Telefoon125TelefoonAlgemene aanwijzingen.............125
Bluetooth-verbinding ..................126
Noodoproep ............................... 130
Bediening ................................... 131
Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur ..................134Algemene aanwijzingen
De telefoonportal biedt u de mogelijk‐ heid om via een microfoon en de luid‐
sprekers van de auto telefoonge‐
sprekken te voeren en met het info‐
tainmentsysteem van de auto de be‐
langrijkste functies van de mobiele te‐
lefoon te bedienen. Om het telefoon‐
portaal te kunnen gebruiken, moet de mobiele telefoon via Bluetooth aan‐
gesloten zijn.
Het telefoonportaal kan daarnaast
ook met het spraakherkenningsys‐
teem worden bediend.
Niet alle functies van de telefoonpor‐
tal worden door elke mobiele telefoon ondersteund. Welke telefoonfuncties
mogelijk zijn, hangt af van de desbe‐
treffende mobiele telefoon en van de
netwerkprovider. Verdere informatie
hierover vindt u in de bedienings‐
handleiding van uw mobiele telefoon.
U kunt hierover ook informatie vragen bij uw netwerkprovider.Belangrijke informatie voor de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Mobiele telefoons hebben invloed
op uw omgeving. Daarom zijn er
veiligheidsvoorschriften en richtlij‐
nen opgesteld. Alvorens gebruik
te maken van de telefoonfunctie
dient u op de hoogte te zijn van de desbetreffende richtlijnen.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het rij‐
den kan gevaarlijk zijn doordat uw concentratie afneemt tijdens het
telefoneren. Parkeer uw auto
voordat u de telefoon in hands‐
free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel
126Telefoontelefoneren verboden is, als demobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth
Het telefoonportal is gecertificeerd door de Bluetooth Special Interest
Group (SIG).
Meer informatie over de specificatie
vindt u op internet op
http://www.bluetooth.com
De spraakherkenning gebruiken
Gebruik de spraakherkenning niet in
noodsituaties, omdat uw stem onder
stress zodanig kan veranderen dat hij
mogelijk niet meer herkend wordt en
de gewenste verbinding daardoor
wellicht niet snel genoeg tot stand kan worden gebracht.
Bluetooth-verbinding
Bluetooth is een radiografische norm
voor het draadloos verbinden van
bijv. een telefoon met andere appa‐
ratuur. Informatie zoals een telefoon‐
boek, gesprekslijsten, de naam van
de netwerkoperator en de sterkte van
de verbinding kan worden overgedra‐
gen. Welke functies er beschikbaar
zijn hangt af van het type telefoon.
Om een Bluetooth-verbinding met de
telefoonportal tot stand te kunnen brengen, moet de Bluetooth-functie
van de mobiele telefoon zijn inge‐
schakeld en moet de mobiele tele‐ foon in de stand "zichtbaar" worden
gezet. U vindt nadere informatie in de gebruiksaanwijzing van de mobiele
telefoon.
Bluetooth-menu
Druk op CONFIG .
Selecteer Telefooninstellingen en
vervolgens Bluetooth.Bluetooth inschakelen
Wanneer de Bluetooth-functie van de telefoonportal uitgeschakeld is:
Activering instellen op Aan en het
daaropvolgende bericht bevestigen.Apparatenlijst
Wordt een mobiele telefoon voor het
eerst via Bluetooth met de telefoon‐
portal verbonden, dan wordt de tele‐
foon in de apparatenlijst opgeslagen.
U kunt maximaal 5 mobiele telefoons
in de apparatenlijst opslaan.
Telefoon127Mobiele telefoon voor het eerst
aansluiten
Er zijn twee opties voor het verbindenvan een mobiele telefoon met de te‐
lefoonportal: door het als een hands‐
free-apparaat toe te voegen of door
het SIM Access Profile (SAP) te ge‐
bruiken.
Handsfree-modus
Wanneer de mobiele telefoon wordt
toegevoegd als een handsfree-appa‐ raat kan de gebruiker gesprekken
voeren en ontvangen en andere func‐
ties gebruiken via de telefoonportal.
Het aantal beschikbare functies is af‐ hankelijk van de mobiele telefoon.
