LVNEK AD NEuzstādiet uz aizmuguri vērstu bērnu sēdeklīti priekšējā pasažiera sēdvietā, kurā ir AKTIVIZĒTS priekšējais DROŠĪBAS GAISA SP I LV E N S .
Tas
var izraisīt BĒRNA NĀVI vai radīt NOPIETNUS IEVAINOJUMUS.
MTQatt m’ghandek thalli tifel/tifla marbut f’siggu dahru lejn l-Airbag attiva, ghaliex tista’ tikkawza korriment serju jew anke mewt lit-tifel/tifla
NLPlaats NOOIT een kinderzitje met de rug in de rijrichting op een zitplaats waar van de AIRBAG is INGESCHAKELD. Bij het afgaan van de
airbag kan het KIND LEVENSGEVA ARLIJK GEWOND R AKEN
NOInstaller ALDRI et barnesete med ryggen mot kjøreretningen i et sete som er beskyttet med en frontal AKTIVERT KOLLISJONSPUTE,
BARNET risikerer å bli DREPT eller HARDT SK ADET.
PLNIGDY nie instalować fotelika dziecięcego w pozycji "tyłem do kierunku jazdy" na siedzeniu wyposażonym w CZOŁOWĄ PODUSZKĘ POWIETR ZNĄ w stanie AKT Y WNYM. Może to doprowadzić do ŚMIERCI DZIECK A lub spowodować u niego POWA ŻNE OBR A ŻENIA
CI
AŁA.
PTNUNCA instale um sistema de retenção para crianças de costas para a estrada num banco protegido por um AIRBAG frontal ACTIVADO.
Esta instalação poderá provocar FERIMENTOS GR AVES ou a MORTE da CRIANÇA.
RONu instalati NICIODATA un sistem de retinere pentru copii, dispus cu spatele in directia de mers, pe un loc din vehicul protejat cu AIRBAG
frontal ACTIVAT. Aceasta ar putea provoca MOARTEA COPILULUI sau R ANIREA lui GR AVA.
RUВО ВСЕХ СЛУЧА ЯХ ЗАПРЕЩАЕТСЯ использовать обращенное назад детское удерживающее устройство на сиденье, защищенном ФУНКЦИОНИРУЮЩЕЙ ПОДУШКОЙ БЕЗОПАСНОСТИ, установленной перед этим сиденьем.
Э
то может привести к
ГИБЕЛИ РЕБЕНК А или НАНЕСЕНИЮ ЕМУ СЕРЬЕЗНЫХ ТЕЛЕСНЫХ ПОВРЕЖ ДЕНИЙ
SKNIKDY neinštalujte detské zádržné zariadenie orientované smerom dozadu na sedadlo chránené AKTIVOVANÝM čelným AIRBAGOM. Mohlo by dôjsť k SMRTEĽNÉMU alebo VÁ ŽNEMU POR ANENIU DIEŤAŤA.
SLNIKOLI ne nameščajte otroškega sedeža s hrbtom v smeri vožnje, če je VARNOSTNA BLA ZINA pred sprednjim sopotnikovim sedežem AKTIVIR ANA. Takšna namestitev lahko povzroči SMRT OTROK A ali HUDE POŠKODBE.
SRNIK ADA ne koristite dečje sedište koje se okreće unazad na sedištu zaštićenim AKTIVNIM VA ZDUŠNIM JASTUKOM ispred njega, jer mogu nastupiti SMRT ili OZBILJNA POVREDA DETETA.
SVPassagerarkrockkudden fram MÅSTE vara avaktiverad om en bakåtvänd bilbarnstol installeras på denna plats. Annars riskerar barnet att
DÖDAS eller SK ADAS ALLVARLIGT.
TRKESİNLKLE HAVA YASTIĞI AKTİF olan ön koltuğa yüzü arkaya dönük bir çocuk koltuğu yerleştirmeyiniz. Bu ÇOCUĞUN ÖLMESİNE veya ÇOK AĞIR YAR ALANMASINA sebep olabilir.
173
DS3_nl_Chap07_securite-enfants_ed01-2015
Veilig vervoeren van kinderen
DS3_nl_Chap07_securite-enfants_ed01-2015
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's bevestigd kan worden met behulp
van de veiligheidsgordel.
