De storing kan de volgende oorzaken hebben: een of meer lampen
doorgebrand, de betreffende zekering(en) doorgebrand of elektrische
verbinding onderbroken.
Storing remlichten
Bij sommige versies verschijnt een melding + symbool op de display
wanneer een storing in de remlichten optreedt.
De storing kan de volgende oorzaken hebben: lamp doorgebrand,
zekering doorgebrand of elektrische verbinding onderbroken.
Storing schemersensor
(voor bepaalde versies/markten)
Bij sommige versies verschijnt een melding + symbool op de display
wanneer een storing in de schemersensor optreedt.
Storing regensensor
(voor bepaalde versies/markten)
Bij sommige versies verschijnt een melding + symbool op de display
wanneer een storing in de regensensor optreedt.
Storing parkeersensor
(voor bepaalde versies/markten)
Bij sommige versies verschijnt een melding + symbool op de display
wanneer een storing in de parkeersensoren optreedt.
Storing dynamic suspension (actief
schokdempersysteem)
(voor bepaalde versies/markten)
Bij sommige versies, wordt het symbool + op de display weergegeven
in geval van een storing in het actief schokdempersysteem.Raadpleeg in dat geval zo snel mogelijk het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Weergave van de gekozen rijmodus
(“Alfa DNA”-systeem)
(voor bepaalde versies/markten)
Bij versies met een "Herconfigureerbare multifunctionele display",
wordt een + symbool samen met de gekozen rijmodus weergegeven
“DYNAMIC”, “NATURAL” of “ALL WEATHER”. Er verschijnt een
waarschuwingsbericht op het display wanneer een van deze rijmodi
niet beschikbaar is.
Bij versies met multifunctionele display, wordt samen met het speciale
bericht ook een letter ("d" of "a") in functie van de gekozen rijmodus
weergegeven.
Weergave motorolieniveau
(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid, verschijnt
het motorolieniveau enkele seconden op het display. Als het
motorolieniveau onvoldoende is, wordt een bericht op het display
weergegeven.
BELANGRIJK Controleer voor het juiste olieniveau steeds de
oliepeilstok (zie paragraaf “Niveaus controleren” in het hoofdstuk
“Onderhoud en zorg”).
BELANGRIJK Controleer het oliepeil met de auto op een vlakke
ondergrond voor een juiste aflezing.
BELANGRIJK Om het olieniveau juist af te lezen, wacht ongeveer 2
seconden na de sleutel in de stand MAR-ON te hebben gezet alvorens
de motor aan te zetten.
18
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BELANGRIJK Het olieniveau kan toenemen na een lange stilstand.
STARTEN MET HULPACCU
Wanneer men met een hulpaccu moet starten, mag de minkabel (–)
vanaf de hulpaccu nooit in verbinding worden gebracht met de
minpool A fig. 83 van de accu in de auto. Sluit de minkabel aan op
een massapunt op de motor of op de versnellingsbak.
Controleer alvorens de motorkap te openen of de motor is
afgezet en of de contactsleutel in de stand STOP staat. Volg
de aanwijzingen op die op het plaatje onder de motorkap
staan fig. 84. Wij adviseren om de contactsleutel te verwijderen als er
zich nog inzittenden in de auto bevinden. Verlaat de auto alleen nadat
de contactsleutel verwijderd is of op STOP is gedraaid. Controleer bij
het tanken of de motor is afgezet en of de contactsleutel in de stand
STOP staat.
DYNAMIC SUSPENSION (actief
schokdempersysteem)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem werkt onderling samen met het “Alfa DNA” systeem (zie
paragraaf “Alfa DNA”).
Met de “Alfa DNA” systeem hendel kunnen drie verschillende
rij-instellingen worden gekozen afhankelijk van het type route en de
rijomstandigheden van het wegdek:
❒d = Dynamic (sportieve rijmodus);
❒n = Natural (rijmodus voor normale omstandigheden);
❒a = All Weather (rijmodus bij condities met gebrekkige grip, zoals
regen en sneeuw).
In de rijmodus “Natural” en “All Weather” regelt het actieve
schokdempersysteem de wielophanging naargelang het type route en
de rijbelasting, wat zorgt voor een beter rijcomfort, vooral op ruw
terrein.
fig. 83A0J0388fig. 84A0J0341
99
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Dagverlichting (DRL) ........................... 59
Dashboardkastverlichting
– lamp vervangen .............................. 161
Dashboard .......................................... 3
De auto langdurig stallen ...................... 141
De motor starten .................................. 132
De motor starten .................................. 142
– Rollend starten ................................ 143
– Starten met hulpaccu ....................... 142
Derde remlicht
– lamp vervangen .............................. 159
De sleutels ........................................... 35
– Code-card ...................................... 35
– Sleutel met afstandsbediening........... 36
– Sleutel zonder afstandsbediening ..... 35
Diefstalalarm ....................................... 40
Dieselfilter ........................................... 189
Dieselroetfilter (DPF) ............................. 109
Dimlicht
– lamp vervangen .............................. 157
Display................................................ 20
DPF (roetfilter) ...................................... 109
DST systeem (Dynamic Steering
Torque) .............................................. 92
Dynamic suspension (actief
schokdempersysteem) ......................... 99Een lamp vervangen ........................... 153
– Algemene instructies ........................ 153
Een wiel vervangen .............................. 143
“Electronic Q2” (“E-Q2”) .................... 92
Elektrische ruitbediening ...................... 79
– Bedieningselementen ....................... 79
Elektrisch stuurbekrachtiging ................. 101
EOBD-systeem ..................................... 100
ESC (Electronic Stability Control)
systeem ............................................. 90
Extra verwarming................................. 59
Fix&Go Automatic kit .......................... 149
"Follow me home" systeem .................. 61
Frontairbag bestuurderszijde ............... 125
Frontairbag passagierszijde .................. 125
Frontairbags ........................................ 124
Gear Shift Indicator ............................ 21
Gebruik van de versnellingsbak............. 135
Geprogrammeerd onderhoud................ 174
Geprogrammeerd onderhoudsschema ... 175
Gewichten ........................................... 221
Gordelspanners ................................... 114
– Krachtbegrenzers ............................ 114
Grootlicht ............................................ 61– lamp vervangen .............................. 157
Grootlichtsignaal .................................. 61
Handrem ........................................... 134
Herconfigureerbaar multifunctioneel
display .............................................. 20
Hill Holder ........................................... 90
Hoofdairbags (window bags) ................ 129
Hoofdsteunen....................................... 45
– “Anti-Whiplash” voorziening............ 46
– Hoofdsteunen achter ........................ 46
– Hoofdsteunen voor .......................... 45
Identificatiegegevens
– Chassisnummer ............................... 200
– identificatieplaatje carrosserielak ...... 200
– motorcode ...................................... 200
– typeplaatje met
identificatiegegevens ....................... 199
Imperiaal/skidrager ............................. 86
Inbouwvoorbereiding voor "Isofix"
kinderzitje ......................................... 121
Installatie van elektrische/
elektronische systemen ........................ 101
Instaplichten in de spiegels
– lamp vervangen .............................. 162
Instapverlichting ................................... 62
– lamp vervangen .............................. 161
270
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER