10Inleiding15Achtwegschakelaar
Navigatie:
weergavevenster in
kaartweergave bewegen .......40
16 BACK
Menu: een niveau terug ........16
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......... 16
17 RPT / NAV
Herhalen laatste melding
navigatie ................................ 53
18 Cd-sleuf ................................. 32
19 O
Telefoongesprek
aannemen of geluidson‐
derdrukking activeren/
deactiveren ........................... 70
20 NAV
Kaart weergeven ..................40
21 SRCE (bron)
Druk hierop om tussen de
verschillende
audiobronnen om te schakelenCd/mp3-speler ......................31
USB ....................................... 34
AUX ....................................... 34
Bluetooth ............................... 34
AM ......................................... 24
FM ......................................... 24
DAB ....................................... 24
Inleiding1315Cd-sleuf ................................. 32
16 O
Telefoongesprek
aannemen of geluidson‐
derdrukking activeren/
deactiveren ........................... 70
17 T
Cd/mp3/wma: start/pauze
weergave .............................. 32
Externe apparaten: start/
pauze weergave ...................36
18 SRCE (bron)
Druk hierop om tussen de
verschillende
audiobronnen om te schakelen
Cd/mp3-speler ......................31
USB ....................................... 34
AUX ....................................... 34
Bluetooth ............................... 34
AM ......................................... 24
FM ......................................... 24
DAB ....................................... 24Audioknoppen op stuurwiel
1 qw
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen ..70
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................... 70
of actieve
spraakherkenning .................58
Lang indrukken:
gesprekslijst tonen ................70
of spraakdoorschakeling
activeren (indien
ondersteund door de
telefoon) ................................ 58
2 SRC (bron)
Indrukken: audiobron
selecteren ............................. 24
Bij actieve radio: hoger/
lager zetten om volgende/
vorige voorkeurszender te
selecteren ............................. 24
Bij actieve cd-speler:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige cd/mp3/
wma-track te selecteren ........32
Bij actief extern apparaat:
hoger/lager zetten om
volgende/vorige track te
selecteren ............................. 36
14InleidingBij actieve telefoon: hoger/lager zetten om volgende/
vorige vermelding in
oproepenlijst te selecteren ....70
Bij actieve telefoon actief
en gesprekken in de
wacht: hoger/lager zetten
om tussen gesprekken te
schakelen .............................. 70
3 w
Volume verhogen ..................14
4 ─
Volume verlagen ...................14
5 xn
Kort indrukken: gesprek
beëindigen/weigeren .............70
of gesprekslijst sluiten ...........16
of mute in-/uitschakelen ........14
of spraakherkenning
uitschakelen .......................... 58Gebruik
Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een multifunctionele knop en menu's
op het display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
● de centrale bedieningseenheid op het instrumentenbord 3 8
● bedieningsknoppen op het stuur 3 8
● het spraakherkenningssysteem 3 58
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐ den alleen de meest rechtstreekse
manieren voor de menubediening
beschreven. In sommige gevallen
kunnen er andere opties zijn.
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde Infotainmentbron actief.Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem wordt in‐ geschakeld door op X te drukken ter‐
wijl het contact is uitgeschakeld,
schakelt het na 10 minuten automa‐
tisch weer uit.
Volume instellen Draai aan X. De huidige instelling
verschijnt in een pop-up onderaan het scherm.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt.
De volgende volume-instellingen
kunnen afzonderlijk worden inge‐
steld:
● het maximale inschakelvolume 3 20
● het volume voor verkeersberich‐ ten 3 20
● het volume van de navigatiebe‐ richten 3 40
Basisbediening21Selecteer Comfortinstellingen en dan
Volume geluidssignaal om het betref‐
fende submenu weer te geven. Se‐
lecteer Laag of Hoog .
Navigatievolume aanpassen Druk op CONFIG en selecteer dan
Navigatie-instellingen .
Selecteer Gesproken instructie en
vervolgens Navigatievolume . Het be‐
treffende submenu verschijnt.
Selecteer voor het aanpassen van
het volume van de berichten
Bekendmaking en pas de instelling
naar wens aan.
Selecteer voor het aanpassen van
het volume van de mogelijke audio‐
bron op de achtergrond Achtergr. en
pas de instelling naar wens aan.
Selecteer Volumetest voor een audi‐
ovoorbeeld van de instellingen.
Let op
Bij het uitzenden van een melding
kunt u het volume aanpassen door
aan m te draaien.Systeeminstellingen
Diverse instellingen van het Infotain‐
mentsysteem kunnen via de applica‐
tie Instellingen worden aangepast.
