149
C4-cactus_nl_Chap06_conduite_ed01-2015
Het resetten van het systeem moet gebeuren
via het touchscreen tablet bij afgezet contact
en stilstaande auto.F
D
ruk op de secundaire
pagina op " Initialisatie
bandenspanningscontrole ".
F
Bevestig het resetten door op de toets " Ja" te
drukken. Als het resetten is voltooid, klinkt een
geluidssignaal en wordt een melding weergegeven.
De nieuw opgeslagen drukwaarden
worden door het systeem beschouwd als
referentiewaarden.
Storing
Als het waarschuwingslampje te lage
bandenspanning gaat knipperen en vervolgens
blijft branden in combinatie met het lampje
Service, wijst dit op een storing in het systeem.
In dat geval werkt de bandenspanningscontrole
mogelijk niet goed.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Controleer na werkzaamheden aan
het systeem altijd de spanning van
de vier banden en reset het systeem
vervolgens.
Het waarschuwingssysteem voor
te lage bandenspanning is alleen
betrouwbaar als de vier banden tijdens
het resetten de juiste spanning hebben.
Sneeuwkettingen
Het systeem mag niet worden gereset
na het aanbrengen of verwijderen van
sneeuwkettingen.
F
S
electeer het menu
" Rijhulpsysteem ".
6
Rijden
185
C4-cactus_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2015
F Activeer de compressor door de schakelaar B in de stand "I" te zetten, tot
de bandenspanning 2,0 bar bedraagt.
H
et afdichtmiddel wordt onder druk in
de band gespoten; neem gedurende
deze handeling de slang niet los van de
aansluiting (kans op spatten).
Als na vijf tot zeven minuten de
gewenste bandenspanning niet is
bereikt, is de band niet te repareren met
de bandenreparatieset; neem contact
op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder
te helpen. F
V er wijder de set en draai de dop van de witte
slang vast.
Z
org ervoor dat restanten van de vloeistof niet
op of in de auto terecht kunnen komen. Houd
de set binnen handbereik.
F
M
aak direct een rit van ongeveer vijf kilometer
met matige snelheid (tussen 20 en 60 km/h),
zodat het afdichtmiddel het lek kan dichten.
F
Z
et de auto stil en controleer de reparatie en
de bandenspanning met de set.
Bandenspanningscontrolesysteem
Het verklikkerlampje voor te lage
bandenspanning zal na het repareren
van een wiel blijven branden tot het
systeem is gereset.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem.
2. Op spanning brengen
F Zet de schakelaar A in de stand "Bandenspanning".
F
R
ol de zwarte slang H volledig uit.
F
S
luit de zwarte slang aan op
het ventiel van de gerepareerde
band.
8
Storingen verhelpen
187
C4-cactus_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2015
Controle / aanpassen bandenspanning
U kunt de compressor, zonder inspuiting van
het afdichtmiddel, ook gebruiken om:
-
u
w bandenspanning te controleren of uw
banden op spanning te brengen,
-
a
ndere opblaasbare voor werpen op te
pompen (ballen, fietsbanden...).
F
D
raai de schakelaar A in de
stand "Op spanning brengen".
F
R
ol de zwarte slang H volledig uit.F
S luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F
S
tart de auto en laat de motor draaien.
F
B
reng de band op spanning met behulp
van de compressor (op spanning brengen:
schakelaar B in stand "I" ; leeg laten lopen:
schakelaar B in stand "O" en druk op de
knop C ), zoals staat aangegeven op de
bandenspanningssticker van de auto of het
opblaasbare voorwerp.
F
V
er wijder de set en berg deze op.Als de spanning van een of meer
banden is aangepast, moet het
bandenspanningscontrolesysteem
worden gereset.
Zie de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem.
F
S
luit de zwarte slang aan op het ventiel van
de band of van de accessoire.
B
reng indien nodig eerst een van de
meegeleverde verloopstukken aan.
