31
20
29 Audio en telematica
Selecteer het veranderen van
geluidsbron.
Druk op Radio Media
om de
hoofdpagina weer te geven.
Selecteer " DAB- radio
".
Selecteer " Lijst
" op de hoofdpagina.
Selecteer de radio in de weergegeven lijst.
Druk op " Rad Media
" om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Selecteer " Instellingen
".
Selecteer " Radio
".
Selecteer " Volgsysteem
digitale zender/FM
" en
ver volgens " Bevestigen
".
Volgsysteem DAB+ / FM
Digitale radio
"DAB+" is niet overal beschikbaar.
Als het digitale signaal niet goed is,
kunt u met het " Volgen DAB/FM"
dezelfde zender blijven beluisteren
doordat het systeem automatisch
overschakelt op de desbetreffende
analoge "FM"-zender (indien
beschikbaar).
Als het " Volgen DAB/FM" is
geactiveerd, kan er sprake zijn van een
verschil van enkele seconden als het
systeem overschakelt op de analoge
"FM"-zender en kan het geluidsvolume
veranderen.
Als het digitale signaal weer goed is,
schakelt het systeem automatisch weer
over op "DAB+".
Digitale radio zorgt voor een
betere geluidskwaliteit en biedt de
mogelijkheid grafische informatie
weer te geven met actualiteiten van
de beluisterde radiozender. Selecteer
"Lijst" op de primaire pagina.
Via "multiplex /bundel" hebt u de keuze
uit een aantal radiozenders die in
alfabetische volgorde zijn gerangschikt.
Als de "DAB+"-zender waarnaar
wordt geluisterd niet beschikbaar is
als "FM"-zender (optie " DAB+/FM
"
grijs weergegeven) of als het " Volgen
DAB/FM" niet is geactiveerd, wordt
het geluid onderbroken als het digitale
signaal te zwak wordt.
of
Selecteer " Lijst zenders
" op de
secundaire pagina.
3
Media
USB-speler
Geluidsbron kiezen
Via de toets SRC
(bron) op het
stuur wiel kunt u van de ene naar de
andere geluidsbron overschakelen.
Druk op OK
om de selectie te
bevestigen.
Selecteer het wijzigen van de
geluidsbron.
Druk op Rad Media
om de
hoofdpagina weer te geven.
Het systeem maakt gebruik van afspeellijsten
(in het tijdelijke geheugen). Het maken van
deze lijsten kan enkele seconden of soms
enkele minuten duren nadat het apparaat voor
de eerste keer is aangesloten.
Het ver wijderen van alle andere dan
muziekbestanden en het verminderen van het
aantal afspeellijsten zal het aanmaken van
deze afspeellijsten versnellen.
De afspeellijsten worden iedere keer na het
opnieuw aanzetten van het contact of het
aansluiten van een USB-stick vernieuwd. De
lijsten worden in het geheugen opgeslagen:
als de lijsten niet zijn gewijzigd, is de laadtijd
kor ter.
Steek de USB-stick in de USB-aansluiting of
sluit de USB-apparatuur via een kabel (niet
meegeleverd) op de USB-aansluiting aan.
Extra-aansluiting
(AUX-ingang)
CD-speler
Plaats de CD in de speler.
Sluit het externe apparaat (MP3 -speler enz.)
met een audiokabel (niet meegeleverd) aan op
de Jack-aansluiting.
Stel eerst het volume van het externe apparaat
in (luid). Regel daarna het volume van de
autoradio.
De bediening gebeurt via het externe apparaat.
Selecteer de geluidsbron.
31 Audio en telematica
De autoradio speelt bestanden met de extensie
"wma, .aac, .flac, .ogg, .mp3" met een bitrate
van 32 kbps tot 320 kbps af.
Ook bestanden met een VBR (Variable Bit
Rate) kunnen worden afgespeeld.
Geluidsbestanden met een andere extensie
(.mp4, ...) kunnen niet worden afgespeeld.
Bestanden met de extensie ".wma" moeten van
het type wma 9 standaard zijn.
De bemonsteringsfrequenties (sampling rates)
zijn 32, 44 en 48 kHz.
Selecteer bij het branden van een CD-R of CD-
RW de standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of bij
voorkeur Joliet om deze te kunnen afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan
het zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één CD niet meer dan
één standaard voor het branden te gebruiken.
