Correcte werkingBij het inschakelen van het contact
gaat het waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel kort branden; op
die wijze wordt weergegeven dat het volledige
airbagsysteem en de gordelspanners bedrijfs‐
klaar zijn.
Storing in airbagsysteem▷Waarschuwingslampje gaat niet branden
bij het inschakelen van de ontsteking.▷Waarschuwingslampje brandt permanent.
Sleutelschakelaar voor
passagiersairbag
Algemeen
Front- en zij-airbag voor de passagier kunnen
met de geïntegreerde sleutel uit de afstands‐
bediening worden gedeactiveerd en opnieuw
geactiveerd.
Passagiersairbags deactiveren
1.Sleutel insteken en indien nodig aandruk‐
ken.2.Ingedrukt houden en tot de aanslag in de
stand OFF draaien. Aan de aanslag verwij‐
deren.3.Erop letten dat de sleutelschakelaar in de
betreffende eindstand staat, anders zodat
de airbags gedeactiveerd zijn.
De passagiersairbags zijn uitgeschakeld. De
bestuurdersairbags blijven actief.
Als op de passagiersstoel geen kinderzitje
meer is gemonteerd, dan de passagiersairbags
opnieuw activeren zodat deze bij een ongeval
zoals voorgeschreven in werking treden.
De status van de airbags wordt aangegeven
met het controlelampje aan de dakhemel, zie
pagina 114.
Passagiersairbags activeren
1.Sleutel insteken en indien nodig aandruk‐
ken.2.Ingedrukt houden en tot de aanslag in de
stand ON draaien. Aan de aanslag verwij‐
deren.3.Erop letten dat de sleutelschakelaar in de
betreffende eindstand staat, anders zodat
de airbags geactiveerd zijn.
De passagiersairbags zijn weer geactiveerd en
treden in werking indien de situatie dit vereist.
Controlelampje passagiersairbags
Het controlelampje van de passagiersairbag
geeft de status van de passagiersairbags aan.
Seite 114BedieningVeiligheid114
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Na het inschakelen van het contact gaat het
lampje kort branden, daarna geeft het aan of
de airbags geactiveerd of gedeactiveerd zijn.▷Bij gedeactiveerde passa‐
giersairbags brandt het con‐
trolelampje voortdurend.▷Bij geactiveerde passagiers‐
airbags brandt het controle‐
lampje niet.
Bandenspanningscontrole
RDC
Principe
Het systeem bewaakt de bandenspanning in
de vier gemonteerde banden. Het systeem
waarschuwt wanneer in een of meer banden
de bandenspanning duidelijk lager is gewor‐
den. Daarvoor meten sensoren in de ventielen
van de banden de spanning en temperatuur
van de banden.
Opmerking
Voor de bediening van het systeem ook de
verdere gegevens en aanwijzingen onder Ban‐
denspanning, zie pagina 214, in acht nemen.
Voorwaarden voor een correcte
werking
Voor het systeem moet bij juiste bandenspan‐
ning een reset uitgevoerd worden, anders is
een betrouwbare melding van een verlies van
bandenspanning niet gewaarborgd.
Na een aanpassing van de bandenspanning op
een nieuwe waarde en na vervanging van een
band of wiel een reset van het systeem uitvoe‐
ren.
Altijd wielen met RDC-elektronica gebruiken,
zodat een storingsvrije werking van het sys‐
teem is gewaarborgd.
Statusweergave
De actuele status van de RDC bandenspan‐
ningscontrole kan op het Control Display weer‐
gegeven worden, bijv. of de RDC actief is.
Op het Control Display:1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Bandenspanningscontrole"
De status wordt weergegeven.
Toestandweergave Op het Control Display wordt de status van de
banden en het systeem weergegeven door de
kleur van de wielen en een tekst.
Alle wielen groen Systeem is actief en meldt de laatste banden‐
spanning die is opgeslagen bij de reset.
Een wiel geel
Een lekke band of een aanzienlijk spannings‐
verlies in de aangegeven band.
Alle wielen geel
Meerdere lekke banden of banden met een
aanzienlijk spanningsverlies.
Wielen grijs
Het systeem herkent geen bandenpech. Rede‐
nen daarvoor zijn:
▷Reset van het systeem werd uitgevoerd.▷Storing.
Extra informatie
In de statusweergave worden bovendien de
actuele bandenspanning en modelspecifieke
bandentemperatuur weergegeven. De ge‐
toonde waarden zijn de huidige meetwaarden
en kunnen veranderen door het rijden of door
weersomstandigheden.