Taalinstellingen
Druk op CONFIG en selecteer dan
Talen (Languages) . Er verschijnt een
lijst met alle beschikbare talen.
De gewenste taal selecteren.
Tijd- en datuminstellingen Druk op CONFIG en selecteer dan
Tijd en datum om het betreffende
submenu weer te geven.
Automatische instelling van de tijd
Het systeem ontvangt voortdurend in‐
formatie over de actuele tijd en da‐
tum.
Activeer Kloksynchr. RDS-signaal om
de tijds- en datuminstellingen auto‐
matisch aan te passen.
Deactiveer Kloksynchr. RDS-signaal
om de tijd en datum handmatig aan te
passen.
Tijd instellen
Selecteer Tijd instellen om de tijdsin‐
stellingen bij te stellen.
Pas de instellingen naar wens aan.
Radio25Let op
Als er van tevoren geen zenderlijst
is aangemaakt, zoekt het Infotain‐
mentsysteem automatisch naar zen‐
ders.
Selecteer de gewenste zender.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐ keerd door i.
Categorielijst Talloze RDS 3 27 en DAB 3 29
zenders zenden een PTY-code uit, die het uitgezonden programmatype
aangeeft (bijv. nieuws). Sommige
zenders wijzigen afhankelijk van de
inhoud die op dat moment wordt uit‐
gezonden ook de PTY-code.
Het Infotainmentsysteem slaat deze
zenders in de betreffende categorie‐
lijst gesorteerd op programmatype
op.
Let op
De submenuoptie categorielijst is al‐
leen beschikbaar voor de frequen‐
tiebereiken FM en DAB.
Zoeken op een programmatype dat
door de zenders wordt opgegeven:
selecteer de specifieke categorielij‐
stoptie van het frequentiebereik.
Er verschijnt een lijst met momenteel beschikbare programmatypen.
Selecteer het gewenste programma‐ type. Er verschijnt een lijst met zen‐
ders die een programma van het ge‐
selecteerde type uitzenden.
Selecteer de gewenste zender.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐ keerd door i.Zenderlijsten bijwerken
Als de zenders in de golfbereik-spe‐
cifieke zenderlijst niet meer kunnen
worden ontvangen, moeten de AM-
en DAB-zenderlijst worden bijge‐
werkt.
Let op
De lijst met FM-zenders wordt auto‐ matisch bijgewerkt.
Selecteer de bijbehorende lijstver‐
melding in het golfbereik-specifieke
menu om een zenderlijst bij te wer‐
ken.
Het zoeken naar zenders wordt ge‐
start. Zodra het zenderzoeken klaar
is, wordt de eerder ingestelde zender
afgespeeld.
Druk op de multifunctionele knop om
het zoeken naar zenders te stoppen.
Let op
Bij het bijwerken van een lijst van
een zender op een specifiek fre‐
quentiebereik wordt de overeen‐
komstige categorielijst ook bijge‐
werkt.
Cd-speler31Cd-spelerAlgemene aanwijzingen...............31
Gebruik ........................................ 32Algemene aanwijzingen
Belangrijke informatie over audio- cd's en mp3/wma-cd's
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma-cd's afspelen.Voorzichtig
Plaats in geen geval dvd's, single- cd's met een diameter van 8 cm of
speciaal vormgegeven cd's in de
audiospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐
digen. Een vervanging van uw toe‐ stel is dan noodzakelijk.
Bestandsindelingen
Audio-cd's
De volgende CD-indelingen kunnen
worden gebruikt: CD-ROM Mode 1 en Mode 2; CD-ROM XA Mode 2,
Form 1 en Form 2.
Mp3-cd's
De volgende bestandsindelingen
kunnen worden gebruikt: ISO9660
Level 1, Level 2, (Romeo, Joliet).
Het is mogelijk dat MP3- en WMA-be‐
standen die in een ander formaat zijn
geschreven dan hierboven vermeld
niet correct worden afgespeeld en dat hun bestands- en mapnamen niet
correct worden weergegeven.
De volgende beperkingen zijn van
toepassing op gegevens die op een
mp3/wma-cd zijn opgeslagen:
Aantal tracks: max. 999
Aantal mappen: max. 255
Diepte mapstructuur:
max. 64 niveaus (aanbevolen:
max. 8 niveaus)
Aantal afspeellijsten: max. 15 Aantal songs per afspeellijst:
max. 255
Geschikte afspeellijstexten‐
sies: .m3u, .pls, .asx, .wpl
32Cd-spelerGebruikCd afspelen starten Duw de cd met de beschreven kant
omhoog zo ver in de cd-sleuf dat deze
naar binnen wordt getrokken.
