1
5
Controle tijdens het rijden
Onderhoudsindicator
Deze termijn wordt berekend op basis van
de laatste reset van de onderhoudsindicator
en is afhankelijk van het aantal afgelegde
kilometers en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5 seconden de onderhoudssleutel
branden. De kilometerteller geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
Voor beeld:
de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan :
5 seconden na het aanzetten van het contact,
verdwijnt de sleutel
; de teller geeft de
kilometerstand aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km
Voor beeld:
de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden
om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor heeft de mate van
ver vuiling van de motorolie ook invloed
op de berekening (volgens land van
bestemming).
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display.
6
Controle tijdens het rijden
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5 seconden de sleutel
knipperen
om aan te geven dat de
onderhoudswerkzaamheden zo spoedig
mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voor beeld:
u hebt de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor wordt deze waarschuwing,
zodra het contact is aangezet,
gecombineerd met het permanent
branden van het verklikkerlampje Ser vice.
Bij de berekening van de resterende
hoeveelheid af te leggen kilometers kan
ook de factor tijd worden meegewogen,
afhankelijk van de rijgewoontes van de
bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan branden
als het inter val in tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt, zoals vermeld in het
onderhoudsschema van de fabrikant, is
overschreden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor kan de sleutel ook eerder
gaan branden, afhankelijk van de
kwaliteit van de motorolie (volgens land
van bestemming).
De afname van de kwaliteit van
de motorolie is afhankelijk van de
rijomstandigheden van de auto.
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden
.
8
Rijden
Uitschakelen
Overgang naar de START-stand
U kunt deze functie op elk willekeurig moment
uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF"
in
te drukken.
Het controlelampje in de schakelaar gaat
branden en er verschijnt een melding op het
display.
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Het controlelampje "ECO"
gaat uit en de
motor wordt automatisch gestart bij een
elektronisch gestuurde versnellingsbak
:
- met de selectiehendel in de stand A
of M
,
wanneer u het rempedaal loslaat,
- met de selectiehendel in de stand N
en het
rempedaal niet ingetrapt, wanneer u de
selectiehendel in de stand A
of M
zet,
- of wanneer u de achteruitversnelling
inschakelt.
Uit veiligheids- of comfortover wegingen kan de
START-stand automatisch worden geactiveerd als:
- het bestuurderportier wordt geopend,
- de veiligheidsgordel van de bestuurder
wordt losgemaakt,
- de snelheid van de auto hoger is dan
3 km/h bij een elektronisch gestuurde
versnellingsbak,
- er bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, instelling
airconditioning...).
Het controlelampje "ECO"
knippert
een paar seconden en gaat
ver volgens uit.
Dat onder deze omstandigheden de START-
stand wordt geactiveerd, is volkomen
normaal.
Als het systeem in de STOP-stand
wordt uitgeschakeld, dan wordt de
motor direct weer gestart.
9
5
Rijden
Onderhoud
Bij een storing in het systeem gaat het
controlelampje in de schakelaar "ECO OFF"
knipperen en ver volgens constant branden.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Als er in de STOP-stand een storing zou
optreden, kan het zijn dat de motor niet meer
wil aanslaan of direct afslaat. Alle lampjes op
het instrumentenpaneel gaan dan branden. Zet
in dat geval het contact af en start de auto dan
met behulp van de sleutel.
Storingen
Dit systeem heeft specifieke kenmerken
en maakt gebruik van een speciale accu
(raadpleeg voor meer informatie het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats).
Het gebruik van een andere dan de door
CITROËN voorgeschreven accu's kan leiden
tot storingen in het systeem.
Schakel omwille van de veiligheid het
Stop & Start-systeem altijd uit als u
handelingen onder de motorkap wilt
uitvoeren.
Het Stop & Start-systeem maakt
gebruik van geavanceerde technologie.
Laat eventuele werkzaamheden
aan dit type accu uitvoeren door
het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Inschakelen
Het systeem wordt automatisch
ingeschakeld zodra u het contact
opnieuw aanzet.
Druk nogmaals op de schakelaar "ECO OFF"
.
Het systeem is dan weer ingeschakeld; het
controlelampje in de schakelaar gaat uit en er
wordt een melding op het display weergegeven.
12
Veiligheid
Het resetten van het systeem moet gebeuren bij afgezet contact
en stilstaande auto
:
- via het configuratiemenu van de auto bij auto's met display,
- met de knop in het dashboardkastje bij auto's zonder display.
)
Druk op de toets MENU
om het algemene
menu te openen.
)
Druk op de toets "
" of "
" om het
menu " Persoonlijke instellingen -
configuratie
", te selecteren en bevestig
uw keuze door op de middelste toets te
drukken.
