1
2
10
DS3_nl_Chap11c_SMEGplus_ed01-2015
Navigatie - routebegeleiding
Een bestemming kiezen
Selecteer "Bestem. Invoeren ". Selecteer "
Archiveren " om het adres
als item op te slaan.
U kunt maximaal 200 items opslaan.
Selecteer " Bevestigen ".
Druk op " Zie route op de kaar t " om de
navigatie te starten.
Selecteer "
Adres".
Kies het " Land:" in de
weergegeven lijst en
vervolgens op dezelfde manier
de " Plaats: " of de postcode,
de " Straat: ", het "N°:".
Druk elke keer op Bevestigen. Selecteer "
Navigeren".
Kies de overige criteria: " Inclusief
tolwegen ", "Inclusief veerboten ",
" Verkeer ", "Exact ", "Dichtb. ".
Kies de navigatiecriteria: "
Snelste"
of " Kor tste " of "Tijd/afstand " of
" Ecologisch ". Druk om de navigatie-informatie te wissen op
"
Instellingen ".
Druk op " De navigatie stoppen ".
Druk om de navigatie te hervatten op
" Instellingen ".
Druk op " De navigatie hervatten ".
Druk op Navigatie
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Naar een nieuwe bestemming
Of
DS3_nl_Chap12_index-recherche_ed01-2015
Cockpit
Instrumentenpaneel 18 -19, 20 -21
Verklikkerlampjes 22-34
Meters
35-39
Schakelaars
40- 41
-
dagteller
-
dimmer dashboardverlichting/black panel-functie
Lichtschakelaar 130-134
Koplampverstelling 1 35
Stop & Start-systeem
1
16 -118
Snelheidsbegrenzer
120-121
Snelheidsregelaar
1
22-123
Buitenspiegels
79
Ruitbediening
6
4-65
Zekeringkast dashboard
2
16-218
Motorkap openen
23
9
Stuurwiel verstellen
7
8
Cla xon
145Par fumeur
90 -91
Multifunctionele displays
4
2- 48
Touchscreen
49-53
Alarmknipperlichten
144
Versnellingsbak, handgeschakeld
1
05
Versnellingsbak, elektronisch gestuurd
(ETG)
10
6 -110
Versnellingsbak, automatisch
1
11-114
Schakelindicator
115
Handrem
104
Active City Brake
1
53 -156Binnenspiegel
80
Zonneklep
93
Ruitenwisserschakelaar
136-139
Boordcomputer 54-57
Verwarming/ventilatie
8
1-83
Airconditioning, handbediend
8
3-85
Airconditioning, automatisch
8
6-88
Ontwaseming / ontdooiing voorruit
8
9
Achterruitverwarming
90
Noodoproep of Pechhulp
1
45, 266 -267
Autoradio
331-349
Touchscreen
269-330
Instellen datum/tijd
4
4, 48, 53
Sfeerverlichting
141
359
DS3_nl_Chap12_index-recherche_ed01-2015
Schakelen automatische versnellingsbak ....111
Schakelen elektronisch bediende versnellingsbak
.......................................... 105
Schakelindicator
........................................... 115
SCR-systeem
.......................................... 3 4, 188
Selectiehendel elektronisch gestuurde versnellingsbak
................................... 10 6, 247Tankbeveiliging
...............................
..............
18 6
Technische gegevens
...........
250, 253, 256-259
Telefoon
........................
316, 318, 320 -322, 340
Te l l e r ..........................................................
18, 20
Temperatuurregeling ....................................... 86
Tijd instellen
........................................42, 45, 53
TMC (verkeersinformatie)
.............................286
Toerenteller
............................................... 1
8, 20
Touchscreen
............................................. 4
9, 52
Touchscreen (Menu's)
....................51, 269, 273
Trekhaak
.......................................................230
Reinigen (adviezen)
......................................
232
Rembekrachtigingsysteem
........................... 15
0
Remblokken
..................................................
247
Remlichten
............................................
212, 213
Remmen
........................................................
247
Remschijven .................................................. 247
Remvloeistofniveau
...................................... 24
3
Reservewiel
..................................................
