Inleiding95Wijzig de positie van de cursor in de
al ingevoerde tekenreeks door ◀ of ▶
op het display te selecteren.
Geluidsinstellingen In het geluidsinstellingenmenu kunt u voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audioplayerbron afzonder‐
lijk de geluidskarakteristieken instel‐
len.
Druk op TONE om het geluidsinstel‐
lingenmenu te openen.
Lage, middelhoge en hoge tonen
instellen
Blader door de lijst en selecteer Bas,
Midrange of Treble .
Stel voor de geselecteerde optie de
gewenste waarde in.
Volumeverdeling voor en achter
instellen
Blader door de lijst en selecteer
Fader .
Stel de gewenste waarde in.Volumeverdeling rechts en links
instellen
Blader door de lijst en selecteer
Balans .
Stel de gewenste waarde in.
Een geluidsstijl selecteren Blader door de lijst en selecteer EQ
(equalizer). Het EQ-instellingen -
menu verschijnt.
De getoonde opties bieden voor de
desbetreffende muziekstijl geoptima‐
liseerde voorkeursinstellingen voor
de lage, middelhoge en hoge tonen.
Selecteer de gewenste optie.
Eén instelling op "0" zetten
Selecteer de gewenste optie en druk
enkele seconden op de multifunctio‐
nele knop.
De waarde wordt teruggezet op "0".
Alle instellingen op "0" of "UIT"
zetten
Druk enkele seconden op TONE.
Alle waarden worden op "0" terugge‐
zet, de EQ-voorkeuzeinstelling wordt
op " UIT" gezet.
Volume-instellingen
Snelheidsgecompenseerd
volume aanpassen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens Autom. volumeregeling .
De functie Autom. volumeregeling
kan worden gedeactiveerd of de mate
van volumeaanpassing kan worden
geselecteerd in het getoonde menu.
Selecteer de gewenste optie.
96InleidingMaximaal opstartvolume
aanpassen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens Maximaal startvolume .
Stel de gewenste waarde in.
Volume van verkeersberichten
aanpassen
Het volume van verkeersberichten
kan zodanig vooraf worden ingesteld dat het met het normale audiovolume toe- of afneemt.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen , RDS-
opties en vervolgens TA-volume.
Stel de gewenste waarde in.
Volume van de beltoon
aanpassen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Telefooninstellingen ,
Geluid & Signalen en vervolgens
Belvolume .Stel de gewenste waarde in.
Radio97RadioGebruik........................................ 97
Zender zoeken ............................. 97
Autostore-lijsten ........................... 98
Favorietenlijst ............................... 98
Frequentiebereikmenu's ..............99
Radio Data System (RDS) .........102
Digital Audio Broadcasting ........104Gebruik
Radio activeren
Druk op RADIO BAND om het radio‐
hoofdmenu te openen.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der wordt weergegeven.
Frequentiebereik selecterenDruk één of meerdere malen op
RADIO BAND om het gewenste fre‐
quentiebereik te selecteren.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der van dat frequentiebereik wordt
weergegeven.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Druk kort op s of u om de vorige
of volgende zender in het zenderge‐
heugen weer te geven.
Handmatig zender zoeken
Houd s of u ingedrukt. Laat de
betreffende toets los zodra de gewen‐ ste frequentie op de getoonde fre‐
quentieweergave bijna is bereikt.
De volgende ontvangbare zender
wordt opgezocht en automatisch af‐
gespeeld.
Let op
Handmatig zender zoeken: Als de
radio geen station vindt, schakelt hij
automatisch naar een gevoeliger
zoekniveau. Als er dan nog geen
station wordt gevonden, zal de laatst
actieve frequentie weer worden ge‐
kozen.
Let op
Frequentiebereik FM: Als de RDS-
functie is ingeschakeld, wordt er al‐
leen naar RDS-zenders 3 102 ge‐
zocht en als verkeersinformatie TP
104RadioVerkeersberichten blokkeren
Een verkeersbericht blokkeren, bijv.
tijdens het afspelen van cd/mp3:
Druk op TP of de multifunctionele
knop om het annuleringsbericht op
het display te bevestigen.
Het verkeersbericht wordt geannu‐
leerd, maar de verkeersinformatie
blijft ingeschakeld.
Digital Audio Broadcasting
DAB zendt radiozenders digitaal uit.
DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam i.p.v. met de
zendfrequentie.Algemene aanwijzingen
● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op de‐zelfde frequentie worden uitge‐
zonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veelheid aan andere dataservices uit te
zenden, inclusief reis - en ver‐
keersinformatie.
