Functies▷Drive-modus of sequentiële modus.▷Verschillende rijprogramma's, Drivelogic.▷Opschakelweergave, Shift Lights, zie pa‐
gina 105.▷Automatisch terugschakelen en bescher‐
ming tegen verkeerd schakelen ook in de
sequentiële modus.▷Launch Control.▷Low Speed Assistent.
Keuzehendel, keuzehendelstanden
Overzicht
▷R: achteruitversnelling.▷N: neutraal, stationair.▷ Middenstand, vooruitstand.▷+: handmatig opschakelen.▷-: handmatig terugschakelen.▷D/S: tussen Drive-modus en sequentiële
modus wisselen.
Keuzehendelstand inschakelen
Rem intrappen en keuzehendel in de overeen‐
komstige richting trekken of duwen.
Zodra de keuzehendel losgelaten wordt, gaat
deze terug naar de middenstand. In stand R ar‐
rêteert de keuzehendel.
De ingeschakelde keuzehendelstand wordt op
het instrumentenpaneel en op de keuzehendel
afgebeeld.
Na het schakelen in een keuzehendelstand kan
de wagen na het loszetten van de rem wegrol‐
len, bijvoorbeeld op een helling. Daarom me‐
teen na het loszetten van de rem wegrijden.
Voor het manoeuvreren of tijdens stilstaand en
langzaam rijdend verkeer Low Speed Assistent
gebruiken.
Low Speed Assistent
Principe
De Low Speed Assistent ondersteunt bij zeer
lage snelheden. De auto rijdt met looptempo.
Kan ook gebruikt worden om in sneeuw vrij te
rijden. Daarvoor omschakelen tussen achter‐
uitversnelling en vooruitstand zonder daarbij
de rem in te drukken.
Activeren1.Een rijstand inschakelen.2.Gaspedaal kort aantippen.
De auto rolt met minimale snelheid.
Dit is mogelijk in de 1e en 2e versnelling en in
de achteruitversnelling.
Uitschakelen
Auto afremmen tot stilstand.
Knipperende indicator op de
keuzehendel
In sommige situaties kan de feitelijke inge‐
voerde versnellingspositie van de keuzehen‐
delstand afwijken. De indicator in de keuze‐
hendel knippert.
In deze gevallen op de op de indicator op het
instrumentenpaneel letten, zie pagina 83.
D Drive-modus In de Drive-modus worden alle vooruitversnel‐
lingen automatisch gewisseld.
Kickdown: voor maximale acceleratie, bijv. bij
inhaalmanoeuvres. Daarvoor het gaspedaal
verder dan het drukpunt indrukken.
Seite 82BedieningRijden82
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
In-/uitschakelen1."Instellingen"2."Head-Up-display"3."Head-Up-display"
Weergave
Standaard aanzicht
Op het Head-Up Display wordt de volgende in‐
formatie weergegeven:
▷Snelheid.▷Navigatiesysteem.▷Check-Control-meldingen.▷Keuzelijst uit het instrumentenpaneel.▷Rijhulpsystemen.
Een deel van deze informatie wordt alleen in‐
dien nodig kortstondig weergegeven.
M-aanzicht
1Actueel toerental, licht gemarkeerd2Shift Lights3Veld vooralarm, toerentalaanduiding4Rood waarschuwingsveld, toerentalaan‐
duiding5Snelheid6Versnellingsaanduiding/waarschuwings‐
meldingen7Snelheidslimietinfo met inhaalverbodinfo
M-aanzicht activeren:
Weergaven in het Head-Up-Display selecte‐
ren.
Weergaven in het Head-Up-Display selecteren
Op het Control Display:1."Instellingen"2."Head-Up-display"3."Weergegeven informatie"4.De gewenste weergaven in het Head-Up-
Display selecteren.
Helderheid instellen
De helderheid wordt automatisch aan het om‐
gevingslicht aangepast.
De basisinstelling kan handmatig worden inge‐
steld.
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Head-Up-display"3."Helderheid"4.Controller draaien tot de gewenste helder‐
heid bereikt is.5.Controller indrukken.
Bij ingeschakeld dimlicht kan de verlichtings‐
sterkte van het Head-Up Display ook met be‐
hulp van de instrumentenverlichting worden
aangepast.
De instelling wordt voor het momenteel ge‐
bruikte profiel opgeslagen.
Hoogte instellen
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Head-Up-display"3."Hoogte"4.Controller draaien tot de gewenste hoogte
is bereikt.5.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel ge‐
bruikte profiel opgeslagen.
Seite 104BedieningWeergaven104
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Rotatie instellen
Het beeld van het Head-Up Display kan om zijn eigen as worden gedraaid.
De rotatie alleen bij stilstand en ingeschakeld
contact instellen.
Op het Control Display:1."Instellingen"2."Head-Up-display"3."Rotatie"4.Controller draaien tot de gewenste instel‐
ling bereikt is.5.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel ge‐
bruikte profiel opgeslagen.
Speciale voorruit
De voorruit is een onderdeel van het systeem.
De vorm van de voorruit laat een nauwkeurige
projectie toe.
