Externe apparaten121Blader door de lijst naar
Apple CarPlay of Android Auto .
Zorg ervoor dat de desbetreffende
applicatie is geactiveerd.
Mobiele telefoon verbinden Sluit de smartphone aan op de USB-
poort 3 114.
Telefoonweergave starten
Druk op ; en selecteer vervolgens
PROJECTIE om de telefoonweerga‐
vefunctie te starten.
Let op
Als de toepassing door het infotain‐
mentsysteem wordt herkend, kan
het toepassingspictogram wijzigen
in Apple CarPlay of Android Auto .
U kunt ook enkele seconden ; inge‐
drukt houden om de functie te starten.
Het getoonde telefoonweergave‐
scherm is afhankelijk van uw smart‐
phone en de softwareversie.
Teruggaan naar het
infotainmentscherm
Druk op ;.
122SpraakherkenningSpraakherkenningAlgemene informatie..................122
Gebruik ...................................... 122Algemene informatie
Via de spraakdoorschakel-toepas‐ sing van het infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone. Zie de gebruikershandleiding
van uw smartphone om te controleren of uw smartphone deze functie on‐
dersteunt.
Om de spraakdoorschakel-toepas‐
sing te kunnen gebruiken, moet de
smartphone met een USB-kabel
3 114 of via Bluetooth 3 124 op het
infotainmentsysteem zijn aangeslo‐
ten.
Gebruik Spraakherkenning activeren
Houd g op het bedieningspaneel of
qw op het stuurwiel ingedrukt om
een spraakherkenningssessie te star‐ ten. Er verschijnt een spraakbestu‐
ringsbericht op het scherm.Zodra er een pieptoon heeft geklon‐
ken kunt u een commando uitspre‐
ken. Raadpleeg voor informatie over
ondersteunde commando's de ge‐
bruiksaanwijzing van uw smartphone.
Volume van gesproken commando's
aanpassen
Draai aan m op het bedieningspaneel
of druk op + / - rechts op het stuurwiel
om het volume van de gesproken in‐
structies hoger of lager te zetten.
Spraakherkenning deactiveren
Druk op xn op het stuurwiel. Het
spraakbesturingsbericht verdwijnt en
de spraakherkenningssessie wordt
beëindigd.
124Telefoontelefoneren verboden is, als demobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
De telefoonportal is gecertificeerd
door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
kunt u op internet op http://www.blue‐
tooth.com vinden
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een standaard voor het
draadloos verbinden van bijv. mo‐
biele telefoons, smartphones, iPod/
iPhone-modellen en andere appara‐
ten.
Via het menu Bluetooth worden Blue‐
tooth-apparaten met het infotain‐
mentsysteem gekoppeld (uitwisselen
van pincode tussen Bluetooth-appa‐
raat en infotainmentsysteem) en ver‐
bonden.
Menu Bluetooth
Druk op ; en selecteer vervolgens
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth om het Blue‐
tooth-menu weer te geven.
Een apparaat koppelen
Opmerkingen ● Aan het systeem kunnen maxi‐ maal vijf apparaten worden ge‐
koppeld.
● Er kan slechts één gekoppeld ap‐
paraat tegelijk met het infotain‐
mentsysteem worden verbon‐
den.
● Koppelen is in de regel slechts één keer noodzakelijk, tenzij het
apparaat van de lijst met gekop‐
pelde apparaten wordt gewist.
Als het apparaat eerder verbon‐
den was, brengt het infotainment‐ systeem de verbinding automa‐
tisch tot stand.
● Door de bediening van Bluetooth
wordt de accu van het apparaat
aanzienlijk belast. Sluit het appa‐ raat daarom aan op een USB-
poort, zodat het wordt opgela‐
den.
Een nieuw apparaat koppelen 1. Activeer de Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat. Raad‐
pleeg voor meer informatie de ge‐ bruiksaanwijzing van het Blue‐
tooth-apparaat.
2. Druk op ; en selecteer vervol‐
gens INSTELLINGEN op het info‐
display.
