Indien het oliepeil het minimum bereikt, wordt
Check-Control-melding weergegeven.
Voorwaarden▷Draaiende en bedrijfswarme motor na een
rit van minstens 10 km.▷Auto staat stil of rijdt op vlakke weg.
Weergave op het instrumentenpaneel
1.Toets 1 in de richtingaanwijzer zo vaak
naar boven of onder drukken, tot op de
weergave het betreffende symbool en
"OLIE" verschijnen.2.Toets 2 op de richtingaanwijzerschakelaar
indrukken. Het oliepeil wordt gecontro‐
leerd en aangeduid.
Mogelijke aanduidingen
Te veel motorolie
Auto onmiddellijk laten controleren, an‐
ders kan er door te veel bijgevulde olie motor‐
schade ontstaan.◀
1Oliepeil is in orde2Oliepeil wordt berekend. Deze procedure
kan bij stilstand op vlakke ondergrond ca.
3 minuten duren, tijdens de rit ca. 5 minu‐
ten.3Oliepeil op minimum: bij de volgende gele‐
genheid max. 1 liter motorolie bijvullen.4Oliepeil is te hoog.5De oliepeilsensor is uitgevallen. Geen mo‐
torolie bijvullen. Verder rijden is niet moge‐
lijk. Hiervoor de nieuw berekende reste‐
rende afstand tot de volgende
motorolieservice in acht nemen. Systeem
zo spoedig mogelijk laten controleren.
Weergave via iDrive
1."Voertuiginfo"Seite 243MotorruimteMobiliteit243
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
OnderhoudVoertuiguitrustingIn dit hoofdstuk worden alle standaard-, land-
en speciale uitrustingen beschreven, die in de
modelserie worden aangeboden. Er worden
daarom tevens uitvoeringen beschreven, die in
een auto bijv. wegens de gekozen speciale uit‐
voering of de landenvariant niet beschikbaar
zijn. Dit geldt tevens voor functies en syste‐
men die relevant zijn voor de veiligheid.
Bij gebruik van de betreffende functies en sys‐
temen moeten de geldende landspecifieke
voorschriften in acht worden genomen.
BMW onderhoudssysteem
Het onderhoudssysteem wijst u op vereiste
onderhoudsmaatregelen en helpt u zo uw auto
verkeers- en bedrijfsveilig te houden.
Eventueel kunnen onderhoudsbeurten en in‐
tervallen afhankelijk van de landvariant varië‐
ren. Vervangingswerkzaamheden, reserveon‐
derdelen, bedrijfsstoffen en materiaal
onderhevig aan slijtage worden afzonderlijk
berekend. Meer informatie ontvangt u bij de
service.
Condition Based Service CBS
Sensoren en speciale algoritmen houden reke‐
ning met het gebruik van uw auto. Condition
Based Service bepaalt daarmee het noodzake‐
lijk onderhoud.
Met het systeem kan dus de omvang van het
onderhoud worden aangepast aan het indivi‐
duele gebruiksprofiel.
Op het Control Display kan het gedetailleerde
benodigde onderhoud, zie pagina 80, worden
weergegeven.
Servicegegevens in de
afstandsbediening
Informatie over het noodzakelijk onderhoud
wordt continu in de afstandsbediening opge‐
slagen. De servicedienst leest deze gegevens
en stelt u een passende onderhoudsbeurt
voor.
Overhandig de serviceadviseur daarom de af‐
standsbediening waarmee het laatst werd ge‐
reden.
Stilstandtijden
Er wordt geen rekening gehouden met stil‐
standtijden met losgekoppelde accu.
Daarom de tijdafhankelijke onderhoudswerk‐
zaamheden, zoals remvloeistof en evt. de mo‐
torolie en het micro-/actief-koolstoffilter, door
de servicedienst laten uitvoeren.
