Navigatie105Route bewerken
NAVI 50 IntelliLink - Route bewerken
Met deze functie kunt u de geplande
route naar de ingevoerde bestem‐
ming bekijken en wijzigen.
U kunt hier op ieder gewenst moment heen gaan door op 7 te drukken, ge‐
volgd door yNAVI / ýNav en dan
Route . Selecteer Route/Reis .
De volgende informatie verschijnt: ● pijlen die richtingsveranderingen aangeven
● wegnummer
● afstand tot een richtingsverande‐
ring
Druk op Opties om de routegegevens
te wijzigen en te sorteren.
U hebt de volgende opties: ● Overzicht
De afzonderlijke waypoints en de
bestemming worden getoond, in‐ clusief de waypointafstand, de
resterende tijd tot het volgende
waypoint en de aankomsttijd.● Normaal
De afzonderlijke manoeuvres worden getoond, inclusief straat-
of plaatsnamen, afstand en num‐ mers van wegvakken.
Bij deze optie worden ook gege‐
vens van wegwijzers, toegangs-
en richtingsbeperkingen, waar‐
schuwingen en systeemvoorkeu‐ ren weergegeven.
● Wegenlijst
De belangrijkste wegvakken van
de route worden met straatna‐
men/wegnummers aangegeven.
Bij deze optie worden ook de
lengtes van de afzonderlijke weg‐
vakken, de resterende tijd tot het
volgende wegvak, de aankomst‐
tijd en de gemiddelde rijrichting
weergegeven.
Daarnaast kunt u deze route/reis-op‐ ties wijzigen door op het display op
het tabblad "Richting en afstand tot
volgende richtingsverandering" te
drukken tijdens de routebegeleiding.
Druk op Opties om de routegegevens
te wijzigen en te sorteren.Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink) "Dis‐
playweergave", "Kaartscherm" in het
hoofdstuk Gebruik 3 83.Route bewerken
U kunt de route bewerken door de lijst met waypoints te wijzigen. Druk hier‐
voor op 7, gevolgd door yNAVI /
ý Nav , Route en dan op Route
bewerken op het displayscherm.
U hebt de volgende opties:Bovenste <:Waypoint toevoegenOnderste <:Nieuwe bestemming
toevoegenë:Bestemming verwijde‐
reny:Het vertrekadres van
de route wijzigen (af‐
hankelijk van de ver‐
sie)
Om de volgorde van de waypoints in
de lijst te wijzigen, drukt u op Opties
en Volgorde aanpassen , waarna u de
waypoints naar boven of beneden
verplaatst.
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink) "In‐
voer van de bestemming" voor de ver‐ schillende methoden om een bestem‐
ming in te voeren 3 97.
106NavigatieWegen vermijden
U kunt de route bewerken door be‐
paalde gedeelten te vermijden. Druk
hiervoor op 7, gevolgd door yNAVI /
ý Nav , Route en dan op Wegen
vermijden /Te vermijden op het dis‐
playscherm.
Selecteer het te vermijden wegvak uit de lijst op het displayscherm. Het te
vermijden wegvak wordt rood gemar‐
keerd.
Druk op OK om de nieuwe route te
bevestigen.Alternatieve routes
Om de methode voor de routeplan‐
ning te wijzigen, drukt u op 7, ge‐
volgd door yNAVI / ýNav , Route en
dan Alternatieve routes op het dis‐
playscherm.
De volgende opties zijn beschikbaar,
elk met de afstand en de geschatte tijd:
● snelste route
● kortste route
● zuinigste routeSelecteer een van de opties en be‐
vestig de nieuwe route door op r te
drukken.
Raadpleeg voor meer informatie
(NAVI 50 IntelliLink) "Navigatiesys‐
teem instellen" in het hoofdstuk "Ge‐
bruik" 3 83.
NAVI 80 IntelliLink - Route bewerken
U kunt ritten vooraf plannen door zo‐
wel het beginpunt als de bestemming
te selecteren.