(b)
G
roep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
Reiswiegen en autobedjes mogen niet
op de passagiersplaats voorin worden
vervoerd.
(c)
R
aadpleeg de huidige wetgeving in uw land
alvorens een kinderzitje op deze plaats te
bevestigen.
(d)
S
chuif wanneer u een kinderzitje achterin
plaatst "met de rug in de rijrichting" of "met
het gezicht in de rijrichting" de voorstoel
naar voren en zet de rugleuning rechtop,
zodat er voldoende ruimte is voor het het
kinderzitje en de benen van het kind.
(e)
W
anneer een kinderzitje "met het gezicht
in de rijrichting" op de passagiersstoel
vóór is bevestigd, moet de airbag aan
passagierszijde zijn uitgeschakeld.
Gebeurt dit niet, dan kan het kind bij het
afgaan van de airbag levensgevaarlijk
gewond raken. Als een kinderzitje "met de
rug in de rijrichting" op de passagiersstoel
vóór is bevestigd, moet de airbag aan
passagierszijde ingeschakeld blijven.
(f )
E
en kinderzitje met steun mag nooit op de
middelste zitplaats achter worden bevestigd.Verwijder de hoofdsteun en berg deze
op alvorens een kinderzitje op een
passagiersstoel te bevestigen. Vergeet niet
de hoofdsteun weer aan te brengen nadat
u het kinderzitje weer hebt verwijderd.U : zitplaats geschikt voor de bevestiging van
een universeel gehomologeerd kinderzitje
met een veiligheidsgordel, zowel voor het
vervoeren met de "rug in de rijrichting" als
met het "gezicht in de rijrichting".
U(R):
als U, waarbij de passagiersstoel in de
hoogste stand en de middelste stand
van de verstelling in lengterichting moet
worden gezet.
177
DS3_nl_Chap07_securite-enfants_ed01-2015
Adviezen voor kinderzitjes
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar
in geval van een botsing.
Controleer of er zich geen (gesp van de)
veiligheidsgordel onder het kinderzitje
bevindt; dit kan de stabiliteit van het zitje in
gevaar brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
wordt vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt .
Controleer bij het plaatsen van een
kinderzitje dat gebruikmaakt van de
veiligheidsgordel of deze goed tegen het
kinderzitje aangetrokken is en of het zitje
stevig vastzit op de stoel van uw auto.
Schuif de passagiersstoel indien mogelijk
naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd
voldoende ruimte tussen de voorstoel en:
-
h
et kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
d
e voeten van het kind in een kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
Schuif om voldoende ruimte te creëren de
voorstoel naar voren en zet indien nodig de
rugleuning rechter op.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot het
vervoer van kinderen op de passagiersstoel
vóór is per land verschillend.
Raadpleeg de in uw land geldende
regelgeving.
Schakel de airbag aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder
van het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
CITROËN beveelt aan een zitverhoging
met rugleuning te gebruiken voorzien
van een gordelgeleider ter hoogte van de
schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g
een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen in de auto achter.
Gebruik de "Kinderbeveiliging" om
te voorkomen dat de portieren en de
portierruiten achter per ongeluk geopend
worden.
Zorg ervoor dat de portierruiten achter niet
verder dan voor 1/3
deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.
Zorg er voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" voor
dat de afstand tussen de rugleuning van het zitje
en de rugleuning van de stoel van de auto zo klein
mogelijk is. Laat indien mogelijk de rugleuning
van het zitje tegen de rugleuning van de stoel
aandrukken.
Verwijder de hoofdsteun alvorens een kinderzitje
met een rugleuning te plaatsen op een
passagiersstoel. Berg de hoofdsteun zorgvuldig op
om te voorkomen dat de hoofdsteun door de auto
vliegt bij krachtig afremmen. Plaats de hoofdsteun
terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
Veilig vervoeren van kinderen
217
DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
F Zie de paragraaf "Toegang tot het gereedschap".
Overzicht zekeringen
Zekering Ampère Functies
FH36 5 ATrekhaakmodule.
FH37 -Niet gebruikt.
FH38 20 AHifi-versterker.