Onderhoudsboekje Onderhoud en reparatie door de servicedienst
laten uitvoeren. Onderhoudswerkzaamheden
in het onderhoudsboekje laten bevestigen. De
vermeldingen zijn het bewijs van regelmatig
onderhoud.Seite 247OnderhoudMobiliteit247
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
ReinigingVoertuiguitrusting
In dit hoofdstuk worden alle standaard-, land-
en speciale uitrustingen beschreven, die in de
modelserie worden aangeboden. Er worden
daarom tevens uitvoeringen beschreven, die in
een auto bijv. wegens de gekozen speciale uit‐
voering of de landenvariant niet beschikbaar
zijn. Dit geldt tevens voor functies en syste‐
men die relevant zijn voor de veiligheid.
Bij gebruik van de betreffende functies en sys‐
temen moeten de geldende landspecifieke
voorschriften in acht worden genomen.
Het wassen van de auto Opmerkingen Stoomreiniger of hogedrukreiniger
Bij gebruik van stoomreinigers of hoge‐
drukreinigers voldoende afstand aanhouden
en een maximale temperatuur van 60 ℃ in acht
nemen.
Bij een te korte afstand, een te hoge druk of te
hoge temperatuur bestaat de kans op onmid‐
dellijke beschadigingen of beschadigingen die
pas op een later tijdstip naar voren komen.
De bedieningsinstructies voor de hogedrukrei‐
niger in acht nemen.◀
Reiniging van sensoren/camera's met
hogedrukreinigers
Nooit lang met hogedrukreinigers sproeien en
een afstand van ten minste 30 cm aanhouden
van de afdichtingen van de neerlaatbare hard‐
top, sensoren en camera's aan de buitenzijde
van de auto, zoals bijv. Park Distance Control.◀
Regelmatig deeltjes van buiten, zoals bladeren,
onder de voorruit verwijderen bij geopende
kap.
Zeker in de winter de auto vaker wassen.Sterke verontreiniging en strooizout kunnen
tot schade aan de auto leiden.
Wassen in automatische
wasinstallaties of wasstraten
Wasinstallaties met lappen of installaties met
zachte borstels verdienen de voorkeur om lak‐
beschadigingen te voorkomen.
Opmerkingen
Op het volgende letten:▷Wielen en banden mogen niet door trans‐
portinrichtingen worden beschadigd.▷Buitenspiegels inklappen anders kunnen
zij, door de breedte van de auto, worden
beschadigd.▷Regensensor deactiveren, zie pagina 63,
om een onbedoeld wissen te voorkomen.▷Staafantenne afschroeven.
Geleiderails in wasstraten
Reinigingsinstallaties of wasstraten ver‐
mijden waarvan de geleiderails hoger zijn dan
10 cm, carrosserieonderdelen kunnen worden
beschadigd.◀
Voor het binnenrijden van de
wasstraat
De auto kan rollen als de volgende stappen
worden opgevolgd.
Handgeschakelde versnellingsbak
1.Stationaire stand inschakelen.2.Parkeerrem vrijzetten, zie pagina 61.3.Motor afzetten.4.Afstandsbediening in het contactslot laten.Seite 262MobiliteitReiniging262
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Geen chemische reiniging
Niet chemisch laten reinigen, omdat het
weefsel hierdoor kan worden aangetast.◀
Alleen met mild zeepsop in ingebouwde toe‐
stand reinigen.
Veiligheidsgordels altijd in volkomen droge
toestand oprollen.
Vloerbedekking en vloermatten Geen voorwerpen in het bewegingsveld
van de pedalen
Vloermatten, tapijt en andere voorwerpen mo‐
gen niet in het bewegingsbereik van de peda‐
len komen, omdat deze anders tijdens de rit de
werking van de pedalen zouden kunnen be‐
lemmeren.
Leg geen extra vloermatten op de aanwezig of
op andere voorwerpen.
Gebruik alleen vloermatten die voor de auto
vrijgegeven zijn en adequaat bevestigd kunnen
worden.
Let erop dat de vloermatten weer veilig beves‐
tigd kunnen worden, nadat deze verwijderd
zijn, bijv. om ze te reinigen.◀
Voor het reinigen kunnen de vloermatten uit de
auto worden genomen.
Bij het plaatsen van de vloermatten deze weer
tegen verschuiven vastzetten.
Vloertapijt bij sterkere vervuiling vloermatten
met een microvezeldoek en water of textielrei‐
niger reinigen. Hierbij in de rijrichting vooruit
en achteruit wrijven, het tapijt kan anders ver‐
vilten.
