buurt van de tank.17)
Draai na een botsing de contactsleutel
naar STOP om te voorkomen dat de
accu leegloopt.
Ga als volgt te werk om de correcte
werking van de auto te herstellen:
zet de bedieningshendel van de
linker richtingaanwijzer in de middelste
stand (neutraal);
draai de contactsleutel in de stand
MAR;
schakel de richtingaanwijzer rechts
in;
schakel de richtingaanwijzer rechts
uit;
schakel de richtingaanwijzer links in;
schakel de richtingaanwijzer links uit;
schakel de richtingaanwijzer rechts
in;
schakel de richtingaanwijzer rechts
uit;
schakel de richtingaanwijzer links in;
schakel de richtingaanwijzer links uit;
draai de contactsleutel naar de stand
STOP;
draai de contactsleutel naar de stand
MAR.
BELANGRIJK
16)Het gebruik van alarmknipperlichten
wordt geregeld door de
wegenverkeerswetgeving van het land
waar u rijdt: neem de wettelijke
voorschriften in acht.
17)Als na een botsing een brandstoflucht
wordt geroken of brandstoflekkage wordt
geconstateerd, dan mag het systeem niet
opnieuw ingeschakeld worden om brand te
voorkomen.
INTERIEURUITRUSTING
OPBERGVAKKEN
Voor
Bij bepaalde versies/markten, bezit de
auto een opbergvak A fig. 29 op het
dashboard.
Achter
Dit opbergvak bevindt zich in het
midden van de scheidingswand en is
gemakkelijk toegankelijk vanaf de 2
stoelen. Druk om het te openen op
knop A fig. 30 en maak klem B los. Er
zit een slot in knop A, zodat het
opbergvak kan worden afgesloten met
een speciale sleutel.
Bij sommige versies is het opbergvak
vervangen door een tas van gaas
fig. 31.
29A0L0159
36
WEGWIJS IN UW AUTO
g
RADIO
(voor bepaalde versies/markten)
Het systeem bestaat uit:
voedingskabels voor radio,
luidsprekers en antenne;
autoradio;
antenne op voorbumper;
2 tweeter luidsprekers met een
doorsnede van 38 mm en 2 mid-woofer
luidsprekers met een doorsnede van
130 mm, gemonteerd op de portieren.
Zie voor nadere informatie over functies
en gebruik van de radio, het speciale
Supplement dat bij de
boorddocumentatie is gevoegd.
OPTIONELE
ACCESSOIRES
Als men na aanschaf van het voertuig
accessoires wil monteren die constante
elektrische voeding nodig hebben
(radio, diefstalalarm, satellietbewaking
via GPS enz.) of veel stroom verbruiken,
dient men contact op te nemen met het
gespecialiseerde personeel van het Alfa
Romeo Servicenetwerk. Zij kunnen de
meest geschikte apparatuur uit het
assortiment Lineaccessori MOPAR
®aanbevelen en controleren of de
elektrische installatie berekend is op de
vereiste belasting en of het noodzakelijk
is een accu met een grotere capaciteit
te monteren.
44)
MONTAGE VAN
ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE
SYSTEMEN
Elektrische/elektronische systemen die
na aanschaf van de auto door de
aftersales-service worden gemonteerd,
moeten van het volgende merkteken
zijn voorzien:fig. 52Fiat Group Automobiles S.p.A.
autoriseert de montage van
zend-/ontvangstapparatuur op
voorwaarde dat deze door een
gespecialiseerd bedrijf op vakkundige
wijze en overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant wordt
uitgevoerd.
BELANGRIJK In geval van montage van
systemen waarbij de kenmerken van de
auto worden gewijzigd, kan het
kentekenbewijs door de bevoegde
instanties ingenomen worden. Dit kan
ook de ongeldigheid van de garantie
met zich meebrengen voor defecten
veroorzaakt door voornoemde wijziging
of die direct of indirect hierop terug te
voeren zijn.
Fiat Group Automobiles S.p.A. wijst
elke aansprakelijkheid af voor schade
die het gevolg is van montage van
accessoires die niet door Fiat Group
Automobiles S.p.A. zijn geleverd of
aanbevolen en die niet conform de
verschafte aanwijzingen zijn
gemonteerd.
52
51
g
Waarschuwingslampjes
op
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
groenSTADSLICHT EN DIMLICHT
Het lampje gaat branden wanneer het stadslicht en het
dimlicht worden ingeschakeld.
