DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Zekering AmpèreFuncties
F8 20 AMultifunctioneel display, autoradio, autoradio/
navigatiesysteem, alarmcomputer, sirene inbraakalarm.
F9 30 A12V-aansluiting, voeding steun portable navigatiesysteem.
F10 15 AStuurkolomschakelaars.
F11 15 AContactslot, diagnose-aansluiting, elektronische eenheid
automatische transmissie.
F12 15 ARegen-/lichtsensor, trekhaakmodule.
F13 5 AHoofdremlichtschakelaar, servicecentrale motor.
F14 15 AElektronische eenheid parkeerhulp, Elektronische eenheid
airbags, instrumentenpaneel, automatische airconditioning,
USB Box, hifi-versterker.
F15 30 AVergrendeling.
F16 -Niet gebruikt.
F17 40 AAchterruit- en buitenspiegelverwarming.
SH -Shunt tijdens opslag.
DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
Overzicht zekeringen
Zekering AmpèreFuncties
F1 20 AVoeding elektronische eenheid motor, bedieningsrelais koelventilator, multifunctioneel hoofdrelais
motormanagement, brandstofpomp (diesel).
F2 15 AClaxon.
F3 10 ARuitensproeiers voor en achter.
F4 20 ADagrijverlichting.
F5 15 AVoorverwarming brandstof (diesel), brandstofadditiefpomp (diesel), luchtdebietmeter (diesel), EGR-elektroklep
(diesel), voorverwarming blow-by en elektrokleppen (VTi).
F6 10 AABS-/ESP-computer, secundaire remlichtschakelaar.
F7 10 AElektrische stuurbekrachtiging, automatische versnellingsbak.
F8 25 ABediening startmotor.
F9 10 ASchakel- en beveiligingsmodule (diesel).
F10 30 AVoorverwarming brandstof (diesel), voorverwarming blow-by (diesel), brandstofpomp (VTi), verstuivers en
bobines (benzine).
F11 40 AAanjager airconditioning.
DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed01-2015
SpaarfaseDe spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,
...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat.Eco-modusDe eco-modus bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals radio, ruitenwissers,
dimlichten, plafonniers, enz. nog in totaal maximaal 30 minuten gebruiken.
Deze tijdsduur kan sterk worden
beperkt als de accuspanning laag is.
Als de accu ontladen is, kan de motor
niet gestart worden.
Als u op het moment dat de eco-modus wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, wordt
de verbinding na 10 minuten verbroken.
Inschakelen van de eco-modus
Na deze tijdsduur geeft een melding op het
display aan dat de eco-modus is ingeschakeld.
De actieve functies worden in de ruststand
gezet.
Uitschakelen van de eco-modus
Deze functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
F
S
tart om de functies direct weer te
kunnen gebruiken de motor en laat deze
gedurende enige tijd draaien.
De beschikbare tijd bedraagt het dubbele van
de tijd dat de motor heeft gedraaid. Deze tijd
zal echter altijd tussen de 5 en 30 minuten
bedragen.
Controles
12V-accuLuchtfilter en interieurfilter
OliefilterRoetfilter (diesel)
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking heeft op de motoruitvoering van uw auto voor het
controleren van bepaalde onderdelen.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om regelmatig te
controleren of de accupolen en -klemmen
schoon zijn, vooral bij warm weer en in de winter.Laat de filters periodiek vervangen
volgens de in het onderhoudsschema
van de fabrikant aangegeven
intervallen.
Laat bij het olie verversen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
Deze sticker, die hoort bij het Stop & Start-
systeem, geeft aan dat er een speciale
12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats. Als het roetfilter vervuild is, wordt u
hierop geattendeerd door het tijdelijk
branden van dit lampje in combinatie met een
melding op het multifunctionele display.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid
van minimaal 60
km/h rijden tot het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden is het minimum
brandstofadditiefniveau bereikt: raadpleeg de
paragraaf "Niveau brandstofadditief".
Bij een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt een brandlucht
ruiken; dit is volkomen normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Raadpleeg voordat u de accukabels losneemt
de rubriek "12V-accu" voor meer informatie
over de te nemen voorzorgsmaatregelen.
Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen
.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
DS3_nl_Chap12_index-recherche_ed01-2015
Cockpit
Instrumentenpaneel 18 -19, 20 -21
Verklikkerlampjes 22-34
Meters
35-39
Schakelaars
40- 41
-
dagteller
-
dimmer dashboardverlichting/black panel-functie
Lichtschakelaar 130-134
Koplampverstelling 1 35
Stop & Start-systeem
1
16 -118
Snelheidsbegrenzer
120-121
Snelheidsregelaar
1
22-123
Buitenspiegels
79
Ruitbediening
6
4-65
Zekeringkast dashboard
2
16-218
Motorkap openen
23
9
Stuurwiel verstellen
7
8
Cla xon
145Par fumeur
90 -91
Multifunctionele displays
4
2- 48
Touchscreen
49-53
Alarmknipperlichten
144
Versnellingsbak, handgeschakeld
1
05
Versnellingsbak, elektronisch gestuurd
(ETG)
10
6 -110
Versnellingsbak, automatisch
1
11-114
Schakelindicator
115
Handrem
104
Active City Brake
1
53 -156Binnenspiegel
80
Zonneklep
93
Ruitenwisserschakelaar
136-139
Boordcomputer 54-57
Verwarming/ventilatie
8
1-83
Airconditioning, handbediend
8
3-85
Airconditioning, automatisch
8
6-88
Ontwaseming / ontdooiing voorruit
8
9
Achterruitverwarming
90
Noodoproep of Pechhulp
1
45, 266 -267
Autoradio
331-349
Touchscreen
269-330
Instellen datum/tijd
4
4, 48, 53
Sfeerverlichting
141
DS3_nl_Chap12_index-recherche_ed01-2015
CD ........................................................ 298, 337
CD MP3 ......................................... 298, 337, 338
Centrale vergrendeling
.............................60, 67
C
ITROËN
N
oodoproep
gelocaliseerd
.............................................. 266
Claxon
........................................................... 145
Configuratie van de auto
...................................... 42, 45, 51, 343
Controlelampjes
...............................
...22, 26, 27
Controles
............................... 240, 241, 246, 247
3D achterlichten ............................... .............213
Aanhanger ..................................................... 230
Aanhangergewichten
.................... 25
3, 257, 259
Aansluiten MirrorLink
.................................... 3
15
Aansluiting 12V
............................................... 94
A
BS met elektronische remdrukregelaar
..... 15
0
Accessoires ................................................... 234
Accu
...................................................... 223, 246
Accu laden
.................................................... 223
Achterbank
...................................................... 77
Achterbank (toegang)
...............................74 , 75
Achterlichten
................................................. 212
Achterruitverwarming
..................................... 90
Achteruitrijcamera
......................................... 126
Achteruitrijlicht
...................................... 212, 213
Active City Brake
................................... 15
3, 15 4
AdBlue
® ......................................................... 18 8
AdBlue®-reservoir ................................. 188, 192
Additief AdBlue ............................... 33, 188, 192
Afmetingen
.................................................... 26
0
Afstandsbediening
.................................... 60, 63
Afstandsbediening, batterij
....................... 6
2, 63
Afstandsbediening, batterij vervangen
...........62
Afstandsbediening synchroniseren
................62
Afzetten van de motor
................................... 10
1
Airbags
.................................................... 31, 16 0
Airbags vóór
...............................
...........161, 165
Airconditioning
...............................
.................14
Airconditioning, automatische
..................82, 86
Airconditioning (handbediend)
.................82, 84
Alarmknipperlichten
...................................... 14 4
Algemeen menu
...............................
.............334
Antiblokkeersysteem (ABS)
.......................... 15
0Bagageruimte
..................................................
69
Bagageruimte, indeling ...................................
96
Bagageruimte openen ..............................60, 69
Bagageruimteverlichting
.......................141, 215
Banden
............................................................14
Banden, noodreparatie
................................. 19
5
Bandenspanning
.............................14, 199, 262
Bandenspanning, detectie
.........................32, 146, 148, 149, 199
Bandenspanningscontrole (met set)
...............
.......................................195
Bandenspanning te laag (detectie)
...............
......................................146
Bandreparatieset
..........................................195
Bekerhouder
...................................................92
Beladen
...........................................................14
Benzinemotor
.......................185, 240, 250, 253
Binnenspiegel
................................................. 80B
lack panel
...................................................... 41
BlueHDi
...................................................
36, 188
Bluetooth (handsfree set)
............. 3
20, 321, 340
Bluetooth (telefoon)
...............................
320, 321
Bluetooth-verbinding
.....................
312, 320, 321
Boordcomputer
...................................
45, 54-57
Brake Assist System (BAS) ..................
150, 151
Brandstof
.................................................
14, 18 5
Brandstofaddititiefniveau
..............................
245
Brandstofniveau
............................................
