Rijden en bediening149Nadat het starten van de motor is
voorkomen, wordt het volgende be‐
richt:
Vul AdBlue bij om voertuig te starten
weergegeven.
Om de motor opnieuw te starten moet
er eerst AdBlue worden bijgetankt.
Waarschuwingen m.b.t. hoge
uitstoot
Als de uitstoot van uitlaatgassen tot
boven een bepaalde waarde stijgt,
worden waarschuwingen zoals de
hierboven beschreven bereikwaar‐
schuwingen weergegeven op het Dri‐
ver Information Center.
Er worden verzoeken om het uitlaat‐
systeem te laten nakijken en ten
slotte de aankondiging om opnieuw
starten van de motor te voorkomen
weergegeven. Deze beperkingen zijn wettelijk vereist.
Neem contact op met uw werkplaats
voor assistentie.AdBlue bijvullenVoorzichtig
Gebruik alleen AdBlue die aan de
Europese normen DIN 70 070 en
ISO 22241-1 voldoet.
Gebruik geen additieven.
Verdun AdBlue niet.
Anders kan het systeem voor se‐
lectieve katalysatorreductie be‐
schadigd raken.
Let op
Tank AdBlue alleen bij vanuit de
daarvoor bedoelde jerrycans om te
voorkomen dat er teveel AdBlue
wordt bijgetankt. Bovendien stro‐
men de dampen vanuit de tank dan
in de jerrycan en komen deze niet
vrij.
Controleer vóór het bijtanken van
AdBlue de houdbaarheidsdatum er‐
van, omdat het maar beperkt mee‐
gaat.
Let op
Er moet spoedig ten minste 5 liter AdBlue worden bijgetankt. Anders
detecteert het systeem de bijge‐ tankte AdBlue wellicht niet.
Als het systeem het bijtanken van
AdBlue niet detecteert:
1. Rijd gelijkmatig gedurende 10 minuten en zorg daarbij dat
de rijsnelheid altijd meer dan
20 km/u is.
2. Als het systeem detecteert dat AdBlue bijgetankt is, verdwijnen
de actieradiusbeperkingen i.v.m. AdBlue.
Roep de hulp van een werkplaats in
als het systeem nog steeds niet de‐ tecteert dat AdBlue bijgetankt is.
Bij het bijtanken van AdBlue bij tem‐ peraturen van minder dan -11 °C
wordt dit wellicht niet door het sys‐
teem gedetecteerd. Parkeer de auto in dat geval op een locatie met een
hogere buitentemperatuur totdat de
AdBlue weer vloeibaar wordt.
150Rijden en bedieningLet op
Bij het losschroeven van de tankdop
van de vulpijp kunnen er ammoniak‐ dampen vrijkomen. Adem deze
dampen niet in, omdat ze scherp
geuren. Eventueel ingeademde
dampen zijn onschadelijk.
Zet de auto op een vlakke onder‐
grond.
De vulpijp voor AdBlue zit achter de
tankklep.
De tankklep zit achteraan aan de
rechterzijde van de auto.
De tankklep kan alleen bij een ont‐
grendelde auto worden geopend.
1. Sleutel uit contactslot trekken.
2. Sluit alle portieren om ammonia‐ dampen in het interieur te voorko‐men.
3. Trek bij de uitsparing aan de tank‐
klep en open deze 3 185.
4. Schroef de beschermdop los van
de vulpijphals.
5. Open de AdBlue-jerrycan.
6. Sluit een uiteinde van de slang aan op de jerrycan en schroef hetandere uiteinde op de vulpijp.
7. Til de jerrycan op totdat deze leeg
is.
8. Schroef de slang van de vulpijp.
9. Breng de tankdop aan en schroef deze rechtsom vast.
Let op
Voer de AdBlue-jerrycan en -slang
volgens de lokale milieuregels af.
AdBlue verversen
Als er gedurende de laatste 2 jaar
minder dan 5 liter AdBlue is bijgevuld, moet de resterende vloeistof worden
ververst, aangezien AdBlue een be‐
perkte levensduur heeft. De hulp van
een werkplaats inroepen.Voorzichtig
Bij niet opvolgen ervan kan het se‐ lectieve katalysatorreductiesys‐
teem beschadigd raken.
242Service en onderhoudMotorolieviscositeitswaarden
De SAE-viscositeitswaarde geeft in‐
formatie over de dikte van de olie.
Multigrade-olie wordt geklasseerd
door twee cijfers, bijv. SAE 5W-30.
Het eerste cijfer, gevolgd door een W,
geeft de viscositeit bij lage tempera‐
turen, het tweede cijfer de viscositeit
bij hoge temperaturen aan.
Selecteer de juiste viscositeitswaarde
op basis van de minimale omgevings‐ temperatuur 3 245.
Alle aanbevolen viscositeitswaarden
zijn geschikt voor hogere omgevings‐
temperaturen.
Koelvloeistof en antivries
Gebruik uitsluitend Long Life koel‐
vloeistof/antivries (LLC) op basis van
organisch zuur, die voor de auto is
goedgekeurd. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Het systeem is af fabriek afgevuld
met koelvloeistof voor optimale cor‐
rosiebescherming en vorstbescher‐
ming tot een temperatuur van ca.
