7–52
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
(Voorzitting)
Het
veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
gaat branden als de bestuurdersstoel
of voorpassagierszitting bezet is en de
veiligheidsgordel niet vastgemaakt is
terwijl het contact op ON staat.
Als de veiligheidsgordel van de
bestuurder of de voorpassagier
niet aangegespt is (alleen wanneer
de voorpassagierszitting bezet
is) en de snelheid van de auto
hoger is dan ongeveer 20 km/h,
gaat het waarschuwingslampje
knipperen. Na een korte tijd stopt
het waarschuwingslampje met
knipperen, maar blijft branden. Als
een veiligheidsgordel niet aangegespt
blijft, gaat het waarschuwingslampje
opnieuw voor een bepaalde tijd
knipperen.
OPMERKING
Als de veiligheidsgordel van de
bestuurder of de voorpassagier
niet aangegespt wordt nadat
het waarschuwingslampje is
gaan branden en de rijsnelheid
hoger is dan 20 km/h, gaat het
waarschuwingslampje opnieuw
knipperen.
Door het plaatsen van
zware voorwerpen op de
voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de voorpassagierszitting
geactiveerd worden, afhankelijk van het
gewicht van het voorwerp.
Geen extra zitkussen op
de voorpassagierszitting
plaatsen en gebruiken om
er voor te zorgen dat de
voorpassagiergewichtsensor
juist kan functioneren. De kans
bestaat dat de sensor niet goed
functioneert omdat het extra
zitkussen de werking van de
sensor zou kunnen hinderen.
Als een klein kind op de
voorpassagierszitting meerijdt,
bestaat de kans dat het
waarschuwingslampje niet werkt. Maak de veiligheidsgordels vast.
7–58
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Waarschuwingszoemer voor
veiligheidsgordel
V o o r z i t t i n g
Als de rijsnelheid hoger is dan ongeveer
20 km/h en de veiligheidsgordel
van de bestuurder of voorpassagier
niet is vastgemaakt, klinkt continu
een waarschuwingspieptoon. Als
de veiligheidsgordel dan nog niet is
vastgemaakt, zal de pieptoon eenmaal
stoppen en dan gedurende ongeveer
90 seconden doorgaan. De pieptoon
stopt nadat de veiligheidsgordel van de
bestuurder of voorpassagier is vastgemaakt.
OPMERKING
Door het plaatsen van
zware voorwerpen op de
voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de voorpassagierszitting
geactiveerd worden, afhankelijk van het
gewicht van het voorwerp.
Geen extra zitkussen op de
voorpassagierszitting plaatsen en
gebruiken om er voor te zorgen dat
de voorpassagiergewichtsensor juist
kan functioneren. De kans bestaat
dat de sensor niet goed functioneert
omdat het extra zitkussen de werking
van de sensor zou kunnen hinderen.
Wanneer een klein kind op
de voorpassagierszitting
zit, is het mogelijk dat de
waarschuwingszoemer niet werkt.
Achterzitting
*
De waarschuwingszoemer klinkt enkel als
een veiligheidsgordel wordt losgemaakt
nadat deze is vastgemaakt.
Waarschuwingszoemtoon voor
niet-uitgeschakeld contact (STOP)
Europese modellen
Als het bestuurdersportier geopend wordt
terwijl het contact op ACC staat, klinkt er
6 maal een pieptoon in het interieur om
de bestuurder op de hoogte te stellen dat
het contact niet op OFF (STOP) is gezet.
In deze toestand zal het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem niet
functioneren, kan het voertuig niet
vergrendeld worden en zal de accu
uitgeput raken.
Behalve Europese modellen
Als het bestuurdersportier geopend wordt
terwijl het contact op ACC staat, klinkt er
continu een pieptoon in het interieur om
de bestuurder op de hoogte te stellen dat
het contact niet op OFF (STOP) is gezet.
In deze toestand zal het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem niet
functioneren, kan het voertuig niet
vergrendeld worden en zal de accu
uitgeput raken.