Stel de laagst mogelijke snelheid in (maximaal
4 x) voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie- CD is
het raadzaam de standaard Joliet te gebruiken.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal
20 karakters en vermijd speciale tekens
(bijv.: " " ? . ; ù) om problemen met het afspelen
of de weergave te voorkomen.
Informatie en adviezen
Gebruik uitsluitend USB-sticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Het systeem is geschikt voor externe
USB-geluidsdragers, BlackBerry's
®
of apparatuur van Apple® die op de
USB-aansluitingen kunnen worden
aangesloten (kabel niet meegeleverd).
U kunt deze apparatuur bedienen via
de audio-installatie van de auto.
Andere randapparatuur, die bij het
aansluiten niet door het systeem wordt
herkend, moet met een kabel (niet
meegeleverd) op de Jack-plug worden
aangesloten.
Gebruik bij voorkeur de originele USB-
kabels van het externe apparaat.
Als tegelijkertijd twee identieke
apparaten zijn aangesloten (twee USB-
sticks of twee Apple
® -spelers), werkt
het systeem niet. Het is wel mogelijk
om tegelijkertijd een USB-stick en een
Apple® -speler aan te sluiten.
Bluetooth ®
streaming audio
Streaming audio biedt de mogelijkheid om
muziekbestanden op de telefoon via de audio-
installatie in de auto af te spelen.
Maak een verbinding met de telefoon: zie
de rubriek " Te l e f o o n
" en ver volgens "
Bluetooth
".
Kies het profiel " Audio
" of " Alle
".
Als de weergave niet automatisch begint, kan
het zijn dat u de audioweergave moet starten
via de telefoon.
Het bedienen is mogelijk via de randapparatuur
of met de toetsen van de autoradio.
Als de streaming audio eenmaal is
gestart, wordt uw telefoon als een
geluidsbron beschouwd.
Wij adviseren de functie " Herhalen
"
van de Bluetooth-apparatuur in te
schakelen.
Apple ®
-speler aansluiten
Sluit een Apple ®
-speler met behulp van een
geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de
USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie
in de auto.
De beschikbare indeling is die
van het aangesloten apparaat
(ar tiesten / albums / genres / playlists /
audiobooks / podcasts).
De standaardindeling is de indeling
per artiest. Om dit te veranderen moet
u terug naar het eerste niveau in de
structuur om ver volgens een andere
indeling te selecteren (bijvoorbeeld
playlists). Bevestig uw keuze voordat
u in de structuur weer afzakt naar de
gewenste track.
De softwareversie van de autoradio kan
incompatibel zijn met de generatie van uw
Apple
® -speler.
1
1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
45 Audio en telematica
Niveau 1
Niveau 2
Aanwijzingen
Internetdiensten
Secundaire pagina
Bluetooth
Verbinding
Zoeken
Het zoeken naar een te verbinden extern
apparaat starten.
Verbinden
/Loskoppelen
De Bluetooth-verbinding van een geselecteerd
extern apparaat tot stand brengen of beëindigen.
Updaten
De contacten van de geselecteerde telefoon
importeren om ze op te slaan in de autoradio.
Ver wijderen
De geselecteerde telefoon Ver wijderen.
Bevestigen
De instellingen opslaan.
Internetdiensten
Secundaire pagina
Internetsnelheid
Reset
De teller van het gegevensverbruik resetten en
vervolgens bevestigen.
Bevestigen
Internetdiensten
Secundaire pagina
Wi-Fi-verbinding
Alle
Alle Wi-Fi-netwerken weergeven.
Beveiligd
Beveiligde Wi-Fi-netwerken weergeven.
Opgeslagen
Geselecteerd(e) Wi-Fi-netwerk(en) opslaan.
To e v o e g e n
Een nieuw Wi-Fi-netwerk toevoegen.
On
/Off
Een Wi-Fi-netwerk activeren of deactiveren.
Verbinden
Een door het systeem gevonden Wi-Fi-netwerk
selecteren en hiermee verbinding maken.
1
1
1
19
20
21
22
23
24
25
26
57 Audio en telematica
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Aanwijzingen
Te l e f o o n
-verbinding
Secundaire pagina
Bluetooth
verbinding
Zoeken
Externe apparatuur zoeken.
