Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
geelTPMSBELANGRIJK Rijd niet verder met een of meerdere
lekke banden, dit kan de bestuurbaarheid van de auto
in gevaar brengen. Breng de auto tot stilstand,
voorkom bruusk remmen en sturen. Repareer de
band(en) onmiddellijk met behulp van de speciale kit
(zie de paragraaf "Een wiel repareren" in het hoofdstuk
"Noodgevallen") en neem zo snel mogelijk contact op
met een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
Storing TPMS
Het lampje gaat branden wanneer er een storing in
het TPMS wordt gedetecteerd.
Als op een of meerdere wielen geen sensoren zijn
gemonteerd, verschijnt er een bericht op het display
tot de oorspronkelijke condities zijn hersteld.
Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
Lage bandenspanning - Zie instructieboek
Het waarschuwingslampje gaat branden en er
verschijnt een speciaal bericht op het display, om
aan te geven dat de bandenspanning lager is dan de
aanbevolen waarde en/of dat de band langzaam
spanning verliest. Onder deze omstandigheden
kunnen de optimale levensduur van de banden en
het benzineverbruik niet gegarandeerd worden.
Als twee of meerdere banden zich in boven
genoemde toestand bevinden, worden op het
display afwisselend de indicaties voor elke band
weergegeven.
In elke situatie waarin op het display het bericht "Zie
instructieboek" wordt weergegeven, is het
ESSENTIEEL om de inhoud van de paragraaf "Wielen"
in het hoofdstuk "Technische gegevens" te
raadplegen, en moeten de aanwijzingen die u daarin
vindt strikt worden opgevolgd.
77
g
Waarschuwingslampjes
op displayWat het betekent Wat te doen
amberBRANDSTOFRESERVE/BEPERKTE ACTIERADIUS
Het digitale lampje gaat branden wanneer er nog
ongeveer 4-5 liter brandstof in de tank is.
63)
amberSTORING SENSOR BRANDSTOFRESERVE/
BEPERKTE ACTIERADIUS
Het digitale waarschuwingslampje gaat branden op het
display wanneer er een storing in de
brandstofreservesensor wordt gedetecteerd. Op het
display verschijnt een speciaal bericht.Neem zo snel mogelijk contact op met het Speciale Alfa
Romeo Servicepunt.
groenCRUISE-CONTROL
(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid, gaat het digitale waarschuwingslampje
branden, maar als de Cruise-Control is uitgeschakeld
moet het enkele seconden later uitgaan.
Het digitale lampje gaat branden wanneer de draaiknop
van de cruise-control in de stand ON wordt gedraaid
(zie de paragraaf “Cruise Control” in het hoofdstuk
"Kennismaking met de auto");
Op het display verschijnt een speciaal bericht.
groenONTWASEMING/ONTDOOIING BUITENSPIEGEL
Het digitale lampje gaat branden op het display
wanneer de knop
op het bedieningspaneel wordt
ingedrukt.
85
g
Waarschuwingslampjes
op displayWat het betekent Wat te doen
ALGEMENE STORING
(voor bepaalde versies/markten)
In onderstaande omstandigheden gaat het symbool op
het display branden.
Storing motoroliedruksensor
Het symbool gaat branden als de motoroliedruksensor
defect is. Op het display verschijnt een speciaal bericht.Neem in dat geval contact op met het Speciale Alfa
Romeo Servicepunt om de storing zo spoedig mogelijk
te laten verhelpen.
Bericht koppeling oververhit
Het
-symbool gaat branden en er verschijnt een
bericht op het display om aan te geven dat de
koppeling oververhit is.
Als de bestuurder verder rijdt, dooft het
-symbool en gaat het
-waarschuwingslampje branden (bij sommige
versies verschijnt er ook een bericht op het
display) om een storing van de automatische
versnellingsbak aan te geven.
