Verlichting153Leeslampen
Om in te schakelen s en t in de
voorste en achterste interieurverlich‐ ting indrukken.
Verlichting zonneklep
Brandt wanneer u het klepje opent.
Verlichtingsfuncties
Verlichting middenconsole De spot in de interieurverlichting gaat
aan wanneer de koplampen worden
ingeschakeld.
Instapverlichting
Welkomstverlichting De koplampen, achterlichten, kente‐
kenverlichting, instrumentenpaneel‐
verlichting, binnenverlichting en licht‐
strips in deuren en FlexConsole wor‐
den even ingeschakeld wanneer u de auto met de handzender ontgrendelt.Deze functie werkt alleen wanneer
als het donker is en helpt u om de auto
te lokaliseren.
De verlichting wordt meteen uitge‐
schakeld zodra u de contactsleutel in
stand 1 3 166 draait.
U kunt deze functie in- of uitschakelen in het menu Instellingen op het
Info-display . Persoonlijke instellingen
3 131.U kunt de instellingen opslaan voor
de gebruikte sleutel 3 24.
De volgende verlichting gaat ook
branden wanneer u het bestuurders‐
portier opent:
● verlichting van sommige schake‐
laars
● Driver Information Center
● portiervakverlichting
Uitstapverlichting
De volgende verlichting gaat branden wanneer u de sleutel uit het contact‐
slot haalt:
● binnenverlichting
● instrumentenverlichting (alleen wanneer het donker is)
● lichtbuizen in portieren
● kentekenverlichting (grondver‐ lichting)
De verlichting wordt na een bepaalde
tijd automatisch uitgeschakeld en bij
het openen van het bestuurderspor‐
tier opnieuw ingeschakeld.
309Bekerhouders .............................. 68
Bekleding .................................... 276
Beladingsinformatie .....................96
Beslagen lampglazen ................151
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 186
Beveiliging van de auto ................26
Binnenspiegels ............................. 30
Binnenverlichting ...............152, 247
Blindehoeksysteem ....................209
BlueInjection ............................... 172
Bolle vorm .................................... 29
Boordgereedschap .....................254
Boordinformatie .........................125
Brandstof .................................... 217
Brandstofkeuzeschakelaar ........107
Brandstofmeter .......................... 107
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 225
Brandstof voor benzinemotoren 217
Brandstof voor dieselmotoren ...217
Brandstof voor het rijden op aardgas .................................. 217
Brandstof voor rijden op LPG .....218
Buitenspiegels .............................. 29
Buitentemperatuur .....................102
Buitenverlichting .........................142
C Car Pass ...................................... 21
Centrale vergrendeling ................22Claxon ................................. 14, 100
Code ........................................... 125
Conformiteitsverklaring ...............298
Contactslotstanden ....................166
Controlelampen ..................106, 109
Controle over de auto ................165
Controles .................................... 233
Cruise control ....................118, 186
D Dagrijlicht ................................... 146
Dagteller .................................... 106
Dak ............................................... 34
Dakbelasting ................................. 96
Dakconsole .................................. 70
Dakdrager .................................... 95
DEF ............................................ 172
Diefstalalarmsysteem ..................27
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 239
Dieseluitlaatvloeistof ...................172
Dimlicht of grootlicht ...................142
Draagsysteem achterzijde ............72
Driepuntsgordel ........................... 52
Driver Information Center ...........119
E Elektrisch bediende ruiten ...........32
Elektrische aansluitingen ...........104
Elektrische handrem ...........114, 180
Elektrische stoelverstelling ..........41Elektrische verstelling ..................29
Elektrisch systeem...................... 248
Elektronische rijprogramma's ....177
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ...115
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 183
Elektronische stabiliteitsregeling UIT .............115
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............157
Erkenning van software ..............301
Event Data Recorders (EDR) .....305
F
Fietsendrager ............................... 72
Flex-Fix-systeem .......................... 72
FlexOrganizer .............................. 90
Frontaal airbagsysteem ...............58
Frontaanrijdingswaarschuwing ...196
G
Gebruik van deze handleiding .......3
Geluidssignalen .........................127
Gereedschap ............................. 254
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................94
Gloeilamp vervangen ................240
Gordelverklikker ......................... 112
Gordijnairbagsysteem .................. 60