● Zolang een bepaalde DAB-ont‐ vanger een signaal van een zen‐
der op kan vangen (ook al is het signaal erg zwak), is de geluids‐
weergave gewaarborgd.
● Bij een slechte ontvangst wordt het volume automatisch lager ge‐
zet om onaangename geluiden te
vermijden.
● Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden ge‐
interpreteerd, wordt de weergave geheel onderbroken. Dit pro‐
bleem kan worden vermeden
door in het menu DAB-instellin‐gen Automatische groeplinks en/
of Automatische links DAB-FM te
activeren.
● Interferentie door zenders op na‐
burige frequenties (een ver‐
schijnsel dat typisch is voor AM-
en FM-ontvangst) doet zich bij
DAB niet voor.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de ontvangstkwaliteit van DAB, ter‐
wijl AM- en FM-ontvangst in die
gevallen juist aanmerkelijk ver‐
zwakt.
● Na het inschakelen van DAB-ont‐
vangst blijft de FM-tuner van het
Infotainmentsysteem op de ach‐
tergrond actief en zoekt voortdu‐
rend naar de best ontvangbare
FM-zenders. Als TP 3 102 geac‐
tiveerd is, worden er verkeersbe‐
richten van de momenteel best ontvangbare FM-zender doorge‐
geven. Deactiveer TP, als DAB-
ontvangst niet door FM-verkeers‐ berichten moet worden onder‐
broken.
Radio105DAB configureren
Druk op CONFIG .
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens DAB-instellingen .
In het configuratiemenu zijn de vol‐
gende opties beschikbaar:
Automatisch ensemble koppelen
Wanneer deze functie geactiveerd is, schakelt het systeem over op de‐
zelfde service van een ander DAB- ensemble als het DAB-signaal te
zwak is om door de radio te worden
opgevangen.
Zet de functie op Aan of Uit.
Automatisch koppelen DAB-FM
Als deze functie ingeschakeld is, schakelt het systeem over naar een
overeenkomstige FM-zender van de
actieve DAB-service als het DAB-sig‐ naal te zwak is om door de radio te
worden opgevangen.
Zet de functie op Aan of Uit.
Dynamisch audioaanpassing
Als deze functie geactiveerd is, wordt
het dynamische bereik van het DAB-
signaal gereduceerd. Dat houdt in dathet volume van hard geluid wordt ge‐
reduceerd en dat van zacht geluid
wordt verhoogd. Daardoor kan het
volume van het Infotainmentsysteem
zo worden afgesteld dat zacht geluid
goed hoorbaar is zonder dat hard ge‐ luid te hard klinkt.
Zet de functie op Aan of Uit.
Bereik selecteren
Selecteer Bandkeuze om het betref‐
fende menu weer te geven.
Om te definiëren welke DAB-golfbe‐
reiken door het Infotainmentsysteem
moeten worden ontvangen, activeert
u één van de opties:
L-band : 1452 - 1492 MHz, grond- en
satellietradio
Band III : 174 - 240 MHz, grondradio
Beide
106Cd-spelerCd-spelerAlgemene aanwijzingen.............106
Gebruik ...................................... 107Algemene aanwijzingen
De cd-speler van het Infotainment‐
systeem kan audio-cd's en mp3/
wma-cd's afspelen.
OpmerkingenVoorzichtig
Plaats in geen geval single-cd's
met een diameter van 8 cm of spe‐ ciaal vormgegeven cd's in de au‐
diospeler.
Plak nooit stickers op uw cd's. De
cd's kunnen in de speler vast blij‐
ven zitten en deze ernstig bescha‐
digen. Een vervanging van uw toe‐ stel is dan noodzakelijk.
● De volgende CD-formaten kun‐ nen worden gebruikt:
CD-ROM Mode 1 en Mode 2
CD-ROM XA Mode 2, Form 1 en
Form 2
● De volgende bestandsformaten kunnen worden gebruikt:
ISO 9660 Level 1, Level 2 (Ro‐
meo, Joliet)
Het is mogelijk dat MP3- en
WMA-bestanden die in een an‐
der formaat zijn geschreven dan
hierboven vermeld niet correct
worden afgespeeld en dat hun
bestands- en mapnamen niet
correct worden weergegeven.
● Audio-cd's met kopieerbeveili‐ ging die niet voldoen aan de au‐
dio-cd-standaard, worden moge‐
lijk niet correct of zelfs helemaal
niet afgespeeld.