10–3
Index
Anti-blokkeer remsysteem (ABS) ..... 4-109
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Met inbraaksensor) ............................ 3-59
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Zonder inbraaksensor) ....................... 3-64
Anti-wielspin regeling (TCS) ........... 4-110
TCS/DSC indicatielampje ........... 4-111
Asbak ................................................ 5-169
Audiobedieningsschakelaar
Afstellen van het volume .............. 5-72
Audio-uit toets ............................... 5-73
Zoektoets ....................................... 5-72
Audio-installatie .................................. 5-15
Antenne ......................................... 5-15
Audiobedieningsschakelaar........... 5-71
Audioset [Type A/Type B
(niet-aanraakscherm)] ................... 5-30
Audioset [Type C/Type D
(aanraakscherm)] ........................... 5-47
AUX/USB modus.......................... 5-74
Bedieningstips voor
audio-installatie ............................. 5-15
Automatische transmissie ................... 4-66
Actieve Aangepaste Overschakeling
(AAS) ............................................ 4-70
Bedieningsorganen van de
automatische transmissie ............... 4-66
Directe modus ............................... 4-78
Modus voor handbediende
overschakeling............................... 4-71
Rijtips ............................................ 4-79
Schakelblokkeersysteem ............... 4-67
Schakelstanden .............................. 4-68 B
Bagageruimteverlichting ................... 5-159
Banden ................................................ 6-46
Bandenspanning ............................ 6-46
Lekke band ...................................... 7-4
Noodreservewiel ........................... 6-49
Onderling verwisselen van de
banden ........................................... 6-47
Sneeuwbanden............................... 3-72
Sneeuwkettingen ........................... 3-73
Technische gegevens ..................... 9-12
Vernieuwen van een band.............. 6-49
Vernieuwen van een velg .............. 6-50
Bandenspanningcontrolesysteem ...... 4-249
Bedrijfstoestanddisplay ..................... 4-119
Bekerhouder ...................................... 5-164
Berichten die verschijnen op de
display ................................................. 7-55
Berichten die verschijnen op de multi-
informatiedisplay ................................ 7-54
Beveiligingssysteem
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Met inbraaksensor) ...................... 3-59
Anti-diefstal beveiligingssysteem
(Zonder inbraaksensor) ................. 3-64
Start-blokkeersysteem ................... 3-57
Bevestigingsriem voor
gevarendriehoek .................................... 7-3
Binnenspiegel ...................................... 3-48
Bluetooth
® ........................................... 5-93
Bluetooth® audio (Type A) .......... 5-141
Bluetooth® audio
(Type C/Type D).......................... 5-144
Bluetooth
® handsfree (Type A) ... 5-122
Bluetooth® handsfree
(Type C/Type D).......................... 5-131
Oplossen van problemen ............. 5-155
Boordcomputer ................................... 4-35
10–5
Index
G
Garantie ................................................. 8-2
Geavanceerde afstandbediende
portiervergrendeling ............................ 3-11
Geavanceerde sleutel
Geavanceerd afstandbediend
portiervergrendelingssysteem ....... 3-11
Werkingsbereik.............................. 3-12
Geavanceerde stadsverkeer-remassistent
(Advanced SCBS) ............................. 4-211
Indicatielampje van stadsverkeer-
remassistent (SCBS) (Rood) ....... 4-214
Stopzetten van de werking van de
geavanceerde stadsverkeer-remassistent
(Advanced SCBS)
....................... 4-215
Waarschuwing voor botsing ........ 4-214
Gebruikersinstellingen ........................ 9-15
Gloeilampen
Technische gegevens ..................... 9-10
Vernieuwen .................................... 6-51
H
Handrem ............................................ 4-102
Handschoenenkast ............................. 5-167
Hellingwegrijsysteem (HLA) ............ 4-107
Hoofdsteun .......................................... 2-16
I
i-ACTIV AWD werking .................... 4-125
i-ACTIVSENSE ................................ 4-128
Aanpasbaar voorverlichtingssysteem
(AFS) ........................................... 4-132
Achteruitrijwaarschuwingssysteem
(RCTA) ........................................ 4-171
Actieve
rijondersteuningstechnologie ...... 4-128
Adaptieve LED koplampen
(ALH) .......................................... 4-136
Afstandherkenninghulpsysteem
(DRSS) ........................................ 4-164
Afstelbare snelheidsbegrenzer .... 4-204
Anti-botsingtechnologie .............. 4-129
Camera en sensoren..................... 4-130
Dodehoekmonitor (BSM)............ 4-148
Geavanceerde stadsverkeer-
remassistent (Advanced SCBS)
... 4-211
Koplampregelsysteem (HBC) ..... 4-133
Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem ........................................ 4-175
Radarsensoren (achter) ................ 4-240
Radarsensor (voor) ...................... 4-237
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
........................................ 4-140
Rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS)
........................................ 4-190
Smart Brake Support remhulpsysteem
(SBS) ........................................... 4-228
Stadsverkeer-remassistent [Achteruit]
(SCBS R) ..................................... 4-221
Stadsverkeer-remassistent [Vooruit]
(SCBS F) ..................................... 4-216
Ultrasonische sensor (achter) ...... 4-242
Verkeersbordherkenningsysteem
(TSR) ........................................... 4-156
Vermoeidheidswaarschuwing
