144Inleiding16 TONE.................................. 149
Geluidsinstellingen ..............149
17 PHONE ............................... 169
Telefoonhoofdmenu
openen ................................ 173
Mute activeren ....................145
18 AUX ..................................... 163
Van audiobron veranderen . 163Audiobedieningsknoppen aan
stuurwiel
1 qw
Kort indrukken:
telefoongesprek aannemen 169
of nummer in gesprekslijst
kiezen .................................. 173
Lang indrukken:
gesprekslijst tonen ..............173
2 SRC (bron).......................... 145
Indrukken: audiobron
selecteren ........................... 145
Bij actieve radio: omhoog/
omlaag zetten om
volgende/vorige
voorkeurszender te
selecteren ........................... 151
Bij actieve cd-speler:
omhoog/omlaag zetten
om volgende/vorige cd/
mp3/wma-track te
selecteren ........................... 161
Bij actief telefoonportaal:
omhoog/omlaag draaien
om volgende/vorige optie
in oproepenlijst te
selecteren ........................... 173
Bij actieve telefoonportal
en gesprekken in de
wacht: omhoog/omlaag
draaien om tussen
gesprekken te schakelen ....173
3 w
Volume verhogen ................145
4 ─
Volume verlagen .................145
146InleidingStiltefunctie
Druk op PHONE (als het telefoonpor‐
taal beschikbaar is: enkele seconden
indrukken) om het geluid van audio‐
bronnen te onderdrukken.
Mutefunctie annuleren: draai aan m of
druk op PHONE (indien telefoonpor‐
taal beschikbaar: enkele seconden indrukken).
Volumebegrenzing bij hoge
temperaturen
Bij erg hoge temperaturen binnen de
auto beperkt het infotainmentsys‐
teem het maximaal instelbare vo‐
lume. Indien nodig wordt het maxi‐
male volume automatisch verlaagd.
Bedieningsstanden
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen de verschillende frequentiebereiken.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de frequentiebereikmenu's met
opties voor zenderselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 151.Audiospelers
Druk één of meerdere keren op CD of
AUX om naar het hoofdmenu USB,
iPod of AUX (indien beschikbaar) te
gaan of om tussen deze menu's te
wisselen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar de betreffende menu's met op‐ ties voor trackselectie te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van CD-spelerfuncties 3 160, AUX-
functies 3 163, USB-poortfuncties
3 164 en functies voor streaming au‐
dio via Bluetooth 3 167.
Telefoon
Druk kort op PHONE om het telefoon‐
menu te openen.
Druk op de multifunctionele knop om
naar het telefoonmenu met opties
voor het invoeren en selecteren van
nummers te gaan.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de telefoonportal 3 169.Systeeminstellingen
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐ baar in diverse talen.
Druk op CONFIG om het menu
Instellingen te openen.
Selecteer Talen (Languages) in het
menu Instellingen om het betreffende
menu weer te geven.
Kies de gewenste taal voor de menu‐
teksten.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de menubediening 3 146.
Tijd- en datuminstellingen
Raadpleeg het Instructieboekje voor
een gedetailleerde beschrijving.
BasisbedieningMultifunctionele toets
De multifunctionele knop is het cen‐
trale bedieningselement voor de me‐
nu's.
AUX-ingang163AUX-ingangAlgemene aanwijzingen.............163
Gebruik ...................................... 163Algemene aanwijzingen
Op het bedieningspaneel van het In‐ fotainmentsysteem 3 142 zit een
AUX-ingang voor het aansluiten van externe audiobronnen.
Het is bijvoorbeeld mogelijk om een
draagbare cd-speler op de AUX-in‐
gang aan te sluiten met een 3,5 mm
stekkeringang.
Let op
Deze poort moet u altijd schoon- en
drooghouden.
Gebruik
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus AUX te activeren.Stel het volume bij door m van het In‐
fotainmentsysteem te draaien.