-28 °C. In noordelijke landen met ex‐
treem lage temperaturen biedt de affabriek bijgevulde koelvloeistof vor‐
stbescherming tot ca. -37 °C. Deze
concentratie dient het gehele jaar in
stand te worden gehouden. Extra
koelvloeistofadditieven die bedoeld
zijn om extra corrosiebestendigheid
te bieden of om kleine lekken te dich‐ ten kunnen functiestoringen veroor‐
zaken. Aansprakelijkheid voor even‐
tuele gevolgen van het gebruik van
extra koelvloeistofadditieven wordt
niet aanvaard.
Rem- en koppelingsvloeistof
Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven interval worden ververst.
AdBlue Gebruik AdBlue alleen voor het terug‐
brengen van het aandeel stikstof‐
oxide in de uitstoot van uitlaatgassen 3 147.
252Technische gegevensInhouden
MotorolieMotorB14NEL,
B14NETA16XHT,
B16SHT,
B16SHLB20DTHA20DTH,
A20DTRinclusief filter [l]4,05,55,254,5tussen MIN en MAX [l]1,01,01,01,0
Brandstoftank
Benzine/diesel, tankinhoud [I]46 (ecoFlex-versie)
56
AdBlue-tank
AdBlue, tankinhoud [I]7,5
264TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............241, 245
Aanduidingen op banden ..........217
Aanhanger trekken ....................189
Aansteker .................................... 86
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 195
Accu ........................................... 200
Achterlichten .............................. 206
Achterruitverwarming ................... 34
Achteruitkijkcamera ...................177
Achteruitrijlichten .......................125
Actieve hoofdsteunen ...................48
Adaptief rijlicht (AFL) .........120, 204
Adaptive Forward Lighting ...........97
AdBlue .................................. 95, 147
Afmetingen auto ........................250
Afslagverlichting ......................... 120
Airbag deactiveren ....................... 63 Airbag-deactivering ...................... 92
Airbaglabel.................................... 59
Airbags, gordelspanners en rolbeugels.................................. 92
Airbagsysteem ............................. 59
Airconditioning ........................... 130
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 138
Alarmknipperlichten ...................124
Algemene informatie .................. 188Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 140
Andere auto slepen ...................235
Antiblokkeersysteem .................155
Antiblokkeersysteem (ABS) .........94
Armsteun ...................................... 55
Armsteun met opbergruimte ........73
Asbakken ..................................... 86
Autogegevens ............................ 245
Autokrik....................................... 215
Automatische dimfunctie .............31
Automatische verlichting ............ 117
Automatische versnellingsbak ...151
Automatisch vergrendelen ...........25
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 234
Auto stallen ................................. 195
Autostop ..................................... 143
B Bagageruimte ........................ 25, 74
Bandenreparatieset ...................223
Bandenspanning .......................220
Bandenspanningscontrolesys‐ teem .................................. 95, 217
Bandenspanningswaarden ........253
Batterijspanning .........................106
Bedieningsorganen ......................80
Bekerhouders .............................. 72
Bekleding .................................... 238
265Beladingsinformatie .....................78
Beslagen lampglazen ................125
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 162
Beveiliging van de auto ................27
Binnenspiegels ............................. 31
Binnenverlichting ...............126, 209
Blindehoeksysteem ....................176
BlueInjection ............................... 147
Bolle vorm .................................... 29
Boordgereedschap .....................215
Boordinformatie .........................104
Brandstof .................................... 184
Brandstofmeter ............................ 88
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 187
Brandstof voor benzinemotoren 184
Brandstof voor dieselmotoren ...185
Buitenspiegels .............................. 29
Buitentemperatuur .......................83
Buitenverlichting .........................116
C Car Pass ...................................... 21
Centrale vergrendeling ................23
Claxon ................................... 14, 81
Code ........................................... 104
Conformiteitsverklaring ...............254
Contactslotstanden ....................141
Controlelampen ......................86, 89
Controle over de auto ................140Controles.................................... 196
Cruise control ...................... 97, 162
D Dagrijlicht ................................... 120
Dagteller ...................................... 87
DEF ............................................ 147
Diefstalalarmsysteem ..................27
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 202
Dieseluitlaatvloeistof ...................147
Dimlicht of grootlicht ...................116
Driepuntsgordel ........................... 57
Driver Information Center .............98
E EHBO ........................................... 77
Elektrisch bediende ruiten ...........32
Elektrische aansluitingen .............85
Elektrische handrem .............93, 156
Elektrische stoelverstelling ..........53
Elektrische verstelling ..................29
Elektrisch systeem...................... 210
Elektronische rijprogramma's ....153
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem .....95
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 159
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ...............94Elektronisch
klimaatregelsysteem ..............132
Erkenning van software ..............257
Event Data Recorders (EDR) .....261
F Frontaal airbagsysteem ...............62
Frontaanrijdingswaarschuwing ...165
G
Gebruik van deze handleiding .......3
Geluidssignalen .........................105
Gereedschap ............................. 215
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................77
Gloeilamp vervangen ................202
Gordelverklikker ........................... 92
Graphic-Info-Display, Color-Info-Display ...................102
Grootlicht ............................. 96, 118
Grootlichtassistentie .............97, 118
H
Halogeenkoplampen .................203
Handgeschakelde versnellingsbak ......................154
Handmatige dimfunctie ................31
Handmatige modus ...................152
Handmatige stoelverstelling .........49
Handrem ............................. 155, 156