FOLLOW ME HOME
Dit lampje gaat branden (en er verschijnt ook een
bericht op het display) wanneer deze functie in
gebruik is (zie de paragraaf “Follow me home” in "
Buitenverlichting"in het hoofdstuk "Kennismaking
met de auto").
groenRICHTINGAANWIJZER LINKS
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omlaag wordt gebracht of,
samen met de rechter richtingaanwijzer, wanneer de
knop voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
groenRICHTINGAANWIJZER RECHTS
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omlaag wordt gebracht of,
samen met de rechter richtingaanwijzer, wanneer de
knop voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
80
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
g
BELANGRIJK
92)Waarschuw de andere weggebruikers
voor de stilstaande auto conform de
plaatselijke wettelijke voorschriften:
alarmknipperlichten, gevarendriehoek enz.
Alle inzittenden moeten de auto verlaten en
uit de buurt van gevaarlijk verkeer wachten
tot de reparatie is uitgevoerd. Indien de
auto geparkeerd is op een helling of ruw
terrein, blokkeer dan de wielen met wiggen
of andere geschikte middelen (zie voor de
juiste procedure voor het veilig parkeren
van de auto, de paragraaf "Parkeren" in het
hoofdstuk "Starten en rijden").
93)Overhandig de folder aan het personeel
dat de band zal repareren die behandeld is
met de "Fix&Go Automatic"
bandenreparatiekit.94)Reparatie is niet mogelijk als de
wielvelg beschadigd is (groef is vervormd,
waardoor lucht kan ontsnappen). Verwijder
niet het eventueel in de band
binnengedrongen voorwerp (schroef of
spijker).
95)Bedien de compressor nooit langer
dan 20 minuten achter elkaar. Gevaar voor
oververhitting. De kit is niet geschikt voor
definitieve reparatie, zodat de gerepareerde
banden slechts tijdelijk gebruikt mogen
worden.
96)Zoals wettelijk verplicht door huidige
reglementen omtrent chemicaliën, met
betrekking tot de bescherming van de
menselijke gezondheid en het milieu en het
veilige gebruik van het afdichtmiddel, staat
vermeld op het label van de verpakking.
Naleving van de instructies op het label is
van essentieel belang voor een veilig en
effectief gebruik van het product. Vergeet
niet het label vóór gebruik zorgvuldig te
lezen; de gebruiker van het product is
verantwoordelijk voor eventuele schade
voortvloeiend uit oneigenlijk gebruik. Het
afdichtmiddel heeft een
houdbaarheidsdatum. Vervang de bus als
de houdbaarheidsdatum van het
afdichtmiddel is verstreken.
97)Doe de beschermende handschoenen
aan die bij de bandenreparatiekit zijn
geleverd.
98)Breng de sticker op een voor de
bestuurder goed zichtbare plaats aan, om
eraan te herinneren dat de band behandeld
is met de snelle bandenreparatiekit. Rijd
voorzichtig, met name in bochten.
Overschrijd de snelheid van 80 km/h niet.
Vermijd abrupt accelereren of remmen.99)Rij niet verder als de bandenspanning
onder 1,8 bar is gedaald: de Fix&Go
Automatic snelle bandenreparatiekit kan de
correcte wegligging niet garanderen omdat
de band te ernstig beschadigd is. Neem
contact op met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt.
100)Geef altijd aan dat de band
gerepareerd is met behulp van de snelle
bandenreparatiekit. Overhandig de folder
aan het personeel dat de met de snelle
bandenreparatiekit behandelde band moet
repareren.
BELANGRIJK
13)Als de band door vreemde voorwerpen
lek is geraakt, kan de kit gebruikt worden
voor beschadiging in het loopvlak of de
schouder met een diameter van max. 4
mm. Gebruik de reparatiekit niet als de
band beschadigd is geraakt door het rijden
met een lege band.
BELANGRIJK
2)Laat het busje en het afdichtmiddel niet
in het milieu achter. Verwerk de onderdelen
overeenkomstig de nationale en plaatselijke
voorschriften.
88A0L0082
118
NOODGEVALLEN
g
BELANGRIJK
101)Het ruimtebesparende reservewiel
(voor bepaalde versies/markten) is specifiek
voor de auto; monteer het niet op andere
auto’s en monteer ook geen
ruimtebesparende reservewielen afkomstig
van andere auto’s. Gebruik het
ruimtebesparende reservewiel alleen in
noodgevallen. Gebruik het nooit langer dan
strikt noodzakelijk en rijd nooit harder dan
80 km/h. Op het noodreservewiel is een
oranje sticker aangebracht waarop de
belangrijkste waarschuwingen over het
gebruik en de betreffende beperkingen zijn
vermeld. Deze sticker mag nooit verwijderd
of afgedekt worden. Op de sticker staan de
volgende aanwijzingen in vier talen:
“Waarschuwing! Alleen voor tijdelijk
gebruik! max. 80 km/h! Vervang het
noodreservewiel zo snel mogelijk door het
standaard wiel. Dek deze aanwijzingen niet
af."