Verbinden
/
Loskoppelen
De Bluetooth-verbinding van het geselecteerde
externe apparaat tot stand brengen of
beëindigen.
Updaten
De contacten van de geselecteerde telefoon
importeren om ze in de autoradio op te slaan.
Ver wijderen
De geselecteerde telefoon ver wijderen.
Bevestigen
De instellingen opslaan.
Te l e f o o n
-verbinding
Secundaire pagina
Zoeken naar
apparatuur
Gedetecteerde
apparatuur
Te l e f o o n
Het zoeken naar externe apparatuur starten.
Streaming audio
Internet
Te l e f o o n
-verbinding
Secundaire pagina
Opties Telefoon
In de wacht
De microfoon tijdelijk uitschakelen zodat uw
telefonische gesprekspartner het gesprek met de
passagier niet kan horen.
Updaten
De contacten van de geselecteerde telefoon
importeren om ze in de autoradio op te slaan.
Beltonen
De melodie en het volume van de beltoon kiezen
als de telefoon overgaat.
Geheugenstatus
Gebruikte en beschikbare items, percentage
gebruik van intern telefoonboek en van de
contacten via Bluetooth.
Bevestigen
De instellingen opslaan.
In de volgende tabel vindt u de antwoorden op de meest gestelde vragen over uw radio.
VRAAG
ANTWOORD
OPLOSSING
De route wordt niet
berekend. De criteria kunnen tegenstrijdig zijn met de huidige plaatsbepaling
(bijv. geen tolwegen ter wijl de auto zich op een autosnelweg met tol
bevindt). Controleer de criteria in het menu "Navigatie".
De POI's worden niet
aangegeven. De POI's zijn niet geselecteerd. Selecteer de POI's in de lijst met POI's.
Het geluidssignaal van
de "Risicogebieden"
functioneert niet. Het geluidssignaal is niet geactiveerd. Activeer het geluidssignaal in het menu
"Navigatie".
Het systeem stelt bij
belemmeringen geen
alternatieve routes voor. Er wordt geen rekening gehouden met de actuele
verkeersinformatie. Selecteer de functie "Info-Ser vice" in het
overzicht met criteria.
Ontvangst van
een melding van
"Risicogebieden" die niet
op mijn route ligt. Het systeem meldt alle "Risicogebieden" die zich buiten de route in
een bepaalde zone rondom de auto bevinden. Hierdoor worden ook
"Risicogebieden" gesignaleerd die zich op nabij gelegen routes of
op parallelbanen bevinden. Zoom in op de kaart om de exacte positie van de
"Risicogebieden" te kunnen bepalen. Selecteer
"Op de route" om de waarschuwingen buiten de
route uit te schakelen of om de tijdsduur tussen
het moment van de melding en het passeren van
het risicogebied te verkorten.
Veelgestelde vragen
Navigatie
Radio
VRAAG
ANTWOORD
OPLOSSING
De ontvangstkwaliteit van
de beluisterde radiozender
neemt geleidelijk af of de
voorkeuzezenders kunnen
niet worden ontvangen
(geen geluid, 87,5 Mhz
wordt weergegeven...). De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde
radiostation of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de
auto zich bevindt. Activeer de functie "RDS" via het snelmenu
om het systeem te laten controleren of er een
sterkere zender in het gebied aanwezig is.
De omgeving waarin u rijdt (bergen, hoge gebouwen, bruggen,
tunnels enz.) kan leiden tot een slechte ontvangst, ook als de RDS-
functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te
maken met een storing in de radio.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een
wasstraat of een parkeergarage). Laat de antenne controleren door het CITROËN-
netwerk.
Ik kan sommige
opgeslagen zenders uit de
lijst niet ontvangen. De zender wordt niet meer ontvangen of de naam van de zender in
de lijst is veranderd. Houd de toets "List" van de stuur wielbediening
ingedrukt om de lijst met zenders bij te werken
of druk op de functie van het systeem: "Lijst
updaten". Sommige zenders sturen in plaats van een naam andere informatie
mee (titel van het actuele nummer enz.).
Het systeem beschouwt deze informatie als de naam van de
zender.
De naam van de zender
verander t.