Gesproken commando's "Navigatie"
Deze commando's kunnen vanaf elke schermpagina worden gegeven nadat op de stuur wieltoets voor de gesproken commando's of de telefoon is gedrukt, behalve als er een telefoongesprek bezig is.
Geef de gesproken commando's voor de bestemming (adres) in de taal die in het systeem is ingesteld.
"Gesproken commando's"Aanwijzingen
Navigeer naar huis
Om de navigatie te starten of een routepunt toe te voegen, zegt u "navigeer naar" en dan het adres of de naam van de contactpersoon. Bijvoorbeeld "navigeer naar adres Kerkstraat 11 Amsterdam" of "navigeer naar contactpersoon Jan Janssen". U kunt aangeven of het een favoriete of recente bestemming is. Bijvoorbeeld "navigeer naar favoriet adres Tennisclub" of "navigeer naar recente bestemming Kerkstraat 11 Amsterdam". U kunt ook "navigeer naar huis" zeggen. Om POI's op een kaart te zien, kunt u bijvoorbeeld "toon hotels in Rotterdam" of "toon POI tankstation in de buurt" zeggen. Voor meer informatie kunt u "hulp bij routebegeleiding" zeggen.
Navigeer naar het werk
Navigeer naar favoriet adres <...>
Navigeer naar contact <...>
Navigeer naar adres <...>
Toon POI <...> in de buur t
Af te leggen afstand
Om informatie over uw huidige route te krijgen, kunt u zeggen "wat is de nog af te leggen tijd" of "afstand", of "aankomsttijd". Om meer commando's te leren, kunt u "hulp bij navigatie" zeggen.
Af te leggen tijd
Aankomsttijd
Stop navigatie
7 Audio en telematica
Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Aanwijzingen
Navigatie
Instellingen
Navigatie
Bestemming invoeren
Weergeven van de meest recente
bestemmingen.
Berekeningscriteria
Snelste
De navigatiecriteria kiezen.
Op de kaart wordt het aan de hand van de
criteria gekozen traject weergegeven. Kor tste
Tijd/afstand
Ecologisch
To l
Veer bot
Ver keer
Exact-Dichtb.
Zie route op de kaart De kaart weergeven en de routegeleiding starten.
Bevestigen De opties opslaan.
Huidie locatie opslaan
Het actuele adres opslaan.
De navigatie stoppen
De navigatie-informatie uitschakelen.
Spraakweergave
Het stemvolume en het opnoemen van
straatnamen instellen.
Route omleiden
Afwijken van de oorspronkelijke route met een
bepaalde afstand.
Navigatie
Weergeven als tekst.
Inzoomen.
Uitzoomen.
Weergeven op volledig scherm.
De kaart verplaatsen met de pijlen.
Kaart tweedimensionaal weergeven.
1
2
10
Navigatie - routebegeleiding
Een bestemming kiezen
Selecteer " Bestemming invoeren
".
Selecteer " Opslaan
" om het adres
als item op te slaan.
U kunt maximaal 200 items opslaan.
Selecteer " Bevestigen
".
Druk op " Zie route op de kaar t
" om de
navigatie te starten.
Selecteer " Adres
".
Kies het " Land:
" in de
weergegeven lijst en
vervolgens op dezelfde manier
de " Plaats:
" of de postcode,
de " Straat:
", het " N°:
".
Druk elke keer op Bevestigen.
Selecteer " Navigeren
".
Kies de overige criteria: " To l
",
" Veerboot
", " Verkeer
", " Exact
",
" Dichtb.
".
Kies de navigatiecriteria: " Snelste
" of " Kor tste
" of " Tijd/afstand
" of
" Ecologisch
" .
Druk om de navigatie-informatie te wissen op
" Instellingen
".
Druk op " De navigatie stoppen
".
Druk om de navigatie te her vatten op
" Instellingen
".
Druk op " De navigatie her vatten
".
Druk op Navigatie
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Naar een nieuwe bestemming
Of
De elektronische controle-eenheid
vermogen (4)
stuurt de verschillende
werkingsfasen van de twee motoren (HDi-
dieselmotor en elektromotor) aan om een zo
laag mogelijk brandstofverbruik mogelijk te
maken.
