Telefoon115TelefoonAlgemene aanwijzingen.............115
Bluetooth-verbinding ..................116
Noodoproep ............................... 119
Bediening ................................... 120
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ..................122Algemene aanwijzingen
De telefoonportal biedt u de mogelijk‐ heid om via een microfoon en de luid‐
sprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het info‐
tainmentsysteem van de auto de be‐
langrijkste functies van de mobiele te‐
lefoon te bedienen. Om het telefoon‐
portaal te kunnen gebruiken, moet de mobiele telefoon via Bluetooth aan‐
gesloten zijn.
Het telefoonportaal kan daarnaast
ook met het spraakherkenningsys‐
teem worden bediend.
Niet alle functies van de telefoonpor‐
tal worden door elke mobiele telefoon ondersteund. Welke telefoonfuncties
mogelijk zijn, hangt af van de desbe‐
treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover vindt u in de bedienings‐
handleiding van uw mobiele telefoon.
U kunt hierover ook informatie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het rij‐
den kan gevaarlijk zijn doordat uw concentratie afneemt tijdens het
telefoneren. Parkeer uw auto
voordat u de telefoon in hands‐
free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel
116Telefoontelefoneren verboden is, als demobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
De spraakherkenning gebruiken
Gebruik de spraakherkenning niet in
noodsituaties, omdat uw stem onder
stress zodanig kan veranderen dat hij
mogelijk niet meer herkend wordt en
de gewenste verbinding daardoor
wellicht niet snel genoeg tot stand kan worden gebracht.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur. Informatie zoals een telefoon‐
boek, gesprekkenlijsten, de naam
van de netwerkoperator en de sterkte
van de verbinding kan worden over‐
gedragen. Welke functies er beschik‐ baar zijn hangt af van het type tele‐
foon.
Om een Bluetooth-verbinding met de telefoonportal tot stand te kunnenbrengen, moet de Bluetooth-functie
van de mobiele telefoon zijn inge‐
schakeld en moet de mobiele tele‐
foon in de stand "zichtbaar" worden
gezet. U vindt nadere informatie in de gebruiksaanwijzing van de mobiele
telefoon.
Bluetooth-menu Druk op CONFIG .
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth.Bluetooth inschakelen
Wanneer de Bluetooth-functie van
het telefoonportaal uitgeschakeld is:
Activering instellen op Aan en het
daaropvolgende bericht bevestigen.Apparatenlijst
Wordt een mobiele telefoon voor het
eerst via Bluetooth met het telefoon‐
portaal verbonden, dan wordt de te‐ lefoon in de apparatenlijst opgesla‐gen.
U kunt maximaal 5 mobiele telefoons
in de apparatenlijst opslaan.
Mobiele telefoon voor het eerst
aansluiten
Er zijn twee opties voor het verbindenvan een mobiele telefoon met het te‐
lefoonportaal: door het als een
handsfree-apparaat toe te voegen of
door het SIM Access Profile (SAP) te
gebruiken.
Handsfree-modus
Wanneer de mobiele telefoon wordt
toegevoegd als een handsfree-appa‐
raat kan de gebruiker gesprekken
Telefoon117voeren en ontvangen en andere func‐
ties gebruiken via de telefoonportal.
Het aantal beschikbare functies is af‐
hankelijk van de mobiele telefoon.
Terwijl deze met de telefoonportal is
verbonden, kan de mobiele telefoon
normaal worden bediend. Let op dat
de accu van de mobiele telefoon met
een hogere snelheid dan gebruikelijk
kan ontladen als gevolg van de ac‐
tieve Bluetooth-verbinding in combi‐
natie met het normale gebruik van de mobiele telefoon.
SAP-modus
Wanneer de SAP-optie wordt ge‐ bruikt, zijn er meer functies beschik‐
baar via de telefoonportal, bijv. ver‐
schillende beveiligings - en bericht‐
verzendingsopties. Het werkelijke
aantal beschikbare functies is afhan‐ kelijk van de netwerkprovider. Daar‐
naast staat de mobiele telefoon zich
in de SAP-modus in de stand-by‐ stand. Alleen de Bluetooth-verbinding en de simkaart zijn actief, wat resul‐
teert in een lager energieverbruik van
de aangesloten mobiele telefoon.Een mobiele telefoon als een
handsfree-apparaat aansluiten
Selecteer Apparaat (handsfree)
toevoegen . De Bluetooth-code die in
de mobiele telefoon moet worden in‐
gevoerd, verschijnt.
Het telefoonportaal kan nu door an‐
dere Bluetooth-apparaten worden ge‐ detecteerd.
Zodra de mobiele telefoon het tele‐ foonportaal heeft gedetecteerd, kan
de Bluetooth-code in de mobiele te‐
lefoon worden ingevoerd.
Zodra het telefoonportaal de mobiele
telefoon heeft herkend, kan het tot stand komen van de verbinding wor‐
den bevestigd.
De mobiele telefoon wordt in de ap‐
paratenlijst opgenomen en kan via
het telefoonportaal worden bediend.
De Bluetooth-code wijzigen
(alleen relevant voor handsfree-
modus)
De eerste keer dat een Bluetooth-
verbinding met het telefoonportaal
wordt ingesteld, wordt een standaard‐
code weergegeven. Deze standaard‐ code kan op elk gewenst momentworden gewijzigd. Om veiligheidsre‐
denen moet u voor het koppelen van
apparaten een viercijferige, willekeu‐
rig gekozen code gebruiken.
Selecteer Bluetooth-code wijzigen .
Bewerk in het weergegeven menu de
huidige Bluetooth-code en bevestig
de veranderde code met OK.