200
Richtingaanwijzers
........................
144, 212, 213
Riem
...............
.................................................
96
Rijadviezen
...................................................
10 0
Rijstrookcontrolesystemen
...........................
151
Risicozones (update)
....................................
285
Roetfilter
................................................
245, 246
Ruitbediening
..................................................
64
Ruitbediening resetten
....................................
64
Ruitensproeier achter
...................................
137
Ruitensproeierreservoir
................................
244
Ruitensproeiers
............................................. 13
7
Ruitensproeiervloeistofniveau
......................
244
Ruitenwisser achter
......................................
137
Ruitenwisserbladen (vervangen)
.........................................
13 9, 2 27
Ruitenwissers
........................................ 13
6, 13 8
Ruitenwisserschakelaar
......................... 13
6 -13 8Serienummer auto
..............................
..........
262
Sfeerverlichting
.............................................
141
Sjorogen
..........................................................
96
Slepen van een auto .....................................
228
Sleutel met afstandsbediening
......... 6
0, 63, 101
Sneeuwkettingen
..........................................
207
Snelheidsbegrenzer
......................................
120
Snelheidsregelaar
.........................................
12 2
Spaarfase
......................................................
226
Startblokkering, elektronische
................ 6
3, 101
Starten van de auto....................... 1 0 1, 1 0 6 , 111
Starten van de motor ....................................
101
Stilzetten van de auto ...................
1 0 1, 1 0 6 , 111
Stoelen verstellen
.....................................
72, 75
Stoelverwarming
.............................................
73
Stoelverwarming, schakelaars
.......................
73
Stop & Start
.......
57, 86, 116, 184, 223, 239, 246
Streaming audio Bluetooth
..........
298, 300, 339
Stuurslot
........................................................
101
Stuurverstelling
...............................................
78
Stuurwiel (verstellen)
......................................
78
Synchroniseren afstandsbediening
................
62Updaten risicozones
.....................................
285
UREA
....................................................
188, 189
USB
......................................................
298, 338
USB-aansluiting
.............................
94, 298, 336
USB-box
..........................................................
94
Veiligheidsgordels
..........................
157, 159, 174
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
.......................
161, 16 8 -170, 178 , 179
Ventilatie
...............
........................
14, 81, 82, 84
Ventilatieroosters
............................................
81
Vergrendeling van binnenuit
........................... 67
V
erkeersinformatie (TA)
........................
2
87, 335
Verkeersinformatie (TMC)
............................ 28
6
Verklikkerlampjes
...................................... 2
2, 26
Verklikkerlampje SCR-systeem
......................
34
Verklikkerlampje service
.................................
27
Verklikkerlampje voorgloeien (diesel)
...............
...........................................
24
Versnellingsbak, automatische
........................
14, 111, 225, 247
Versnellingsbak, handgeschakeld
...................
14, 105, 116, 247
Versnellingshendel
.........................................
14
Verversen
......................................................
242
Verwarming ............................... ................
14, 8 4
Voorgloeien (dieselmotor) ............................... 24
Vo
or stoelen
...............................................72, 75
Trefwoordenregister
5Rijden
Stop & Start-systeem
Het Stop & Start-systeem zet de motor tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch gestart
(START-stand) als u weer weg wilt rijden. Het starten gebeurt direct, snel en stil.
Het Stop & Start-systeem is per fect afgestemd op stadsgebruik en zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en
een aangename rust in het interieur tijdens het wachten.
Werking
Overgang naar de STOP-stand
Het systeem werkt de eerste
10 seconden na het inschakelen van de
achteruitversnelling niet.
Als de motor door het systeem in de
STOP-stand wordt gezet, blijven alle
andere componenten zoals de remmen
en de stuurbekrachtiging normaal
functioneren.
Tank nooit als de motor door het Stop
& Start-systeem in de STOP-stand is
gezet. Zet in dat geval altijd het contact
af en neem de sleutel uit het contactslot. Het controlelampje "ECO"
op het
instrumentenpaneel gaat branden en de
motor wordt in de STOP-stand gezet:
- als u, bij een handgeschakelde
versnellingsbak,
bij een snelheid lager
dan 20 km/h de versnellingshendel in
de neutraalstand zet en ver volgens het
koppelingspedaal loslaat.