Alle andere functies werken alleen via de bedieningsorganen van de audio‐
bron.
USB-poort165bestands- en mapnamen niet
correct worden weergegeven.
● De volgende beperkingen zijn van toepassing op de bestanden
die op het externe apparaat zijn
opgeslagen:
Bit rate: 8 kbit/s - 320 kbit/s.
Samplingfrequentie: 48 kHz,
44,1 kHz, 32 kHz (voor mpeg-1)
en 24 kHz, 22,05 kHz, 16kHz
(voor mpeg-2).
● Voor de gegevens op externe ap‐
paraten die zijn aangesloten op
de USB-poort gelden de vol‐
gende beperkingen:
Aantal tracks: max. 999.
Aantal tracks per mapniveau:
max. 512.
Diepte mappenstructuur: max.
10 niveaus.
Wma-bestanden met Digital
Rights Management (DRM) van online-muziekwinkels kunnenniet worden afgespeeld.
Wma-bestanden kunnen alleen
veilig worden afgespeeld als
deze met Windows Media Player,minimaal versie 9, zijn aange‐
maakt.
Toepasbare afspeellijstexten‐ sies: .m3u, .pls, .wpl.
De afspeellijstitems moeten als
relatieve paden zijn opgemaakt.
Het systeemkenmerk voor map‐
pen/bestanden dat audiogege‐
vens bevat, mag niet ingesteld
zijn.
Opgeslagen audiobestanden afspelen
Druk één of meerdere malen op
AUX om de modus MP3 of iPod te
activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het toestel zijn opgeslagen, wordt
automatisch gestart.
Toestelspecifiek menu gebruiken
Druk op de multifunctionele knop omnaar het menu van het momenteelverbonden toestel te gaan.
Streaming audio via Bluetooth167Streaming audio via
BluetoothAlgemene informatie ..................167
Bediening ................................... 167Algemene informatie
Bluetooth-compatibele audiobronnen (bijv. mobiele telefoons voor muziek,mp3-spelers met Bluetooth enz.) die
het Bluetooth-muziekprotocol A2DP
ondersteunen, werken draadloos op
het Infotainmentsysteem.
Opmerkingen ● Het Infotainmentsysteem werkt alleen met Bluetooth-apparaten
die A2DP (Advanced Audio Dis‐
tribution Profile), versie 1.2 of ho‐ ger, ondersteunen.
● Het Bluetooth-apparaat moet AVRCP (Audio Video Remote
Control Profile), versie 1.0 of ho‐
ger ondersteunen. Als het appa‐ raat AVRCP niet ondersteunt,werkt alleen de volumeregeling
via het infotainmentsysteem.
● Maak uzelf voorafgaand aan het aansluiten van het Bluetooth-ap‐
paraat op het infotainmentsys‐
teem vertrouwd met de gebruiks‐
aanwijzing voor Bluetooth-func‐
ties.Bediening
Voorwaarden
Voor de Bluetooth-muziekmodus van
het infotainmentsysteem moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
● De Bluetooth-functie van het in‐ fotainmentsysteem moet geacti‐veerd zijn 3 170.
● De Bluetooth-functie van de ex‐ terne Bluetooth-audiobron moet
geactiveerd zijn (zie gebruiks‐
aanwijzing van het apparaat).
● Afhankelijk van de externe Blue‐ tooth-audiobron moet het appa‐
raat wellicht op "zichtbaar" staan
(zie gebruiksaanwijzing van het
apparaat).
● De externe Bluetooth-audiobron moet met het infotainmentsys‐
teem gekoppeld en verbonden
zijn 3 170.
Bluetooth-muziekmodus
activeren
Druk één of meerdere malen op
AUX om de Bluetooth-muziekmodus
te activeren.
178TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen..... 160, 163, 164, 169
AUX-ingang ............................. 163
Bluetooth-muziek ....................167
CD-speler ................................ 160
Infotainment-systeem ..............140
Telefoon .................................. 169
USB-poort ............................... 164
Algemene informatie................... 167
Antidiefstalfunctie ......................141
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................. 142
Automatische volumeregeling ....150
Autostore-lijsten .......................... 152
Zenders ophalen .....................152
Zenders opslaan .....................152
AUX-functie activeren .................163
AUX-ingang Algemene aanwijzingen ..........163
Bediening ................................ 163
Inschakelen ............................. 163
Volume aanpassen .................163
B Basisbediening ........................... 146
Bediening ........................... 167, 173
AUX-ingang ............................. 163
Bluetooth-muziek ....................167
CD-speler ................................ 161Menu....................................... 146
Radio ....................................... 151
Telefoon .................................. 173
USB-poort ............................... 165
Bedieningselementen Infotainment-systeem ..............142
Stuurwiel ................................. 142
Telefoon .................................. 169
Bedieningspaneel Infotainment ..142
Bel Beltoon .................................... 173
Functies tijdens het gesprek ...173
Inkomend gesprek ..................173
Telefoongesprek initiëren ........173
Beltoon Beltoon selecteren ..................173
Beltoonvolume ........................ 150
Blokkeren van verkeersberichten 156
Bluetooth Bluetooth-muziek ....................167
Bluetooth-verbinding ...............170
Telefoon .................................. 173
Bluetooth-muziek Algemene aanwijzingen ..........167
Bediening ................................ 167
Inschakelen ............................. 167
Voorwaarden ........................... 167
Bluetooth-verbinding ..................170
179CCategorielijst ............................... 153
Cd afspelen starten ....................161
Cd-menu ..................................... 161
CD-speler Algemene aanwijzingen ..........160
Cd afspelen starten .................161
Cd plaatsen ............................. 161
Cd-menu ................................. 161
Een cd verwijderen .................161
Gebruik.................................... 161
Inschakelen ............................. 161
CD-speler activeren ....................161
D DAB ............................................ 158
Datuminstellingen .......................145
De radio inschakelen ..................151
Digital Audio Broadcasting .........158
Dynamisch audioaanpassing .....158
F
Favoriete lijsten .......................... 153
Zenders ophalen .....................152
Zenders opslaan .....................152
Favorietenlijst ............................. 152
Frequentiebereikmenu's .............153
Frequentiebereik selecteren .......151
Functie Opnieuw kiezen .............173G
Gebruik ............... 145, 151, 161, 163
AUX-ingang ............................. 163
Bluetooth-muziek ....................167
CD-speler ................................ 161
Menu ....................................... 146
Radio ....................................... 151
Telefoon .................................. 173
USB-poort ............................... 165
Geluidsinstellingen .....................149
Gesprekkenlijsten .......................173
H Handsfree telefoonmodus activeren.................................. 173
I
Infotainmentsysteem inschakelen ............................. 145
M Maximaal opstartvolume............. 150
Menubediening ........................... 146
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................176
Multifunctionele toets ..................146
Mute............................................ 145
N Noodoproep ................................ 172O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 165
Overzicht bedieningselementen. 142
R Radio Afstemmen op zender .............151
Autostorelijsten........................ 152
Bereik selecteren ....................158
Categorielijst ........................... 153
Configureren van RDS ............156
DAB configureren ....................158
DAB-berichten ......................... 153
Digital audio broadcasting
(DAB) ...................................... 158
Dynamisch audioaanpassing ..158
Favoriete lijsten ...............152, 153
Frequentiebereik selecteren ...151
Frequentiebereikmenu's.......... 153
Gebruik.................................... 151
Inschakelen ............................. 151
Radio Data System (RDS) ......156
Radioverkeerinformatieservice 156 Regio-instelling........................ 156
Verkeersberichten ...................156
Zender zoeken ........................ 151
Zenderlijsten............................ 153
Zenderlijsten bijwerken ...........153