
e-mehari_nl_Chap00a_sommaire_ed02-2016
Presentatie van uw E-MEHARI 4
Ke nnismaking met uw E-MEHARI
 8
Po
rtieren
 1
 0
Deksel in bagageruimte
 10
B
edieningspedalen
 1
 1
Hoofdsteunen vóór
 11
T
oegang tot de achterbank
 11
V
erstellen van de bestuurdersstoel  
en de passagiersstoel
 12
V
eiligheidsgordels
 1
 4
C o c k p i t
 17
St
uurwiel (verstellen)
 18
E
lektrische stuurbekrachtiging
 18
Sp
iegels
 1
 9
Buitenverlichting en signalering
 20
S
ignalering
 22
C
laxon en geluidssignalen
 24
R
uitenwisser/ruitensproeier
 25
V
eiligheid: elektrische spanning
 26
O
pladen van uw E-MEHARI
 27
Leer uw E-MEHARI kennenStarten/afzetten 3 3
Controles van de werking van  
uw E-MEHARI
 35
H
andrem
 37
Sel
ectieschakelaars transmissie
 38
A
BS – ESP
 39
R
ijden met uw E-MEHARI
 40
Het rijden
Ventilatie / ver warming 41
A irconditioning (optie)
 45
B
innenverlichting
 4
 6
Voorzieningen interieur
 47
N
eerklapbare achterbank
 48
Z
ijruiten achter
 49
A
chterruit
 49
A
chterklep
 5
 0
Canvas dak
 51
R
uiten vóór
 52
Uw comfort
Motorruimte 5 3
Onderhoud van uw E-MEHARI
 56
B
anden / bandenspanning
 56
A
anwijzingen voor het wassen
 57
Onderhoud
Bandenreparatieset 5 8
Vervangen van een lamp
 59
V
ervangen van een zekering
 59
O
pslagmodus
 6
 2
Audiosysteem
 6
4
Praktische tips
Inhoudsopgave  

15
e-mehari_nl_Chap01_faite-connaissance_ed02-2016
Veiligheidsgordels
Positioneren van de veiligheidsgordel: plaats 
het heupgedeelte van de veiligheidsgordel zo 
laag mogelijk en laat het goed aanliggen tegen 
de heupen.
Zorg ervoor dat het schoudergedeelte van de 
veiligheidsgordel over de schouder loopt.
Losmaken van de veiligheidsgordel: druk op 
de oranje knop met het woord "PRESS". De 
veiligheidsgordel komt automatisch los.Verklikkerlampje niet 
vastgemaakte/losgemaakte 
veiligheidsgordel vóór
Als de veiligheidsgordel aan bestuurderszijde 
tijdens het rijden losgemaakt wordt of niet goed 
vastgemaakt is:
Omdoen
Omdoen van de veiligheidsgordel: steek de 
gesp in de houder van de desbetreffende stoel 
en controleer of de gesp correct is vergrendeld.●
 Kl
inkt er een geluidssignaal.
● Ga at een verklikkerlampje 
branden op het 
instrumentenpaneel van uw 
E-MEHARI.
Algemene informatie met 
betrekking tot kinderzitjes
Baby's en kinderen mogen uitsluitend 
worden vervoerd in een speciaal 
daarvoor ontworpen zitje.
De veiligheidsgordels van de auto zijn 
niet geschikt voor hun lichaamsbouw.
Het schoudergedeelte van de 
veiligheidsgordel loopt dan onder de 
kin of over de hals in plaats van over de 
schouder, waardoor bij een noodstop of 
een ongeval ernstig letsel kan ontstaan.
Het heupgedeelte van de 
veiligheidsgordels is evenmin geschikt 
voor hun lichaamsbouw. Bij een 
noodstop of ongeval kan het kind onder 
de gordel door schieten en daarbij 
levensgevaarlijk letsel oplopen.
Maak voor het ver voer van kinderen 
uitsluitend gebruik van voor 
de lichaamsbouw van het kind 
geschikte baby- of kinderzitjes , zodat 
u ervan verzekerd bent dat uw kinderen 
veilig worden vervoerd.
1 
Leer uw E-MEHARI kennen  