Reiniging van het interieur
Voor het reinigen van het interieur de
stoelen niet tegelijkertijd helemaal naar voren
schuiven, op de hoogste stand zetten en de
leuningen naar voren kantelen. Anders kunnen
stoelen tegen de afdichting van de voorruit, te‐
gen de zonnekap en tegen de dakhemel stoten
en deze beschadigen.◀Sensoren/camera's
Voor het reinigen van sensoren of camera's
van bijv. grootlichtassistent of Park Distance
Control PDC een met iets glasreiniger bevoch‐
tigde doek gebruiken.
Displays/beeldschermen Voor het reinigen van displays een antistatisch
microvezeldoek gebruiken.
Reiniging van displays
Geen chemische of huishoudelijke
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Houd alle vloeistoffen en vocht verwijderd van
het toestel.
Anders kunnen het oppervlak of elektrische
onderdelen worden beschadigd.
Bij het schoonmaken niet te hard drukken en
geen krassende materialen gebruiken, anders
kunnen beschadigingen ontstaan.◀
Auto buiten bedrijf stellen
Uw servicedienst informeert u over wat in acht
moet worden genomen, als de auto langer dan
drie maanden moet worden stilgezet.Seite 265ReinigingMobiliteit265
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Alarminstallatie, alarm beëin‐digen 40
Alarminstallatie, hellingshoek‐ sensor 40
Alarminstallatie, interieurbe‐ veiliging 41
Alarminstallatie, ongewenst alarm vermijden 41
Alarmknipperlichten 16
Alarmsysteem, zie Alarmin‐ stallatie 39
Alternatieve oliesoorten 244
AM-/FM-zender 164
Anti-blokkeersysteem, ABS 103
Antivries, koelvloeistof 245
Antivries, sproeiervloei‐ stof 63
APK 80
Aquaplaning 131
Armsteun, zie Middenarm‐ steun 124
Asbak 120
Asbelasting, zie Gewich‐ ten 268
AUC luchtrecirculatierege‐ ling 116
Audioapparaat, extern 125
Audioweergave 171
Audioweergave, Blue‐ tooth 184
Auto– Afmetingen, zie Maten 268
Auto, accu 253
Auto, afzetten 58
Auto, belading 268
Auto buiten bedrijf stel‐ len 265
Auto, chassisnummer 196
Auto, chassisnummer, zie Motorruimte 241
Auto, gewicht 268
Auto, inrijden 130
Autokrik 253
Autolak 263
Automatisch dimmen, zie Grootlichtassistent 89
Automatische airconditio‐
ning 114, 116
Automatische airconditioning, automatische luchtverde‐
ling 115
Automatische luchthoeveel‐ heid 115
Automatische luchtrecircula‐ tieregeling AUC 116
Automatische luchtverde‐ ling 115
Automatische snelheidsrege‐ ling 107
Automatische verlichtingsre‐ geling 88
Automatische versnellings‐ bak, 7-traps met dubbele
koppeling 67
Automatische versnellings‐ bak, 8 versnellingen 64
Auto-onderhoud 263
Auto-onderhoud, zie Onder‐ houd 262
AUTO-programma bij auto‐ matische airconditio‐
ning 115
Autosleutel, zie Geïnte‐ greerde sleutel/afstandsbe‐
diening 30
Autostofzuiger aansluiten, zie Aansluiting van elektrische
apparaten 121
Autotelefoon– Inbouwplaats, zie Midden‐
armsteun 124
Autotelefoon, zie Tele‐
foon 196
Auto, vervanging van de accu 253
Autowasinstallaties 262
AUX-In-aansluiting 181
B Bagageruimte 121
Bagageruimte, comforttoe‐ gang 38
Bagageruimte, lamp, zie Inte‐
rieurverlichting 91
Bagageruimte, van binnenuit openen 36