(DAA) ......................................... 4-168
Vooruitrijcamera (FSC) ............... 4-231
10–9
Index
P
Parkeersensorsysteem ....................... 4-269
Gebruik van het
parkeerhulpsensorsysteem........... 4-272
Sensordetectiebereik ................... 4-271
Periodieke onderhoudsbeurten .............. 6-4
Plafondlampen .................................. 5-159
Portiersloten ........................................ 3-14
Probleem
Accu is uitgeput............................. 7-25
Lekke band ...................................... 7-4
Oververhitting ............................... 7-30
Parkeren in noodgevallen ................ 7-2
Slepen in noodgevallen ................. 7-32
Starten in noodgevallen ................. 7-28
Waarschuwings-/indicatielampjes en
waarschuwingszoemers ................. 7-37
Wanneer de achterklep/het
kofferdeksel niet geopend kan
worden ........................................... 7-64
R
Radarsensor (Voor) ........................... 4-237
Radarsensoren (Achter) .................... 4-240
Registratie van de auto in het
buitenland .............................................. 8-2
Registratie van voertuiggegevens ......... 8-5
Remmen
Elektrische handrem .................... 4-102
Handrem ...................................... 4-102
Pro ¿ elslijtage-indicator ............... 4-105
Rembekrachtiging ....................... 4-106
Voetrem ....................................... 4-101
Waarschuwingslampje ................. 4-105
Reservewiel ........................................... 7-9
Richtingaanwijzers .............................. 4-91
Richtingaanwijzers en signalen voor
rijbaanverandering .............................. 4-91
Rijden in de winter .............................. 3-71
Rijsnelheidsalarm ....................... 4-37, 7-61
Rijstrookafwijkingwaarschuwingsgeluid ... 7-62
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ............................................. 4-140
LDWS OFF schakelaar ............... 4-144
Rijstrookassistent (LAS) en
rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem
(LDWS) ............................................. 4-190
Rijtips .................................................. 3-68
Automatische transmissie.............. 4-79
Brandstofbesparing en
milieubescherming ........................ 3-68
Doorwaden van water ................... 3-74
Inrijden .......................................... 3-68
Modellen met turbolader
(SKYACTIV-D 2.2) ...................... 3-75
Moeilijke rijomstandigheden ........ 3-69
Op eigen kracht lostrekken van de
auto ................................................ 3-71
Rijden in de winter ........................ 3-71
Vloermat ........................................ 3-70
Ruiten
Elektrische ruitbediening .............. 3-50
Ruitenwisser
Vernieuwen van de ruitenwisserbladen
van de voorruit .............................. 6-36
Vernieuwen van het ruitenwisserblad
van de achterruit (Wagon) ............. 6-38
10–11
Index
T
Technische gegevens ............................. 9-5
Thuiskomstverlichting ........................ 4-86
Toerenteller ......................................... 4-29
U
Uitlaatgasreinigingssysteem
(SKYACTIV-D 2.2) ............................ 3-39
Uitlaatgasreinigingssysteem
(SKYACTIV-G 2.0,
SKYACTIV-G 2.5) .............................. 3-38
Ultrasonische sensor (Achter) ........... 4-242
V
Veiligheidsgordelsysteem
3-punts type ................................... 2-24
Noodblokkering............................. 2-23
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
de veiligheidsgordels ..................... 2-19
Zwangere vrouwen ........................ 2-22
Verkeersbordherkenningsysteem
(TSR)................................................. 4-156
Verlichtingsregelaar ............................ 4-81
Vermoeidheidswaarschuwing (DAA) ... 4-168
Vernieuwen
Banden........................................... 6-49
Gloeilampen .................................. 6-51
Ruitenwisser .................................. 6-36
Sleutelbatterij ................................ 6-43
Wiel ............................................... 6-50
Zekering ........................................ 6-69
Vertrekverlichting ............................... 4-86 Verzorging van de carrosserie ............. 6-76
Bescherming van holle ruimten .... 6-81
Bijwerken van lakbeschadigingen ... 6-81
Chassiscoating ............................... 6-82
Onderhoud van aluminium velgen ... 6-82
Onderhoud van de lak ................... 6-78
Onderhoud van plastic onderdelen... 6-82
Onderhoud van verchroomde en
aluminium onderdelen ................... 6-81
Verzorging van het interieur ................ 6-83
Onderhoud van bekleding ............. 6-84
Onderhoud van de Active Driving
Display .......................................... 6-86
Onderhoud van de bovenkant van het
instrumentenpaneel
(zachte bekleding) ......................... 6-86
Onderhoud van de
veiligheidsgordels ......................... 6-84
Onderhoud van het paneel ............. 6-86
Onderhoud van kunststof
bekleding ....................................... 6-84
Onderhoud van lederen bekleding ... 6-84
Onderhoud van plastic onderdelen... 6-86
Reinigen van de binnenzijde van de
ruiten ............................................. 6-87
Vloeistof
Rem/koppeling .............................. 6-33
Ruitensproeier ............................... 6-34
Vloeistoffen
Classi ¿ catie ..................................... 9-7
Vloermat ............................................. 3-70
Voertuiginformatielabels ....................... 9-2
Voetrem ............................................. 4-101
Voorruitensproeier ............................... 4-96
Voorruitenwissers ................................ 4-93
Vooruitrijcamera (FSC) ..................... 4-231