VEILIGHEID
Dit hoofdstuk is erg belangrijk. Hierin
worden de veiligheidssystemen
beschreven waarmee de auto is
uitgerust en aanwijzingen over hoe deze
op de juiste wijze gebruikt moeten
worden.VEILIGHEIDSGORDELS ..................100
S.B.R. SYSTEEM (SEAT BELT
REMINDER) ....................................100
GORDELSPANNERS.......................101
KINDEREN VEILIG VERVOEREN .....104
"UNIVERSEEL" KINDERZITJE
MONTEREN (MET DE
VEILIGHEIDSGORDELS) .................106
INBOUWVOORBEREIDING ISOFIX
KINDERZITJE ..................................109
FRONTAIRBAGS .............................113
ZIJAIRBAGS (ZIJAIRBAG -
HOOFDAIRBAG) .............................118
99
Kinderen langer dan 1,50 m kunnen de
veiligheidsgordels net zoals
volwassenen dragen.
BELANGRIJK
74) Er zijn kinderzitjes met Isofix
bevestigingen beschikbaar,
waarmee ze veilig met de stoel
verankerd kunnen worden zonder
de veiligheidsgordels van de auto
te gebruiken. Zie de paragraaf
"Montage van een Isofix
kinderzitje" voor montage-
instructies.
75) De afbeelding dient slechts ter
illustratie van de montage.
Monteer het kinderzitje
overeenkomstig de aanwijzingen,
die bijgesloten moeten zijn.
107
GROEP 3
75)
Voor kinderen met een gewicht tussen
22 en 36 kg bestaan er geschikte
beveiligingssystemen om de
veiligheidsgordel correct te kunnen
omleggen.
In de fig. 82 afbeelding is de juiste
plaatsing van het kinderzitje op
de achterstoel weergegeven.
82AB0A0066
INBOUWVOORBEREIDING
ISOFIX KINDERZITJE
De auto is uitgerust met ISOFIX
verankeringspunten, een nieuwe
standaard die het monteren van een
kinderzitje snel, eenvoudig en veilig
maakt.
Isofix kinderzitjes en conventionele
kinderzitjes kunnen in dezelfde auto op
verschillende stoelen worden
gemonteerd.
fig. 83 een voorbeeld van een
Universeel Isofix kinderzitje voor
gewichtsgroep 1.
76)
Voor andere gewichtsgroepen zijn
specifieke Isofix-kinderzitjes voorzien,
deze kunnen alleen worden gebruikt als
ze speciaal voor deze auto zijn
ontworpen (zie overzicht auto’s met
bijbehorend kinderzitje).
BELANGRIJK De zitplaats midden op
de achterbank is ongeschikt voor
gebruik van alle types Isofix kinderzitjes.MONTAGE UNIVERSEEL
ISOFIX KINDERZITJE
Maak het kinderzitje vast aan de twee
metalen verankeringspunten A
de zitting van de achterbank zitten;
verwijder vervolgens de hoedenplank
en bevestig de bovenste gordel
(geleverd bij het kinderzitje) vast aan het
verankeringspunt B fig. 85 dat
onderdaan achter de rugleuning zit.
83AB0A0067
A
84AB0A0068
85AB0A0069
109
fig. 84 dietussen de rugleuning en
77) 78) 79)
110
VEILIGHEID
Bij Universele Isofix kinderzitjes moeten
alle zitjes goedgekeurd zijn volgens
de ECE R44/03-richtlijn (R44/03 of
hoger) “Universeel Isofix".
In het Abarth Lineaccessori-assortiment
is een Universeel Isofix “Duo Plus”-
kinderzitje en het speciale "G 0/1 S"
zitje beschikbaar.
Zie de handleiding van het kinderzitje
voor meer informatie over de
montage/het gebruik.
GESCHIKTHEID VAN PASSAGIERSSTOELEN VOOR GEBRUIK VAN ISOFIX
KINDERZITJE
In de onderstaande tabel worden, in overeenstemming met de Europese norm ECE 16, de verschillende
montagemogelijkheden getoond voor Isofix kinderzitjes op stoelen die zijn uitgerust met Isofix bevestigingen.
Gewichtsgroep Plaats kinderzitje Klasse Isofix bevestigingAchterstoelen aan
zijkanten
Groep 0 tot 10 kg Tegen de rijrichting in EX
Groep 0+ tot 13 kgTegen de rijrichting in EX
Tegen de rijrichting in DX
Tegen de rijrichting in CX
Groep 1 van 9 tot 18 kgTegen de rijrichting in DX
Tegen de rijrichting in CX
In de rijrichting BIUF
In de rijrichting BIIUF
In de rijrichting AIUF
X: Isofix plaats niet geschikt voor Isofix-kinderzitjes in deze gewichtsgroep en/of maatklasse.
IUF: geschikt voor in de rijrichting geplaatste Isofix kinderzitjes in de Universele categorie en typegoedgekeurd voor gebruik voor de gewichtsgroep.
111
Belangrijke
aanbevelingen voor het
veilig vervoeren van
kinderen
❒Monteer de kinderzitjes op de
achterbank, omdat die plaats bij een
ongeval de meeste bescherming
biedt.
❒Houd kinderen zo lang mogelijk in
kinderzitjes tegen de rijrichting in,
minstens tot ze 2 jaar oud zijn.
❒Indien een kinderzitje tegen de
rijrichting in op de achterbank is
gemonteerd, dan is het raadzaam om
het kinderzitje zo dicht mogelijk
tegen de voorstoel aan te monteren.