)
Druk op de toets "
" of "
" om het
menu " Configuratie auto instellen
", te
selecteren en bevestig uw keuze door op
de middelste toets te drukken.
)
Druk op de toets "
" of "
" om de
categorie " Rijhulpsysteem
", te selecteren
en bevestig uw keuze door op de middelste
toets te drukken.
)
Druk op de toets "
" of "
" om
" Bandenspanning
"
" en ver volgens
" Reset
" te selecteren en bevestig uw
keuzes door op de middelste toets te
drukken.
Het resetten wordt bevestigd door een
melding.
Monochroom display C
Auto's zonder display
)
Open het dashboardkastje.
)
Houd deze knop enige tijd ingedrukt.
Een geluidssignaal met een lage toon geeft aan
dat het systeem is gereset.
Een geluidssignaal met een hoge toon geeft
aan dat het systeem niet is gereset.
De nieuw opgeslagen waarden van de
bandenspanning worden door het systeem
beschouwd als referentiewaarden.
Audio en telematica
4
Autoradio / Bluetooth® met geïntegreerd display
Inhoudsopgave
Basisfuncties 5
Stuurkolomschakelaars 6
Radio 7
Media 9
Te l e f o o n 13
Audio-instellingen 16
Confi guratie 17
Menustructuur/menustructuren display(s) 18
Veelgestelde vragen 19
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen die zijn
volledige aandacht vragen uitsluitend uitvoeren bij stilstaande
auto.
Als de motor is afgezet schakelt het systeem zichzelf, na het
inschakelen van de eco-mode, uit om te voorkomen dat de accu
ontladen raakt.
Audio en telematica
12
Bluetooth ®
streaming audio
Met streaming audio kunt u muziekbestanden
op uw telefoon via de luidsprekers van de
audio-installatie in de auto beluisteren.
Maak een verbinding met de telefoon: zie de
rubriek " Te l e f o o n
".
Selecteer de telefoon die u wilt gebruiken in het
menu " Bluetooth : Audio
".
Het audiosysteem wordt automatisch
verbonden met de zojuist gekoppelde telefoon.
Via de toetsen op het bedieningspaneel van
de radio en de bediening op het stuur wiel kunt
u op de gebruikelijke wijze de muziekstukken
aansturen ** . De informatie over de muziekstukken
kan op het display worden weergegeven.
Kies Streaming-audio als geluidsbron door op
de toets SRC/TEL
te drukken * . Via de toetsen
van de radio kunt u op de gebruikelijke wijze
de muziekstukken aansturen.
Aansluiten van Apple ®
-spelers
Sluit de Apple ®
-speler met een geschikte kabel
(niet bijgeleverd) aan op de USB-aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
Het bedienen van de randapparatuur gebeurt
via de audio-installatie in de auto.
De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten / albums /
genres / playlists / audiobooks / podcasts).
De softwareversie van de autoradio kan
incompatibel zijn met de generatie van uw
Apple
® -speler.
De kwaliteit van de weergave is afhankelijk van
de kwaliteit van het signaal van de telefoon.
*
In sommige gevallen moet het afspelen van
audiobestanden via het toetsenbord worden
geactiveerd.
**
Als de telefoon deze functie ondersteunt.
.
Audio en telematica
15
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het display.
U kunt ook op MENU
drukken,
ver volgens "Telefoon"
selecteren, dan
"Bellen"
en ten slotte "Oproep info"
voor een overzicht van de gesprekken.
De lijst bevat alle verzonden en
ontvangen gesprekken die vanuit de
auto met de aangesloten telefoon zijn
gevoerd.
U kunt ook rechtstreeks met de telefoon
bellen, zoek in dat geval altijd eerst een
veilige parkeerplaats op voordat u gaat
bellen.
Bellen
Laatst gekozen nummers *
Kies het gewenste nummer uit
de lijst: "Gemiste oproepen"
,
"Gekozen nummers"
of
"Beantwoorde oproepen".
Houd de toets SRC/TEL
ingedrukt tot
de lijst met gesprekken verschijnt.
Druk op SRC/TEL
.
de toets SRC/TEL
ingedrukt te
houden.
of
of
of
Navigeren door de lijst met
gesprekken.
Bevestig met "OK"
.
Bevestig met "OK"
om het nummer
te bellen.
Druk op een van deze toetsen om de
vorige of volgende pagina van de lijst
weer te geven.
*
Afhankelijk van de specificaties van de
telefoon.
selecteer " JA
" om het gesprek aan
te nemen,
selecteer "NEE"
om het gesprek te
weigeren.
U kunt een gesprek ook weigeren
door de terugtoets