Bagageruimte, van buitenaf openen 37
Bagageruimte, volumes 268
Bagageruimtevolume vergro‐ ten 121
Balans 162
Bandbeschadiging 238
Bandendruk, zie Banden‐ spanning 237
Banden met noodloopeigen‐ schappen, bandenspan‐
ning 237
Banden met noodloopvoor‐ zieningen 238
Banden met noodloopvoor‐
zieningen– Bandenpech, banden 238
Banden met noodloopvoor‐
zieningen, banden vervan‐
gen 238
Bandenpech
– Bandenspanningscon‐
trole 98
Bandenpechwaarschuwing
RPA 96
Bandenpech, waarschu‐ wingslampje 97
Bandenprofiel 238
Bandenspanning 237
Bandenspanningsbewaking, zie Bandenspanningscon‐
trole RDC 98
Banden, spanningsbewaking, zie Bandenspanningscon‐
trole RDC, pech, banden
bandenspanningscontrole
RDC 98
Bandenspanningsbewaking, zie RPA 96
Bandenspanningscontrole RDC 98
Seite 279Alles van A tot ZOpzoeken279
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
H
Handbediening, 7-traps-auto‐ matische versnellings‐
bak 69
Handbediening, 8-traps-auto‐ matische versnellings‐
bak 66
Handgeschakelde versnel‐ lingsbak 64
Handmatige bediening, be‐ stuurdersportier 35
Handmatige bediening, Park Distance Control PDC 110
Handmatige bediening, par‐ keervergrendeling 70
Handmatige bediening, por‐ tierslot 35
Handmatige bediening, tank‐ dop 234
Handmatige luchtverde‐ ling 113
Handrem, zie Parkeerrem 60
Handzender, wisselende code 119
Hardtop 42
Hardtop, zie Neerlaatbare hardtop 42
Heet uitlaatsysteem 131
Helderheid, van het Control Display 80
Hellingshoeksensor 40
Hemelbekleding 17
Herinneringen 216
Hogedrukreiniger 262
Homepage 6
Hoofdairbags 93
Hoog, geluid 162
Hoogteversteling, stoelen 46
Hoogteversteling, stuur‐ wiel 52
Hoogte, zie Maten 268
Hoogwater 131
Hotline 227
Houder voor afstandsbedie‐ ning, zie Contactslot 56 Houder voor blikjes 126
Houder voor telefoon of mo‐ biele telefoon, zie Snap-in-
adapter 207
Houder voor telefoon of mo‐ biele telefoon, zie Snap-in-
adapter in het opbergvak
van de middenarm‐
steun 124
Hout, onderhoud 264
Huisnummer invoeren, navi‐ gatie 141
Hulp bij het wegrijden 106
Hulpsystemen, zie Koerssta‐ biliteitsregelsystemen 103
I iDrive 18
iDrive, datum en tijd wijzi‐ gen 78
iDrive, maateenheden en weergavevorm wijzigen 78
In-/uitschakelen, zie Groot‐ lichtassistent 89
Inbouwplaats, telefoon 124
Individuele luchtverde‐ ling 113
Informatie over navigatiege‐ gevens 138
Inhouden 269
Initialiseren, bandenpech‐ waarschuwing RPA 97
Inklappen van de rechter bui‐ tenspiegel 50
Inklembeveiliging, ruit 42
Inlichtingendienst 221
Inrijden, rijaanwijzingen 130
Instaplijstverlichting, zie Inte‐ rieurverlichting 91
Instapverlichting 87
Instellingen configureren, zie Personal Profile 31
Instellingen dvd 173
Instellingen en informatie 77 Instellingen, klok, 12h/24h-
modus 79
Instellingen op Control Dis‐ play 80
Instrumentenpaneel 14
Instrumentenverlichting 91
Instrumentenverlichting, zie Instrumentenverlichting 91
Interactieve kaart 145
Interieurbeveiliging 41
Interieurtemperatuur instel‐ len, zie Airconditioning 112
Interieurtemperatuur instel‐ len, zie Automatische air‐
conditioning 114
Interieuruitrusting 118
Interieurverlichting 91