Selecteer Bluetooth en dan
Apparaatbeheer om het betref‐
fende menu weer te geven.
130TelefoonSelecteer v op het scherm of druk op
qw op het stuurwiel.
Snelkiesnummers gebruiken
Snelkiesnummers die op de mobiele
telefoon zijn opgeslagen, kunt u ook
met het toetsenblok van het telefoon‐
hoofdmenu kiezen.
Druk op ; en selecteer vervolgens
TELEFOON .
Houd het desbetreffende getal op het toetsenblok ingedrukt om de oproep
te starten.
Inkomend telefoongesprek
Een oproep aannemen
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, bijv. de radio- of USB-
modus, actief is, wordt het geluid van de audiobron onderdrukt en blijft dit
zo totdat het gesprek wordt beëin‐
digd.
Er verschijnt een melding met het te‐
lefoonnummer of de naam van de bel‐
ler (indien beschikbaar).
Selecteer v in het bericht of druk op
qw op het stuurwiel om de oproep te
beantwoorden.
Een oproep weigeren
Selecteer J in het bericht of druk op
xn op het stuurwiel om de oproep
te weigeren.
Beltoon wijzigen
Druk op ; en selecteer vervolgens
INSTELLINGEN .
Selecteer Bluetooth en dan Beltonen
om het betreffende menu weer te ge‐
ven. Er verschijnt een lijst met alle ge‐ koppelde apparaten.
Kies het gewenste apparaat. Er wordt
een lijst weergegeven met alle belto‐
nen voor dit apparaat.
Selecteer een van de beltonen.
Functies tijdens het gesprek Tijdens een telefoongesprek ver‐
schijnt het hoofdmenu op het display.
Handsfree-modus tijdelijk
deactiveren
Activeer m om het mobiele telefoon‐
gesprek te vervolgen.
Deactiveer m om terug te keren naar
de handsfree-modus.
134TrefwoordenlijstAAfbeeldingen weergeven ............118
Afbeeldingsbestanden ................114
Afbeelding via USB activeren .....118
Algemene aanwijzingen .......92, 123
Algemene informatie ..........114, 122
AUX ......................................... 114
Bluetooth ................................. 114
DAB ......................................... 111
Infotainmentsysteem .................92
Smartphone-applicaties ..........114
Telefoon .................................. 123
USB ......................................... 114
Antidiefstalfunctie ........................93
Audio afspelen ............................ 116
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................... 94
Audiobestanden ......................... 114
Audio via AUX activeren .............116
Audio via iPod activeren .............116
Audio via USB activeren .............116
Automatisch volume ...................103
AUX Algemene informatie ...............114
Apparaat aansluiten ................114
Audiomenu AUX .....................116
B Basisbediening ........................... 100
Bediening.................................... 127Externe apparaten ..................114
Menu ....................................... 100
Radio ....................................... 107
Telefoon .................................. 127
Bedieningselementen Infotainmentsysteem .................94
Stuurwiel ................................... 94
Bedieningspaneel Infotainment ....94
Beginmenu ................................. 100
Bel Beltoon .................................... 127
Functies tijdens het gesprek ...127
Inkomend gesprek ..................127
Telefoongesprek initiëren ........127
Beltoon Beltoon wijzigen ......................127
Beltoonvolume ........................ 103
Bestandsindelingen Afbeeldingsbestanden ............114
Audiobestanden ......................114
Filmbestanden......................... 114
Bluetooth Algemene informatie ...............114
Apparaat aansluiten ................114
Bluetooth-verbinding ...............124
Koppelen ................................. 124
Menu Streaming audio via
Bluetooth ................................. 116
Telefoon .................................. 127
Bluetooth-verbinding ..................124
135DDAB ............................................ 111
Digital Audio Broadcasting .........111
Display-instellingen ............118, 119
F Favorietenlijst ............................. 109
Favorietenlijsten Zenders ophalen .....................109
Zenders opslaan .....................109
Filmbestanden ............................ 114
Films afspelen ............................ 119
Film via USB activeren ...............119
G Gebruik ......................... 97, 107, 122
AUX ......................................... 114
Bluetooth ................................. 114
iPod ......................................... 114
Menu ....................................... 100
Radio ....................................... 107
Telefoon .................................. 127
USB ......................................... 114
Geluidsinstellingen .....................102
I
Infotainmentsysteem inschakelen 97
Intellitext ..................................... 111