Seite 115VeiligheidBediening115
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Alles van A tot Z
TrefwoordenregisterA
Aanbevolen bandenmer‐ ken 216
Aanbevolen brandstof 212
Aandrijfslipregeling, zie DSC 139
Aanhangergewicht 252
Aanhangerstabilisatierege‐ ling 202
Aanklempunt, starthulp 240
Aankomsttijd 100
Aanslaan van de motor 71
Aansluiting van elektrische apparaten 175
Aansteker 174
Aanvullende tekstmelding 91
Aanvullingen en wijzigingen na redactiesluiting 7
Aanwijzing brandstofme‐ ter 92
ABS, anti-blokkeersys‐ teem 137
Acceleratie-assistent, zie Launch Control 85
Accessoires en onderdelen 7
Accu, auto 236
Accu, vervangen 236
Achterbank 55
Achterklep, automatisch 39
Achterklep via afstandsbedie‐ ning 36
Achterklep zonder aanraking openen/sluiten 43
Achterklep zonder aanraking sluiten 43
Achterlamp 233
Achterlichtlampen 233
Achterlichtlampen, lampen vervangen 233
Achterruitverwarming 164 Achteruitkijkspiegel 60
Achteruitrijcamera 150
Actief-koolstoffilter 164
Actieradius 94
Active Protection 134
Activeren, airbags 114
Actualiteit van de handlei‐ ding 7
Adaptief remlicht, zie Dynami‐ sche remlichten 134
Adaptieve bochtverlich‐ ting 108
Afdalingen 196
Afdichtmiddel 217
Afmetingen 250
Afstandsbediening/sleutel 32
Afstandsbediening garage‐ deur, zie Geïntegreerde uni‐
versele afstandsbedie‐
ning 171
Afstandsbediening interieur‐ voorverwarming/-ventila‐
tie 168
Afstandsbediening, sto‐ ring 37
Afstandsbediening, univer‐ sele 171
Afstandswaarschuwing, zie PDC 147
Afstand tot bestemming 100
Afvalverwerking, koelvloei‐ stof 229
Afzetten van de motor 71
Airbags 112
Airbagschakelaar, zie Sleutel‐ schakelaar voor passagiers‐
airbags 114
Airbags, controle-/waarschu‐ wingslampjes 113
Airconditioning, automa‐ tisch 161 Alarminstallatie 45
Alarm, ongewild 46
Alternatieve oliesoorten 226
Anti-blokkeersysteem, ABS 137
Antivries, sproeiervloei‐ stof 81
Aquaplaning 195
Asbak 173
Asbak achterin 174
Asbak voorin 173
Asbelastingen, gewich‐ ten 251
AUC automatische luchtrecir‐ culatiefunctie 163
Auto buiten bedrijf stel‐ len 247
AUTO H-toets 75
Auto, inrijden 194
AUTO-intensiteit 163
Autokrik 234
Autolak 245
Automatic Hold 75
Automatisch dimmen, zie Grootlichtassistent 108
Automatische achterklep 39
Automatische airco ach‐ terin 165
Automatische luchtrecircula‐ tiefunctie AUC 163
Automatische start-stop- functie 72
Automatische verlichtingsre‐ geling 107
Automatische versnellings‐ bak 81
Automatisch starten/stoppen verhinderen 73
Automatisch vergrende‐ len 45
Auto-onderhoud 245 Seite 256OpzoekenAlles van A tot Z256
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Centraal scherm, zie ControlDisplay 16
Centrale sleutel, zie Afstands‐ bediening 32
Centrale vergrendeling 38
Chassisnummer, zie Voer‐ tuigidentificatienummer 8
Check-Control 88
Chroomachtige delen, onder‐ houd 246
Claxon 12
Combinatieschakelaar, zie Knipperlicht 78
Combinatieschakelaar, zie Ruitenwisserinstallatie 78
Comfort Access, zie Comfort‐ toegang 41
Comfortopenen met de af‐ standsbediening 36
Comfortsluiten met de af‐ standsbediening 36
Comforttoegang 41
Compound-rem 192
Compressor 217
Computer, zie Boordcompu‐ ter 99
Condenswater onder de auto 196
Condition Based Service CBS 230
ConnectedDrive, zie Handlei‐ ding over navigatie-, enter‐