18 4
Brandstofniveaumeter
................................... 18
4
Brandstofsysteem ontluchten
...................................................
187
Brandstof tanken
...................................
18 4 -18 6
Brandstoftank (inhoud)
.................................
18 4
Brandstoftankklep
.................................
18 4, 18 6
Brandstoftank leeg (diesel)
...........................
187
Brandstoftanklep openen
.............................
18 4
Brandstofverbruik
...........................................
14
Buitenspiegels ................................................. 79
Antislipregeling ............................................. 151
Apple®-speler ....................................... 300, 339
Armleuning vóór ............................... ...............93
Audio-aansluitingen
........................................ 94
Audiokabel
.................................................... 298
Automatische ruitenwissers
..................13 6, 13 8
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
.................................... 14 4
Automatisch inschakelen verlichting
................................... 131, 13 3, 13 4
Autoradio
....................................................... 331
Autoradio, bedieningen aan stuurkolom
........................................... 333
AUX-aansluiting
................................... 298, 337
Aux-ingang
...............................
.....................298
6Rijden
Overgang naar de START-stand
Het controlelampje "ECO"
gaat uit en
de motor wordt automatisch gestart:
- bij een handgeschakelde
versnellingsbak
, als u het
koppelingspedaal intrapt,
- bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak of een automatische
transmissie
:
●
met de selectiehendel in stand A / D
of
M
, wanneer u het rempedaal loslaat,
●
met de selectiehendel in stand N
en het
rempedaal niet ingetrapt, wanneer u de
selectiehendel in stand A / D
of M
zet,
●
of wanneer u de achteruitversnelling
inschakelt.
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Als het systeem in de STOP-stand
wordt uitgeschakeld, dan wordt de
motor direct weer gestart.
U kunt deze functie op elk willekeurig moment
uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF"
in
te drukken.
Het controlelampje in de schakelaar gaat
branden en er verschijnt een melding op het
display.
Uitschakelen
Uit veiligheids- of comfortover wegingen kan de
START-stand automatisch worden geactiveerd
als:
- het bestuurderportier wordt geopend,
- de autogordel van de bestuurder wordt
losgemaakt,
- de snelheid van de auto hoger is
dan 11 km/h (elektronisch gestuurde
versnellingsbak),
- er bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, instelling
airconditioning...).
Het controlelampje "ECO"
knippert
een paar seconden en gaat
ver volgens uit.
Dat onder deze omstandigheden de START-
stand wordt geactiveerd, is volkomen
normaal.
Als u bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak in de
STOP-stand een versnelling inschakelt,
maar daarbij het koppelingspedaal niet
helemaal intrapt, verschijnt er een melding
met het verzoek het koppelingspedaal
helemaal in te trappen, omdat anders de
motor niet gestart kan worden.
6Rijden
Overgang naar de START-stand
Het controlelampje "ECO"
gaat uit en
de motor wordt automatisch gestart:
- bij een handgeschakelde
versnellingsbak
, als u het
koppelingspedaal intrapt,
- bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak of een automatische
transmissie
:
●
met de selectiehendel in stand A / D
of
M
, wanneer u het rempedaal loslaat,
●
met de selectiehendel in stand N
en het
rempedaal niet ingetrapt, wanneer u de
selectiehendel in stand A / D
of M
zet,
●
of wanneer u de achteruitversnelling
inschakelt.
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Als het systeem in de STOP-stand
wordt uitgeschakeld, dan wordt de
motor direct weer gestart.
U kunt deze functie op elk willekeurig moment
uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF"
in
te drukken.
Het controlelampje in de schakelaar gaat
branden en er verschijnt een melding op het
display.
Uitschakelen
Uit veiligheids- of comfortover wegingen kan de
START-stand automatisch worden geactiveerd
als:
- het bestuurderportier wordt geopend,
- de autogordel van de bestuurder wordt
losgemaakt,
- de snelheid van de auto hoger is
dan 11 km/h (elektronisch gestuurde
versnellingsbak),
- er bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, instelling
airconditioning...).
Het controlelampje "ECO"
knippert
een paar seconden en gaat
ver volgens uit.
Dat onder deze omstandigheden de START-
stand wordt geactiveerd, is volkomen
normaal.
Als u bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak in de
STOP-stand een versnelling inschakelt,
maar daarbij het koppelingspedaal niet
helemaal intrapt, verschijnt er een melding
met het verzoek het koppelingspedaal
helemaal in te trappen, omdat anders de
motor niet gestart kan worden.