102)Waarschuw de andere weggebruikers
voor de stilstaande auto conform de
plaatselijke wettelijke voorschriften:
alarmknipperlichten, gevarendriehoek enz.
Alle inzittenden moeten de auto verlaten,
vooral als de auto zwaar beladen is.
Passagiers moeten op een veilige afstand
van het verkeer wachten terwijl het wiel
wordt verwisseld. Blokkeer de wielen met
blokken of andere geschikte voorwerpen
als de auto op een helling of een slecht
wegdek stilstaat.103)Een gemonteerd noodreservewiel
wijzigt de rijeigenschappen van de auto.
Vermijd bruusk optrekken en remmen,
scherpe stuurbewegingen en snelle
bochten. De totale levensduur van het
ruimtebesparende reservewiel is ongeveer
3000 km. Hierna moet de band vervangen
worden door een nieuw exemplaar van
hetzelfde type. Monteer nooit een
standaard band op de velg van een
ruimtebesparend reservewiel. Zorg ervoor
dat het verwisselde wiel zo snel mogelijk
wordt gerepareerd en gemonteerd. Het
gebruik van twee of meer
ruimtebesparende reservewielen is
verboden. Smeer de schroefdraad van de
wielbouten niet met vet alvorens het wiel te
monteren: de bouten zouden los kunnen
raken.104)De krik is een gereedschap dat
ontwikkeld en ontworpen is voor het
vervangen van een wiel, als een band lek of
beschadigd raakt, op het voertuig waarbij
de krik is geleverd of bij voertuigen van
hetzelfde model. Elk ander gebruik, bijv. om
andere modellen voertuigen of andere
dingen op te krikken, is ten strengste
verboden. Gebruik hem nooit voor
onderhoud of reparaties onder het voertuig
of om winterbanden te verwisselen voor
zomerbanden of andersom. Ga nooit onder
een opgekrikt voertuig liggen. Indien er
werkzaamheden onder het voertuig nodig
zijn, contact opnemen met het Alfa Romeo
Servicenetwerk. Onjuiste plaatsing van de
krik kan er toe leiden dat het voertuig eraf
valt: gebruik hem alleen op de aangegeven
plaatsen. Gebruik de krik niet voor
zwaardere lasten dan is aangegeven op
het plaatje op de krik. Start de motor nooit
wanneer het voertuig opgekrikt is. Als het
voertuig meer dan noodzakelijk is
opgekrikt, kan alles onstabieler worden,
met het risico dat het voertuig met een
harde klap omlaag komt. Dus, hef het
voertuig slechts zo hoog op als nodig is om
de zone van het reservewiel te kunnen
bereiken.
105)Op het noodreservewiel kunnen geen
sneeuwkettingen gemonteerd worden.
122
NOODGEVALLEN
g
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
1750 Turbo Benzine VERSIES
km x 1000 20 40 60 80 100 120
Maanden 12 24 36 48 60 72
Laadtoestand accu controleren en zo nodig opladen●●●●●●
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op spanning
brengen●●●●●●
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte, interieur, dashboardkastje,
lampjes instrumentenpaneel, enz.) controleren
●●●●●●
Bevestigingen voertuig controleren●●●
Bevestigingen mechanische onderdelen controleren●●●●●●
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en zo nodig de
sproeiers afstellen●●●●●●
Stand/slijtage wisserblad ruitenwisser controleren●●●●●●
Controleren of het slot van de bagageruimte schoon is, of de
verbindingen schoon en gesmeerd zijn●●●●●●
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie,
koolstof monocoque, aerodynamische bodemplaat, pijpen en
slangen (uitlaat, brandstoftoevoersysteem, remmen) en rubber
elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)
●●●●●●
Conditie en slijtage remblokken en schijven voorremmen
controleren en de werking van remblokslijtagesensor controleren●●●●●●
139
g
PERIODIEKE
CONTROLES
Elke 1.000 km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
niveau motorkoelvloeistof;
remvloeistof;
ruitensproeiervloeistof;
conditie en spanning banden;
werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
etc.);
werking ruitenwisser/-
sproeiersysteem en stand/slijtage van
wisserblad.
Elke 3.000 km controleren en eventueel
bijvullen: motorolieniveau.