Druk in de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Navigatie en Routes op
het displayscherm.
Selecteer het vertrekpunt op dezelfde
wijze als de invoer van een bestem‐
ming. Raadpleeg
(NAVI 80 IntelliLink) "Invoer van de
bestemming" 3 97. Selecteer vervol‐
gens een bestemming, kies het rou‐
tetype en bevestig uw keuze.
Het systeem plant de route, waarna u
de gegevens kunt bekijken.Route wijzigen
Om de route tijdens actieve routebe‐
geleiding te wijzigen, drukt u in de
startpagina op MENU, gevolgd door
Navigatie en Route wijzigen op het
displayscherm.
U hebt de volgende opties: ● Alternatieve route berekenen
● Route annuleren
● Reis via
● Wegversperring vermijden
● Deel van de route vermijden
● Vertragingen beperkenAlternatieve route berekenen
Selecteer deze optie om een alterna‐ tieve route naar de bestemming te be‐
rekenen.Route annuleren
Selecteer deze optie om de huidige
routebegeleiding te stoppen.
Om de routebegeleiding weer te star‐ ten, drukt u op Rijd naar..., gevolgd
door Recente bestemmingen op het
displayscherm en selecteert u de
route opnieuw.
Navigatie107Reis via (waypoints)
Selecteer deze optie om de bere‐
kende route naar uw bestemming te
wijzigen, zodat een bepaalde locatie
wordt aangedaan (waypoint).
De locatie die moet worden opgeno‐
men, wordt op dezelfde ingevoerd als
de bestemming.
Selecteer uit dezelfde optielijst bijv.
"Adres", "Opgeslagen locaties", "Nut‐
tige plaats" of "Locatie op de kaart".
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink) "In‐
voer van de bestemming" 3 97.Wegversperring vermijden
Selecteer deze optie als een wegver‐
sperring momenteel niet door de ver‐
keersinformatieservice wordt ge‐
meld.
Raadpleeg (NAVI 80 IntelliLink) "Ver‐
keersinformatie" hieronder.
Kies de afstand (in meter) van de
voorliggende route die vermeden
moet worden, bijv. "100 m", "500 m",
"2000 m" of "5000 m".
De route wordt opnieuw berekend om
de geselecteerde wegvaklengte van
de route te vermijden.Deel van de route vermijden
Selecteer deze optie om een deel van
de route te vermijden. Kies de weg die moet worden vermeden uit de lijst met wegen op de route.Vertragingen beperken
Selecteer deze optie om de route te
plannen op basis van de nieuwste
verkeersinformatie.
Begeleiding uitschakelen
NAVI 50 IntelliLink - Begeleiding
uitschakelen
U kunt aan de gang zijnde routebe‐
geleiding stoppen. Druk hiervoor op
7 , gevolgd door yNAVI / ýNav ,
Route en dan op Route annuleren op
het displayscherm.
NAVI 80 IntelliLink - Begeleiding
uitschakelen
Om de actuele begeleiding te stop‐
pen, drukt u op <, gevolgd door
Route verwijderen op het display‐
scherm.
Bekijk kaart
NAVI 50 IntelliLink - Bekijk kaart
U kunt op ieder gewenst moment
naar het kaartscherm gaan door op
7 te drukken, gevolgd door
s KAART op het displayscherm.
Druk ergens op de kaart. De cursor
geeft de huidige geselecteerde posi‐
tie aan. Om de kaart te verschuiven,
sleept u de cursor in de gewenste
richting.
Ga voor meer informatie over de be‐
diening naar (NAVI 50 IntelliLink)
"Kaartscherm" in het hoofdstuk "Ge‐
bruik" 3 83.Optiemenu
Wanneer het kaartscherm wordt weergegeven, drukt u op Opties om
naar de volgende opties te gaan:
● Route-instellingen :
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Navigatiesysteem instellen" in
het hoofdstuk "Gebruik" 3 83.
108Navigatie●Kaartinstellingen :
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink) "Navigatiesysteem instellen" in
het hoofdstuk "Gebruik" 3 83.