Terwijl deze met de telefoonportal is
verbonden, kan de mobiele telefoon
normaal worden bediend. Let op dat
de accu van de mobiele telefoon met
een hogere snelheid dan gebruikelijk
kan ontladen als gevolg van de ac‐
tieve Bluetooth-verbinding in combi‐
natie met het normale gebruik van de
mobiele telefoon.SAP-modus
Wanneer de SAP-optie wordt ge‐
bruikt, zijn er meer functies beschik‐
baar via de telefoonportal, bijv. ver‐
schillende beveiligings - en bericht‐
verzendingsopties. Het werkelijke aantal beschikbare functies is afhan‐
kelijk van de netwerkprovider. Daar‐
naast staat de mobiele telefoon zich
in de SAP-modus in de stand-by‐
stand. Alleen de Bluetooth-verbinding en de simkaart zijn actief, wat resul‐teert in een lager energieverbruik van
de aangesloten mobiele telefoon.
Een mobiele telefoon als een
handsfree-apparaat aansluitenSelecteer Apparaat (handsfree)
toevoegen . De Bluetooth-code die in
de mobiele telefoon moet worden in‐
gevoerd, verschijnt.
De telefoonportal kan nu door andere
Bluetooth-apparaten worden gede‐
tecteerd.
Zodra de mobiele telefoon de tele‐
foonportal heeft gedetecteerd, kan de Bluetooth-code in de mobiele tele‐
foon worden ingevoerd.
Zodra de telefoonportal de mobiele
telefoon heeft herkend, kan het tot
stand komen van de verbinding wor‐
den bevestigd.
128TelefoonDe mobiele telefoon wordt in de ap‐
paratenlijst opgenomen en kan via de telefoonportal worden bediend.
De Bluetooth-code wijzigen
(alleen relevant voor handsfree-
modus)
De eerste keer dat een Bluetooth-
verbinding met de telefoonportal wordt ingesteld, wordt een standaard‐
code weergegeven. Deze standaard‐
code kan op elk gewenst moment
worden gewijzigd. Om veiligheidsre‐
denen moet u voor het koppelen van
apparaten een viercijferige, willekeu‐
rig gekozen code gebruiken.Selecteer Bluetooth-code wijzigen .
Bewerk in het weergegeven menu de
huidige Bluetooth-code en bevestig
de veranderde code met OK.
Een mobiele telefoon via SIM Access Profile (SAP) verbinden
Selecteer Apparaat simtoegang
toevoegen .
De telefoonportal scant of er beschik‐
bare apparaten zijn en toont een lijst
met de gevonden apparaten.
Let op
De mobiele telefoon moet geacti‐ veerd zijn voor Bluetooth en op
zichtbaar ingesteld staan.Selecteer de gewenste mobiele tele‐
foon in de lijst. De prompt met de
SAP-wachtwoordcode wordt in het In‐ fotainmentdisplay getoond met een
16-cijferige code.
Voer de weergegeven SAP-
wachtwoordcode in de mobiele tele‐
foon in (zonder spaties). De pincode
van de mobiele telefoon wordt in het infotainmentdisplay getoond.
Wanneer de Pinbeveiliging -functie
actief is, moet de gebruiker de pin‐
code van de simkaart in de mobiele
telefoon invoeren.
Telefoon1319Waarschuwing
Denk eraan dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen nooddiensten niet op alle
mobiele telefoonnetwerken wor‐
den gebeld; mogelijkerwijs kun‐
nen deze oproepen niet gedaan
worden wanneer bepaalde net‐
werkdiensten en/of telefoonfunc‐
ties actief zijn. U kunt hierover uw lokale netwerkexploitant raadple‐
gen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. Wij raden u aan het juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te vra‐
gen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende per‐
soneel u vragen stelt over het nood‐
geval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Inleiding
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het in‐
fotainmentsysteem tot stand is ge‐
bracht, kunt u tal van functies van uw mobiele telefoon ook via het infotain‐
mentsysteem bedienen.
U kunt via het infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een ver‐
binding tussen de mobiele telefoon
en het Infotainmentsysteem worden
de gegevens van de mobiele telefoon naar het Infotainmentsysteem ver‐
stuurd. Afhankelijk van het model te‐
lefoon kan dit enige tijd duren. Tijdens
de gegevensoverdracht is het bedie‐
nen van de mobiele telefoon via het
Infotainmentsysteem slechts beperkt mogelijk.