tainment- en communicatie‐
systeem
Contact aan 70
Contactdoos, On-Board Dia‐ gnose OBD 231
Contactdozen, zie Aansluiting elektrische apparaten 175
Contactsleutel, zie Afstands‐ bediening 32
Contact uit 70
Control Display 16
Control Display, instellin‐ gen 102 Controle- en waarschuwings‐
lampjes, zie "Check-Con‐
trol" 88
Controlelampjes, zie "Check- Control" 88
Controller 17
Corrosie van de remschij‐ ven 196
Cosmeticaspiegel 173
Coverbanden 216
Cruise-control, zie Snelheids‐ regeling 145
Cupholder, bekerhouder 186
D
Dagrijlicht 108
Dagteller 92
Dakbelasting 251
Dakdrager 200
Dakdrager, zie Dakdra‐ ger 200
Dakhemel 15
Dashboardkastje 183
Datum 93
Deactiveren, airbags 114
Defrost, zie Ruiten ont‐ dooien 164
Demperregeling 142
Diefstalbeveiliging, wielbou‐ ten 236
Diefstalbeveiliging, zie Alarm‐ installatie 45
Dierherkenning, zie Night Vi‐ sion 124
Digitale klok 93
Digitale snelheid 93
Digitale snelheidsmeter 93
Dimlicht 106
Dimmende binnenspiegel 62
Dimmende buitenspiegel 61
Displays reinigen 247
Displayverlichting, zie Instru‐ mentenverlichting 110
Door water rijden 195 DPC, zie Dynamic Perfor‐
mance Control 137
Draai-drukregelaar, zie Con‐ troller 17
Drivelogic 84
Drive-modus 82
DSC dynamische stabiliteits‐ controle 139
Dynamic Light Spot, vervan‐ gen van lampen 233
Dynamic Light Spot, zie Night Vision 124
Dynamic Performance Con‐ trol DPC 137
Dynamische remlichten 134
Dynamische stabiliteitscon‐ trole DSC 139
E Edelhout, onderhoud 246
Eenheden, maten 103
Een wasstraat binnenrij‐ den 244
Eerstehulpset 239
EfficientDynamics 95
EHBO-tas 239
Eigen veiligheid 7
Elektrische glazen dak 49
Elektrische ruitbediening 47
Elektronische weergaven, in‐ strumentenpaneel 87
Elektronisch stabiliteitspro‐ gramma ESP, zie DSC 139
Energieterugwinning 94
ESP elektronisch stabiliteits‐ programma, zie DSC 139
Externe start 240
F Flessenhouder, zie Bekerhou‐ der 186
Foutmeldingen, zie "Check- Control" 88
Frontairbags 112 Seite 258OpzoekenAlles van A tot Z258
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Frontlampen 233
Functiestoring, niveaurege‐ ling 144
G
Garantie 7
Gebruikte symbolen 6
Gedeeld scherm, split‐ screen 22
Gegevens, technische 250
Geheugen, stoel, spiegel, stuurkolom 59
Geïntegreerde gebruiksaan‐ wijzing in de auto 28
Geïntegreerde sleutel 32
Geïntegreerde universele af‐ standsbediening 171
Gemiddelde snelheid 100
Gemiddeld verbruik 100
Geparkeerde auto, condens‐ water 196
Gereedschap 232
Geschikte motoroliesoor‐ ten 226
Gesleept worden, zie Slepen/ wegslepen 241
Gevarendriehoek 239
Gewichten 251
Gladheid, zie buitentempera‐ tuurwaarschuwing 93
Glazen dak, elektrisch 49
Glazen dak, zie Glazen pano‐ ramadak 49
Glazen panoramadak 49
Gloeilampen vervangen, zie Vervangen van lampen 233
Goedgekeurde motoroliën, zie Geschikte motorolie‐
soorten 226
Gordelherinnering voor be‐ stuurders- en passagiers‐
stoel 56
Gordelherinnering voor de achterbank 57 Gordels, veiligheidsgor‐
dels 55
Grootlicht 78
Grootlichtassistent 108
H Handmatige bediening, ach‐ teruitrijcamera 151
Handmatige bediening, bui‐ tenspiegel 61
Handmatige bediening, Park Distance Control PDC 148
Handmatige bediening, par‐ keerrem 77
Handmatige bediening, por‐ tierslot 37
Handmatige bediening, tank‐ dopklep 210