- als u, bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak met 5 of 6
versnellingen,
bij stilstaande auto of
een snelheid lager dan 8 km/h (volgens
uitvoering) het rempedaal intrapt of de
selectiehendel in stand N
zet.
- als u, bij een automatische transmissie
,
bij stilstaande auto het rempedaal intrapt of
de selectiehendel in stand N
zet. Een teller telt de duur van de
momenten dat de motor afgezet
is, op. Elke keer als u het contact
opnieuw aanzet, wordt deze
teller op 0 gezet. De STOP-stand wordt niet geactiveerd als:
- het bestuurderportier geopend is,
- de autogordel van de bestuurder
losgemaakt is,
- de auto sinds de laatste start met de sleutel
niet sneller dan 10 km/h heeft gereden,
- de klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,
- de voorruitontwaseming is ingeschakeld,
- er bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur...).
Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
Het controlelampje "ECO"
knippert
een paar seconden en gaat
ver volgens uit.
Deze werking van het systeem is volkomen
normaal.
6Rijden
Overgang naar de START-stand
Het controlelampje "ECO"
gaat uit en
de motor wordt automatisch gestart:
- bij een handgeschakelde
versnellingsbak
, als u het
koppelingspedaal intrapt,
- bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak of een automatische
transmissie
:
●
met de selectiehendel in stand A / D
of
M
, wanneer u het rempedaal loslaat,
●
met de selectiehendel in stand N
en het
rempedaal niet ingetrapt, wanneer u de
selectiehendel in stand A / D
of M
zet,
●
of wanneer u de achteruitversnelling
inschakelt.
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Als het systeem in de STOP-stand
wordt uitgeschakeld, dan wordt de
motor direct weer gestart.
U kunt deze functie op elk willekeurig moment
uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF"
in
te drukken.
Het controlelampje in de schakelaar gaat
branden en er verschijnt een melding op het
display.
Uitschakelen
Uit veiligheids- of comfortover wegingen kan de
START-stand automatisch worden geactiveerd
als:
- het bestuurderportier wordt geopend,
- de autogordel van de bestuurder wordt
losgemaakt,
- de snelheid van de auto hoger is
dan 11 km/h (elektronisch gestuurde
versnellingsbak),
- er bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, instelling
airconditioning...).
Het controlelampje "ECO"
knippert
een paar seconden en gaat
ver volgens uit.
Dat onder deze omstandigheden de START-
stand wordt geactiveerd, is volkomen
normaal.
Als u bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak in de
STOP-stand een versnelling inschakelt,
maar daarbij het koppelingspedaal niet
helemaal intrapt, verschijnt er een melding
met het verzoek het koppelingspedaal
helemaal in te trappen, omdat anders de
motor niet gestart kan worden.
7Rijden
Het systeem wordt automatisch
ingeschakeld zodra u het contact
opnieuw aanzet.
Inschakelen
Dit systeem heeft specifieke kenmerken
en maakt gebruik van een speciale accu
(raadpleeg voor meer informatie het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats).
Het gebruik van een andere dan de door
CITROËN voorgeschreven accu's kan leiden
tot storingen in het systeem.
Bij een storing in het systeem gaat het
controlelampje in de schakelaar "ECO OFF"
knipperen en ver volgens constant branden.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Als er in de STOP-stand een storing zou
optreden, kan het zijn dat de motor niet
meer wil aanslaan of direct afslaat. Alle
controlelampjes op het instrumentenpaneel
branden. Zet in dat geval het contact af en start
de auto dan met behulp van de sleutel.
Storingen
Onderhoud
Schakel omwille van de veiligheid het
Stop & Start-systeem altijd uit als u
handelingen onder de motorkap wilt
uitvoeren.
Het Stop & Start-systeem maakt
gebruik van geavanceerde technologie.
Laat eventuele werkzaamheden
aan dit type accu uitvoeren door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Druk nogmaals op de schakelaar "ECO OFF"
.
