Page 117 of 183
Cd-speler117Selecteer een map of afspeellijst en
selecteer vervolgens het gewenste
nummer.
Let op
Als een cd zowel audio- als
mp3-data bevat, kan de audiodata
worden geselecteerd via Playlists/
Mappen .
Voor het openen van een menu met
de extra opties voor het zoeken en
selecteren van tracks: selecteer
Zoeken . Welke opties beschikbaar
zijn, is afhankelijk van de op de MP3-
CD opgeslagen gegevens.
Het doorzoeken van de mp3-cd kan
enkele minuten duren. Ondertussen
wordt de laatst ten gehore gebrachte
zender weergegeven.
Een cd verwijderen
Druk op d.
De cd wordt uit de cd-sleuf geworpen. Als de cd na het uitwerpen niet wordt
verwijderd, wordt hij na enkele secon‐ den automatisch weer naar binnen
getrokken.
Page 118 of 183
118AUX-ingangAUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............118
Gebruik ...................................... 118Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
AUX-poort voor het aansluiten van
externe audiobronnen.
Het is mogelijk om bijvoorbeeld een
draagbare cd-speler met een 3,5mm-
stekker aan te sluiten op de AUX-
ingang.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Gebruik
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus AUX te activeren.Een op de AUX-ingang aangesloten
audiobron kan alleen via de bedie‐
ningselementen van de desbetref‐
fende audiobron worden bediend.
Page 119 of 183

USB-poort119USB-poortAlgemene aanwijzingen.............119
Opgeslagen audiobestanden
afspelen ..................................... 119Algemene aanwijzingen
In de middenconsole bevindt zich een
USB-poort voor het aansluiten van
externe audiodatabronnen.
Apparaten die op de USB-poort zijn
aangesloten, worden bediend via de bedieningselementen en menu's van
het infotainmentsysteem.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Opmerkingen
De volgende apparaten kunnen op de USB-poort worden aangesloten:
● iPod
● Zune
● PlaysForSure-apparaat (PFD)
● USB-opslagapparaat
Let op
Niet alle modellen iPod, Zune, PFD
of USB-drive worden door het info‐
tainment-systeem ondersteund.Opgeslagen
audiobestanden afspelen
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus USB te activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het USB-opslagapparaat zijn op‐
geslagen, is gestart.
De bediening van de via USB aange‐
sloten gegevensbronnen is in het al‐
gemeen hetzelfde als bij een audio
MP3 CD 3 115.
Op de volgende pagina's worden al‐
leen de afwijkende/aanvullende be‐
dieningsaspecten beschreven.
Page 122 of 183

122SpraakherkenningTelefoonregelingSpraakherkenning activeren
Druk op w op het stuurwiel om de
spraakherkenning van de telefoon‐
portal in te schakelen. Voor de duur
van de dialoog wordt het geluid van
alle actieve audiobronnen onderdrukt
en worden er geen verkeersmeldin‐ gen weergegeven.
Het volume van de stemoutput
instellen
Draai aan de volumeknop van het In‐
fotainmentsysteem of druk op + of ―
op het stuurwiel.
Een dialoog annuleren
Er zijn diverse manieren om de
spraakherkenning uit te schakelen en
de dialoog te annuleren:
● Druk op het stuurwiel op x.
● Zeg " Annuleren ".● Gedurende een bepaalde tijd
geen commando's invoeren
(zeggen).
● Na het derde niet herkende com‐
mando.
Bediening Met behulp van de spraakherkenning kunt u de mobiele telefoon handig
met uw stem bedienen. Het is vol‐
doende om de spraakherkenning te
activeren en het gewenste com‐
mando in te voeren (te zeggen). Na
het geven van het commando leidt het Infotainmentsysteem u door de
dialoog door de voor het uitvoeren
van de gewenste handeling beno‐
digde vragen te stellen en feedback
te geven.
Hoofdcommando's Na het inschakelen van de spraak‐
herkenning geeft een korte toon aan
dat de spraakherkenning een com‐
mando verwacht.
Beschikbare hoofdcommando's: ● " Kiezen "
● " Bellen "● "Opnieuw kiezen "
● " Opslaan "
● " Verwijderen "
● " Lijst"
● " Koppelen "
● " Selecteer apparaat "
● " Gesproken feedback "
Veelal beschikbare commando's ● " Help ": de dialoog wordt afgeslo‐
ten en alle in de actuele functie
beschikbare commando's wor‐
den opgesomd.
● " Annuleren ": de spraakherken‐
ning is uitgeschakeld.
● " Ja": afhankelijk van de context
wordt een geschikte actie onder‐
nomen.
● " Nee": afhankelijk van de context
wordt een geschikte actie onder‐ nomen.
Een telefoonnummer invoeren
Na het commando " Kiezen" vraagt de
spraakherkenning om het invoeren
van een nummer.
Page 138 of 183