iPod ............................................ 114
Apparaat aansluiten ................114
iPod-audiomenu ......................116K
Koppelen .................................... 124
M
Maximaal inschakelvolume......... 103 Menubediening ........................... 100
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................131
Mute.............................................. 97
N Noodoproep ................................ 126
O
Oproepenhistorie ........................127
Overzicht bedieningselementen ...94
R Radio Afstemmen op zender .............107
DAB configureren ....................111
DAB-berichten ......................... 111
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 111
Favorietenlijsten ......................109
Gebruik.................................... 107
Golfband selecteren ................107
Inschakelen ............................. 107
Intellitext .................................. 111
Radio Data System (RDS) ......110
RDS configureren.................... 110Regio-instelling........................ 110
Regionaal ................................ 110
Zender zoeken ........................ 107
Zenders ophalen .....................109
Zenders opslaan .....................109
Radio activeren........................... 107
Radio Data System (RDS) ......... 110
RDS ............................................ 110
Regio-instelling ........................... 110
Regionaal ................................... 110
S Selectie van golfband .................107
Smartphone ................................ 114
Telefoonweergave ..................120
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 120
Snelkiesnummers .......................127
Spraakherkenning ......................122
Stemherkenning ......................... 122
Streaming audio via Bluetooth activeren.................................. 116
Systeeminstellingen.................... 104
T
Telefoon Algemene informatie ...............123
Beltoon selecteren ..................127
Bluetooth ................................. 123
Bluetooth-verbinding ...............124
Een nummer invoeren .............127
136Functies tijdens het gesprek...127
Hoofdmenu Telefoon ..............127
Inkomend gesprek ..................127
Noodoproepen ........................ 126
Oproepenhistorie ....................127
Snelkiesnummer .....................127
Telefoonboek .......................... 127
Telefoon activeren ......................127
Telefoonboek .............................. 127
Telefoonweergave ......................120
Telefoonweergave activeren ......120
U USB Afbeeldingenmenu USB ..........118
Algemene informatie ...............114
Apparaat aansluiten ................114
Audiomenu USB .....................116
Filmmenu USB ........................ 119
V Volume Automatisch volume ................103
Beltoonvolume ........................ 103
Maximaal inschakelvolume .....103
Snelheidsgecompenseerd
volume..................................... 103
Stiltefunctie................................ 97
Volume aanraakpiep ...............103
Volume instellen ........................97Volume TP.............................. 103
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen ............................. 97
Volume aanraakpiep ..................103
Volume-instellingen ....................103
Volume TP .................................. 103
Z
Zenders ophalen ........................109
Zenders opslaan .........................109
Zender zoeken............................ 107
138InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............138
Antidiefstalfunctie ......................139
Overzicht bedieningselementen 140
Gebruik ...................................... 143Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de FM-, AM-, of DAB-radiofunc‐
ties kunt u op verschillende favorie‐
tenpagina's een groot aantal zenders
opslaan.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als alternatieve audiobron op
het infotainmentsysteem aansluiten,
bijv. een iPod, USB-apparaten of an‐
dere externe apparaten; via een ka‐
bel of via Bluetooth.
Het digitale geluidssysteem heeft di‐
verse vooraf ingestelde equalizer‐
modi, waarmee u het geluid kunt op‐
timaliseren.
Ook is het infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een Telefoonportaal waarmee u uw mobiele telefoon com‐
fortabel in de auto kunt gebruiken.
Als optie kunt u het infotainmentsys‐
teem gebruiken met de bedienings‐
elementen op het stuurwiel, of – als
uw mobiele telefoon dit ondersteunt –
via het spraakherkenningssysteem.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het in‐
fotainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u het infotainment-systeem bedient.