8
Storingen verhelpen
287
C4-cactus_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2015
Eco-modus .................................................... 157
Eco-rijden (adviezen) ........................................ 9
Electronic Brake Force Distribution (EBD)
............................................................ 90
Electronic Stability Program (ESC)
.......................................... 16, 18, 90, 92
Elektronische remdrukregelaar (REF)
...........90
Elektronisch gestuurde versnellingsbak .... 9, 23,
70, 73, 124, 128, 129, 171, 211
Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP)
.................................. 16, 9 0
ESP
................................................................. 90
ESP/ASR
......................................................... 90
ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma)
.................................................. 16
ESP-systeem
.................................................. 16 Jack
........
.......................................................242
JACK-aansluiting
.................................... 7
2, 242
Jack-kabel
.....................................................242
G
J
Gereedschap ................................18 2, 188, 189
Gevarendriehoek .................................... 76, 181
Gewichten
............................................. 216, 218
Gewichten, overzicht
............................216, 218
Gordel (lampje)
............................................... 94
Gordellampje
................................................... 94
Grootlicht
......................................... 77, 19 4, 19 6
E
DAB (Digital Audio Broadcasting) -
Digitale radio ....................................... 240, 241
Dagrijverlichting
........................78, 82, 194, 195
Dagteller
.......................................................... 37
Dagteller resetten
........................................... 37
Dashboardkastje
...............................
.........6 9 -71
Dashboardverlichting (dimmer)
........................................................ 39
Datum (instellen)
............................................. 38
Datum instellen
............................................... 38
Derde remlicht
............................................... 20
0
Diesel
............................................................ 153
Dieselmotor
.............14, 153, 166, 214, 217, 218
Digitale radio - DAB (Digital Audio Broadcasting) ...............240, 241
Dimlicht
................................................... 7
7, 1 9 5Follow-me-home-
verlichting
.....................................................83
Frequentie (radio)
.................................238, 239
Functie snelweg (richtingaanwijzers) ....................................... 80Identificatie auto
............................................ 220
Identificatiegegevens
....................................220
Identificatieplaatjes constructeur
.................220
Identificatie (stickers)
.................................... 2
20
Instellen van de uitrustingen
..............28, 30, 33
Instellingen (Menu's)
.....................................260
Instellingen van het systeem
........................2
67
Instrumentenpaneel
........................................ 11
I
nteractieve hulp
.........................28, 30, 33, 266
Interieurfilter
..................................................170
Interieurfilter (vervangen)
.............................170
Interieurindeling
......................................... 6
9 -71
Interieur ontgrendelen
....................................44
Interieurverlichting
..........................................67
ISOFIX
..........................................................111
ISOFIX (bevestigingen) .................................11 0
ISOFIX bevestigingen
...................................11 0
ISOFIX kinderzitjes
................................11 0 -113
DF
H
Handopvoerpomp ......................................... 214
Handrem ............................................... 121, 171
Handsfree set
........................................ 274, 275
Het opslaan van de snelheid
................................................. 13 8
Hill Start Assist
...............................
...............128
Hoedenplank
................................................... 76
Hoofdsteunen achter
...............................
.............................52
Hoofdsteunen verstellen
..............................
........................50
Hoofdsteunen vóór .......................................... 50
Hulpoproep
............................................. 89
, 222
Hulpoproep gelokaliseerd
............................. 2
22
I
Kaartleeslampjes ............................................ 67
Kentekenplaatverlichting .............................. 20
0
Kilometerteller
................................................. 37
K
inderbeveiliging
.......................................... 115
K
.
Trefwoordenregister
288
C4-cactus_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2015
Niveaus controleren ...............................167-169
Niveaus en controles ............................165 -169
Noodbediening achterklep
..................................................... 47
N
oodprocedure
starten
................
......................................... 210Panoramadak
..................................................
68
Park Assist ....................................................