Als het-symbool gaat branden en er verschijnt een
bericht op het display, beperk dan het schakelen en/of
wijzig de gebruiksomstandigheden, tot de normale
bedrijfsomstandigheden hersteld zijn.
Als het
-waarschuwingslampje gaat branden (bij
sommige versies verschijnt er een bericht op het
display) stop dan onmiddellijk, trek de handrem aan, zet
de motor af en wacht 5 minuten: hierna zullen de
normale bedrijfsomstandigheden van de versnellingsbak
hersteld zijn.
Als de storing van de versnellingsbak voortduurt,
contact opnemen met het Speciale Alfa Romeo
Servicepunt
AFSLUITER VAN DE BRANDSTOFTOEVOER
Het symbool en het bijbehorende bericht verschijnen in
de volgende gevallen op het display.
in werking treden van de afsluiter van de
brandstoftoevoer: het gele symbool gaat
branden;
storing afsluiter van de brandstoftoevoer: het
rode symbool gaat branden;
Zie, voor het weer inschakelen van de afsluiter van de
brandstoftoevoer, het deel "Afsluiter van de
brandstoftoevoer" van de paragraaf
"Bedieningselementen", in het hoofdstuk "Kennismaking
met de auto". Neem contact op met het Speciale Alfa
Romeo Servicepunt als de brandstoftoevoer nog steeds
niet hersteld kan worden.
87
g
Waarschuwingslampjes
op displayWat het betekent Wat te doen
BAGAGERUIMTE OPEN
Het symbool en het bijbehorende bericht verschijnen op
het display.
KANS OP GLAD WEGDEK
Het symbool en het bijbehorende bericht verschijnen op
het display wanneer de buitentemperatuur gelijk is aan
of lager is dan 3°C.
BELANGRIJK Indien er een storing is in de
buitentemperatuursensor, worden de cijfers die de
waarde aangeven door streepjes vervangen.
STORING REMLICHTEN
Het symbool en het bijbehorende bericht verschijnen op
het display als er een storing wordt gedetecteerd in de
remlichten:De storing kan de volgende oorzaken hebben: lamp
doorgebrand, zekering doorgebrand of elektrische
verbinding onderbroken.
STORING PARKEERSENSOR
Het symbool en het bijbehorende bericht verschijnen op
het display als er een storing is in een parkeersensor.
WEERGAVE VAN GEKOZEN RIJMODUS (“Alfa
DNA”-systeem)
Een letter (d, n, of a) die overeenkomt met de actieve
rijmodus (dynamisch of race, normal, all weather) en
een speciaal bericht worden op het display
weergegeven.
88
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
g
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
1750 Turbo Benzine VERSIES
km x 1000 20 40 60 80 100 120
Maanden 12 24 36 48 60 72
Laadtoestand accu controleren en zo nodig opladen●●●●●●
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op spanning
brengen●●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte, interieur, dashboardkastje,
lampjes instrumentenpaneel, enz.) controleren
●●●●●●
Bevestigingen voertuig controleren●●●
Bevestigingen mechanische onderdelen controleren●●●●●●
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en zo nodig de
sproeiers afstellen●●●●●●
Stand/slijtage wisserblad ruitenwisser controleren●●●●●●
Controleren of het slot van de bagageruimte schoon is, of de
verbindingen schoon en gesmeerd zijn●●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie,
koolstof monocoque, aerodynamische bodemplaat, pijpen en
slangen (uitlaat, brandstoftoevoersysteem, remmen) en rubber
elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)
●●●●●●
Conditie en slijtage remblokken en schijven voorremmen
controleren en de werking van remblokslijtagesensor controleren●●●●●●
139
g
km x 1000 20 40 60 80 100 120
Maanden 12 24 36 48 60 72
Conditie en slijtage remblokken en schijven achterremmen
controleren en de werking van remblokslijtagesensor controleren●●●●●●
Vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen (motorkoeling,
remmen, ruitensproeiers, enz.)●●●●●●
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel controleren●
Toestand van de getande distributieriem controleren●
Slag handremhendel controleren en, indien nodig, afstellen (of om
de 12 maanden)●●●●●●
Gebruik de diagnoseaansluiting om de werking van het
managementsysteem van brandstoftoevoer/motor en
automatische versnellingsbak en de verslechtering van de
motorolie te controleren
●●●●●●
Oliepeil van de automatische versnellingsbak met dubbele
koppeling controleren en eventueel bijvullen●
Bougies vervangen (#)●●
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen●
De getande distributieriem vervangen (*)●
(#) De volgende zaken zijn van vitaal belang om de correcte werking te garanderen en ernstige schade aan de motor te voorkomen: gebruik uitsluitend bougies van
hetzelfde merk en type die speciaal gecertificeerd zijn voor deze motoren (zie de paragraaf “Motor” in het hoofdstuk “Technische gegevens”); houd u strikt aan
de vervangingsintervallen van de bougies die vermeld zijn in het Geprogrammeerde Onderhoudsschema; geadviseerd wordt contact op te nemen met een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt om de bougies te laten vervangen.