35
e-mehari_nl_Chap02_conduite_ed02-2016
Controles van de werking van uw E-MEHARI
Instrumentenpaneel
(1) Het instrumentenpaneel.
Verklikkerlampjes
(1) Storing tractiebatterij.
(2)  Storing elektromotor.
(3)  Verklikkerlampje laadstroom.
Als het verklikkerlampje (1)  of (2) 
brandt, dient u uw E-MEHARI stil te 
zetten.
Pictogrammen
Grootlicht
Parkeerlicht
Mistachterlicht
Richtingaanwijzers links
Richtingaanwijzers rechts
Storing remsysteem
Waarschuwingsmelding
ESP
Ontdooiing
Verwarming
Beperkte capaciteit elektromotor
Storing tractiebatterij
Beperkte capaciteit tractiebatterij Portiervergrendeling
Airconditioning
ABS Storing stuurbekrachtiging
Veiligheidsgordel niet vastgemaakt
Portier geopend (stilstaande auto)
Portier geopend (rijdende auto)
Achterklep geopend (stilstaande auto)
Achterklep geopend (rijdende auto)
Onderhoud
2 
Het rijden  

39
e-mehari_nl_Chap02_conduite_ed02-2016
ABS – ESP
Deze functies zijn rijhulpsystemen 
die ervoor zorgen dat uw auto onder 
moeilijke omstandigheden zijn stabiliteit 
behoudt en bestuurbaar blijft.
Deze functies nemen echter niet de 
verantwoordelijkheid van de bestuurder 
uit handen.
Deze functies verleggen niet de 
grenzen van de auto en de bestuurder 
mag zich er nooit door laten verleiden 
tot het nemen van meer risico's of te 
hard rijden.
De bestuurder dient altijd op te blijven 
letten (in verband met plotselinge 
situaties waarbij de bestuurder moet 
ingrijpen) en blijft altijd verantwoordelijk.Voorzorgsmaatregelen
Trap bij een noodstop het rempedaal krachtig 
en volledig in.
Pompend remmen is niet nodig en heeft 
geen zin.
Het ABS regelt de remkracht van het 
remsysteem.
ABS (antiblokkeersysteem)
Bij hard remmen voorkomt het ABS het 
blokkeren van de wielen, zodat de remweg 
korter wordt en de auto bestuurbaar blijft.
Dit maakt het mogelijk om al remmend uit te 
wijken.
Bovendien verkort dit systeem de remweg, 
vooral op een glad wegdek (bij regen, enz.).
ABS (verklikkerlampje)
Dit verklikkerlampje gaat even branden als het 
contact wordt aangezet en gaat daarna weer 
uit.
Als het verklikkerlampje gaat branden tijdens 
het rijden, duidt dit op een storing in het ABS.
Het remsysteem blijft dan werken zoals bij een 
auto zonder ABS. Raadpleeg zo snel mogelijk 
een CITROËN Erkend Reparateur of een 
gekwalificeerde werkplaats.
ESP
Dit systeem helpt de auto bestuurbaar te 
houden in een "moeilijke" rijsituatie (ontwijken 
van een obstakel, verlies van grip in een bocht, 
e n z .) .
Werkingsprincipe
Een sensor in het stuur wiel geeft het systeem 
informatie over de door de bestuurder 
gewenste richting.
Op verschillende andere plaatsen in de auto 
bevinden zich sensoren die informatie geven 
over de werkelijke koers van de auto.
Het systeem vergelijkt de door de bestuurder 
gewenste richting met de werkelijke koers 
en corrigeert deze indien nodig via de 
remmen van een of meerdere wielen en/of het 
motorkoppel.
ESP (verklikkerlampje)
Dit verklikkerlampje gaat even branden als het 
contact wordt aangezet en gaat daarna weer 
uit.
Het verklikkerlampje ESP knippert als het 
systeem is geactiveerd om de auto zijn grip te 
laten behouden.
Als het verklikkerlampje blijft branden tijdens 
het rijden, duidt dit op een storing in het ESP. 
Raadpleeg in dat geval zo snel mogelijk 
een CITROËN Erkend Reparateur of een 
gekwalificeerde werkplaats.
De werking van het systeem is merkbaar aan 
een trilling in het rempedaal.
Het ABS heeft geen invloed op de "fysieke" 
grip van de banden op het wegdek.
Houd daarom altijd een voorzichtige rijstijl aan 
(houd voldoende afstand, enz.).
2 
Het rijden  