Handmatige bediening, Top View 154
Handmatige luchthoeveel‐ heid 163
Handmatige luchtverde‐ ling 163
Handmatige snelheidsbe‐ grenzer 132
Handrem, zie Parkeerrem 74
Handzender, wisselende code 172
HDC Hill Descent Con‐ trol 141
Head-Up Display 103
Head-Up-Display, M-aan‐ zicht 104
Head-Up Display, Standaard aanzicht 104
Head-Up Display, verzor‐ ging 247
Heet uitlaatsysteem 195
Helderheid, van het Control Display 103
Hellingshoeksensor 46
Hill Descent Control HDC 141
Hoekverlichting 108 Homepage 6
Hoofdairbags 112
Hoofdsteunen 52
Hoofdsteunen, achterin 58
Hoofdsteunen, voorin 57
Hoogwater 195
Houder voor dranken 186
Hout, onderhoud 246
HUD Head-Up Display 103
Hulp bij het wegrijden 137
Hulp bij pechgeval 238
I
IBA, geïntegreerde gebruiks‐ aanwijzing in de auto 28
Identificatienummer, zie Voer‐ tuigidentificatienummer 8
iDrive 16
IJswaarschuwing, zie buiten‐ temperatuurwaarschu‐
wing 93
In-/uitschakelen, zie Groot‐ lichtassistent 108
Individuele instellingen, zie M Drive 138
Individuele instellingen, zie Personal Profile 33
Info display, zie Boordcompu‐ ter 99
Inhaalverboden 97
Inhaalverbodinfo 97
Initialiseren, bandenpech‐ waarschuwing RPA 117
Initialiseren, bandenspan‐ ningscontrole RDC 116
Inklembeveiliging, glazen dak 50
Inklembeveiliging, ruiten 48
Inparkeerassistent 157
Inrijden, rijaanwijzingen 194
Instellingen, M Drive 138
Instellingen op Control Dis‐ play 102
Instellingen opslaan van stoel, spiegel, stuurkolom 59 Seite 259Alles van A tot ZOpzoeken259
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Instellingen, stoelen/hoofd‐steunen 52
Instellingen, ver-/ontgrende‐ len 44
Instrumentenpaneel 87
Instrumentenpaneel, elektro‐ nische weergaven 87
Instrumentenverlichting 110
Intelligente noodoproep 238
Intelligent Safety 118
Intensiteit, AUTO-pro‐ gramma 163
Interieurbeveiliging 46
Interieuruitrusting 171
Interieurverlichting 110
Interieurverlichting bij ont‐ grendelen 35
Interieurverlichting bij ver‐ grendelde auto 36
Interieurvoorventilatie/verwar‐ ming tijdens stilstand 167
Internetpagina 6
Intervalmelding, servicebe‐ hoefte 95
Intervalmodus 79
ISOFIX kinderzitjesbevesti‐ ging 66
J Juiste plaats voor kinde‐ ren 63
K
Katalysator, zie Heet uitlaat‐ systeem 195
Kenmerken van aanbevolen banden 216
Keuzehendel 82
Keuzehendelstand 82
Keuzelijst op instrumenten‐ paneel 99
Keyless-Go, zie Comforttoe‐ gang 41 Key Memory, zie Personal
Profile 33
Kilometerteller 92
Kinderbeveiliging 69
Kinderen veilig vervoeren 63
Kinderzitje 63
Kinderzitjes, montage 64
Klank, zie Handleiding over navigatie-, entertainment-
en communicatiesysteem
Klassen van kinderzitjes, ISO‐ FIX 66
Kleerhaken 187
Klimaatregeling 161
Klok 93
Knipperlicht, bediening 78
Knop, start-/stop 70
Koelbox achterin 176
Koelen, maximaal 162
Koelfunctie 162
Koelmiddel 228
Koelsysteem 228
Koelvloeistof 228
Koelvloeistoftemperatuur 92
Kogeldruk 252
Kompas 101
Koplampen 233
Koplampen instellen 110
Koplampen, onderhoud 245
Koplampreinigingsinstallatie, zie Ruitenwisserinstalla‐
tie 78
Kort knipperen 78
Kriksteunpunten 234
Kunststof, onderhoud 246
L Lading 198
Lak, auto 245
Lampen 233
Lampen vervangen, ach‐ ter 233
Lampen vervangen, voorin 233
Lampglazen 233 Lampje in de buitenspiegel,
zie Rijstrookwisselmel‐
