94InleidingEen instelling aanpassen
Draai aan de multifunctionele knop
om de instelling aan te passen.
Druk op de multifunctionele knop om de instelling te bevestigen.
Een functie in- of uitschakelen
Draai aan de multifunctionele knop
om de functie die u in of uit wilt scha‐
kelen te markeren.
Druk op de multifunctionele knop om
tussen de instellingen Aan en Uit te
wisselen.
Een tekenreeks invoeren
Tekenreeksen invoeren, bijv. pinco‐
des of telefoonnummers:
Draai aan de multifunctionele knop
om het gewenste teken te markeren.
Druk op de multifunctionele knop om het gemarkeerde teken te bevesti‐
gen.
Het laatste teken in de tekenreeks
kan worden gewist door k op het
display te selecteren of door op
P BACK op het instrumentenpaneel
te drukken. Door P BACK ingedrukt
te houden wordt de complete invoer verwijderd.
Inleiding95Wijzig de positie van de cursor in de
al ingevoerde tekenreeks door ◀ of ▶
op het display te selecteren.
Geluidsinstellingen In het geluidsinstellingenmenu kunt u voor elk radiofrequentiebereik en
voor elke audioplayerbron afzonder‐
lijk de geluidskarakteristieken instel‐
len.
Druk op TONE om het geluidsinstel‐
lingenmenu te openen.
Lage, middelhoge en hoge tonen
instellen
Blader door de lijst en selecteer Bas,
Midrange of Treble .
Stel voor de geselecteerde optie de
gewenste waarde in.
Volumeverdeling voor en achter
instellen
Blader door de lijst en selecteer
Fader .
Stel de gewenste waarde in.Volumeverdeling rechts en links
instellen
Blader door de lijst en selecteer
Balans .
Stel de gewenste waarde in.
Een geluidsstijl selecteren Blader door de lijst en selecteer EQ
(equalizer). Het EQ-instellingen -
menu verschijnt.
De getoonde opties bieden voor de
desbetreffende muziekstijl geoptima‐
liseerde voorkeursinstellingen voor
de lage, middelhoge en hoge tonen.
Selecteer de gewenste optie.
Eén instelling op "0" zetten
Selecteer de gewenste optie en druk
enkele seconden op de multifunctio‐
nele knop.
De waarde wordt teruggezet op "0".
Alle instellingen op "0" of "UIT"
zetten
Druk enkele seconden op TONE.
Alle waarden worden op "0" terugge‐
zet, de EQ-voorkeuzeinstelling wordt
op " UIT" gezet.
Volume-instellingen
Snelheidsgecompenseerd
volume aanpassen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens Autom. volumeregeling .
De functie Autom. volumeregeling
kan worden gedeactiveerd of de mate
van volumeaanpassing kan worden
geselecteerd in het getoonde menu.
Selecteer de gewenste optie.
98Radiois ingeschakeld, wordt er alleen naar
zenders met verkeersinformatie 3 102 gezocht.
Handmatig zenders afstemmen
AM- en FM-radio
Draai aan de multifunctionele knop en
stel de optimale ontvangstfrequentie
in.
DAB-radio
Druk op de multifunctionele knop om het betreffende frequentiebereik‐menu te openen en selecteer
Handmatig afstemmen DAB . Draai op
het frequentiedisplay dat verschijnt
aan de multifunctionele knop om de
optimale ontvangstfrequentie in te stellen.
Autostore-lijsten
De ontvangen zenders in een be‐
paald frequentiebereik kunnen met
de autostorefunctie automatisch wor‐ den opgezocht en opgeslagen.
Elk frequentiebereik heeft
2 Autostore-lijsten ( AS-zenders 1,
AS-zenders 2 ), waarin elk 6 zenders
kunnen worden opgeslagen.
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
Automatische zenderopslag Houd AS 1-2 ingedrukt tot een auto‐
store-bericht wordt weergegeven. De
12 sterkste zenders van het actuele
frequentiebereik worden in de twee
autostorelijsten opgeslagen.
Druk op de multifunctionele knop om
de autostorefunctie te annuleren.
Zenders met de hand opslaan
Zenders kunnen ook handmatig in de autostorelijsten worden opgeslagen.
Selecteer de zenders die u wilt op‐
slaan.
Druk één of meerdere keren op
AS 1-2 om naar de gewenste lijst over
te schakelen.
De zender opslaan in een lijstpositie:
druk op de desbetreffende zender‐ knop 1... 6 tot een bevestigingsbericht
wordt weergegeven.
Let op
Handmatig opgeslagen zenders
worden bij het automatisch zenders
opslaan overschreven.
Een zender oproepen
Druk één of meerdere keren op
AS 1-2 om naar de gewenste lijst over
te schakelen.
Druk kort op één van de voorkeur‐ toetsen 1... 6 om de zender in de bij‐
behorende lijstpositie op te roepen.
Favorietenlijst
Zenders van alle frequentiebereiken
kunnen handmatig in de favorieten‐
lijsten worden opgeslagen.