Een folie in de voorruit voorkomt dat het beeld
dubbel wordt weergegeven.
De speciale voorruit daarom door een Service
Partner of een gekwalificeerde specialist laten
vervangen.
Shift Lights
Algemeen
De weergave wordt in het Head-Up-Display af‐
gebeeld.
Shift Lights wordt afgebeeld op het
Head-Up Display
Inschakelen
Shift Lights worden op het Head-Up Display
alleen op het M-aanzicht, zie pagina 104, afge‐
beeld.1.Head-Up Display, zie pagina 104, inscha‐
kelen.2."Instellingen"3."Head-Up-display"4."Weergegeven informatie"5."M View"
Weergave
▷Het huidige toerental wordt op de toeren‐
teller weergegeven.▷Pijl 1: achter elkaar geel brandende velden
wijzen op het aanstaande opschakeltijd‐
stip.▷Pijl 2: velden branden rood. Uiterlijk op dat
moment schakelen.
Bij het bereiken van het toegestane maximale
toerental knippert de gehele weergave.
Bij het overschrijden van het maximale toeren‐
tal wordt ter bescherming van de motor de
brandstoftoevoer verminderd.
Seite 105WeergavenBediening105
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Reiniging displays 247
Reinigingsmiddel voor vel‐ gen 246
Reinigingsvloeistof 81
Reis-boordcomputer 101
Reisdoelafstand 100
Remassistent 137
Remlicht, adaptief 134
Remlichten, dynamisch 134
Remmen, aanwijzingen 196
Remschijven inrijden 194
Remvoeringen inrijden 194
Reservewaarschuwing, zie Actieradius 94
Reservewiel 234
Reservezekering 237
Reset, bandenspanningscon‐ trole RDC 116
Resetten, bandenspannings‐ controle RDC 116
Resterende actieradius 94
RES-toets, zie Snelheidsre‐ geling 145
Restwarmte, automatische airconditioning 164
Richtingaanwijzer, lamp ver‐ vangen 233
Richtingaanwijzer, zie Knip‐ perlicht 78
Rijaanwijzingen, alge‐ meen 194
Rijbaanbegrenzing, waar‐ schuwing 128
Rijden op slechte wegen 197
Rijdynamiek, systeemtoe‐ standen 95
Rijdynamieksystemen 95
Rijprogramma's, zie Drivelo‐ gic 84
Rijstabiliteitsregelsyste‐ men 137
Rijstrookwisselmelding 130
Rijtips 194
Ritten op slechte wegen 197
Rokerspakket 173
RON, benzinekwaliteit 212 Rondom de dakhemel 15
Rondom de middencon‐ sole 14
Rondom het stuurwiel 12
RPA bandenpechwaarschu‐ wing 117
Rubber, verzorging 246
Rugleuning achterbank kan‐ telen 179, 181
Rugleuningbreedte 54
Rugleuningcontour, zie Len‐ densteun 53
Ruitbediening 47
Ruitensproeiermonden 80
Ruitensproeiers, ruiten 80
Ruitenwisser 78
Ruitenwisserinstallatie 78
Ruitenwisser, uitgeklapte stand 80
Ruitreinigingsinstallatie 78
S Schade, banden 215
Schakelaars, zie Bedienings‐ organen 12
Schakelpuntindicator 97
Scherm tegen verblin‐ ding 173
Schminkspiegel 173
Schoudersteun 54
Schroefdraad voor wegsleep‐ oog 243
Schroefdraad, zie Schroef‐ draad voor wegsleep‐
oog 243
Schroevendraaier, zie Boord‐ gereedschap 232
Schuif-/kanteldak 49
Sensoren, verzorging 247
Sequentiële modus 83
Servicegeschiedenis 96
Servotronic 143
Sfeerverlichting 111
Shift Lights 105
Side View 155 Signalen bij het ontgrende‐
len 45
Ski- en snowboardzak 182
Sleepoog, zie "Sleep‐ oog" 242
Sleeptouw voor het slepen/ wegslepen 241
Slepen, zie Slepen/wegsle‐ pen 241
Sleutel/afstandsbediening 32
Sleutelschakelaar voor passa‐ giersairbags 114
Slingeren van de aanhanger, zie Aanhangerstabilisatie‐
regeling 202
Slot, portier 37
Sluiten/openen met afstands‐ bediening 35
Sluiten/openen via portier‐ slot 37
Sneeuwkettingen 220
Snelheidsbegrenzer, hand‐ matig 132
Snelheidsbeperking, weer‐ gave 97
Snelheidslimietinfo 97
Snelheidslimietinformatie, boordcomputer 100
Snelheidslimiet, zie Handma‐ tige snelheidsbegren‐
zer 132
Snelheidsregeling 145
Snelheidswaarschuwing 101
Soft-close-automaat, portie‐ ren 38
SOS-toets 238
Spanning, banden 214
Spanningscontrole, ban‐ den 115
Spanningwaarschuwing RPA, banden 117
Speciale uitrustingen, stan‐ daard uitrustingen 7
Speed Limit Device, zie Handmatige snelheidsbe‐
grenzer 132 Seite 263Alles van A tot ZOpzoeken263
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15