118TelefoonVoer de weergegeven SAP-wacht‐
woordcode in de mobiele telefoon in
(zonder spaties). De pincode van de
mobiele telefoon wordt in het infotain‐ mentdisplay getoond.
Wanneer de Pinbeveiliging -functie
actief is, moet de gebruiker de pin‐ code van de simkaart in de mobiele
telefoon invoeren.
Voer de pincode van de sim van de
mobiele telefoon in. De mobiele tele‐
foon wordt gekoppeld aan het tele‐
foonportaal. Diensten van de mobiele
netwerkprovider kunnen worden ge‐
bruikt via het telefoonportaal.
Op apparatenlijst opgeslagen
mobiele telefoon aansluiten
Kies de gewenste mobiele telefoon
en selecteer vervolgens de optie
Selecteren in het weergegeven
menu.
Zodra het telefoonportaal de mobiele
telefoon heeft herkend, kan het tot‐
standkomen van de verbinding wor‐
den bevestigd.
De mobiele telefoon kan via het tele‐
foonportaal worden bediend.Mobiele telefoon van
apparatenlijst verwijderen
Selecteer de gewenste mobiele tele‐
foon in de apparatenlijst. Selecteer
Wissen in het getoonde menu en be‐
vestig de boodschap die verschijnt.
Een verbonden telefoon instellen Verschillende instellingen van de mo‐
biele telefoon kunnen in het Telefoon‐
instellingen -menu worden geconfigu‐
reerd, wanneer de telefoon via SAP is aangesloten.
Beltoon aanpassen
Ga als volgt te werk om het type bel‐
toon aan te passen:
Druk op CONFIG .
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Beltoon.
Selecteer de gewenste optie.
Ga als volgt te werk om het volume
van de beltoon aan te passen:
Als de telefoon overgaat, draait u m
van het Infotainmentsysteem of drukt
u op w of ‒ op het stuurwiel.Beveiligingsinstellingen wijzigen
Druk op CONFIG .
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Beveiliging.
Het beveiligingsdialoogvenster wordt
weergegeven.
Pinverzoek in/uitschakelen
Selecteer Pinbeveiliging Aan of Uit.
Voer de pincode in van de simkaart
van de mobiele telefoon en bevestig
deze.
Let op
Deze optie hangt af van de indivi‐
duele netwerkprovider.
De pincode wijzigenSelecteer Pin wijzigen .
Voer de huidige pincode in. Voer de
nieuwe pincode in. Herhaal de
nieuwe pincode en bevestig deze.
PIN is gewijzigd.Netwerkdiensten configureren
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Netwerkdiensten . Het dia‐
loogvenster voor netwerkdiensten wordt weergegeven.