INTENSIEF GEBRUIK
VAN DE AUTO
Als vooral een intensief gebruik van de
auto wordt gemaakt, zoals:
als de auto gebruikt wordt in
veeleisende omstandigheden, bijv. op
het circuit;
het rijden op stoffige wegen;
talrijke korte ritten (minder dan
7-8 km) en bij buitentemperaturen
onder het vriespunt;
de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden bij
lage snelheden of als de auto lang niet
wordt gebruikt;
dienen de volgende controles vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven in
het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
remblokken van schijfremmen
voor/achter op conditie en slijtage
controleren;
sloten van achterklep op vervuiling
controleren en mechanismen smeren;
visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat, brandstof-
en remsysteem) en rubber elementen
(stofkappen - hoezen - bussen enz.);
laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
conditie van aandrijfriemen van
hulporganen visueel controleren;
motorolie en oliefilter controleren enzo nodig vervangen;
luchtfilter controleren en zo nodig
vervangen.
Gebruik van de auto op het circuit moet
beschouwd worden als een
uitzondering. De auto is ontworpen en
gebouwd voor gebruik op de weg.
142
ONDERHOUD EN ZORG
g
NUTTIG ADVIES OM DE
LEVENSDUUR VAN DE
ACCU TE VERLENGEN
Neem de volgende aanwijzingen in acht
om het snel ontladen van de accu te
voorkomen en de levensduur te
verlengen:
wanneer de auto wordt geparkeerd,
controleer dan of de portieren en de
achterklep goed gesloten zijn. Hiermee
wordt voorkomen dat de verlichting in
respectievelijk het interieur en de
bagageruimte blijft branden.
schakel de interieurverlichting uit; de
auto is in ieder geval uitgerust met een
systeem dat de binnenverlichting
automatisch uitschakelt;
houd accessoires (bijv. autoradio,
alarmknipperlichten, etc.) niet te lang
ingeschakeld wanneer de motor is
uitgezet;
maak voordat werkzaamheden aan
de elektrische installatie worden
uitgevoerd, de kabel van de minpool op
de accu los.
BELANGRIJK Wacht, nadat de
contactsleutel naar STOP is gedraaid
en het bestuurdersportier is gesloten,
minstens één minuut alvorens de
elektrische voeding naar de accu los te
koppelen. Wanneer de elektrische
voeding naar de accu weer wordt
aangesloten, controleren of decontactsleutel in de stand STOP staat
en of het bestuurdersportier gesloten is.
BELANGRIJK Als het ladingsniveau
gedurende langere tijd onder 50% blijft,
raakt de accu door sulfatering
beschadigd. Hierdoor verminderen de
capaciteit en het startvermogen.
De accu is in dit geval ook gevoeliger
voor bevriezing (dit kan reeds bij
temperaturen van -10°C gebeuren). Als
de auto langere tijd niet gebruikt wordt,
zie dan de paragraaf "Langdurige
stilstand van de auto” in het hoofdstuk
"Starten en rijden".
Als men na aanschaf van de auto
elektrische accessoires wil monteren
die constante voeding vereisen (alarm
enz.), of accessoires die de elektrische
installatie zwaar belasten, wordt
geadviseerd contact op te nemen met
een speciaal Alfa Romeo Servicepunt;
het gekwalificeerde personeel zal dan
het totale stroomverbruik van deze
accessoires beoordelen.
BELANGRIJK
127)Accuvloeistof is giftig en corrosief.
Vermijd contact met huid en ogen. Houd
open vuur en vonkvormende apparaten uit
de buurt van de accu: brand- en
explosiegevaar.
128)Als de accu met onvoldoende
vloeistof werkt, kan dit de accu
onherstelbaar beschadigen en een explosie
veroorzaken.129)Als de auto langere tijd niet gebruikt
wordt onder extreem koude
weersomstandigheden, dan moet de accu
worden verwijderd en op een verwarmde
plaats worden bewaard om bevriezing te
voorkomen.
130)Bij werkzaamheden aan de accu of in
de buurt van de accu, moeten de ogen
altijd met een speciale bril beschermd
worden.
BELANGRIJK
28)Onjuiste installatie van elektrische en
elektronische apparatuur kan leiden tot
ernstige schade aan de auto. Neem
contact op met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt als u, na aanschaf van de
auto, accessoires wilt installeren
(diefstalbeveiliging, enz.). Zij kunnen de
meest geschikte apparaten aanraden en
vooral beoordelen of een accu met grotere
capaciteit nodig is.
BELANGRIJK
4)Accu’s bevatten stoffen die zeer
gevaarlijk zijn voor het milieu. Neem voor
het vervangen van de accu contact op met
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
150
ONDERHOUD EN ZORG
g