Het afspelen van de cd start automa‐
tisch en het hoofdmenu CD of Mp3-
cd verschijnt.
Als er al een cd geplaatst is, maar het
hoofdmenu CD of Mp3-cd niet actief
is, druk dan op ; en selecteer CD.
Het hoofdmenu CD of Mp3-cd ver‐
schijnt en het afspelen van de CD
wordt gestart.Afhankelijk van de data die op de au‐
dio CD of Mp3-cd is opgeslagen, ver‐
schijnt er op het display meer of min‐
der gedetailleerde informatie over de
cd en de actuele track.
Let op
Wanneer er al een audiobron actief
is, kunt u door de verschillende au‐
diobronnen schakelen door steeds
op SRCE te drukken.
Een cd verwijderen
Druk op d.
De cd wordt uit de cd-sleuf geworpen.
Als de cd na het uitwerpen niet wordt verwijderd, wordt hij na enkele secon‐den automatisch weer naar binnen
getrokken.
Titellijst Draai aan de multifunctionele knop
om een lijst met alle tracks op de cd
weer te geven.
Let op
De nu afgespeelde track is gemar‐
keerd met i.
Selecteer de gewenste titel.Functietoetsen
Naar vorige of volgende track
springen
Druk één of meerdere keren op t of
v om naar de vorige of volgende
track te springen.
Snel vooruit of achteruit gaan
Houd t of v ingedrukt voor snel
vooruit of achteruit van de huidige
track.
Pauze in weergave
Druk op T om het afspelen te pau‐
zeren.
Menu Audio
Druk op de multifunctionele knop om
het menu Cd of Mp3 weer te geven.
Let op
Voor een beschrijving van de func‐
ties in het menu Mp3 3 36.
Functie Willekeurige volgorde
Activeer Door elkaar voor het afspe‐
len van de tracks op de cd in wille‐
keurige volgorde.
Externe apparaten35Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit het apparaat aan op de USB-
poort. Gebruik voor de iPod de juiste
aansluitkabel.
Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat of een iPod ver‐
schijnt er een bijbehorende foutmel‐ ding en schakelt het Infotainment‐systeem automatisch terug naar de
vorige functie.
Ontkoppel het USB-apparaat of de
IPod door een andere functie te se‐
lecteren en daarna het USB-opslag‐
medium te verwijderen.Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het af‐
spelen niet los. Hierdoor kan het
toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
Bluetooth
Bluetooth-compatibele audiobronnen
(bijv. mobiele telefoons voor muziek, mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
de Bluetooth-muziekprofielen A2DP
en AVRCP ondersteunen, werken
draadloos op het Infotainmentsys‐
teem.
Het Infotainmentsysteem kan mu‐
ziekbestanden op Bluetooth-appara‐
ten, bijv. iPod of smartphone, weer‐
geven.
Een apparaat aansluiten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de Bluetooth-verbinding 3 68.
Bestandsindelingen Audiobestanden
Alleen apparaten die zijn geformat‐ teerd in de bestandssystemen
FAT32, NTFS en HFS+ worden on‐
dersteund.
Let op
Sommige bestanden worden wel‐
licht niet goed afgespeeld. Dit kan
worden veroorzaakt door een ander
opnameformaat of de staat van het
bestand.
Bestanden van online-winkels met digitaal rechtenbeheer (DRM) kun‐nen niet worden afgespeeld.De afspeelbare audiobestandsinde‐lingen zijn .mp3, .wma, .aac en .m4a.
Bij het afspelen van een bestand met ID3 tag-informatie kan het Infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.
Afbeeldingsbestanden
De weergeefbare afbeeldingsbe‐
standsindelingen
zijn .jpg, .jpeg, .bmp, .png en .gif.
De grootte van de bestanden mag
maximaal 2048 pixels in de breedte
en 2048 pixels in de hoogte zijn
(4MP).
Gracenote
De Gracenote database bevat infor‐
matie over momenteel verkrijgbare
mediadata.
Bij het aansluiten van externe appa‐
raten worden de tracks of bestanden
herkend door de Gracenote functie.
Als de normalisatiefunctie van Grace‐ note geactiveerd is, worden spelfou‐
ten in MP3 tag-data automatisch ge‐
corrigeerd. Hierdoor kunnen media‐
zoekresultaten beter worden.