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's zijn kwetsbaarder dan voorbe‐
speelde cd's. Ga op een correcte manier met de cd's om. Dit geldt
vooral voor zelfgebrande cd-r's
en cd-rw's (zie hieronder).
● Zelfgebrande cd-r's en cd-rw's worden mogelijk niet correct ofzelfs helemaal niet afgespeeld. In
dergelijke gevallen is er dus niets mis met de apparatuur.
Cd-speler107● Bij Mixed-Mode-CD’s (waaropaudiotracks en gecomprimeerde
bestanden, bijv. MP3 zijn opge‐
slagen) kunnen audiotrackge‐
deelte en de gecomprimeerde
bestanden separaat worden
afgespeeld.
● Zorg dat er bij het wisselen van cd's geen vingerafdrukken op de
cd's komen.
● Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler
om ze tegen beschadiging en vuil
te beschermen.
● Vuil en vloeistof op de cd's kun‐ nen de lens van de cd-speler bin‐nen in het apparaat vies maken
en storingen veroorzaken.
● Bescherm cd's tegen warmte en direct zonlicht.
● De volgende beperkingen gelden
voor mp3/wma-cd's:
Bit rate: 8 kbit/s - 320 kbit/s
Samplingfrequentie: 48 kHz,
44,1 kHz, 32 kHz (voor mpeg-1)en 24 kHz, 22,05 kHz, 16kHz
(voor mpeg-2)
● De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens die
op een mp3/wma-cd zijn opge‐
slagen:
Aantal nummers: max. 999 Aantal tracks per mapniveau:
max. 512
Diepte mappenstructuur: max.
10 niveaus
Let op
Dit hoofdstuk beschrijft alleen het af‐
spelen van mp3-bestanden, aange‐
zien het werken met mp3- en wma- bestanden hetzelfde is. Bij het laden van een cd met wma-bestanden ver‐ schijnen er mp3-gerelateerde me‐
nu's.
Gebruik
Cd afspelen starten
Druk één of meerdere keren op CD
om naar het hoofdmenu Cd of Mp3 te
gaan.
Als er zich een cd in de cd-speler be‐ vindt, wordt deze automatisch afge‐
speeld.
Afhankelijk van de data die op de au‐
dio- of mp3-cd is opgeslagen ver‐
schijnt er op het display verschillende informatie over de cd en de huidige
muziektrack.
Cd plaatsen
Plaats de CD met de bedrukte kant
naar boven in de CD-sleuf totdat de
CD naar binnen wordt getrokken.
Let op
Bij het plaatsen van een cd ver‐ schijnt 0 op het display.
108Cd-spelerNaar de volgende of vorige track
gaan
Druk kort op s of u .
Snel vooruit of achteruit Druk op s of u en houd deze in‐
gedrukt om de huidige track snel
vooruit of snel achteruit te spoelen.
Tracks selecteren met behulp van het audio-cd-menu
Druk op de multifunctionele knop om
de Cd-menu te openen.Tracks shuffelen
Alle tracks in willekeurige volgorde af‐ spelen: stel deze functie in op Aan.
Let op
Bij het activeren van deze functie
verschijnt 2 in het betreffende
hoofdmenu.
Herhalen
Een track steeds opnieuw beluiste‐
ren: stel deze functie in op Aan.
Let op
Bij het activeren van deze functie
verschijnt 1 in het betreffende
hoofdmenu.
Tracklijst
Een nummer op een cd selecteren:
selecteer Tracklijst en selecteer ver‐
volgens de gewenste track.
Mappen
Een track uit een map selecteren: se‐
lecteer Mappen . Er verschijnt een lijst
met alle opgeslagen mappen op de
cd.
Selecteer één van de mappen en se‐ lecteer vervolgens de gewenste
track.Let op
Deze menuoptie is alleen beschik‐
baar als er een mp3 cd wordt ge‐
plaatst.
Zoeken…
Voor het openen van een menu voor
het zoeken en selecteren van tracks:
selecteer Zoeken….
Selecteer één van de categorieën en selecteer vervolgens de gewenste
track.
Let op
Deze menuoptie is alleen beschik‐
baar als er een mp3 cd wordt ge‐
plaatst.
Een cd verwijderen
Druk op d.
De cd wordt uit de cd-sleuf geworpen. Als de cd na het uitwerpen niet wordt verwijderd, wordt hij na enkele secon‐
den automatisch weer naar binnen
getrokken.