Basisbediening27Of verschuif de schuifbalk op de in‐
stelbalk.
Middenbereik Met deze instelling kunt u de midden‐
frequenties van de audiobron verster‐
ken of dempen.
Druk herhaald op ─ of w om de in‐
stellingen te wijzigen.
Of verschuif de schuifbalk op de in‐
stelbalk.
Bas
Met deze instelling kunt u de lage fre‐ quenties van de audiobronnen ver‐
sterken of dempen.
Druk herhaald op ─ of w om de in‐
stellingen te wijzigen.
Of verschuif de schuifbalk op de in‐
stelbalk.
Balance en fader instellen
Selecteer in de illustratie rechts in het menu, het punt in de auto waarop het
geluid optimaal moet zijn.
Druk op n, o , p en q om de instel‐
lingen te wijzigen.Selecteer Voor of Achter boven en
onder in het voertuigdiagram om snel
tussen de voor- en achterspeakers te
wisselen.
Surround
(indien uitgerust met Surround sys‐
tem)
Gebruik deze instelling om het sur‐
round-effect te versterken of te dem‐
pen.
Druk herhaald op ─ of w om de in‐
stellingen te wijzigen.
Equalizermodi
(indien niet uitgerust met Surround
system)
Selecteer een van de schermtoetsen
in de interactieve selectiebalk om het
geluid voor specifieke muziekstijlen te optimaliseren.
Selecteer EIG. PROFIEL als u de ge‐
luidsinstellingen zelf wilt definiëren.
Surround-modi
(indien uitgerust met Surround sys‐
tem)Selecteer een van de schermtoetsen
in de interactieve selectiebalk op het
scherm om het geluid voor de ver‐
schillende stoelposities te optimalise‐ ren.
Selecteer NORMAAL als u de opti‐
male geluidsinstellingen voor alle
stoelposities wilt instellen.
Volume-instellingen
Maximaal inschakelvolume Druk op ; en selecteer
INSTELLINGEN op het Startscherm.
Blader door de lijst en selecteer
Radio en vervolgens Maximaal
inschakelvolume .
Druk op ─ of w om het gewenste vo‐
lume in te stellen.
Automatische volumeaanpassing
Druk op ; en selecteer dan
INSTELLINGEN .
Blader door de lijst en selecteer
Radio en vervolgens Auto volume.