142
Parkeerhulp achter
....................................... 13
9
Parkeerhulp vóór
...........................................
140
Parkeerlichten
................... 7
7, 82, 194, 195, 199
Passagiersairbag uitschakelen
..............
9 7, 1 0 4
Plafonnier ................................................
6 7, 2 0 1
Portieren .........................................................45
Portieren ontgrendelen
......................40, 44, 46
Portieren openen
............................................45
Portieren sluiten
..............................................45
Portieren vergrendelen
.............................44, 46
Pyrotechnische gordelspanners
..................... 95
N
P
Matten ................................................. 69, 70, 74
Mat verwijderen .............................................. 74
M
enu
................................... 232, 234, 236, 246,
248, 252, 260, 270, 272
Menu's (audio)
.....................232, 234, 236, 246,
248, 252, 270, 272
Menu's (Touchscreen)
................ 2
8, 29, 225, 230, 231
Menustructuren display
......232, 234, 236, 246,
248, 252, 260, 270, 272
Menustructuur
..................... 2
32, 234, 236, 246,
248, 252, 270, 272
Milieu
........................................................... 9, 42
Mistachterlicht
......................................... 79, 19 9
Mistlampen vóór
........................79, 84, 194, 197
Motoren
................................................. 215, 217
Motorenoverzicht
.................................. 215, 217
Motorkap
....................................................... 16 4
Motorkap, openen
........................................................ 16 4
Motorkapsteun
...............................
...............16 4
Motorolie
...............
........................................ 167
Motorolieniveau, controle
...............................
..........................27
Motorolieniveaumeter
..................................... 27
Motorruimte
........................................... 165, 166Oliefilter
.........................................................170
Oliefilter (vervangen)
....................................170
Olieniveau
...............................................2 7, 1 6 7
Oliepeilstok
..............................
...............2 7, 1 6 7
Olieverbruik
................................................... 16
7
Onderhoud (adviezen)
..........................179, 18 0
Onderhoudsadviezen
..................... 6
8, 171, 180
Onderhoudscontroles
.......................................9
Onderhoudsintervalindicator
..........................24
Onderhoudsintervalindicator resetten
.........................................................26
Ontdooien ..................................................65, 66
Ontgrendelen
..................................................40
Ontwasemen
...................................................65
Ontwasemen achter
........................................ 65
O
ntwasemen voor
...........................................65
Opbergvak ....................................................... 76
Opbergvakken
...........................................71, 73
Opschakelindicator
.......................................123
MO
Kinderen ......................................... 1 0 8 , 11 0 -113
Kinderen (veiligheid) ..................................... 115
Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)
............. 9
7,
101-103, 108, 110 -114
Kinderzitjes
.............. 9
5, 101-103, 107, 108, 114
Kinderzitjes (conventioneel)
.........................107
Kinderzitjes i-Size
........................................................... 113
Kledinghaak
.................................................... 73
Kleurcode lak
................................................ 220
Kleurendisplay
................................29, 230, 231
Klokje (instellen)
...............................
...............38
Koelvloeistofniveau
....................................... 169
Kofferdeksel sluiten ............................................................ 47
Koplampen
...............................
.....................180
Koplampverstelling
......................................... 83
Kri
k
........................................................ 188, 189
Lampen (vervangen)
.............................19 4, 19 9
Lampen vervangen
....................... 19
4, 19 9, 201
Leder (onderhoud)
........................................ 18
0
LED-verlichting
....................................... 82, 201
Lekke band
.................................................... 182
Lichtschakelaar
................................... 7
7, 78, 82
Lokaliseren van de auto
.......................................................... 41
Luchtfilter
...................................................... 170
Luchtfilter (vervangen)
..................................170
Luchtrecirculatie .................................. 57, 59, 61
Luchttoevoer (bediening)
.............................................. 59, 61
Luchtverdeling ........................................... 5 7, 6 1
L
Trefwoordenregister