Radio99
In elke favorietenlijst kunnen
6 zenders worden opgeslagen. Het aantal beschikbare favorietenlijsten
kan worden ingesteld (zie hieronder).
Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd door i.
Een zender opslaan Selecteer de zenders die u wilt op‐
slaan.
Druk één of meerdere keren op
FAV 1-2-3 om naar de gewenste lijst
over te schakelen.
De zender opslaan in een lijstpositie: druk op de desbetreffende zender‐
knop 1... 6 tot een bevestigingsbericht
wordt weergegeven.
Een zender oproepen Druk één of meerdere keren op
FAV 1-2-3 om naar de gewenste lijst
over te schakelen.
Druk kort op één van de voorkeur‐ toetsen 1... 6 om de zender in de bij‐
behorende lijstpositie op te roepen.
Het aantal beschikbare
favorietenlijsten instellen
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen en
daarna Radio-favorieten om het
menu Max. aantal favorietenpagina's
te openen.
Selecteer het gewenste aantal be‐
schikbare favorietenlijsten.Frequentiebereikmenu's
Via frequentiebereikspecifieke me‐
nu's zijn alternatieve mogelijkheden
voor het selecteren van zenders be‐
schikbaar.
Let op
De volgende displays worden als
voorbeeld getoond.
Zenderlijsten
Draai in een radiohoofdmenu aan de
multifunctionele knop om de zender‐
lijst van het betreffende frequentiebe‐ reik te openen.
102Radio
Activeer de gewenste berichtcatego‐
rieën.
Er kunnen diverse categorieën aan‐
kondigingen tegelijk worden geselec‐
teerd.
Let op
De volgende opties zijn alleen be‐
schikbaar als RDS op Aan wordt ge‐
zet.
Radio Data System (RDS) Is een dienst voor FM-zenders die er‐
voor zorgt dat de gewenste zender
aanzienlijk sneller wordt gevonden en
zonder problemen wordt ontvangen.
Voordelen van RDS
● Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de geselec‐
teerde zender i.p.v. de frequen‐
tie.
● Tijdens het zoeken naar zenders
stemt het Infotainmentsysteem alleen af op RDS-zenders.
● Het infotainmentsysteem stelt met behulp van AF (Alternative
Frequency) altijd automatisch af
op de zendfrequentie met de
beste ontvangst van de geselec‐
teerde zender.
● Afhankelijk van de ontvangen zender geeft het Infotainment‐
systeem radiotekst weer die bijv.
informatie over het actuele pro‐
gramma kan bevatten.
RDS configureren Druk op CONFIG om het menu
Instellingen op te roepen.
Selecteer Radio-instellingen en ver‐
volgens RDS-opties .
Zet RDS op Aan of Uit.
Let op
Na het uitschakelen van RDS wordt
deze functie automatisch weer inge‐
schakeld bij het afstemmen op een
andere zender (via de zoekfunctie of een voorkeuzeknop).
Let op
De volgende opties zijn alleen be‐
schikbaar als RDS op Aan wordt ge‐
zet.
Radio103RDS-opties
In- en uitschakelen van regio-
instelling
Soms zenden RDS-zenders op ver‐
schillende frequenties programma's
uit die regionaal van elkaar verschil‐
len.
Zet Regionaal op Aan of Uit.
Als de regio-instelling is ingescha‐ keld, worden er uitsluitend alterna‐
tieve frequenties (AF) met dezelfde
regionale programma's geselecteerd.
Is de regio-instelling uitgeschakeld,
worden alternatieve frequenties voor
de zenders geselecteerd zonder re‐
kening te houden met regionale pro‐
gramma's.
RDS-scrolltekst
Sommige RDS-zenders verbergen
de naam van het actuele programma
om aanvullende informatie te kunnen
tonen.
Voorkomen dat aanvullende informa‐ tie wordt weergegeven:
Zet Geen rollende displaytekst op
Aan .Radiotekst
Als de RDS-functie wordt geactiveerd en er momenteel een RDS-zender
wordt ontvangen, verschijnt er infor‐
matie over het huidige programma en
de momenteel beluisterde muzeik‐
track onder de naam van het pro‐
gramma.
Toon of verberg deze informatie door Radio-tekst op Aan of Uit te zetten.
TA-volume
Het volume van verkeersberichten
(TA) kan vooraf worden ingesteld.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 95.
Verkeersinformatie (TP = Traffic Programme)
Verkeersinformatiezenders zijn RDS-
zenders die verkeersinformatie uit‐
zenden.
Verkeersinformatie in- of
uitschakelen
Om de stand-by verkeersberichten‐ functie van het Infotainmentsysteem in- en uit te schakelen:
Druk op TP.● Als verkeersinformatie is inge‐
schakeld, verschijnt [ ] in het ra‐
diohoofdmenu.
● Er worden alleen verkeersinfor‐ matiezenders weergegeven.
● Als de actuele zender geen ver‐ keersinformatiezender is, wordt
er automatisch naar de volgende verkeersinformatiezender ge‐
zocht.