138TrefwoordenlijstAAfspelen van een cd starten .......115
Algemene aanwijzingen....... 88, 114, 118, 119, 127
Algemene informatie................... 121
Antidiefstalfunctie ........................89
Autostore-lijsten .......................... 105
B BACK-toets ................................... 97
Basisbediening ............................. 97
Bediening.................................... 133
Bluetooth .................................... 127
Bluetooth-verbinding ..................128
C CD-speler activeren.................................. 115
belangrijke informatie ..............114
gebruik .................................... 115
CD-speler activeren ....................115
CD-speler gebruiken................... 115
D DAB ............................................ 111
DAB configureren .......................111
De AUX-ingang gebruiken ..........118
De radio gebruiken .....................104
De radio inschakelen ..................104
De USB-poort gebruiken ............119
Digital Audio Broadcasting .........111E
Enhanced Other Networks .........109
EON ............................................ 109
F Favorietenlijst ............................. 106
Frequentiebereikmenu's .............106
Frequentiebereik selecteren .......104
G Gebruik ................. 96, 104, 115, 118
Geluidsinstellingen .....................101
H Handsfree-modus .......................128
Het infotainmentsysteem gebruiken .................................. 96
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 96
I
Infotainmentsysteem automatische aanpassing van
het volume............................... 103
maximaal opstartvolume .........103
tooninstellingen .......................101
volume voor verkeersberichten 103
volume: instellingen ................103
Page 139 of 183

139MMenubediening ............................. 97
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................136
Multifunctionele knop ....................97
Mute.............................................. 96
N Noodoproep ................................ 132
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 119
Overzicht bedieningselementen ...90
R Radio Radio Data System (RDS) ......109
activeren.................................. 104
autostorelijsten ........................ 105
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 111
favorietenlijst ........................... 106
frequentiebereik selecteren .....104
frequentiebereikmenu's ...........106
gebruik .................................... 104
zender zoeken ........................ 104
zenderlijsten ............................ 106
Radio activeren........................... 104
Radio Data System (RDS) ......... 109
RDS ............................................ 109RDS configureren.......................109
Regionalisatie ............................. 109
S SAP-modus ................................ 128
SIM Access Profile (SAP) ...........128
Spraakherkenning ..............121, 122
activeren.................................. 122
gebruik .................................... 122
telefoonregeling ......................122
volume voor stemoutput ..........122
Spraakherkenning activeren .......122
Stemherkenning ......................... 121
T
Telefoon bedieningselementen ..............127
belangrijke informatie ..............127
belsignalen instellen ................128
berichtfuncties ......................... 133
Bluetooth ................................. 127
Bluetooth-verbinding ...............128
een telefoonnummer vormen ..133
functies tijdens een gesprek ...133
gesprekkenlijsten ....................133
handsfree-modus ....................128
het volume instellen ................133
noodoproepen ......................... 132
SIM Access Profile (SAP) .......128
telefoonbatterij opladen ...........127
telefoonboek ........................... 133Telefoonbatterij opladen .............127
Telefoonregeling .........................122
V Verkeersberichten ......................103
Volume instellen ........................... 96
Volume-instellingen ....................103
Volume voor stemuitvoer ............122
Voor snelheid gecompenseerd volume....................................... 96
Z
Zenderlijsten bijwerken ...............106
Zenders ophalen ................105, 106
Zenders opslaan .................105, 106
Zender zoeken............................ 104
Page 141 of 183
Inleiding..................................... 142
Radio ......................................... 153
Cd-speler ................................... 162
AUX-ingang ............................... 165
USB-poort .................................. 166
Streaming audio via Bluetooth ...169
Telefoon ..................................... 171
Trefwoordenlijst ......................... 180CD 400plus
Page 142 of 183

142InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............142
Antidiefstalfunctie ......................143
Overzicht bedieningselementen 144
Gebruik ...................................... 147
Basisbediening .......................... 148
Geluidsinstellingen ....................151
Volume-instellingen ...................152Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de FM-, AM- of DAB-radiofunc‐
ties kunt u maximaal 36 zenders op
zes favorietenpagina's opslaan.
Met de ingebouwde audiospeler kunt u genieten van audio- en mp3/
wma-cd's.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op het
Infotainmentsysteem aansluiten,
bijv. iPod, mp3-speler, USB-stick of
een draagbare cd-speler; via een ka‐
bel of via Bluetooth.
Ook is het Infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een telefoonportal waar‐ mee u uw mobiele telefoon comforta‐
bel en veilig in de auto kunt gebrui‐
ken.
Daarnaast kan het infotainmentsys‐
teem worden bediend met behulp van de bedieningstoetsen op het stuur‐
wiel.
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen en de hel‐
dere displays kunt u het systeem ge‐ makkelijk en intuïtief bedienen.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.