De dynamo/startmotor (5)
voert de Stop &
Start
-functie uit zodat de HDi-dieselmotor
wordt uitgeschakeld als de auto tot stilstand
komt (bijvoorbeeld voor een verkeerslicht
of in een file) of als volledig elektrisch wordt
gereden.
Het stoppen en starten van de HDi-dieselmotor
gebeurt automatisch en onmiddellijk zonder dat
de bestuurder iets hoeft te doen.
Deze dynamo/startmotor zorgt ook voor het
bijladen van de tractiebatterij door de HDi-
dieselmotor als bijvoorbeeld de laadtoestand
van de tractiebatterij te laag is geworden of als
in de stand 4WD
wordt gereden.
De 12V- accu
, die zich in de motorruimte
bevindt, zorgt voor de voeding van de
conventionele elektrische installatie van de
auto. Deze accu zorgt er voor dat de HDi-
dieselmotor kan worden gestart en dat de
uitrusting van de auto, zoals de verlichting, de
ruitenwissers en het audiosysteem, werkt.
Deze 12V-accu wordt automatisch bijgeladen
door het hoogspanningsnetwerk.
11Hybrid4-systeem
Bij het starten en stoppen
Er zijn geen energiestromen; de dynamo/startmotor (Stop &
Start-systeem) stopt en start de HDi-dieselmotor automatisch,
ongeacht de gekozen stand.
Terugwinnen van energie
Tijdens deze fase (snelheid minderen, remmen, loslaten
van het gaspedaal, in alle standen) wordt de tractiebatterij
opgeladen door de elektromotor/generator die wordt
aangedreven door de achter wielen.
Het terugwinnen van energie werkt optimaal wanneer u het
gaspedaal snel loslaat om op de motor af te remmen. De auto
zal dan sneller vertragen dan een conventionele auto.
100% elek trisch
Tijdens het volledig elektrisch rijden (stand AUTO
of ZEV
)
werkt alleen de elektromotor die wordt gevoed door de
tractiebatterij. De elektromotor drijft de achter wielen aan.
De aanduiding " Zero Emission
" wijst erop dat de HDi-
dieselmotor is afgezet en de auto geen CO
2 uitstoot.
15Hybrid4-systeem
Starten van het Hybrid4-systeem
Inschakelen van het Hybrid4-systeem
Als het Hybrid4-systeem is ingeschakeld,
brandt de verlichting van het
instrumentenpaneel en staat de wijzer van de
vermogensmeter in de stand " 0
". Het stuurslot
wordt automatisch ontgrendeld (er is een geluid
hoorbaar en het stuur wiel beweegt lichtjes).
Afhankelijk van bepaalde parameters, zoals
de laadtoestand van de tractiebatterij en
de buitentemperatuur, bepaalt het Hybrid4-
systeem zelf of de HDi-dieselmotor moet
worden gestart.
De keuzeschakelaar staat in de stand AUTO
.
Onder winterse omstandigheden en bij
koude motor kan het verklikkerlampje
van het voorgloeien enkele seconden
blijven branden; wacht tot het
verklikkerlampje is gedoofd en laat dan
het rempedaal los.
Starten / afzetten van het Hybrid4-systeem
Laat nooit kinderen alleen in de auto
achter als het Hybrid4-systeem is
ingeschakeld.
)
Zet de selectiehendel in de stand N
.
)
Plaats de elektronische sleutel in de lezer.
of
)
Als uw auto is voorzien van het keyless
entry and start-systeem, hoeft de
elektronische sleutel zich slechts in de auto
te bevinden.
)
Trap het rempedaal volledig in.
)
Druk één keer kort (ongeveer één seconde)
op de knop " START/STOP
".
)
Houd het rempedaal ingetrapt tot het
verklikkerlampje READY
gaat branden om
aan te geven dat het Hybrid4-systeem is
ingeschakeld; dit wordt bevestigd met een
geluidssignaal.
Als het Hybrid4-systeem niet wordt
ingeschakeld:
)
En N
knippert op het
instrumentenpaneel, zet dan de
selectiehendel in de stand A
en
ver volgens in de stand N
.
)
En de melding " Voet op het
rempedaal
" wordt weergegeven,
trap het rempedaal dan steviger in.
Als de eco-mode van de auto is
geactiveerd, kan het enkele seconden
duren voordat het verklikkerlampje
READY
gaat branden wanneer het
Hybrid4-systeem wordt ingeschakeld.