FH39 20 AStoelverwarming.
FH40 40 ATrekhaakmodule.
Zekering Ampère Functies
F1 15 ARuitenwisser achter.
F2 -Niet gebruikt.
F3 5 A
Elektronische eenheid airbags en pyrotechnische gordelspanners.
F410 AAirconditioning, koppelingscontact, elektrochromatische
spiegel, roetfilterpomp (diesel), diagnose-aansluiting,
luchtdebietmeter (diesel).
F5 30 ARuitbedieningspaneel, ruitbediening passagier, motor
ruitbediening voor.
F6 30 AMotor bediening ruit bestuurdersportier.
F7 5 APlafonnier, verlichting dashboardkastje.
Praktische informatie
DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Zekering AmpèreFuncties
F8 20 AMultifunctioneel display, autoradio, autoradio/
navigatiesysteem, alarmcomputer, sirene inbraakalarm.
F9 30 A12V-aansluiting, voeding steun portable navigatiesysteem.
F10 15 AStuurkolomschakelaars.
F11 15 AContactslot, diagnose-aansluiting, elektronische eenheid
automatische transmissie.
F12 15 ARegen-/lichtsensor, trekhaakmodule.
F13 5 AHoofdremlichtschakelaar, servicecentrale motor.
F14 15 AElektronische eenheid parkeerhulp, Elektronische eenheid
airbags, instrumentenpaneel, automatische airconditioning,
USB Box, hifi-versterker.
F15 30 AVergrendeling.
F16 -Niet gebruikt.
F17 40 AAchterruit- en buitenspiegelverwarming.
SH -Shunt tijdens opslag.
DS3_nl_Chap11b_BTA_ed01-2015
Noodoproep of Pechhulp
Wanneer de elektronische
eenheid airbags een botsing heeft
gedetecteerd, wordt onafhankelijk van
het eventueel afgaan van de airbags,
automatisch een noodoproep gedaan.
Noodoproep met lokalisatiefunctie
Druk in geval van nood langer dan
2 seconden op deze toets.
Het knipperen van het groene LED-
lampje en een gesproken bericht
bevestigen dat de oproep naar de
helpdesk van "Noodoproep met
lokalisatiefunctie" is verstuurd*.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de oproep geannuleerd.
Het groene LED-lampje dooft.
De oproep wordt ook geannuleerd door, op
ieder willekeurig moment, de toets langer dan
8
seconden in te drukken.
Het groene LED-lampje blijft branden (zonder te
knipperen) wanneer de verbinding tot stand is gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Deze oproep wordt beheerd door de helpdesk
van "Noodoproep met lokalisatiefunctie" die
de informatie over de lokalisatie van de auto
ontvangt en een waarschuwing kan zenden
naar de gekwalificeerde hulpdiensten.
In landen waar de helpdesk niet operationeel
is of wanneer de lokalisatie uitdrukkelijk
is geweigerd, wordt de oproep meteen
doorgestuurd naar de hulpdiensten (112),
zonder lokalisatie. *
D
eze diensten zijn afhankelijk van bepaalde
voorwaarden en beschikbaarheid.
Ra
adpleeg het CITROËN-netwerk.Indien u gebruik maakt van de dienst
DS Connect BOX met SOS-pakket,
beschikt u ook over aanvullende
diensten via uw persoonlijke pagina
MyCITROËN op de CITROËN-
internetsite voor uw land. Ga hiervoor
naar www.citroen.com.
353
DS3_nl_Chap12_index-recherche_ed01-2015
Interieur
Voorzieningen bagageruimte 96-97
- bagageafdekking
-
bagageriem
-
sjorogen
AdBlue
®- reser voir 19 2-19 4
Achterbank
77-78
ISOFIX-bevestigingen
178-180
Kinderzitjes
168-177Veiligheidsgordels
157-159
Voorstoelen
7
2-74, 75 -76Airbags
160 -165
Voorzieningen interieur
9
2-95
-
AUX-aansluitingen
-
middenarmsteun
-
matten
Dashboardkastje
93
Uitschakeling passagiersairbag
1
62
Zoeken op afbeelding
DS3_nl_Chap12_index-recherche_ed01-2015
CD ........................................................ 298, 337
CD MP3 ......................................... 298, 337, 338
Centrale vergrendeling
.............................60, 67
C
ITROËN
N
oodoproep
gelocaliseerd
.............................................. 266
Claxon
........................................................... 145
Configuratie van de auto
...................................... 42, 45, 51, 343
Controlelampjes
...............................