● Wanneer een verkeersinforma‐ tiezender is gevonden, wordt
[TP] in het hoofdmenu van de ra‐
dio weergegeven.
● Verkeersberichten worden op het
van tevoren ingestelde TA-vo‐
lume 3 95 weergegeven.
● Als verkeersinformatie is inge‐ schakeld, wordt het afspelen van
de cd-/mp3 voor de duur van het
verkeersbericht onderbroken.
Alleen naar verkeersberichten
luisteren
Schakel verkeersinformatie in en
draai het volume van het infotain‐
mentsysteem helemaal omlaag.
104RadioVerkeersberichten blokkeren
Een verkeersbericht blokkeren, bijv.
tijdens het afspelen van cd/mp3:
Druk op TP of de multifunctionele
knop om het annuleringsbericht op
het display te bevestigen.
Het verkeersbericht wordt geannu‐
leerd, maar de verkeersinformatie
blijft ingeschakeld.
Digital Audio Broadcasting
DAB zendt radiozenders digitaal uit.
DAB-zenders worden aangeduid met de programmanaam i.p.v. met de
zendfrequentie.Algemene aanwijzingen
● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op de‐zelfde frequentie worden uitge‐
zonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmagerela‐
teerde gegevens en een veelheid aan andere dataservices uit te
zenden, inclusief reis - en ver‐
keersinformatie.
● Zolang een bepaalde DAB-ont‐ vanger een signaal van een zen‐
der op kan vangen (ook al is het signaal erg zwak), is de geluids‐
weergave gewaarborgd.
● Bij een slechte ontvangst wordt het volume automatisch lager ge‐
zet om onaangename geluiden te
vermijden.
● Als het DAB-signaal te zwak is om door de radio te worden ge‐
interpreteerd, wordt de weergave geheel onderbroken. Dit pro‐
bleem kan worden vermeden
door in het menu DAB-instellin‐gen Automatische groeplinks en/
of Automatische links DAB-FM te
activeren.
● Interferentie door zenders op na‐
burige frequenties (een ver‐
schijnsel dat typisch is voor AM-
en FM-ontvangst) doet zich bij
DAB niet voor.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de ontvangstkwaliteit van DAB, ter‐
wijl AM- en FM-ontvangst in die
gevallen juist aanmerkelijk ver‐
zwakt.
● Na het inschakelen van DAB-ont‐
vangst blijft de FM-tuner van het
Infotainmentsysteem op de ach‐
tergrond actief en zoekt voortdu‐
rend naar de best ontvangbare
FM-zenders. Als TP 3 102 geac‐
tiveerd is, worden er verkeersbe‐
richten van de momenteel best ontvangbare FM-zender doorge‐
geven. Deactiveer TP, als DAB-
ontvangst niet door FM-verkeers‐ berichten moet worden onder‐
broken.
Cd-speler107● Bij Mixed-Mode-CD’s (waaropaudiotracks en gecomprimeerde
bestanden, bijv. MP3 zijn opge‐
slagen) kunnen audiotrackge‐
deelte en de gecomprimeerde
bestanden separaat worden
afgespeeld.
● Zorg dat er bij het wisselen van cd's geen vingerafdrukken op de
cd's komen.
● Berg cd's onmiddellijk veilig op na het uitnemen uit de cd-speler
om ze tegen beschadiging en vuil
te beschermen.
● Vuil en vloeistof op de cd's kun‐ nen de lens van de cd-speler bin‐nen in het apparaat vies maken
en storingen veroorzaken.
● Bescherm cd's tegen warmte en direct zonlicht.
● De volgende beperkingen gelden
voor mp3/wma-cd's:
Bit rate: 8 kbit/s - 320 kbit/s
Samplingfrequentie: 48 kHz,
44,1 kHz, 32 kHz (voor mpeg-1)en 24 kHz, 22,05 kHz, 16kHz
(voor mpeg-2)
● De volgende beperkingen zijn van toepassing op gegevens die
op een mp3/wma-cd zijn opge‐
slagen:
Aantal nummers: max. 999 Aantal tracks per mapniveau:
max. 512
Diepte mappenstructuur: max.
10 niveaus
Let op
Dit hoofdstuk beschrijft alleen het af‐
spelen van mp3-bestanden, aange‐
zien het werken met mp3- en wma- bestanden hetzelfde is. Bij het laden van een cd met wma-bestanden ver‐ schijnen er mp3-gerelateerde me‐
nu's.
Gebruik
Cd afspelen starten
Druk één of meerdere keren op CD
om naar het hoofdmenu Cd of Mp3 te
gaan.
Als er zich een cd in de cd-speler be‐ vindt, wordt deze automatisch afge‐
speeld.
Afhankelijk van de data die op de au‐
dio- of mp3-cd is opgeslagen ver‐
schijnt er op het display verschillende informatie over de cd en de huidige
muziektrack.
Cd plaatsen
Plaats de CD met de bedrukte kant
naar boven in de CD-sleuf totdat de
CD naar binnen wordt getrokken.
Let op
Bij het plaatsen van een cd ver‐ schijnt 0 op het display.