. Prompt: “Selecteer één van de
volgende opties: Voeg Nieuw
Contactpersoon Toe, Bewerken, Naam
Toevoegen, Wissen, Alles Verwijderen,
of Importeer contactpersoon.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Voeg nieuw
contact persoon toe”
5. Prompt: “Naam alstublieft.”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “XXXXX...
(Bijv. “Mary's telefoon”)” (Zeg een
gesproken naam voor de geregistreerde
naam.)
7. Prompt: “Toevoegen XXXXX... (Bijv.
“Mary's telefoon”) (geregistreerde
gesproken naam). is dit nummer
correct?”
8. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
9. Prompt: “Thuis, werk, mobiel of
andere”
10. Zeg: [Geluidssignaal] “Mobiel”
(Zeg “Thuis”, “Werk”, “Mobiel”, of
“Andere”, voor het registreren van de
gewenste locatie.)
11. Prompt: “Mobiel (Te registreren
locatie). is dit nummer correct?”
12. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
13. Prompt: “Het nummer alstublieft”