ding 130
Lamp, passagiersairbags 114
Lamp vervangen, achter 233
Lampwissel, voorin 233
Launch Control 85
Leder, verzorging 245
LED-lampen 233
Leeftijd van de banden 215
Leeggewicht 251
Lendensteun 53
Lendewervelsteun 53
Letters en cijfers invoeren 23
Leuning, stoelen 52
Licht 106
Lichtdioden, LED-lam‐ pen 233
Lichtmetalen velgen, verzor‐ ging 246
Lichtschakelaar 106
Lichtsignaal 78
Lichtspot, zie Night Vi‐ sion 124
LIM-toets, zie Handmatige snelheidsbegrenzer 132
Linksrijdend verkeer, instel‐ ling koplampen 110
Loos alarm, zie Ongewild alarm 46
Low Speed Assistent 82
Luchtcirculatie, zie Luchtre‐ circulatiefunctie 163
Lucht drogen, zie Koelfunc‐ tie 162
Luchthoeveelheid, automati‐ sche airconditioning 163
Luchtrecirculatiefunctie 163
Luchtuitstroomopening, zie Ventilatie 164
Luchtverdeling, handma‐ tig 163
Luchtverdeling, individu‐ eel 163 Seite 260OpzoekenAlles van A tot Z260
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Office, zie Handleiding overnavigatie-, entertainment-
en communicatiesysteem
Offroad-ritten 197
Ogen voor het vastzetten van de bagage, bagage vastzet‐
ten 199
Olie 224
Olie bijvullen 225
Oliepeil elektronisch controle‐ ren, motorolie elektronisch
controleren, elektronische
oliepeilcontrole 224
Oliesoorten, alternatief 226
Oliesoorten, geschikt 226
Olietoevoegingen 226
Olieverversing 226
Olieverversingsinterval, servi‐ cebehoefte 95
Olievulpijp 225
Omgespen, zie Veiligheids‐ gordels 55
Omgevingsverlichting bij ont‐ grendelen 35
Omgevingsverlichting bij ver‐ grendelde auto 36
On-Board Diagnose OBD 231
Onderdelen en accessoires 7
Onderdelen vervangen 232
Onderhoud 230
Onderhoud, auto 245
Onderhoud, servicebe‐ hoefte 95
Onderhoudsmiddelen 245
Onderhoudssysteem BMW 230
Onderhoud van bekledings‐ stof 246
Onderste achterklep 41
Ongewild alarm 46
Ontdooien, zie Ruiten ont‐ dooien 164
Ontgrendelen/vergrendelen met afstandsbediening 35 Ontgrendelen/vergrendelen
via portierslot 37
Ontgrendelen, instellin‐ gen 44
Onverharde wegen, terreinrit‐ ten 197
Oog om te slepen, zie "Sleep‐ oog" 242
Oog voor borgkabel, rijden met een aanhangwa‐
gen 204
Opbergmogelijkheden 183
Opbergvakken 183
Opbergvakken in de portie‐ ren 184
Opbergvak op de middencon‐ sole 184
Openen/sluiten via portier‐ slot 37
Openen en sluiten 32
Openen en sluiten, met af‐ standsbediening 35
Openen en sluiten, zonder af‐ standsbediening 37
Opmerkingen 6
Opslag, banden 217
Oude accu verwerken 237
Overbruggen, zie Start‐ hulp 240
Oververhitting van de motor, zie Koelvloeistoftempera‐
tuur 92
P Park Distance Control PDC 147
Parkeerassistent 157
Parkeerfunctie 61
Parkeerlicht 107
Parkeerrem 74
Parkeerwaarschuwing, zie PDC 147
Parkeren met Automatic Hold 75 Passagiersairbags, deactive‐
ring/activering 114
PDC Park Distance Con‐ trol 147
Pech, bandenpechwaarschu‐ wing RPA 117
Pech, vervangen van een wiel 234
Personal Profile 33
Personal Profile, profiel ex‐ porteren 35
Persoonlijke gegevens wis‐ sen 23
Persoonsherkenning, zie Night Vision 124
Persoonswaarschuwing met City-remfunctie 122
Plaats voor kinderen 63
Pleister, zie EHBO-tas 239
Portieren, soft-close-auto‐ maat 38
Portiersleutel, zie Afstands‐ bediening 32
Portierslot 37
Praktische tips voor het rij‐ den 194
Profiel, banden 215
Profile, zie Personal Pro‐ file 33