● Waar ben ik? :
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"HELP!" hieronder.
NAVI 80 IntelliLink - Bekijk kaart
Om vanuit de startpagina zonder na‐ vigatie naar het kaartscherm te gaan,
drukt u op MENU, gevolgd door
Navigatie en Bekijk kaart op het dis‐
playscherm.
Druk ergens op de kaart. De cursor
geeft de huidige geselecteerde posi‐
tie aan. Om de kaart te verschuiven,
sleept u de cursor in de gewenste
richting.
Als het kaartscherm wordt weergege‐ ven, drukt u op < om een pop-up‐
menu met de volgende opties te ope‐ nen:
● Gebruik deze locatie om...
● Zoeken●Kaartgegevens wijzigen
● Toevoegen aan opgeslagen
locatiesGebruik deze locatie om...
Selecteer deze optie om een van de
volgende acties uit te voeren:
● de kaart op de locatie van de auto
centreren
● naar een punt op de kaart te na‐ vigeren
● naar een punt op de kaart te zoe‐
ken
● een punt op de kaart toe te voe‐ gen aan de favorieten
● een punt op de kaart toevoegen aan de NP-lijst
● de locatie van uw auto corrigerenZoeken
Selecteer deze optie om de kaart te
centreren op:
● uw thuisadres
● een opgeslagen adres
● een adres
● een recente bestemming
● een lokale zoekactie● een nuttige plaats
● huidige positie van auto
● een coördinaat (lengte-/breedte‐ graad)Kaartgegevens wijzigen
Selecteer deze optie om de volgende
kaartinstellingen in en uit te schake‐
len:
● verkeer
● namen
● nuttige plaatsen (NP)
● satellietbeeld als achtergrond van de kaart
● GPS-coördinatenToevoegen aan opgeslagen locaties Selecteer deze optie om de huidige
positie als een opgeslagen bestem‐
ming toe te voegen aan de kaart. Ge‐
bruik het toetsenbord om een naam in te voeren of bevestig de voorgestelde naam.
Ga voor bediening van het toet‐
senbord naar (NAVI 80 IntelliLink)
" Toetsenborden op het display
bedienen " in het hoofdstuk " Gebruik"
3 83.
Navigatie109Help!NAVI 50 IntelliLink - Help!
Als het kaartscherm wordt weergege‐ ven, drukt u op Opties, gevolgd door
Waar ben ik? om nuttige informatie
over de huidige locatie te raadplegen of om naar nuttige plaatsen (NP) in de
buurt te zoeken.
U kunt op ieder gewenst moment
naar het kaartscherm gaan door op
7 te drukken, gevolgd door
s KAART .Waar ben ik?
Deze menuoptie bevat de volgende
gegevens:
● huidige locatie (adres)
● lengtegraad
● breedtegraad
● hoogte
● Gps-status
Druk op Opties voor de volgende op‐
ties:
● Toevoegen aan favorieten
Raadpleeg (NAVI 50 IntelliLink)
"Invoer van de bestemming","Favoriet toevoegen en opslaan"
voor meer informatie 3 97.
● Landinformatie : Raadpleeg
"Landinformatie" hieronder.Landinformatie
Met deze functie kunt u de landinfor‐
matie en wettelijke voorschriften van
de huidige locatie opvragen.
Wanneer het scherm Waar ben ik?
verschijnt, drukt u op Opties, gevolgd
door Landinformatie op het display‐
scherm.
Deze menuoptie bevat de volgende
gegevens:
● maximumsnelheden● landcode (internationale toe‐ gangsnummer, bijv. +49)
● alarmnummer (bijv. 112)
● wettelijke voorschriften, bijv.: ● vereiste voertuiguitrusting, zoals gevarendriehoek, ver‐
banddoos, brandblusser, re‐
servelampen, reflectievest enz.