Interieurverlichting, afstands‐ bediening 33
Internet 225
Internetpagina 6
Intervalmelding, servicebe‐ hoefte 80
Intervalstand van de ruiten‐ wissers 62
Invoervergelijking 24
ISOFIX, kinderzitjebevesti‐ ging 54
J
Joystick, zie iDrive 18
K
Kaartaanzicht 153
Kaart in splitscreen 154
Kaart, reisdoel invoeren 145
Kaartvoorstelling in grijstin‐ ten 156
Kalender 215
Katalysator, zie Heet uitlaat‐ systeem 131
Kenmerken van vrijgegeven banden 239 Seite 283Alles van A tot ZOpzoeken283
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Ongeval, zie Noodoproep ac‐tiveren 255
Ongewenst alarm 41
Online, zie BMW Online 223
Ontdooien, ruiten 113
Ontgrendelen, kofferdek‐ sel 38
Ontgrendelen, motorkap 242
Ontgrendelen, ontgrende‐ lingsreactie instellen 32
Ontgrendelen, van binnen‐ uit 36
Ontgrendelen, van buiten 32
Ontgrendelen, zonder af‐ standsbediening, zie Com‐
forttoegang 37
Ontwasemen, ruiten, zie Rui‐ ten ontdooien 113
Opbergvakken 125
Openen en sluiten, comfort‐ toegang 37
Openen en sluiten, van bin‐ nenuit 35
Openen en sluiten van bui‐ ten 32
Openen en sluiten, via de af‐ standsbediening 32
Openen en sluiten, via het portierslot 35
Openen, zie Ontgrendelen 37
Opgeslagen zenders 168
Opmerkingen 6
Opslaan van de zitpositie, zie Stoel- en spiegel-me‐
mory 49
Opslag, banden 240
Opvragen op afstand 203
Overbruggen, zie Start‐ hulp 256
Overhitting van de motor, zie Koelvloeistoftempera‐
tuur 73
Overwinteren, onder‐ houd 265 P
Panne, wiel verwisselen 252
Park Distance Control PDC 109
Parkeerfunctie 50
Parkeerlicht 89
Parkeerrem 60
Parkeerrem, zie Parkeer‐ rem 60
Parkeervergrendeling hand‐ matig ontgrendelen 70
Parkeervergrendeling hand‐ matig ontgrendelen, bij 7-
traps automatische versnel‐
ling 70
Parkeerwaarschuwing, zie PDC 109
Passagiersairbags, deactive‐ ren 95
Passagiersairbags, weer acti‐ veren 95
PDC Park Distance Con‐ trol 109
Pech, bandenpechwaarschu‐ wing RPA 96
Pechhulp 222
Personal Profile 31
Persoonlijke gegevens 209
Plaats invoeren, naviga‐ tie 141
Pleister, zie EHBO-doos 256
Portieren, handmatige bedie‐ ning 35
Portieren ont- en vergrende‐ len, bevestigingssigna‐
len 34
Portieren ont- en vergrende‐ len, van buiten 32
Portieren ver- en ontgrende‐ len, van binnenuit 35
Portiersleutel, zie Afstands‐ bediening met geïnte‐
greerde sleutel 30
Portierslot 35 Postcode invoeren, naviga‐
tie 141
Praktische tips voor het rij‐ den 130
Profiel, banden 238
Profieldiepte, banden 238
R
Radiografische sleutel, zie Af‐ standsbediening met geïn‐
tegreerde sleutel 30
Radiostand, zie Stand-by van de radio 57
Random 172
RDC, zie Bandenspannings‐ controle 98
RDS 165
Real-time verkeersinformatie, RTTI 155
Rechterbuitenspiegel inklap‐ pen 50
Rechtsrijdend verkeer, lichtin‐ stelling 91
Recirculatie van de lucht, zie Luchtrecirculatie 113, 116
Recycling 248
Recycling van het voer‐ tuig 248
Regelsystemen, koersstabili‐ teit 103
Regensensor 62
Regionale programma's 166
Reiniging displays 265
Reinigingsvloeistof 63
Reiniging van uw BMW, zie Onderhoud 262
Reisdoel invoeren, naviga‐ tie 140
Reisdoelkeuze via adres‐ boek 142