R Racen op circuit 192
Radiografische sleutel, zie Af‐ standsbediening 32
Radio, zie Handleiding over navigatie-, entertainment-
en communicatiesysteem
RDC bandenspanningscon‐ trole 115
Rechtsrijdend verkeer, instel‐ ling koplampen 110
Recycling 231
Regelsystemen, koersstabili‐ teit 137
Regensensor 79 Seite 262OpzoekenAlles van A tot Z262
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15
Reiniging displays 247
Reinigingsmiddel voor vel‐ gen 246
Reinigingsvloeistof 81
Reis-boordcomputer 101
Reisdoelafstand 100
Remassistent 137
Remlicht, adaptief 134
Remlichten, dynamisch 134
Remmen, aanwijzingen 196
Remschijven inrijden 194
Remvoeringen inrijden 194
Reservewaarschuwing, zie Actieradius 94
Reservewiel 234
Reservezekering 237
Reset, bandenspanningscon‐ trole RDC 116
Resetten, bandenspannings‐ controle RDC 116
Resterende actieradius 94
RES-toets, zie Snelheidsre‐ geling 145
Restwarmte, automatische airconditioning 164
Richtingaanwijzer, lamp ver‐ vangen 233
Richtingaanwijzer, zie Knip‐ perlicht 78
Rijaanwijzingen, alge‐ meen 194
Rijbaanbegrenzing, waar‐ schuwing 128
Rijden op slechte wegen 197
Rijdynamiek, systeemtoe‐ standen 95
Rijdynamieksystemen 95
Rijprogramma's, zie Drivelo‐ gic 84
Rijstabiliteitsregelsyste‐ men 137
Rijstrookwisselmelding 130
Rijtips 194
Ritten op slechte wegen 197
Rokerspakket 173
RON, benzinekwaliteit 212 Rondom de dakhemel 15
Rondom de middencon‐ sole 14
Rondom het stuurwiel 12
RPA bandenpechwaarschu‐ wing 117
Rubber, verzorging 246
Rugleuning achterbank kan‐ telen 179, 181
Rugleuningbreedte 54
Rugleuningcontour, zie Len‐ densteun 53
Ruitbediening 47
Ruitensproeiermonden 80
Ruitensproeiers, ruiten 80
Ruitenwisser 78
Ruitenwisserinstallatie 78
Ruitenwisser, uitgeklapte stand 80
Ruitreinigingsinstallatie 78
S Schade, banden 215
Schakelaars, zie Bedienings‐ organen 12
Schakelpuntindicator 97
Scherm tegen verblin‐ ding 173
Schminkspiegel 173
Schoudersteun 54
Schroefdraad voor wegsleep‐ oog 243
Schroefdraad, zie Schroef‐ draad voor wegsleep‐
oog 243
Schroevendraaier, zie Boord‐ gereedschap 232
Schuif-/kanteldak 49
Sensoren, verzorging 247
Sequentiële modus 83
Servicegeschiedenis 96
Servotronic 143
Sfeerverlichting 111
Shift Lights 105
Side View 155 Signalen bij het ontgrende‐
len 45
Ski- en snowboardzak 182
Sleepoog, zie "Sleep‐ oog" 242
Sleeptouw voor het slepen/ wegslepen 241
Slepen, zie Slepen/wegsle‐ pen 241
Sleutel/afstandsbediening 32
Sleutelschakelaar voor passa‐ giersairbags 114
Slingeren van de aanhanger, zie Aanhangerstabilisatie‐
regeling 202
Slot, portier 37
Sluiten/openen met afstands‐ bediening 35
Sluiten/openen via portier‐ slot 37
Sneeuwkettingen 220
Snelheidsbegrenzer, hand‐ matig 132
Snelheidsbeperking, weer‐ gave 97
Snelheidslimietinfo 97
Snelheidslimietinformatie, boordcomputer 100
Snelheidslimiet, zie Handma‐ tige snelheidsbegren‐
zer 132
Snelheidsregeling 145
Snelheidswaarschuwing 101
Soft-close-automaat, portie‐ ren 38
SOS-toets 238
Spanning, banden 214
Spanningscontrole, ban‐ den 115
Spanningwaarschuwing RPA, banden 117
Speciale uitrustingen, stan‐ daard uitrustingen 7
Speed Limit Device, zie Handmatige snelheidsbe‐
grenzer 132 Seite 263Alles van A tot ZOpzoeken263
Online Edition for Part no. 01 40 2 964 071 - VI/15