...22, 26, 27
Controles
............................... 240, 241, 246, 247
3D achterlichten ............................... .............213
Aanhanger ..................................................... 230
Aanhangergewichten
.................... 25
3, 257, 259
Aansluiten MirrorLink
.................................... 3
15
Aansluiting 12V
............................................... 94
A
BS met elektronische remdrukregelaar
..... 15
0
Accessoires ................................................... 234
Accu
...................................................... 223, 246
Accu laden
.................................................... 223
Achterbank
...................................................... 77
Achterbank (toegang)
...............................74 , 75
Achterlichten
................................................. 212
Achterruitverwarming
..................................... 90
Achteruitrijcamera
......................................... 126
Achteruitrijlicht
...................................... 212, 213
Active City Brake
................................... 15
3, 15 4
AdBlue
® ......................................................... 18 8
AdBlue®-reservoir ................................. 188, 192
Additief AdBlue ............................... 33, 188, 192
Afmetingen
.................................................... 26
0
Afstandsbediening
.................................... 60, 63
Afstandsbediening, batterij
....................... 6
2, 63
Afstandsbediening, batterij vervangen
...........62
Afstandsbediening synchroniseren
................62
Afzetten van de motor
................................... 10
1
Airbags
.................................................... 31, 16 0
Airbags vóór
...............................
...........161, 165
Airconditioning
...............................
.................14
Airconditioning, automatische
..................82, 86
Airconditioning (handbediend)
.................82, 84
Alarmknipperlichten
...................................... 14 4
Algemeen menu
...............................
.............334
Antiblokkeersysteem (ABS)
.......................... 15
0Bagageruimte
..................................................
69
Bagageruimte, indeling ...................................
96
Bagageruimte openen ..............................60, 69
Bagageruimteverlichting
.......................141, 215
Banden
............................................................14
Banden, noodreparatie
................................. 19
5
Bandenspanning
.............................14, 199, 262
Bandenspanning, detectie
.........................32, 146, 148, 149, 199
Bandenspanningscontrole (met set)
...............
.......................................195
Bandenspanning te laag (detectie)
...............
......................................146
Bandreparatieset
..........................................195
Bekerhouder
...................................................92
Beladen
...........................................................14
Benzinemotor
.......................185, 240, 250, 253
Binnenspiegel
................................................. 80B
lack panel
...................................................... 41
BlueHDi
...................................................
36, 188
Bluetooth (handsfree set)
............. 3
20, 321, 340
Bluetooth (telefoon)
...............................
320, 321
Bluetooth-verbinding
.....................
312, 320, 321
Boordcomputer
...................................
45, 54-57
Brake Assist System (BAS) ..................
150, 151
Brandstof
.................................................
14, 18 5
Brandstofaddititiefniveau
..............................
245
Brandstofniveau
............................................
18 4
Brandstofniveaumeter
................................... 18
4
Brandstofsysteem ontluchten
...................................................
187
Brandstof tanken
...................................
18 4 -18 6
Brandstoftank (inhoud)
.................................
18 4
Brandstoftankklep
.................................
18 4, 18 6
Brandstoftank leeg (diesel)
...........................
187
Brandstoftanklep openen
.............................
18 4
Brandstofverbruik
...........................................
14
Buitenspiegels ................................................. 79
Antislipregeling ............................................. 151
Apple®-speler ....................................... 300, 339
Armleuning vóór ............................... ...............93
Audio-aansluitingen
........................................ 94
Audiokabel
.................................................... 298
Automatische ruitenwissers
..................13 6, 13 8
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
.................................... 14 4
Automatisch inschakelen verlichting
................................... 131, 13 3, 13 4
Autoradio
....................................................... 331
Autoradio, bedieningen aan stuurkolom
........................................... 333
AUX-aansluiting
................................... 298, 337
Aux-ingang
...............................
.....................298