Reis importeren, online 148
Reis importeren, USB 148
Reizen plannen 147
Remassistent, zie Dynami‐ sche remcontrole 103 Seite 286OpzoekenAlles van A tot Z286
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15
Remblokvoeringen inrij‐den 130
Remkrachtverdeling, elektro‐ nische 103
Remlicht, adaptief 102
Remlichten, dynamisch 102
Remlichten, vervangen van de lamp 251
Remmen, aanwijzingen 131
Remmen, ABS 103
Remmen, parkeerrem 60
Remote App 229
Remote services 229
Remschijven inrijden 130
Reservezekeringen 254
Resterende afstand, zie Ac‐ tieradius 74
Richtingaanwijzer 61
Richtingaanwijzer, controle-/ waarschuwingslampje 14
Richtingaanwijzer, kort knip‐ peren 61
Rijaanwijzingen, alge‐ meen 130
Rijdynamiek control 104
Rijlicht, zie Stads-/ dim‐ licht 87
Rijtips 130
Rokerspakket, zie Aanste‐ ker 120
Rondom de hemelbekle‐ ding 17
Roosters, zie Luchtroos‐ ter 111
Roosters, zie Ventila‐ tie 113 , 117
Routebegeleiding 150
Routebegeleiding, dyna‐ misch 157
Routecriteria, route 150
Routegedeelte mijden 152
Routegeleiding met tussen‐ reisdoelen 147
Routes mijden 150
Routeverloop 151
Route weergeven 151 RPA Bandenpechwaarschu‐
wing 96
RSC Runflat System Compo‐ nent, zie Banden met nood‐
loopvoorzieningen 238
RTTI real-time verkeersinfor‐ matie 155
Rubber, onderhoud 264
Rugleuningbreedeverstel‐ ling 48
Ruit 41
Ruitbediening 41
Ruit, comfortbediening 33
Ruiten ontdooien en condens verwijderen, airconditio‐
ning 113, 116
Ruitenreiniging, sproeier‐ vloeistof 63
Ruitensproeierreservoir 63
Ruitenwisserbladen vervan‐ gen 249
Ruitenwisserinstallatie 62
Ruitenwisser, zie Ruitenwis‐ serinstallatie 62
Ruit, inklembeveiliging 42
Ruitreiniging 62
Ruitreiniging, sproeiers 63
Run Flat banden 238
S
Schaal wijzigen van naviga‐ tie 154
Schade, banden 238
Schakelaar voor passagiers‐ airbags 94
Schakelaar voor rijdyna‐ miek 104
Schakelaar, zie Cockpit 12
Schakelpaddels op het stuur‐ wiel, 7-traps-automatische-
versnellingsbak 69
Schakelpaddels op het stuur‐ wiel, 8-traps-automatische-
versnellingsbak 66
Schakelpuntindicator 75 Schroefsleutel/schroeven‐
draaier, zie Boordgereed‐
schap 249
Sensoren, onderhoud 265
Servicebehoefte, CBS Condi‐ tion Based Service 247
Servicebehoefte, weer‐ gave 80
Servicepartner 228
Services, remote 229
Servotronic 106
Sigarettenaansteker, zie Aan‐ steker 120
Skifoedraal, zie Doorlaadope‐ ning met geïntegreerd trans‐
portfoedraal 122
Slepen 257
Sleutelschakelaar voor passa‐ giersairbags 94
Sleutel, zie Geïntegreerde sleutel/afstandsbedie‐
ning 30
Slijtagemarkeringen in de banden 238
Sluiten, van binnenuit 35
Sluiten, van buiten 32
Sluiten, zie Vergrendelen 33
SMS 212
Snap-in-adapter, mobiele te‐ lefoon 207
Snap-in-adapter, zie Opberg‐ vak van de middenarm‐
steun 124
Sneeuwkettingen 240
Snelheidsaanduiding, zie Snelheidsmeter 14
Snelheidslimiet 85
Snelheidslimiet, zie Snel‐ heidsbegrenzing 85
Snelheidsmeter 14
Snelheidsregeling 107
Snelheidsregeling, functie‐ storing 109
Software actualiseren 188
Software-onderdeelnum‐ mer 196 Seite 287Alles van A tot ZOpzoeken287
Online Edition for Part no. 01 40 2 954 086 - II/15