48
e-mehari_nl_Chap03_confort_ed02-2016
Neerklapbare achterbank
Uw E-MEHARI is in Europa 
gehomologeerd voor het vervoer van 
maximaal 4
 p
ersonen: de bestuurder en 
drie passagiers.
Het is niet toegestaan meer dan 
twee personen te vervoeren op de 
achterbank.
Uw E-MEHARI is voorzien van 
2
 v
eiligheidsgordels achter.
Extra passagiers die geen 
veiligheidsgordel dragen, kunnen bij 
een ongeval ernstig of dodelijk gewond 
raken, of andere inzittenden van de 
auto letsel toebrengen. Let op: zorg ervoor dat de 
veiligheidsgordels niet klem kunnen 
komen te zitten en plaats de gespen 
van de gordels op de juiste wijze 
alvorens de rugleuning neer of terug te 
klappen. Stel de hoofdsteun nooit tijdens het 
rijden af.
Uw E-MEHARI is gehomologeerd voor het 
vervoer van 4
 p
 ersonen.
De tweezitsachterbank is neerklapbaar.
Alleen de rugleuning kan worden neergeklapt, 
de zitting kan niet worden opgeklapt.
Werking
Trek aan de knoppen (1)  aan beide zijden van 
de bank om de sluitingen (2)  te ontgrendelen.
Klap de rugleuning van de achterbank (3)  naar 
voren.
Afstellen van de 
hoofdsteunen van de 
achterbank
● Hoger zetten van de hoofdsteun: trek de 
h oofdsteun omhoog tot de gewenste positie 
is bereikt.
●
 La
ger zetten van de hoofdsteun: duw de 
hoofdsteun omlaag tot de gewenste positie 
is bereikt. 
Uw comfort  

71
e-mehari_nl_Chap07_inde-alpha_ed02-2016
ABS - ESP  .....................................................39
Acc u ............... ............................................ 4, 62
Accu laden
 ..................................................... 2
7
Achterbank
 ...............................
......................48
Achterklep 
 ...............................
......................50
Achterzitplaatsen 
 ........................................... 11
Ac
tieradius
 ...............................
 ......................69
Afmetingen
 ..................................................... 68
Af
standsbediening (deurvergendeling) 
 ........ 10
A
irconditioning
 ............................................... 45
A
irconditioning 
 .............................................. 45
A
larmknipperlichten
 ....................................... 23
A
ntidiefstalsysteem/startblokkering
 ................ 8
C
anvas dak 
 ................................................... 51
C
arrosserie-onderhoud 
 ................................ 57
Cl
axons 
 ...............
 .......................................... 24
Cockpit
 ........................................................... 17
Con
tactslot 
 ...............................
 .....................33
Controle instrumenten
 ................................... 35
Co
ntrole van de werking 
 ............................... 35El
ektrische mobiliteit 
 .......................................4
El
ektrische storing 
 ..........................................4
E
lektrische vergrendeling 
 .............................10
Ex
tra veiligheidssysteem 
 ..............................16
G
eïntegreerde lader  
 .....................................66
G
ewichten
 ......................................................68
G
rootlicht
 ...............................
 .........................20
A
B
C
E
D
Bagagekoffer (achterklep)  ............................ 50
Ba nden ................ ............................... 56, 58, 68
Banden oppompen 
 ................................. 5
6, 68
Bandenspanning 
 ...............................
......56, 68
Beveiliging hoogspanning 
 ......................... 4
, 26G
Handrem ........................................................ 37
Hoofdsteun  ............................................... 11
,  4 8
Hoogspanning
 ...............................
.............4, 26
Hulpoproep
 ...................................................... 8
H
Identificatie auto............................................. 65
Instrumentenpaneel ....................................... 35
Ins
trumentenpaneel 
 ...................................... 35
Int
erieur
 .......................................................... 47
I
nterieurverlichting
 ......................................... 46
K
ilometertellers 
 ............................................. 35
K
inderbeveiliging
 ..............................
 .......15, 16
Klep bak 
 ........................................................ 10
K
lep van de laadaansluiting 
 ............................ 8
K
limaatregeling
 .............................................. 45
K
lokje
 ...............
 .............................................. 35
Koelvloeistof motor 
 ....................................... 54
L
ampen
 ...............
 ........................................... 59
Lampen vervangen 
 ....................................... 59
Lu
idsprekers 
 ................................................. 64
I
K
L
Dagrijverlichting ............................... ..............20
Dimlicht .......................................................... 20
. 
Trefwoordenregister