Een mobiele telefoon via SIM Access
Profile (SAP) verbinden
Selecteer Apparaat simtoegang
toevoegen .
Het telefoonportaal scant of er be‐
schikbare apparaten zijn en toont een lijst met de gevonden apparaten.
Let op
De mobiele telefoon moet geacti‐ veerd zijn voor Bluetooth en op
zichtbaar ingesteld staan.
Selecteer de gewenste mobiele tele‐
foon in de lijst. De prompt met de
SAP-wachtwoordcode wordt in het In‐
fotainmentdisplay getoond met een
16-cijferige code.
120TelefoonAntwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Inleiding
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens
de gegevensoverdracht is het bedie‐
nen van de mobiele telefoon via het
Infotainmentsysteem slechts beperkt mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van het telefoonportaal. Zo‐
doende is het mogelijk dat de functi‐ onaliteit die bij deze specifieke tele‐
foons staat beschreven, afwijkt.
Volume van de handsfree-
installatie instellen
Draai m op het Infotainmentsysteem
of druk op + of - op het stuurwiel.
Een telefoonnummer bellen Druk terwijl het telefoonhoofdmenuactief is op de multifunctionele knop
om het gewenste telefoonbedienings‐
menu te openen.Er zijn verschillende opties beschik‐ baar voor het kiezen van telefoon‐
nummers, voor het gebruik van het
telefoonboek en gesprekkenlijsten en voor het bekijken en bewerken van
berichten.
Met behulp van het commando
Telefoon uit kan de verbonden tele‐
foon worden losgekoppeld van het te‐ lefoonportaal.
Handmatig een nummer invoeren
Selecteer Nummer invoeren en voer
vervolgens de gewenste nummer‐
reeks in.
Selecteer Bellen om het bellen te
starten.
U kunt op het telefoonboekmenu
overschakelen door PB te selecteren.
Telefoonboek
Na het tot stand brengen van de ver‐
binding wordt het telefoonboek ver‐
geleken met het telefoonboek in het
tijdelijke geheugen, mits dezelfde
simkaart of dezelfde telefoon verbon‐ den is. Tijdens het vergelijken kan
eventueel ingevoerde nieuwe infor‐
matie niet worden getoond.
124TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen....... 86, 103, 106, 107, 115
Algemene informatie................... 109
Antidiefstalfunctie ........................87
Automatische detectie van verkeersinformatie..................... 99
Autostore-lijsten ............................ 97
B BACK-knop ................................... 92
Basisbediening ............................. 92
Bediening.................................... 120
Bluetooth .................................... 115
Bluetooth-verbinding ..................116
Bijwerken zenderlijst .....................98
C
Cd afspelen starten ....................104
CD-speler activeren.................................. 104
belangrijke informatie ..............103
gebruik .................................... 104
CD-speler activeren ....................104
CD-speler gebruiken................... 104
Configureren DAB ......................101
Configureren van RDS .................99
D
DAB ............................................ 101
De AUX-ingang gebruiken ..........106De radio gebruiken .......................96
De radio inschakelen ....................96
De USB-poort gebruiken ............107
Digital Audio Broadcasting .........101
E EON .............................................. 99
F
Favorietenlijst ............................... 97
Frequentiebereikmenu's ...............98
Frequentiebereik selecteren .........96
G
Gebruik ................... 91, 96, 104, 106
Geluidsinstellingen .......................94
H Handsfree-modus .......................116
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 91
I
Infotainment-systeem automatische aanpassing van
het volume................................. 95 maximaal opstartvolume ...........95
tooninstellingen ......................... 94
volume voor verkeersberichten. 95
volume: instellingen ..................95
Infotainmentsysteem gebruiken ...91
125MMenubediening ............................. 92
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................122
Multifunctionele toets ....................92
Mute.............................................. 91
N
Noodoproep ................................ 119
O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 107
Overzicht bedieningselementen ...88
R Radio Radio Data System (RDS) ........99
activeren.................................... 96
autostorelijsten .......................... 97
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 101
favorietenlijst ............................. 97
frequentiebereik selecteren .......96
frequentiebereikmenu's .............98
gebruik ...................................... 96
zender zoeken .......................... 96
zenderlijsten .............................. 98
Radio activeren............................. 96
Radio Data System (RDS) ........... 99RDS .............................................. 99
Regionalisatie ............................... 99
S SAP-modus ................................ 116
SIM-toegangsprofiel (SAP) .........116
Spraakherkenning ..............109, 110
activeren.................................. 110
gebruik .................................... 110
telefoonregeling ......................110
volume voor stemoutput ..........110
Spraakherkenning activeren .......110
Stemherkenning ......................... 109
T Telefoon bedieningselementen ..............115
belangrijke informatie ..............115
belsignalen instellen ................116
berichtfuncties ......................... 120
Bluetooth ................................. 115
Bluetooth-verbinding ...............116
een telefoonnummer vormen ..120
functies tijdens een gesprek ...120
gesprekkenlijsten ....................120
handsfree-modus ....................116
het volume instellen ................120
noodoproepen ......................... 119
SIM-toegangsprofiel (SAP) .....116
telefoonbatterij opladen ...........115
telefoonboek ........................... 120Telefoonbatterij opladen .............115
Telefoonregeling .........................110
V Verkeersberichten ........................95
Volume instellen ........................... 91
Volume-instellingen ......................95
Volume voor stemuitvoer ............110
Voor snelheid gecompenseerd volume....................................... 91
Z
Zenders oproepen ........................97
Zenders opslaan ........................... 97
Zender zoeken.............................. 96