Niet elke telefoon ondersteunt alle
functies van het telefoonportaal. Zo‐
doende is het mogelijk dat de functi‐ onaliteit die bij deze specifieke tele‐
foons staat beschreven, afwijkt.
Volume van de handsfree-
installatie instellen
Draai m op het Infotainmentsysteem
of druk op w of ‒ op het stuurwiel.
136TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen....... 86, 112, 116, 117, 125
Algemene informatie................... 119
Antidiefstalfunctie ........................87
Autostore-lijsten .......................... 103
B
BACK-toets ................................... 95
Basisbediening ............................. 95
Bediening.................................... 131
Bluetooth .................................... 125
Bluetooth-verbinding ..................126
C Cd afspelen starten ....................113
CD-speler activeren.................................. 113
belangrijke informatie ..............112
gebruik .................................... 113
CD-speler activeren ....................113
CD-speler gebruiken................... 113
D DAB ............................................ 109
DAB configureren .......................109
De AUX-ingang gebruiken ..........116
De radio gebruiken .....................102
De radio inschakelen ..................102
De USB-poort gebruiken ............117
Digital Audio Broadcasting .........109E
Enhanced Other Networks .........107
EON ............................................ 107
F Favorietenlijst ............................. 104
Frequentiebereikmenu's .............104
Frequentiebereik selecteren .......102
G Gebruik ................. 94, 102, 113, 116
Geluidsinstellingen .......................99
H
Handsfree-modus .......................126
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 94
I
Infotainment-systeem automatische aanpassing vanhet volume............................... 101
maximaal opstartvolume .........101
tooninstellingen ......................... 99
volume voor verkeersberichten 101
volume: instellingen ................101
Infotainmentsysteem gebruiken ...94
M
Menubediening ............................. 95
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................134
137Multifunctionele toets....................95
Mute.............................................. 94
N Noodoproep ................................ 130
O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 117
Overzicht bedieningselementen ...88
R
Radio Radio Data System (RDS) ......107
activeren.................................. 102
autostorelijsten ........................ 103
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 109
favorietenlijst ........................... 104
frequentiebereik selecteren .....102
frequentiebereikmenu's ...........104
gebruik .................................... 102
zender zoeken ........................ 102
zenderlijsten ............................ 104
Radio activeren........................... 102
Radio Data System (RDS) ......... 107
RDS ............................................ 107
RDS configureren .......................107
Regionalisatie ............................. 107S
SAP-modus ................................ 126
SIM Access Profile (SAP) ...........126
Spraakherkenning ..............119, 120
activeren.................................. 120
gebruik .................................... 120
telefoonregeling ......................120
volume voor stemoutput ..........120
Spraakherkenning activeren .......120
Stemherkenning ......................... 119
T
Telefoon bedieningselementen ..............125
belangrijke informatie ..............125
belsignalen instellen ................126
berichtfuncties ......................... 131
Bluetooth ................................. 125
Bluetooth-verbinding ...............126
een telefoonnummer vormen ..131
functies tijdens een gesprek ...131
Gesprekkenlijsten.................... 131
handsfree-modus ....................126
het volume instellen ................131
noodoproepen ......................... 130
SIM Access Profile (SAP) .......126
telefoonbatterij opladen ...........125
telefoonboek ........................... 131
Telefoonbatterij opladen .............125
Telefoonregeling .........................120V
Verkeersberichten ......................101
Volume instellen ........................... 94
Volume-instellingen ....................101
Volume voor stemuitvoer ............120
Voor snelheid gecompenseerd volume....................................... 94
Z
Zenderlijsten bijwerken ...............104
Zenders ophalen ................103, 104
Zenders opslaan .................103, 104
Zender zoeken............................ 102
Inleiding..................................... 140
Radio ......................................... 151
Cd-speler ................................... 160
AUX-ingang ............................... 163
USB-poort .................................. 164
Streaming audio via Bluetooth ...167
Telefoon ..................................... 169
Trefwoordenlijst ......................... 178CD 400plus