Het systeem is dan weer ingeschakeld; het
controlelampje in de schakelaar gaat uit en er
wordt een melding op het display weergegeven.
5Rijden
Stop & Start-systeem
Het Stop & Start-systeem zet de motor tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch gestart
(START-stand) als u weer weg wilt rijden. Het starten gebeurt direct, snel en stil.
Het Stop & Start-systeem is per fect afgestemd op stadsgebruik en zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en
een aangename rust in het interieur tijdens het wachten.
Werking
Overgang naar de STOP-stand
Het systeem werkt de eerste
10 seconden na het inschakelen van de
achteruitversnelling niet.
Als de motor door het systeem in de
STOP-stand wordt gezet, blijven alle
andere componenten zoals de remmen
en de stuurbekrachtiging normaal
functioneren.
Tank nooit als de motor door het Stop
& Start-systeem in de STOP-stand is
gezet. Zet in dat geval altijd het contact
af en neem de sleutel uit het contactslot. Het controlelampje "ECO"
op het
instrumentenpaneel gaat branden en de
motor wordt in de STOP-stand gezet:
- als u, bij een handgeschakelde
versnellingsbak,
bij een snelheid lager
dan 20 km/h de versnellingshendel in
de neutraalstand zet en ver volgens het
koppelingspedaal loslaat.
- als u, bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak met 5 of 6
versnellingen,
bij stilstaande auto of
een snelheid lager dan 8 km/h (volgens
uitvoering) het rempedaal intrapt of de
selectiehendel in stand N
zet.
- als u, bij een automatische transmissie
,
bij stilstaande auto het rempedaal intrapt of
de selectiehendel in stand N
zet. Een teller telt de duur van de
momenten dat de motor afgezet
is, op. Elke keer als u het contact
opnieuw aanzet, wordt deze
teller op 0 gezet. De STOP-stand wordt niet geactiveerd als:
- het bestuurderportier geopend is,
- de autogordel van de bestuurder
losgemaakt is,
- de auto sinds de laatste start met de sleutel
niet sneller dan 10 km/h heeft gereden,
- de klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,
- de voorruitontwaseming is ingeschakeld,
- er bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur...).
Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
Het controlelampje "ECO"
knippert
een paar seconden en gaat
ver volgens uit.
Deze werking van het systeem is volkomen
normaal.
6Rijden
Overgang naar de START-stand
Het controlelampje "ECO"
gaat uit en
de motor wordt automatisch gestart:
- bij een handgeschakelde
versnellingsbak
, als u het
koppelingspedaal intrapt,
- bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak of een automatische
transmissie
:
●
met de selectiehendel in stand A / D
of
M
, wanneer u het rempedaal loslaat,
●
met de selectiehendel in stand N
en het
rempedaal niet ingetrapt, wanneer u de
selectiehendel in stand A / D
of M
zet,
●
of wanneer u de achteruitversnelling
inschakelt.
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Als het systeem in de STOP-stand
wordt uitgeschakeld, dan wordt de
motor direct weer gestart.
U kunt deze functie op elk willekeurig moment
uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF"
in
te drukken.
Het controlelampje in de schakelaar gaat
branden en er verschijnt een melding op het
display.
Uitschakelen
Uit veiligheids- of comfortover wegingen kan de
START-stand automatisch worden geactiveerd
als:
- het bestuurderportier wordt geopend,
- de autogordel van de bestuurder wordt
losgemaakt,
- de snelheid van de auto hoger is
dan 11 km/h (elektronisch gestuurde
versnellingsbak),
- er bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, instelling
airconditioning...).
Het controlelampje "ECO"
knippert
een paar seconden en gaat
ver volgens uit.
Dat onder deze omstandigheden de START-
stand wordt geactiveerd, is volkomen
normaal.
Als u bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak in de
STOP-stand een versnelling inschakelt,
maar daarbij het koppelingspedaal niet
helemaal intrapt, verschijnt er een melding
met het verzoek het koppelingspedaal
helemaal in te trappen, omdat anders de
motor niet gestart kan worden.