● wettelijke voorschriften voor koplampen●maximaal toegestaan promil‐
lage
● wettelijke voorschriften voor sneeuwkettingen
● wettelijke voorschriften voor winterbandenHulp in de buurt
Deze functie stelt u in staat om te zoe‐
ken naar hulpverlening in de buurt
van uw huidige locatie.
Wanneer het scherm Waar ben ik?
verschijnt, drukt u op Hulp in de
buurt op het displayscherm.
Deze menuoptie bevat de volgende
gegevens:
● Autoreparatie in de buurt (voer‐
tuigreparatieservice)
● Gezondheidszorg in de buurt
(medische en hulpdiensten)
● Politie in de buurt (politiebu‐
reaus)
● Benzinestation/Werkplaats in de
buurt (Tankstations)
Selecteer de gewenste optie voor een lijst met lokale nuttige plaatsen (NP).
110NavigatieRaadpleeg (NAVI 50 IntelliLink) "In‐voer van de bestemming" voor infor‐
matie over nuttige plaatsen (NP's)
3 97.
Verkeersberichten NAVI 50 IntelliLink -
Verkeersinformatie
Er kan actuele verkeersinformatie,
beschikbaar afhankelijk van de ver‐
sie, van lokale bronnen worden ont‐
vangen. De informatie wordt verstrekt
voor de huidige route of voor de hui‐
dige locatie van de auto.
Druk tijdens routebegeleiding op
Opties en selecteer dan Huidig
verkeer of druk op het verkeerspicto‐
gram Ö op het kaartscherm. Ver‐
keersongevallen langs de route en
geschatte vertraging worden weerge‐ geven.U hebt de volgende opties:
● Gebeurtenislijst : Selecteren om
de instellingen van de gebeurte‐
nisweergave te wijzigen.
● Bied omleiding : Maak een alter‐
natieve route naar de geselec‐ teerde bestemming.
● Opties : Roep de verkeersopties
op.
U kunt deze verkeersopties op ieder
gewenst moment oproepen door op
7 te drukken, gevolgd door yNAVI /
ý Nav en dan Opties. Selecteer ver‐
volgens ÖVerkeer .
Druk op q om naar routebegeleiding
terug te keren.
NAVI 80 IntelliLink -
Verkeersinformatie
Hiermee kan actuele verkeersinfor‐
matie worden ontvangen van lokale bronnen.
Druk in de startpagina op MENU, ge‐
volgd door Navigatie en
Navigatieservices . Selecteer daarna
Verkeer /HD verkeer op het display‐
scherm.Het navigatiesysteem geeft verkeers‐ ongevallen aan door middel van ge‐
sproken meldingen, de verkeersinfor‐
matiebalk en de symbolen op de
kaart.
Raadpleeg "Symbolenoverzicht"
3 111.
Het systeem ontvangt ongeveer om
de 15 minuten updates en verkeers‐
ongevallen worden alleen voor hoofd‐
wegen gemeld.
De Verkeersservice draagt de naam
HD Traffic als een abonnement op
LIVE-services is afgesloten. Met HD
Traffic ontvangt u de updates onge‐
veer om de 3 minuten en verkeerson‐ gevallen worden hierbij ook voor se‐
cundaire wegen gemeld.
Ga voor meer informatie naar
(NAVI 80 IntelliLink) "LIVE-services"
in het hoofdstuk "Gebruik" 3 83.
Afhankelijk van de huidige verkeers‐
situatie kan de verkeersinformatie‐
balk de volgende gegevens bevatten:
● ernstige vertraging op de route (uitgedrukt in minuten)
● onbekende of onduidelijke situ‐ atie (grijs)
112StemherkenningStemherkenningAlgemene aanwijzingen.............112
Bediening navigatie ...................114
Telefoonregeling ........................114Algemene aanwijzingen
De stemherkenningsfunctie biedt u
de mogelijkheid om bepaalde functies door middel van gesproken instruc‐
ties te bedienen.
Om te voorkomen dat tijdens een ge‐
sprek in de auto onbedoeld een van
de opgeslagen contacten wordt ge‐
beld, moet u eerst de stemherken‐
ningsfunctie activeren met 5 op de
stuurkolom.
