❒schakelpeddel "-" (door de peddel
naar de bestuurder te trekken fig.
136): inschakelen van lagere
versnelling;
De inschakeling van een lagere of
hogere versnelling gebeurt alleen als
het motortoerental dit toestaat.Als de auto wordt gestopt in een
hogere versnelling dan de 1e, schakelt
de versnellingsbak automatisch de
1
eversnelling in.
"Launch Control"
functie
De "Launch Control" strategie staat
starten met hoge prestaties toe.
Ga als volgt te werk om deze functie bij
stilstaande auto in te schakelen:
❒schakel op het "Alfa DNA" systeem
de "Dynamic" rijmodus in;
❒trap met de linkervoet het rempedaal
in en tegelijkertijd met de rechtervoet
het gaspedaal volledig in;
❒❒laat het rempedaal los: op deze
manier wordt een "briljantere" start
van de auto verkregen.
Wanneer het rempedaal wordt
losgelaten, start de auto met maximale
acceleratie. Ondanks de "sequentiële
modus" zal de auto zelfstandig
schakelen om maximale acceleratie te
garanderen, zodra de juiste
schakelsnelheid is bereikt.
108)
Onderbreek bovenstaande volgorde
van handelingen of laat het gaspedaal
los om deze strategie te verlaten.
GELUIDSSIGNAAL
Om veiligheidsredenen klinkt er een
geluidssignaal wanneer:
❒het bestuurdersportier wordt
geopend als de motor draait en de
keuzehendel in een andere stand dan
P staat;
❒de motor wordt afgezet met de
keuzehendel in een andere stand dan
P.
Bij stilstaande auto, draaiende motor en
ingeschakelde versnelling (1e), (D) of
(R) klinkt er een geluidssignaal en wordt
de transmissie automatisch in de
vrijstand (N) gezet wanneer:
135A0K0266
136A0K0269
137A0K0271
169
schakel met de keuzehendel of de
schakelpeddel "−" (door de peddel
zoals eerder beschreven naar de
bestuurder te trekken): zo loopt het
toerental van 2750 naar 4500 op;
(1.4 Benzineversies) en van 1700
naar 2700 (2.0 JTD
Mversies);
Ook al wordt het beslist afgeraden, als
het om onvoorziene redenen nodig
mocht zijn om, terwijl men een helling
afrijdt, de auto met de versnellingsbak
in de vrijstand (N) te zetten, zal het
systeem bij een schakelverzoek
automatisch de beste versnelling op
basis van de voertuigsnelheid kiezen,
om het motorkoppel op de juiste
manier op de wielen over te brengen.
107)
BELANGRIJK
21) Trek, als de auto op een helling
staat, altijd de handrem aan
VOORDAT de keuzehendel op P
wordt gezet.
22) Schakel de achteruitversnelling
uitsluitend in als de auto stil staat,
de motor op stationair toerental
draait en het gaspedaal volledig
losgelaten is.
BELANGRIJK
106) Door onjuist gebruik van de
schakelpeddels (peddels naar het
dashboard geduwd, zie fig. 137)
kunnen ze breken.
107) Laat nooit kinderen zonder
toezicht in de auto achter.
Verwijder altijd de contactsleutel
als de auto wordt verlaten en
neem de sleutel mee.108) De functie "Launch Control" is
alleen beschikbaar in het
Dynamic-modus. Onafhankelijk
van hetgeen expliciet is
aangegeven in de beschrijving van
deze modi, worden de ESC- en
ASR-systemen uitgeschakeld
tijdens de werking van de functie
"Launch Control". Dit betekent
dat de dynamische controle over
het voertuig altijd onder de
verantwoordelijkheid van de
bestuurder valt. Let daarom
uiterst goed op bij het gebruiken
van de Launch Control. Houd
rekening met het verkeer en de
conditie van het wegdek en zorg
er tijdens manoeuvres voor dat er
voldoende ruimte is in het
betreffende gebied.
171