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koud klimaat, gebruik in de stad, langdurig stationair draaien) om de 4
jaar worden vervangen of in elk geval om de 5 jaar.
140
ONDERHOUD EN ZORG
g
Motorkap
Openen.................41
Sluiten..................42
Motorolie
niveau controleren..........145
verbruik................145
Motorruimte
niveaus controleren.........143
reinigen................154
Onderhoud en zorg
geprogrammeerd onderhoud . . .138
Geprogrammeerd
onderhoudsschema.........139
intensief gebruik van de auto . . .142
periodieke controles........142
Opbergvak.................37
Opbergvakken...............36
Opkrikken van de auto.........134
Optionele accessoires...........5
Parkeerlichten...............31
Parkeersensoren..............52
Parkeren..................105
Handrem................105
Plafondverlichting.............34
Plafondverlichting voor........34
Plafoniera bagagliaio
sostituzione lampada........129
Portieren...................39
Centrale
portiervergrendeling/ontgrendeling.......................39Pre-Fill-systeem (RAB - Ready Alert
Brake)...................46
Prestaties.................172
Pulsante TRIP RESET..........70
Radio....................51
Radiozendapparatuur en mobiele
telefoons..................5
Radiozenders en mobiele telefoons.......................52
Reiniging en onderhoud
auto-interieur.............155
carrosserie..............153
koplampen..............154
kunststof en gecoate
interieurdelen.............155
lederen interieurdelen........156
lederen stoelen............155
motorruimte.............154
ruiten.................154
stoelen en stoffen bekleding . . .155
Remmen..................164
remvloeistofniveau..........147
Richtingaanwijzers............31
"Rijbaanwissel"-functie........31
lamp vervangen...........126
Richtingaanwijzers achter.......127
Rijstijl....................111
Ruiten (reinigen).............154
Ruiten reinigen...............32
Ruitensproeiers voorruit........152Ruitenwisser
wisserbladen.............152
wisserbladen vervangen......152
Ruitenwisser/-sproeier..........32
Automatische wis-/wasregeling . .32
Ruote....................167
SBR-systeem (Seat Belt Reminder).......................92
Setup-menu................63
Slepen van de auto...........135
Montage van het sleepoog. . . .135
Smeermiddelen (specificaties). . . .175
Sneeuwkettingen............112
Snelheidsmeter..............63
Stadslicht/dimlicht.............31
Stadslichten/dagverlichting (DRL)
lamp vervangen...........126
Stadslichten/remlichten.........127
Stoelen....................19
Stopcontact................37
Stuurinrichting..............166
Stuurslot...................18
Stuurwiel...................21
Symbolen..................14
Tanken................57,174
Tas op rugleuning.............38
Technische gegevens..........158
Toerenteller.................63
g