Overzicht bedieningselementen 3 7.
NAVI 50 IntelliLink
De stemherkenningsfunctie van het
handsfree-telefoonsysteem is be‐
schikbaar afhankelijk van de versie
en biedt u de mogelijkheid om be‐
paalde functies van een compatibele
smartphone via gesproken instructies
te bedienen.
Raadpleeg het hoofdstuk "Telefoon"
in dit hoofdstuk 3 114.
Om te bevestigen dat een gekop‐ pelde en aangesloten smartphone
compatibel is met de stemherken‐ningsfunctie, drukt u op 7, gevolgd
door ÿInstelling op het display‐
scherm.
Selecteer vervolgens Bluetooth en
Bluetooth-apparatenlijst bekijken . In
de lijst staan de gekoppelde appara‐
ten en 5 verschijnt naast de naam van
de smartphone om compatibiliteit aan
te geven.
Let op
Indien dit ondersteund wordt, wordt
de taal op uw smartphone automa‐
tisch door het Infotainmentsysteem
gebruikt voor stemherkenning.
Het navigatiesysteem kan ook met
stembediening worden bediend.
Raadpleeg het hoofdstuk "Bediening
navigatie" in dit hoofdstuk 3 114.
Voorwaarden
Er moet aan de volgende voorwaar‐
den worden voldaan:
● De Bluetooth-functie van het in‐ fotainmentsysteem moet geacti‐
veerd zijn.
Raadpleeg "Bluetooth-verbin‐ ding" in het hoofdstuk "Telefoon"
3 121.
Stemherkenning113● De Bluetooth-functie van deBluetooth-compatibele smart‐phone moet geactiveerd zijn en
de smartphone moet een 3G-,
4G- of wifi-verbinding hebben (zie de bedieningsinstructies van
de smartphone).
● Afhankelijk van de smartphone kan het nodig zijn om het appa‐
raat op "zichtbaar" in te stellen
(zie de bedieningsinstructies van de smartphone).
● De smartphone moet aan/op het Infotainmentsysteem gekoppeld
en aangesloten zijn.
Help
Voor informatie en hulp bij het active‐ ren en gebruiken van stembediening
drukt u op 7, gevolgd door
ÿ Instelling en dan Bluetooth op het
displayscherm.
Selecteer Smartphone uit de lijst
(druk op S/R om in de lijst te zoeken)
en druk dan op l om hulp op te roe‐
pen.Een serie schermen wordt weergege‐
ven die het gebruik van de stemher‐
kenningsfunctie en informatie over
het volgende uitleggen:
● in-/uitschakelen met knoppen op stuurkolom
● compatibele telefoons
● bedieningsmethoden
● beschikbare functies en beschrij‐
vingen
● gebruiksvoorwaarden
NAVI 80 IntelliLink
De stemherkenningsfunctie biedt u
de mogelijkheid om bepaalde functies door middel van gesproken instruc‐
ties te bedienen, zoals:
● Navigatie
Raadpleeg het hoofdstuk "Bedie‐ ning navigatie" in dit hoofdstuk
3 114.
● Telefoon
Raadpleeg het hoofdstuk "Tele‐
foon" in dit hoofdstuk 3 114.Druk op 5 op de stuurkolom om het
hoofdmenu Stembediening te ope‐
nen. Zeg na de toon de naam van het
menu dat u wilt openen.
Als de stemherkenning is geacti‐
veerd, verschijnt het hoofdmenu Stembediening en geeft de stemher‐
kenningsindicator in de rechterbo‐
venhoek de systeemstatus en opti‐
malisatieniveaus aan:Groen:optimale stemherkenningOranje:goede stemherkenningRood:middelmatige stemherken‐
ningMicrofoon é:Het systeem is ge‐
reed voor een gespro‐ ken opdrachtLuidspreker
l:Het systeem geeft op
dit moment gespro‐
ken aanwijzingenLaadpicto‐
gram:Bezig met laden van
gegevens