❒Als de passagiersairbag buiten
werking is gesteld, controleer dan of
het lampje
continu brandt om
er zeker van te zijn dat deze airbag
daadwerkelijk is uitgeschakeld.
❒Neem de aanwijzingen die de
producent verplicht bij het kinderzitje
moet leveren zorgvuldig in acht.
Bewaar deze aanwijzingen samen
met de overige documenten en
dit instructieboekje in de auto.
Gebruik geen gebruikte kinderzitjes
waarvan de gebruiksaanwijzingen
ontbreken.❒Elk tegenhoudsysteem is bedoeld
voor slechts één kind: vervoer nooit
twee kinderen in een zitje.
❒Controleer altijd of de gordel niet
langs de nek van het kind loopt.
❒Controleer of de gordel goed is
vastgemaakt door eraan te trekken.
❒Controleer tijdens het rijden of het
kind geen verkeerde houding
aanneemt of de gordels losmaakt.
❒Laat een kind nooit de het diagonale
gordelgedeelte onder zijn arm of
achter zijn rug omleggen.
❒Vervoer kinderen nooit op schoot,
ook geen pasgeborenen. Niemand
is in staat om een kind vast te
houden bij een ongeval.
❒Na een ongeval moet het kinderzitje
door een nieuw exemplaar worden
vervangen.
BELANGRIJK
76) De afbeelding dient slechts ter
illustratie van de montage.
Monteer het kinderzitje
overeenkomstig de aanwijzingen,
die bijgesloten moeten zijn.77) Als een Universeel ISOFIX
kinderzitje niet aan alle drie de
verankeringspunten is
vastgemaakt, zal het kinderzitje
het kind niet goed kunnen
beschermen. In geval van een
aanrijding zou het kind ernstig
gewond kunnen raken of zelfs
kunnen overlijden.
78) Monteer het kinderzitje alleen bij
stilstaande auto. Het kinderzitje is
op de juiste wijze aan de beugels
bevestigd als de vergrendeling
hoorbaar vastklikt. De instructies
voor montage, demontage en
plaatsing moeten in elk geval
worden opgevolgd. De fabrikant
van het kinderzitje is verplicht
deze instructies bij het kinderzitje
te leveren.
79) Monteer het kinderzitje
overeenkomstig de aanwijzingen,
die bijgesloten moeten zijn.
112
VEILIGHEID
ALFABETISCH REGISTER
– Krachtbegrenzers ...................... 101
Grootlicht (lamp vervangen) ............ 142
Grootlicht ....................................... 29
Grootlichtsignaal ............................ 29
Handbediende klimaatregeling ...... 23
– bedieningselementen ................ 23
– onderhoud ................................ 24
Handrem ........................................ 123
HBA-systeem................................. 50
Herconfigureerbaar
multifunctioneel display ................ 64
Hill Holder-systeem ........................ 49
Hoofdairbags (window bags) .......... 118
Hoofdsteunen ................................ 17
– Hoofdsteunen achter................. 17
Hoogteregeling koplampen ............ 47
Houders voor bekers/flessen.......... 36
Identificatiegegevens
– chassisnummer ......................... 176
– identificatieplaatje
carrosserielak ............................ 176
– motorcode ................................ 176
– typeplaatje met
identificatiegegevens ................. 176
Imperiaal/skidrager......................... 46
Inbouwvoorbereiding "Isofix"
kinderzitje..................................... 109
Inbouwvoorbereiding voor
draagbaar navigatiesysteem......... 37Installatie van
elektrische/elektronische
apparaten .................................... 57
Interieur (reiniging) .......................... 173
Interieuruitrusting............................ 35
iTPMS ............................................ 52
Kentekenverlichting (lamp
vervangen) ................................... 144
Kinderen veilig vervoeren ................ 104
Klimaatcomfort............................... 20
Klimaatregeling
– Luchtroosters in interieur ........... 20
Knie-airbag bestuurderszijde .......... 11
Koplampen (afstelling
koplampen in het buitenland) ....... 48
Koplampen .................................... 47
Koplampen (wassen) ...................... 172
Koplampunits (lamp vervangen) ..... 141
Koppeling ...................................... 180
Lakwerk (onderhoud) .................... 171
Lamp binnenverlichting
vervangen .................................... 144
Lamp buitenverlichting
vervangen .................................... 141
Lampen
– algemene instructies.................. 137
– lampen (vervangen) ................... 137
– typen lampen ............................ 138
Lampjes en berichten ..................... 79
Langdurige stilstand van de auto.... 129
Luchtfilter ....................................... 165
Menuopties .................................. 67
Milieubescherming ......................... 62
Mistlampen (lamp vervangen) ......... 142
Mistlampen/mistachterlichten ......... 34
Motorcodes - carrosserieversies .... 177
Motorkap ....................................... 45
Motorkoelvloeistof .......................... 163
Motor ............................................. 178
– code ......................................... 176
Motorolie (niveau controleren) ......... 163
Motorolie (verbruik) ......................... 163
Motorruimte (uitspuiten).................. 172
MSR-systeem ................................ 50
Niveaus controleren ...................... 162
Onderhoud en zorg ...................... 156
– geprogrammeerd onderhoud .... 156
– Geprogrammeerd
onderhoudsschema .................. 157
– intensief gebruik van de auto ..... 161
– periodieke controles .................. 161
Opbergvak ..................................... 36
Opbergvak onder
passagiersstoel ............................ 36
Parkeersensoren ........................... 58
Parkeren ........................................ 123
Plafondverlichting (lamp
vervangen) ................................... 144
Plafondverlichting ........................... 32
Plafondverlichting voor ................... 32 5